Hoofdstuk 12

 

Laura zat in de evaluatieruimte op hem te wachten. Ze had een notitieboekje en een laptop bij zich.

‘Zijn deze nodig?’ vroeg Ted en hij hield zijn handboeien omhoog. Hij was net binnengekomen.

‘Ik vrees van wel.’

Ted liet zich zwaar in een stoel vallen. McManus, die hem uit zijn kamer had opgehaald, liep zonder iets te zeggen weg.

‘Heb je nagedacht over waar we het over hadden, Ted? Geloof je ook dat die tumor niet bestaat? Wees eerlijk tegen mij.’

‘Ik heb niet veel aan de tumor gedacht.’

Laura zette haar bril af en masseerde haar neusbrug alsof ze een vervelend gevoel wilde weg wrijven.

‘McManus heeft me verteld dat je al aardig geïntegreerd bent bij je medepatiënten.’

Ted zweeg.

‘Is er iets wat je me wilt vertellen, Ted?’

‘Eigenlijk wel. In de gemeenschappelijke woonkamer ligt een schaakspel. Heb jij dat meegebracht?’

Laura’s glimlach verstarde. Een fractie van een seconde was de waarheid in haar ogen te lezen.

‘Ik dacht dat je je daardoor sneller thuis zou voelen,’ gaf ze toe. ‘Je zou tegen een van de jongens kunnen schaken.’

Ted schudde zijn hoofd. Hij keek een poosje naar het plafond.

‘Je hebt het zes maanden geleden meegebracht,’ zei hij kalm.

Laura wilde haar mond opendoen.

‘Ontkennen heeft geen zin. Ik weet dat het zo is. Wat ik nu wil weten is hoe jij zes maanden geleden al kon weten dat ik hier zou eindigen.’

‘Rustig, Ted.’

‘Ik ben rustig, volkomen rustig. Vertel me alleen waarom je dit schaakspel hier mee naartoe nam, zelfs voor je me kende. Was het Carmichael? Heeft hij het tegen je gezegd? Hoort het allemaal bij zijn plan? Vertel me verdomme eindelijk eens de waarheid.’

Laura boog zich over de tafel heen om zo dicht als de situatie toeliet bij hem te komen, haar gezicht sprak boekdelen. Hij raakte in paniek.

‘Jij en ik kennen elkaar al zeven maanden,’ zei Laura vriendelijk. ‘Zo lang ben je al in dit ziekenhuis.’

Ted bestudeerde haar op zijn beurt, tevergeefs zoekend naar een uitdrukking die haar verraadde. Hij zag niets. Hij ging staan en maakte een paar grote stappen naar achteren met zijn geketende benen.

‘Ik weet dat het veel is om in één keer te bevatten, maar ik was van plan er vandaag over te beginnen.’

‘Ik ben hier pas drie dagen,’ zei Ted.

‘Kom eens hier. Ga zitten. Ik wil je wat laten zien, daarom heb ik de computer meegenomen.’

Laura opende het apparaat en wachtte tot hij uit de slaapstand was. Ze zette haar bril weer op en zocht naar een map op het bureaublad. Ted keerde terug naar zijn plaats en wachtte af. De enige manier om te kalmeren was het hoefijzer tevoorschijn halen en stevig vasthouden in zijn schoot.

‘Vandaag is het donderdag 18 april 2013,’ zei Laura zonder haar ogen van het scherm af te halen, dat nog buiten bereik van Ted was. ‘Jij werd hier 20 september vorig jaar opgenomen. Goed, niet in dit paviljoen, maar in paviljoen B, waarvan ik de directrice ben. Ik heb jou persoonlijk behandeld.’

Ze draaide de computer zodanig dat ze allebei op het scherm konden kijken. Er waren beelden te zien van een bewakingscamera, geïnstalleerd in de hoek van een kamer die sterk leek op die van de isoleerafdeling waar Ted was geweest, behalve dat er geen glazen wand in zat. Ted zat op het bed, aan handen en voeten gebonden, en wiegde ritmisch van voor naar achteren terwijl hij in de lucht gebaarde en af en toe met zijn hoofd knikte. Hij droeg een blauw overhemd en een blauwe broek. In een hoekje van het scherm stond de datum. Die kon natuurlijk vals zijn, maar waarom kon Ted zich er helemaal niets van herinneren?

‘In deze toestand kwam je binnen, Ted, en het spijt me te moeten zeggen dat je situatie in het begin niet erg snel verbeterde.’

Ted keek gebiologeerd naar het scherm.

‘Tegen wie praat ik daar?’ fluisterde hij, doelend op zijn alter ego op het beeldscherm.

‘Wie zal het zeggen. Lynch misschien?’

Ted wendde zijn gezicht af. Hij keek de dokter met smekende ogen aan.

‘Ik kan me daar helemaal niets van herinneren.’

‘Dat weet ik. Ik laat je nog iets zien. Je zult het dadelijk begrijpen.’

Laura zette de video af. Er verscheen een venster met een lange lijst bestanden. Ze selecteerde er een, waarop een nieuwe video het beeldscherm vulde. Deze keer herkende Ted de ruimte: het was de privéspreekkamer van Laura. Hij zag het bureau, de bibliotheek, het lage tafeltje met het bekertje water waar hij nooit van dronk. Ted droeg het blauwe uniform en was geboeid. Plotseling hoorde hij zijn stem en schrok zich rot. Deze video had geluid.

‘Fijn dat ik kon komen, Laura,’ zei Ted op de video. ‘Het bootreisje met mijn compagnon ging uiteindelijk niet door.’

‘Jammer van die bootreis,’ antwoordde de dokter. ‘Ik ben blij je te zien.’

‘Gisteren had ik een nachtmerrie.’

Na een kort gesprek vroeg Laura hem iets over de droom te vertellen.

‘Ik zat in de woonkamer en keek door de glazen deur naar de veranda. Op de tafel zat een buidelrat aan een van Holly’s benen te knagen. Holly was er niet, alleen haar been, maar ik wist dat het van haar was…’

De datum in de hoek gaf aan dat de beelden van september van het jaar ervoor waren. Laura drukte op de spatiebalk en de video stopte. Ze sloot hem af en koos een andere uit dezelfde map. Het enige verschil waren Laura’s kleren, ze droeg nu een rode trui die Ted zich vaag meende te herinneren.

‘Fijn dat ik kon komen, Laura,’ zei de Ted van de video. ‘Het bootreisje met mijn compagnon ging uiteindelijk niet door.’

De Ted die toekeek sperde zijn ogen zo ver mogelijk open. Hij tuurde vertwijfeld naar de hoek van het scherm en zag wat hij al dacht: de datum was januari 2013, twee maanden na de vorige video.

‘Gisteren had ik een nachtmerrie,’ zei de Ted van de video en hij begon precies hetzelfde te vertellen.

‘Genoeg,’ mompelde de Ted van vlees en bloed.

Laura zette de video op pauze.

‘Dit is mijn spreekkamer in paviljoen B. De afgelopen zeven maanden hadden we om de dag een sessie. De eerste drie maanden draaiden onze sessies om wat ik de eerste cyclus ben gaan noemen. Je had een paranoia ontwikkeld en alles had daarop betrekking, op je ontmoeting met Lynch, zijn voorstel deel uit te maken van die zelfmoordclub, Blaine vermoorden en dan in de kring komen waarvoor jij als deel van de overeenkomst Wendell moest vermoorden.’

Ted kon zich niet herinneren Laura zoveel bijzonderheden te hebben verteld, maar blijkbaar had hij dat gedaan. Hij omklemde het hoefijzer niet meer, het lag nu haast vergeten in zijn schoot.

‘Gaat het nog, Ted?’

Hij knikte.

‘Mooi. In de eerste cyclus vermoordde je Blaine en daarna ging je naar Wendell. Je vermoordde hem in zijn huis bij het meer, maar toen kwam je erachter dat Lynch je had voorgelogen wat zijn gezin betreft. Dus besloot je hem te gaan zoeken en daarvoor nam je contact op met Robichaud, een oud-klasgenoot van je. Kun je je dat nog herinneren, Ted?’

‘Ja.’

‘Lynch bleek een vrijwel onbekende advocaat te zijn, maar je vond zijn kantoor en ging de confrontatie met hem aan. Hij vertelde je dat Wendell in werkelijkheid bij de organisatie hoorde en gevaarlijk was, en daarom dood moest. Daardoor besefte je dat hij je gebruikte en toen liepen de dingen uit de hand –’

‘Laura, dat is krankzinnig, ik weet niet of ik wel wil horen dat ik in een rotkamertje van vijf vierkante meter alles zelf heb zitten verzinnen. Heb ik echt een van deze mensen vermoord? Zit ik daarom hier?’

‘Laat me verdergaan, Ted.’

‘Nee! Geef antwoord. Heb ik iemand vermoord?’

‘Nee,’ verklaarde Laura.

Ted knikte.

‘Dus niets van dit alles is echt gebeurd?’ vroeg hij hoopvol.

‘Ik vrees dat het allemaal iets ingewikkelder ligt.’

Ted kon zich niets ingewikkelders voorstellen.

‘De eerste drie maanden,’ ging Laura verder, ‘was het onmogelijk je uit de eerste cyclus te halen. Die duurde een week, soms twee dagen en dan leek het alsof je jezelf herstartte en weer naar het beginpunt sprong, in je werkkamer, op het punt een kogel door je hoofd te schieten. De eerste keer dat het gebeurde, wist ik niet hoe ik moest reageren en ik vrees dat ik het niet zo goed deed. Maar bij elke herhaling leerde ik, kon ik betere vragen stellen en zo kreeg ik alle details te horen. De eerste cyclus herhaalde zich ongeveer vijftien keer; de ene keer was je bereidwilliger om te praten dan de andere. En op een dag gebeurde dit…’

Laura zocht een nieuwe video, een opname van de sessie van 19 december. Ze spoelde een paar minuten door en liet hem toen lopen.

De Ted van de video zei: ‘Die vent stond ineens voor de deur. Ik had hem nog nooit van mijn leven gezien, maar toch wist ik dat hij Lynch heette. Sterker nog, ik herinnerde mij exact dezelfde situatie meegemaakt te hebben, ik wist alles wat hij me zou gaan zeggen.’

Laura stopte de video.

‘Je stapte uit de cyclus,’ zei de dokter, ‘en neem van mij aan dat ik in eerste instantie geen idee had waarom, en ook niet of het blijvend was. En dat bleek ook niet zo te zijn, toen je opnieuw herstartte, keerde je terug naar de eerste cyclus, weer naar het beginpunt.’

‘Jezus, Laura, wat was er in godsnaam aan de hand?’

Laura liet een flauwe, bemoedigende glimlach zien.

‘Er was iets ernstigs met je aan de hand toen dokter Carmichael je naar mij doorverwees. Het is heel goed mogelijk dat je geprobeerd hebt zelfmoord te plegen, maar om een heel andere reden dan een tumor, een reden die ik eerlijk gezegd niet ken. Je hebt herinneringen verdrongen en door andere vervangen, en die beleef je telkens opnieuw.’

‘Ik moet die herinneringen zien terug te halen.’

‘Ik denk echt dat we een belangrijke vooruitgang hebben geboekt. Tijdens de tweede cyclus was je je bewust van de vorige, dus waren de dingen anders. Gewaarschuwd door het bedrog ging je naar Wendell en in plaats van hem direct overhoop te schieten, praatte je eerst met hem. Weet je nog waar?’

‘Natuurlijk, in het roze kasteel van zijn dochters.’

Laura knikte, in gedachten verzonken.

‘Dat is een detail dat me altijd weer opvalt. Daar vertelt Wendell dat hij en Lynch elkaar van de universiteit kennen en dat die vervloekte organisatie niet bestaat, dat Lynch alles heeft verzonnen om zodoende Wendell uit te weg te ruimen.’

‘Wendell liet me foto’s zien,’ zei Ted en hij zag ze opeens haarscherp voor zich. ‘Holly en Lynch waren samen in een restaurant. Die herinnering moet echt zijn.’

Laura knikte.

‘Dat is aannemelijk. Elk van de cycli toont een verdraaide versie van de werkelijkheid. Een manier om haar te bewerken zodat ze –’

‘Minder pijnlijk is,’ maakte Ted de zin af.

‘Ik vrees van wel.’

Ted schudde zijn hoofd.

‘Er is iets wat ik niet begrijp. Als Holly me met die vent heeft bedrogen, dan zou ik haar dat absoluut niet verwijten. Het ging tussen ons niet zo goed meer. Hoe meer ik eraan denk, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat dat niet de reden kan zijn om zoiets te verzinnen…’ Hij stokte plotseling.

‘Wat is er?’

‘Heb je haar gesproken, Laura? Je moet de afgelopen periode met Holly hebben gesproken. In deze… zeven maanden. Heeft zij het bevestigd? Dat van die affaire, bedoel ik.’

‘Dat bewaar ik liever voor later. Ik wil dat je begrijpt dat we geen risico kunnen nemen, hoewel ik er vrijwel zeker van ben dat de cycli zich niet meer zullen herhalen, dat je er uiteindelijk uit bent gekomen. We moeten stukje bij beetje de waarheid vinden, stevige grond onder de voeten krijgen. Daarom zijn deze eerste dagen zo belangrijk en wil ik je niet overstelpen met alle informatie in één keer. Het is belangrijk dat je reflecteert over wat we hier bespreken; in de komende sessies gaan we die voorafgaande dagen verkennen.’

‘Mag ik ze zien?’ vroeg Ted onverwacht. ‘Ik mis ze.’

‘Dat kan ik me voorstellen, Ted. Ik ben zelf moeder, dus ik weet wat je voelt.’

‘Want als er zoveel tijd is verstreken –’

‘Je hoeft je geen zorgen te maken, dat beloof ik je.’

Ted knikte. Op dat moment viel er een stukje op zijn plaats. Voor het eerst dacht hij aan Roger.

‘Ik heb Roger, de verpleger, verschillende malen gezien, bij Blaine en ook bij Wendell.’

‘Dat heb je me verteld en dat was iets wat me in eerste instantie zorgen baarde, ik wist niet of het een goed of een slecht teken was. Niets van je dagelijkse routine in paviljoen B kwam in je paranoia voor, behalve Roger, ik denk vanwege zijn sterke band met jou. Zijn rol was vergelijkbaar met die van McManus hier. Gedurende een paar dagen vroeg ik een andere verpleger om op jou te passen, maar ik zag geen enkele verandering. Ik meende dat Roger een extra element was dat je fantasie gebruikte om je herinneringen te construeren.’

‘Het zijn zulke levensechte herinneringen, Laura,’ zei Ted haast ongelovig, ‘dit is allemaal zo moeilijk.’

‘Het merendeel van die herinneringen heeft een sterke werkelijkheidscomponent, Ted. Jij hebt ze gewoon verdraaid, naar eigen inzicht door elkaar gegooid.’

‘Toen ik Wendell voor de tweede keer ontmoette zei hij dat jullie me hier wilden opsluiten.’

‘Dat was onze toevalstreffer.’

‘Dat begrijp ik niet.’

‘Ik zal het je uitleggen.’ Laura klapte de computer dicht en schoof hem opzij. ‘Het lukte je maar een paar keer om in de tweede cyclus te komen. Je bleef bijna de hele tijd in de eerste en begon dan weer opnieuw. Dat was frustrerend. Ik had geen idee wat de oorzaak was dat je naar de tweede cyclus overstapte. Tot ik het op een dag ontdekte. De sleutel ligt in je verleden, Ted. Ik realiseerde me dat de tweede cyclus zich alleen voordeed tijdens de sessies waarin we onderwerpen bespraken die met je verleden te maken hadden, met je jeugd en in het bijzonder met de schaaklessen van Miller. Het was alsof iets uit dat verleden je stimuleerde een stap vooruit te zetten, uit de eerste cyclus met moorden te komen en in de tweede te stappen, waarin je geen moordenaar meer werd en geen gelukkig huwelijk had, maar dat accepteerde. Begrijp je het?’

Ted dacht aan Miller. Hij werd inderdaad blij als hij aan zijn oude schaakleraar dacht.

‘Ik moedigde je aan om over Miller te vertellen,’ ging Laura verder, ‘en op een dag vertelde je over het hoefijzer dat in zijn garage hing, waar de lessen waren, en hoe jullie het als amulet gebruikten bij de toernooien. Je vertelde me ook over het wereldkampioenschap tussen Aljechin en Capablanca in Buenos Aires. Daar vertelde je zo enthousiast over… En toen bedacht ik dat als ik er op de een of andere manier voor kon zorgen dat je je aan dat verleden vastklampte, je misschien voorgoed uit die cycli zou kunnen komen.’

Ted pakte het hoefijzer en hield het boven tafel zodat Laura het ook kon zien.

‘Het schaakspel speelde sinds het begin een belangrijke rol,’ legde Laura uit, ‘maar ik was nog niet bij machte dat te zien. In de dromen waarover je me vertelde, was het altijd aanwezig.’

‘Ik heb het hoefijzer bij Wendell gevonden.’

‘Nee. Roger heeft het aan je gegeven. Jij verwerkte het in je fantasie, want het was voor jou te belangrijk om links te laten liggen. En op een dag, toen Roger je kwam halen om je naar de eetzaal te brengen, zei je tegen hem dat je alles al wist, dat we je erin wilden luizen en dat je wist dat we je in het Lavender Memorial zouden opsluiten.’

Onwillekeurig glimlachte Ted.

‘Het heeft wel iets grappigs,’ merkte hij op.

Laura glimlachte ook.

‘Roger kwam het meteen vertellen en we zagen kans om die fantasie met de werkelijkheid te verbinden. Ik moest iemand om een gunst vragen, de directeur van dit paviljoen is een vriend van mij en zo kon ik de interne voorschriften omzeilen zonder uitleg te hoeven geven. We brachten je hier en de twee werelden schoven in elkaar.

De twee werelden.

Dat klonk te veel naar de absurde theorieën van Mike Dawson.

‘Het hoefijzer is bijzonder belangrijk geweest, Ted, en ik raad je aan het altijd bij je te dragen.’

‘En wat gaat er nu gebeuren?’

‘Je bent aan een gevaarlijke spiraal van ontkenning ontsnapt, maar er is nog een lange weg te gaan. We moeten die laatste dagen voor je opname reconstrueren, erachter komen wat er is gebeurd, wat je liever wilde vergeten.’

Ted was even stil en zei toen: ‘Ik zou graag de plek zien waar ik al deze tijd heb gezeten; ook jouw spreekkamer.’

De dokter was verbaasd.

‘Bedoel je de video’s?’

‘Nee, in het echt.’

‘Ik weet niet of dat wel een goed idee is.’

‘Ik moet het met mijn eigen ogen zien.’

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml