7

Pelorat liep snel de cockpit in. Hij had op de deur geklopt en een passende tijd gewacht, zonder antwoord te krijgen. Hij trof Trevize aan die gespannen naar het sterrenveld keek.

Pelorat zei: 'Golan ...' en wachtte toen.

Trevize keek op. 'Janov! Ga zitten. Waar is Blits?'

'Die slaapt. We zijn al in de ruimte, zie ik.'

'Dat zie je goed.' Trevize was niet verwonderd dat de ander enigszins verbaasd was. In de nieuwe gravitische schepen was het eenvoudig onmogelijk om een opstijging te voelen. Er waren geen inertie-effecten; geen acceleratie-gewaarwordingen; geen lawaai; geen trilling.

De Verre Ster kon met zijn vermogen zich van zwaartekrachtvelden buiten het zijne isoleren en van een planetair oppervlak vertrekken alsof hij op een soort kosmische zee zweefde. En tegelijk bleef het zwaartekrachtveld binnen het schip paradoxaal genoeg normaal.

Als het schip nog in de atmosfeer vertoefde, was het niet nodig om te versnellen zodat het gesuis en getril van snel passerende lucht afwezig was. Maar als de atmosfeer eenmaal gepasseerd was, kon de Verre Ster vaart maken zonder dat zijn passagiers hier iets van merkten.

Dit schip bood een maximum aan comfort en Trevize kon zich geen verbetering indenken tot het ogenblik waarop menselijke wezens zonder gebruik van schepen door de hyper-ruimte konden snellen en zonder zorgen over zwaartekrachtvelden die te belastend konden zijn. Op dit ogenblik moest de Verre Ster zich nog enkele dagen van Gaia's zon verwijderen totdat de zwaartekracht-intensiteit niet meer in staat was de Sprong te hinderen.

'Golan, beste kerel,' zei Pelorat, 'mag ik even met je praten? Heb je het niet te druk?'

'Helemaal niet. De computer zorgt voor alles als ik hem eenmaal geprogrammeerd heb. En soms lijkt hij mijn instructies te voorzien en voert hij ze al uit voor ik ze geformuleerd heb.' Trevize streelde liefkozend over de console.

Pelorat zei: 'Wij zijn heel goede vrienden geworden, Golan, in de korte tijd dat we elkaar kennen, hoewel ik moet toegeven dat het me nauwelijks een korte tijd lijkt. Er is al zoveel gebeurd. En het is gek, weet je. Ik leef al betrekkelijk lang, maar ik heb het gevoel dat de helft van mijn ervaringen zich in de afgelopen paar maanden heeft afgespeeld. Dat lijkt me althans zo. Ik zou bijna kunnen denken ...'

Trevize stak een hand op. 'Janov, je dwaalt af, je wilt iets anders zeggen, oké? Je begon met te zeggen dat we in zeer korte tijd heel goede vrienden zijn geworden. Dat is zo. Maar jij kent Blits nog korter en daar ben je zelfs nog vriendschappelijker mee geworden.'

'Dat is heel wat anders,' zei Pelorat en hij schraapte verlegen zijn keel.

'Natuurlijk,' zei Trevize, 'maar wat wil die opmerking over onze korte, maar blijvende vriendschap beduiden?'

'Als, mijn beste kerel, we nog steeds vrienden zijn zoals je zonet zei, dan moet ik het nu over Blits hebben die me heel na aan het hart ligt.'

'Dat begrijp ik. En wat wil je daarmee zeggen?'

'Ik weet, Golan, dat je niet dol op Blits bent, maar zou je voor mij...'

Trevize stak een hand op. 'Ogenblikje, Janov. Ik ben niet kapot van Blits, maar ik haat haar evenmin. Ik koester helemaal geen animositeit jegens haar. Ze is een aantrekkelijke jonge vrouw en zelfs als ze dat niet was, dan zou ik voor jou best bereid zijn haar zo te vinden. Maar ik kan Gaia niet uitstaan.'

'Maar Blits is Gaia.'

'Dat weet ik, Janov. En dat maakt de dingen zo gecompliceerd. Zolang ik aan Blits als een persoon denk, is er niets aan de hand. Maar als ik aan haar als Gaia denk, dan ...'

'Maar je hebt Gaia nog geen kans gegeven, Golan. Luister, ouwe makker, ik wil iets bekennen. Als Blits en ik intiem zijn, laat ze me soms even haar geest delen. Hooguit enkele ogenblikken, want ze zegt dat ik te oud ben om me aan te passen. Grijns nou niet zo, Golan, jij zou er ook te oud voor zijn. Als een Geïsoleerde, zoals jij of ik, langer dan een minuutje of twee deel van Gaia zou uitmaken, zou hij hersenletsel oplopen en dat zou onherstelbaar zijn als het vijf of tien minuten zou duren. O, kon je het maar eens meemaken, Golan.'

'Wat? Onherstelbaar hersenletsel! Dank je feestelijk.'

'Golan, je wilt me expres niet begrijpen. Ik bedoel, alleen dat korte ogenblik van vereniging. Je weet niet wat je mist. Het is onbeschrijflijk. Blits zegt dat het een gevoel van vreugde is. Je zou het kunnen vergelijken met het gevoel van vreugde dat je ondervindt als je bijna sterft van de dorst en dan een glas water krijgt. Ik weet niet eens hoe ik het je uit moet leggen. Je deelt in alle genoegens die een miljard mensen apart ervaren. Het is geen regelmatig genoegen, anders zou je het snel niet meer voelen. Het vibreert - tintelt - heeft een vreemd, kloppend ritme dat je niet laat gaan. Het is meer vreugde, nee, niet meer, het is een betere vreugde dan je ooit individueel zou smaken. Als ze zich afgrendelt kan ik wel huilen ...'

Trevize schudde zijn hoofd. 'Je bent verbazend welsprekend, goede vriend, maar het klinkt voor mij precies als een verslaving aan een pseudo-endorfine of een van die andere drugs die je korte tijd plezier geven maar op de lange duur in permanente ellende storten. Niks voor mij! Ik ben niet van zins om mijn individualiteit voor een kortstondig genot te ruilen.'

'Ik heb nog steeds mijn individualiteit, Golan.'

'Maar hoelang, Janov, zal dat duren als je daarmee door gaat? Je smeekt telkens om meer totdat die drug je hersenen beschadigt. Janov, laat Blits je dat niet aandoen ... Misschien dat ik het daar eens met haar over moet hebben.'

'Nee! Jij bent niet bepaald een wonder van tact, weet je en ik wil haar geen pijn doen. Ik verzeker je dat ze in dat opzicht beter voor mij zorgt dan jij je kunt voorstellen. Ze maakt zich meer zorgen over dat eventuele hersenletsel dan ik. Wees daar maar verzekerd van.'

'Goed. Dan zal ik het tegen jou zeggen, Janov. Doe het niet meer. Je hebt al tweeënvijftig jaar geleefd met je eigen genoegens en vreugden en je hersenen kunnen dat makkelijk aan. Laat je niet meesleuren door een nieuwe, onbekende drug. Daar betaal je vroeg of laat je prijs voor.'

'Ja Golan,' zei Pelorat op gedempte toon en hij keek naar de punt van zijn schoenen. Toen zei hij: 'Maar bekijk het nu eens zo, Golan. Stel dat je een eencellig wezen bent...'

'Ik weet wat je wilt gaan zeggen, Janov. Vergeet het maar. Blits en ik hebben die analogie al ter sprake gebracht.'

'Jawel, maar probeer het even. Stel, er zijn eencellige organismen met een menselijk niveau van bewustzijn. Ze kunnen denken en fantaseren. En dan worden ze geplaatst voor de mogelijkheid een multi-cellair organisme te worden. Zouden die eencellige organismen dan ook niet treuren over hun verlies aan individualiteit en zich bitter verzetten tegen een gedwongen opname in een allesomvattend organisme? En zouden ze daar dan gelijk in hebben? Nee. Kan een individuele cel zich ooit de macht van het menselijke brein indenken?'

Trevize schudde krachtdadig zijn hoofd. 'Nee Janov, die vergelijking gaat niet op. Enkelcellige organismen kennen geen bewustzijn en kunnen niet denken, en zo ze dat kunnen, is het zo oneindig weinig dat je het praktisch verwaarlozen kunt. Dit soort voorwerpen kan geen individualiteit verliezen of combineren, want het is er nooit geweest. Een menselijk wezen daarentegen heeft wel degelijk een bewustzijn en het vermogen om te denken. Dat bewustzijn en die onafhankelijke intelligentie zijn wel degelijk aanwezig en daarom gaat die vergelijking niet op.'

Het was stil, een bijna kwellende stilte. En Pelorat die het gesprek een andere richting op probeerde te dwingen zei: 'Waarom staar je naar dat scherm?'

'Uit gewoonte,' zei Trevize met een wrange glimlach. 'De computer vertelt me dat we niet door Gaiaanse schepen worden gevolgd en dat ook geen vloot van Sayshell op ons afkomt. Toch kijk ik benauwd, juist door mijn eigen onvermogen die schepen te zien, hoewel de sensoren van de computer honderden keren scherper en beter zijn dan mijn ogen. En de computer kan bovendien hele delen van de ruimte uiterst delicaat aftasten, eigenschappen waar mijn ogen helemaal niet aan toe zijn. En dat alles wetende, moet ik toch zelf kijken.'

Pelorat zei: 'Als we echt vrienden zijn, Golan ...'

'Ik beloof je dat ik Blits geen pijn zal doen, althans niet bewust.'

'Maar er is nog wat. Je houdt je bestemming voor je alsof je me niet vertrouwt. Waar gaan we naar toe? Denk jij te weten waar Aarde is?'

Trevize keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Wil je dat weten? Heb ik dat geheim soms voor me gehouden? Sorry. Maar ook dat heeft met Blits te maken.'

'Blits? Wil je niet dat zij het weet! Luister vriend, je kunt haar totaal vertrouwen.'

'Daar gaat het niet om. Wat heeft het voor zin om haar niet te vertrouwen? Ik neem aan dat ze elk geheimpje moeiteloos uit mijn geest kan peuteren. Ik geloof dat ik een kinderachtiger reden heb. Ik heb het gevoel dat je alleen maar aandacht aan haar besteedt en dat ik niet echt meer voor je besta.'

Pelorat wist niet waar hij het zoeken moest. 'Maar dat is niet waar, Golan.'

'Dat weet ik, maar ik probeer mijn eigen gevoelens te analyseren. Jij bent met zorgen over onze vriendschap bij mij gekomen en nu ik daarover nadenk, denk ik dat ik dezelfde angst heb gehad. Ik heb het niet openlijk tegenover mezelf toegegeven, maar ik heb het gevoel dat Blits jou afgepakt heeft. Wie weet probeer ik wel quitte te komen door dingen voor jou verborgen te houden. Kinderachtig, vind je niet?'

'Golan!'

'Ik heb toch al gezegd dat het kinderachtig was. Maar toon mij maar eens iemand die nooit kinderachtig is. We zijn wèl vrienden. Dat staat vast en daar speel ik geen spelletje mee. We zijn op weg naar Comporellen.'

'Comporellen?' Pelorat wist even niet waar Trevize het over had.

'Je herinnert je toch zeker nog wel mijn vriend, de verrader, Munn Li Compor. Jij en ik hebben hem op Sayshell ontmoet.'

Pelorats gezicht drukte glashelder uit dat hij het zich nu helemaal herinnerde. 'Natuurlijk weet ik dat nog. Comporellen was de wereld van zijn voorouders.' 

'Als dat zo is. Ik geloof niet alles wat Compor heeft gezegd. Maar Comporellen is een bekende wereld en volgens Compor zijn de bewoners bekend met Aarde. Nou, dan moeten we daar eens naartoe gaan. Misschien leidt het tot niets, maar het is het enige aanknopingspunt dat we hebben.'

Pelorat schraapte zijn keel en keek onzeker. 'Weet je dat zeker, beste kerel?'

'Er is niets waar ik zeker of onzeker over ben. Maar het is een begin en we hebben geen keuze. Daar zullen we onze zoektocht beginnen.'

'Jawel, maar als we dat doen op basis van wat Compor ons verteld heeft, dan moeten we misschien ook alles wat hij gezegd heeft in ons besluit betrekken. Ik weet nog hoe hij ons met de grootste nadruk heeft verteld dat Aarde niet meer als levende planeet bestaat. Dat haar oppervlak radioactief is en volstrekt levenloos. En als dat zo is, dan heeft onze reis naar Comporellen geen enkele zin.'

De Foundation en Aarde
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml