Hoofdstuk 14

 

1994

 

Op de universiteitscampus liepen de geruchten op de feiten vooruit. Zodra Ted wist dat het avontuurtje van Georgia met haar docent was uitgekomen, ging hij naar haar kamer, waar het meisje zich in paniek schuilhield. Ted verspilde geen tijd met plichtplegingen en kwam direct ter zake, hij wilde weten wat zijn vriendin die avond had gezien, als ze al iets gezien had. Georgia zei dat haar ouders al met een advocaat onderweg waren en dat er dus weinig tijd was. Zijn verbazing was groot toen zij hem trillend en met tranen in haar ogen vertelde dat ze inderdaad met Tyler was geweest die avond, maar dat niet alleen, ze ook had gezien hoe hij werd vermoord. Ted stond perplex. Met horten en stoten vertelde het meisje dat ze met de docent op een bankje in het plantsoen had gezeten, dat die ontmoeting (ze zweerde Ted dat het de laatste zou zijn geweest) was bedoeld om met hem te breken, en dat het gesprek niet erg prettig was geweest. Ze kregen ruzie en de docent had een kwetsende opmerking gemaakt (Georgia wilde er verder niets over zeggen), waarop zij was gaan huilen. Hij probeerde een arm om haar heen te slaan, maar zij weerde hem af. Na een tijdje stond ze op en dreigde de docent met iets wat ze, naar eigen zeggen, niet van plan was te doen. Ze zei dat ze alles tegen zijn vrouw zou vertellen als hij haar niet met rust liet. Toen ging ze weg. Ze liep een stukje, maar voelde zich schuldig en keerde terug, niet om haar verontschuldigingen aan te bieden, maar omdat Tyler het niet verdiende dat er zoiets tegen hem werd gezegd. En toen ze op een paar meter afstand was, zag ze alles. Er kwam een schaduw uit de bosjes tevoorschijn die verrassend snel zijn keel doorsneed. Tyler viel naar één kant zonder een schreeuw te kunnen geven. De moordenaar bleef een paar tellen staan, nauwelijks een schim in de duisternis, en voordat hij wegging deed hij iets vreemds: hij boog zich voorover en zocht iets op het lichaam van de docent. Georgia kon niet zien wat. Onmiddellijk daarna was hij verdwenen, even abrupt als een geestverschijning.

Ted luisterde naar het verhaal zonder iets te zeggen. Zij zat op haar bed en hij op een van de stoelen. Hij ging haar niet troosten. Dat leek hem geen goed idee.

‘Kon je zien wie het was?’ vroeg hij in plaats daarvan.

‘Toen hij bukte kwam zijn gezicht bijna binnen het bereik van de straatverlichting, maar ik kon het niet zien.’

‘Ga je het tegen de politie zeggen?’

‘Dat weet ik nog niet, Ted. Ik ben doodsbang. Toen ik gisteravond thuiskwam heb ik een heleboel slaappillen genomen. Ik dacht niet dat Tyler het overleefd kon hebben, daarom ging ik ervandoor, dat leek me het beste. Je hebt geen idee van de straal bloed die uit zijn hals spoot en hoe die op de grond viel. Het was…’

Georgia begon vol overgave te huilen. Kwetsbaar en trillend smeekte ze om een bevrijdende omhelzing, die ze niet kreeg.

‘Het was alsof de moordenaar wist wat hij deed,’ zei Georgia ten slotte.

Ted knikte.

‘Je moet me vergeven.’

Maar voor Ted wat kon zeggen, ging de deur open en daar stond niemand minder dan de rechercheur die met de zaak was belast, een man die Segarra heette, en twee andere politieagenten.

Georgia legde de volgende dag een verklaring af en daarna Ted. Ze mochten elkaar niet meer zien. Wat Ted betreft, hij hield stug vol wat hij tegen Justin had gezegd: de avond van de moord was hij op de zesde verdieping geweest om te pokeren en daarna was hij gaan studeren. Ze stelden hem allerlei vragen, niet alleen over de bewuste dag, maar ook over de dagen ervoor, van het ene moment naar het andere springend met de duidelijke bedoeling hem in de war te brengen. Ted sprak zichzelf geen enkele keer tegen.

Op de een of andere manier lukte het de verslaggevers de hand te leggen op Georgia’s verklaring, waarna haar versie van de feiten het officiële verhaal werd. Tientallen journalisten, sommigen opgesteld in het park buiten het afgezette gebied, beschreven de ontmoeting tussen docent en studente, en hoe zij iets later was teruggegaan en hem zag sterven. Veel mensen (ook Ted) meenden dat de verklaring met opzet door rechercheur Segarra was uitgelekt. Hoewel het meisje de moordenaar niet had kunnen zien, beweerde ze met klem dat het niet haar vriendje was geweest, ze zei dat ze Ted zelfs bij weinig licht zou hebben herkend. De speculaties waren niet van de lucht en er werden allerlei hypotheses verkondigd. Er waren er die het hele verhaal van Georgia in twijfel trokken en haar als feitelijke dader beschouwden, ook waren er die een mogelijk complot van haar en haar vriend zagen. Anderen wezen de vrouw van Tyler aan als een rancuneuze moordenares.

Teds situatie werd er niet eenvoudiger op toen de advocaten Georgia suggereerden haar verklaring uit te breiden. Het meisje was er sowieso bij betrokken, ze had een motief om de docent te vermoorden en had bovendien de plaats delict verlaten. Natuurlijk sprak het voor haar dat ze dat allemaal zelf had verklaard, maar was het genoeg? Ten minste twee van haar vriendinnen waren op de hoogte van haar geheime verhouding en de mogelijkheid bestond dat iemand ze had gezien, dus dat ze het zelf als eerste vertelde kon ook een afleidingsmanoeuvre zijn. Het feit was dat naarmate de uren verstreken de ogen meer en meer op Georgia gericht waren. Haar advocaten waren van mening dat ze haar verklaring over de bewuste avond beter kon aanpassen. Eigenlijk was het heel donker geweest en kon het meisje niemand uitsluiten, ook Ted niet. De advocaten zeiden dat Teds aanwezigheid op haar kamer de dag erna (iets waar Segarra zelf getuige van was geweest) Georgia had geïntimideerd, en al kon ze zich niet voorstellen dat haar vriendje tot zoiets in staat was en had ze het daarom in eerste instantie uitgesloten, de waarheid was dat ze niets met zekerheid kon zeggen over de persoon die Tyler had vermoord. Zelfs niet of het een man was geweest.

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml