81
Vreemd genoeg was het Fallom die het meest opgewonden was over het vooruitzicht van een muzikaal avondje. Ze had met Blits een bad genomen in het kleine huisje buiten hun vertrekken. Dat bevatte een bad met stromend water, heet en koud (liever gezegd, warm en koel), een waskom en een commode. Het badhuisje was volmaakt schoon en handzaam en in de late middagzon zelfs goed en vrolijk verlicht.
Zoals altijd was Fallom gefascineerd door Blits' borsten en Blits was nu wel gedwongen om te zeggen (nu Fallom Galactisch verstond) dat op haar planeet de mensen zo waren. Waarop Fallom onvermijdelijk zei: 'Waarom?' en Blits na enige aarzeling tot de conclusie kwam dat een zinnig antwoord niet mogelijk was. Ze gaf daarop het universele antwoord: 'Daarom!'
Toen ze klaar waren hielp Blits Fallom met het aantrekken van haar kleding die hun door de Alphanen verstrekt was en kwam ze erachter dat de rok over haar hoofd getrokken moest worden. Het leek logisch om Fallom van boven af naakt te laten. Maar Blits trok zelf wel haar bloes aan, hoewel ze voor de rest gebruik maakte van de Alphaanse kleding (nogal strak om de heupen). Het leek idioot om borsten te verbergen in een maatschappij waar alle vrouwen ze toonden, vooral aangezien de hare niet zo groot waren en even fraai als welke ook, maar ze deed het toch maar.
Vervolgens maakten de twee mannen gebruik van het badhuisje. Trevize mompelde de gebruikelijke mannelijke klacht over vrouwen die alle tijd van de wereld hadden.
Blits wendde zich tot Fallom om zich ervan te vergewissen dat de rok niet over die jongensachtige heupen en billen zou glijden. Ze zei: 'Het is een erg mooie rok, Fallom. Vind je hem ook mooi?'
Fallom staarde ernaar in de spiegel en zei: 'Jawel. Maar krijg je het niet koud met niets aan?' en haar handen gingen naar haar blote borst.
'Ik denk het niet, Fallom. Het is nogal warm op deze planeet.'
'Maar jij hebt wel iets aan.'
'Dat is zo. Maar zo gaat dat op mijn wereld. En nu, Fallom, gaan we met een heleboel Alphanen dineren. Denk je dat je daartegen kunt?'
Fallom keek verontrust en Blits vervolgde: 'Ik zit al die tijd aan je rechterzij en ik hou je vast. Pel zit aan de andere kant en Trevize aan de tafel tegenover jou. We laten niemand met jou praten en je hoeft tegen niemand iets te zeggen.'
'Ik zal het proberen, Blits,' piepte Fallom met haar hoogste stemmetje.
'En na afloop,' vervolgde Blits, 'gaan sommige Alphanen voor ons muziek maken. En dat is iets heel aparts. Weet je wat muziek is?' Ze neuriede zo goed en kwaad ze kon enkele elektronische harmonieën.
Falloms gezicht klaarde op. 'Je bedoelt...' Het laatste woord was in haar eigen taal en ze begon luidkeels te zingen.
Blits' ogen sperden zich open. Het was een prachtig wijsje hoewel het nogal wild klonk en er zaten veel vibrato's in. 'Ja, dat bedoel ik, dat is muziek,' zei ze.
Fallom zei opgewonden: 'Jemby maakte aldoor ...' (ze aarzelde weer en besloot toen het Galactische woord te gebruiken), 'muziek. Het maakte muziek op een ...' Alweer een woord in haar eigen taal.
Blits herhaalde peinzend het woord: 'Op een fiefoel?'
Fallom moest lachen. 'Niet op een fiefoel maar ...'
Omdat beide woorden na elkaar uitgesproken werden kon Blits het onderscheid horen, maar ze had de grootste moeite om het goed na te zeggen. Ze zei: 'Hoe ziet dat eruit?'
Falloms nog beperkte Galactische vocabulaire stond haar niet toe een accurate omschrijving te geven en van haar gebaren werd Blits ook niet veel wijzer voor wat de aard van het instrument betrof.
'Het heeft me geleerd hoe ik de... moest bedienen,' zei Fallom trots. 'Ik heb net zo mijn vingers gebruikt als Jemby, maar het zei dat ik dat al gauw niet meer zou hoeven.'
'Dat is prachtig, liefje,' zei Blits. 'We zullen na afloop eens zien of de Alphanen net zo goed als jouw Jemby zijn.'
Falloms ogen schitterden en aangename gedachten over wat haar te wachten stond hielpen haar ondanks de lawaaiige menigte door een uitbundig diner. Slechts eenmaal, toen er per ongeluk een pan werd omgegooid en vlak bij haar opgewonden kreten ten hemel stegen, kreeg Fallom het benauwd en Blits trok haar prompt moederlijk tegen zich aan.
'Ik vraag me af of we voortaan niet onder elkaar kunnen eten,' mompelde ze tegen Pelorat. 'Want anders moeten we maar gauw van deze wereld af. Het is al erg genoeg dat ik al die geïsoleerde dierenproteïne moet eten, maar dan wel graag ongestoord.'
'Ach, ze zijn wat opgewonden,' zei Pelorat die alles binnen redelijkheid wilde verdragen mits dat maar onder de noemer van primitief gedrag en geloof viel.
... En toen was het diner afgelopen en werd het muziekfestival aangekondigd.