XVIII
Het Muziekfestival
78
Lunch was in dezelfde eetzaal waar ze ontbeten hadden. De ruimte zat vol Alphanen en bij hen voegden zich Trevize en Pelorat die van ganser harte welkom geheten werden. Blits en Fallom aten apart en min of meer privé in een klein bijgebouw.
Er waren diverse soorten vis en soep waarin stukjes vlees dreven die gekookte geit konden zijn. Broden lagen voor het snijden gereed en er was boter en jam. Als nagerecht kwam een grote salade met talloze ingrediënten. Een dessert werd niet verstrekt, hoewel vruchtensappen in schijnbaar onuitputtelijke kruiken werden doorgegeven. Beide Foundationisten moesten door hun zware ontbijt min of meer verstek laten gaan, maar ieder ander leek zichzelf uitstekend te bedienen.
'Waarom zijn ze niet vet?' vroeg Pelorat zich af.
Trevize trok zijn schouders op. 'Nogal veel lichamelijke arbeid, vermoed ik.'
Dit was duidelijk een maatschappij waarin het decorum tijdens het eten niet hoog werd gehouden. Van alle kanten werd er geschreeuwd, gelachen en op tafels geslagen met dikke, duidelijk onbreekbare mokken. Vrouwen waren even luidruchtig als mannen, hoewel wat hoger in stem.
Pelorat had er enige moeite mee, maar Trevize die zich (tijdelijk althans) bevrijd voelde van het ongerief waar hij met Hiroko over gesproken had, voelde zich ontspannen en had een opperbest humeur.
Hij zei: 'Dit heeft eigenlijk best zijn goede kanten. De mensen hier schijnen van het leven te genieten en hebben weinig of geen zorgen. Het weer maken ze zelf en voedsel is ongelooflijk overvloedig. Dit is een gouden eeuw die alsmaar voortduurt.'
Hij moest schreeuwen om zich verstaanbaar te maken en Pelorat gilde terug. 'Maar het is zo lawaaiig!'
'Daar zijn zij aan gewend.'
'Ik begrijp niet hoe ze elkaar kunnen verstaan.'
De conversatie was voor de Foundationisten niet te volgen. De vreemde uitspraak en de archaïsche woorden en grammatica plus de volgorde van de zinsdelen maakten het Alphaans met dit volume onverstaanbaar. Voor de Foundationisten leek het wel een opgeschrikte dierentuin.
Pas na de lunch konden ze zich bij Blits en Fallom in de dependance voegen. Trevize vond dit gebouw niet bijster anders dan Hiroko's vertrekken. Ze hadden het gebouw als tijdelijk woonvertrek gekregen.
Fallom bevond zich in het tweede vertrek om een dutje te doen en was volgens Blits enorm opgelucht dat ze eindelijk alleen was.
Pelorat keek naar het deurgat in de muur en zei onzeker: 'Er is maar weinig privacy hier. Hoe kunnen we onbevangen spreken?'
'Ik verzeker je,' zei Trevize, 'dat we niet gestoord worden als we dat gordijn ervoor trekken. Door het canvas wordt dit huis voor de anderen praktisch ondoordringbaar.'
Pelorat keek naar de hoge, open ramen. 'We kunnen afgeluisterd worden.'
'We hoeven niet te gillen. En de Alphanen spelen geen luistervinkje. Zelfs toen ze buiten stonden tijdens ons ontbijt, hielden ze een eerbiedige afstand.'
Blits glimlachte. 'Jij hebt zoveel over de sociale gewoonten hier geleerd in die korte tijd dat je met de lieve, zachte Hiroko hebt doorgebracht. En je bent er zo zeker van dat ze onze privacy respecteren. Mag ik vragen wat er gebeurd is?'
Trevize zei: 'Als je gemerkt hebt dat de fibrillen van mijn geest aanzienlijk tot rust zijn gekomen en je ook kunt raden waardoor dat komt, kan ik je alleen maar verzoeken om mijn geest met rust te laten.'
'Je weet heel goed dat Gaia alleen bij direct levensgevaar je geest beroert en je weet ook waarom. Maar ik ben niet geestelijk blind. Wat er gebeurd is kan ik op een kilometer afstand wel vermoeden. Is dit jouw vaste gewoonte tijdens ruimtereizen, erotomane vriend.'
'Erotomaan? Kom nou, Blits! Twee keer op deze hele reis. Twee keertjes!'
'We zijn slechts op twee werelden met functionerende vrouwen geweest. Twee van de twee keer en je bent maar een paar uur op elke planeet geweest.'
'Jij weet heel goed dat ik op Comporellen geen keus had.'
'Dat begrijp ik best. Ik weet nog hoe ze eruitzag.' Enkele ogenblikken later barstte Blits in geschater uit. Toen zei ze: 'Toch geloof ik niet dat Hiroko jou hulpeloos heeft gehouden in haar machtige greep. Of dat ze jouw wanhopig spartelend lichaam alleen met onweerstaanbare wil heeft genomen.'
'Natuurlijk niet. Ik was er zelf helemaal bij. Maar evenzogoed was het wel op haar voorstel.'
Pelorat zei met een tikkeltje jaloezie in zijn stem: 'Overkomt dat jou altijd, Golan?'
'Natuurlijk Pel,' zei Blits. 'Vrouwen voelen zich onweerstaanbaar tot hem aangetrokken.'
'Was dat maar zo,' zei Trevize, 'maar het is niet zo. En daar ben ik toch blij om. Er zijn nog andere dingen die ik van het leven verlang. Maar in dit geval was ik inderdaad onweerstaanbaar. Wij zijn per slot de eerste mensen van een andere planeet die Hiroko ooit heeft gezien, niemand hier op Alpha schijnt trouwens die ervaring te hebben. Uit terloopse opmerkingen heb ik geconstateerd dat ze het tamelijk opwindende gevoel koestert dat ik anders dan de Alphanen zou zijn, anatomisch dan wel qua techniek. Arm kleintje. Ik vrees dat ze teleurgesteld is.'
'O ja?' vroeg Blits. 'En jij?'
'Ik niet,' zei Trevize. 'Ik ben op nogal wat planeten geweest en heb de nodige ervaring. En ik heb geleerd dat mensen mensen zijn en dat seks seks is, waar je ook bent. Zo er aanmerkelijke verschillen zijn, zijn die doorgaans even onaangenaam als triviaal. Wat ik al die jaren niet geroken heb! En ik weet nog van een jonge vrouw die niet kon klaarkomen tenzij de muziek keihard stond, muziek die voornamelijk een wanhopig gekrijs was. Zij speelde dus die muziek en toen kon ik weer niet klaarkomen. Ik verzeker je, ik ben allang blij als het altijd hetzelfde vertrouwde is.'
'Over muziek gesproken,' zei Blits, 'we zijn na het diner voor een musical of zoiets uitgenodigd. Kennelijk iets heel officieels dat tot onze eer wordt gehouden. Ik heb begrepen dat de Alphanen behoorlijk trots op hun muziek zijn.'
Trevize trok een lelijk gezicht. 'Hun trots zal hun muziek in geen enkel opzicht aangenamer in mijn oren doen klinken.'
'Laat me uitspreken,' zei Blits. 'Die trots is geloof ik gebaseerd op het feit dat ze heel vaardig op uiterst archaïsche instrumenten kunnen spelen. Heel, heel erg archaïsch. Op die manier krijgen we misschien informatie over Aarde.'
Trevizes wenkbrauwen schoten omhoog. 'Een interessante gedachte. En dat doet me denken dat jullie allebei misschien al iets meer te weten bent gekomen. Janov, heb je nog die Monolee gesproken?'
'Dat mag je wel zeggen,' zei Pelorat. 'Ik ben drie uur bij hem geweest en Hiroko heeft niet overdreven. Van zijn kant was het vrijwel een monoloog en toen ik wilde gaan lunchen, klampte hij zich aan mij vast en liet hij me pas gaan toen ik hem beloofd had terug te komen.'
'En heeft hij iets belangwekkends gezegd?'
'Ach, net als iedereen houdt hij bij hoog en bij laag vol dat Aarde door en door radioactief is; dat de voorouders van de Alphanen de laatsten waren die weggingen en dat ze anders om het leven zouden zijn gekomen. En Golan, hij was zo zeker van zijn zaak dat ik hem ben gaan geloven. Ik ben er nu van overtuigd dat Aarde dood is en dat onze hele speurtocht niets heeft uitgehaald.'