Hoofdstuk 24

 

Walter zat klaar op de bank in de woonkamer, met zijn rugzak en een tas vol met speciaal voor de gelegenheid uitgekozen speelgoed. Hoewel tante Dedee hem om zes uur zou komen ophalen, had hij zijn best gedaan ruim voor die tijd klaar te zitten. ‘Voor het geval tante vroeger kwam.’ Eigenlijk bleef Walter nooit ergens slapen – ook niet bij zijn vader, want die eikel had niet eens de moeite genomen een kamer voor hem in te richten – behalve bij tante Dedee en zijn nichtjes, Grace en Michelle. Het was voor hem een hele uitdaging en een groot avontuur. Ze bleven tot laat op en deden een heleboel dingen, zoals kampinkje spelen in de tuin, of detectiveje, en duizend andere leuke dingen. Grace, die met veertien jaar de oudste was, paste op hen en las ze grotemensenverhalen voor. Griezelverhalen.

Laura kwam de trap af en zag hem daar zitten, vol verwachting en stilletjes, zijn rugzak en tas met speelgoed stevig vasthoudend, klaar om op te springen zodra hij de deurbel hoorde. Het vertederde haar. Hij zat op dezelfde plek als wanneer hij op zijn vader wachtte, die met zijn gewoonte plannen op het laatste moment om te gooien onvermijdelijk Walters zelfrespect ondermijnde. Nog een reden om een hekel aan haar ex te hebben, bedacht Laura.

‘Komt ze wel, mam?’

Ze ging naast hem zitten en streek over zijn wang.

‘Natuurlijk komt ze.’

Walter knikte, nu wat rustiger. Op dat moment viel hem op wat zijn moeder aan had, en dat ze zich ook nog had opgemaakt. Hij bekeek haar van top tot teen.

‘Is Marcus jouw vriendje?’

Laura vond het een grappige vraag, maar toen ze zag hoe ernstig Walter erbij keek, bleef ze serieus. Er verscheen een glimlachje op haar gezicht.

‘Marcus is een vriend, we werken samen en we hebben veel dingen gemeen.’

Het jongetje knikte. Bij het geluid van een auto hield hij zijn adem in, maar toen hij merkte dat deze niet stopte, was hij weer met zijn aandacht in de kamer.

‘Je hebt een jurk aan.’

‘Vind je hem mooi?’

‘Ja,’ zei Walter peinzend. ‘Papa heeft vriendinnetjes. Marcus zou jouw vriendje kunnen zijn. Grace heeft ook een vriendje, maar dat is geheim en tante Dedee mag het niet weten.’

‘Op dit moment heeft mama geen vriendje. Wanneer dat wel zo is, zal ik het je meteen vertellen, afgesproken?’

Walter knikte.

Op dat moment arriveerde Dedee. Walter sprong op van de bank en rende zonder zijn spullen los te laten naar de deur. Hij deed open toen zijn tante op het punt stond aan te bellen.

‘Hoe gaat het met mijn lievelingsneefje?’

Dedee drukte Walter in haar armen.

‘Ik dacht dat je niet meer kwam. Waar zijn mijn nichtjes?’

‘Die zitten thuis op je te wachten. Ik moest nog even een paar boodschappen doen, daarom ben ik wat later.’

Terwijl ze Walter nog tegen zich aan drukte, keek Dedee over zijn schouder. Bij het zien van Laura’s jurk zei ze geluidloos wow, wat haar oudere zus perfect verstond.

‘Jessica Rabbit wil haar jurk terug,’ zei ze.

Laura trok een gezicht.

‘Wie is Jessica Rabbit?’ vroeg Walter geïnteresseerd.

‘Niemand,’ zei Laura. ‘Jouw tante is heel slim.’

‘Dat klopt,’ antwoordde de kleine, terwijl de toespelingen van de twee zussen hem volledig ontgingen.

‘Nou Walt, laten we maar gauw gaan. Michelle heeft de hele dag naar je gevraagd.’

‘Dag, mam.’ Walter grijnsde van oor tot oor. Hij ging naar Laura en zij bukte om hem een kus te geven.

Nu het kind haar niet kon zien, wees Dedee gauw nog even naar de jurk en stak haar duim op.

‘Doe de meisjes de groeten van mij,’ zei Laura. ‘Veel plezier.’

‘Jij ook,’ zei Dedee terug en ze liep naar buiten.

Laura zwaaide hen uit in de tuin. Ze stond daar nog toen de auto al ruim een minuut in Ember Street was verdwenen.

Weer binnen ging ze bij het vlees kijken. Ze had besloten karbonade te maken met rode biet en radijsjes, waar ze bijna niets aan hoefde te doen. Het enige was dat het gerecht bijna drie uur moest stoven, maar inmiddels was het bijna klaar.

Marcus was stipt op tijd. Hij overhandigde haar de wijn die hij per se had willen meebrengen en bewonderde haar jurk. Hij zag er zelf ook heel elegant uit met zijn pantalon in de vouw gestreken, een linnen jasje en een grijze hoed die Laura nog niet eerder gezien meende te hebben.

‘Het ruikt hier heerlijk!’

‘Je weet dat koken niet mijn sterkste punt is, maar ik heb mijn specialiteiten. Kom, dan nemen we een glaasje wijn terwijl het vlees nog even suddert.’

De tafel was al gedekt, maar ze gingen op de bank in de woonkamer zitten en kletsten een poosje over ditjes en datjes, over Walter en over het ziekenhuis. Als vanzelf kwam het gesprek op film, waarvan ze wisten dat ze dezelfde smaak hadden, maar door een ogenschijnlijk onschuldige opmerking van Marcus werd er een ander onderwerp aangesneden dat hij liever had vermeden: zijn onlangs verbroken relatie met Carmen. Op Laura’s directe vraag vertelde hij dat hij nu meer tijd had om van zijn bescheiden bioscoopzaal te genieten. Hij wist dat hij daar nog iets aan toe zou moeten voegen, dat genoeg tijd om films te kijken absoluut geen maatstaf was voor zijn relaties. Maar als hij wilde ingaan op de vraag waarom Carmen niet de ideale vrouw voor hem was, moest hij uitleggen hoe ze er dan wel uitzag: een vrouw die niet alleen aan lol maken dacht, die plannen had, dromen, die het werk van Marcus begreep (en waardeerde)… En ja, de vrouw die aan al zijn voorwaarden voldeed, zat naast hem.

Het lukte Marcus zijn verbroken relatie met Carmen op een elegante manier toe te lichten. Bovendien was zijn interesse voor Laura duidelijk al van veel eerder en ze was een opmerkzame en intelligente vrouw; de olifant in de kamer niet benoemen, maakte hem nog niet onzichtbaar. En ze zaten daar toch samen? Met hun mooiste kleren aan, terwijl ze een glas wijn dronken en wachtten tot het eten klaar was. Het was een afspraakje. Marcus had zo lang op een positief signaal van haar kant gewacht dat nu het eindelijk zo ver was, hij niet goed wist wat hij moest doen. En reken maar dat het een signaal was. Laura had hem bij haar thuis te eten uitgenodigd! Die uitnodiging was voor Marcus het startschot om in actie te komen. Het beangstigende was dat hij zich van het moment zelf geen voorstelling kon maken. Moest hij haar gewoon zomaar zoenen? Moest hij zeggen dat hij al heel lang aan haar dacht? Hij wist het niet. Zijn hoofd was verdeeld; alsof hij in een trein zat waarin de ideeën zich traag voortsleepten, terwijl buiten alles veel te snel voorbijraasde.

Tijdens het eten was de sfeer ontspannen. Het vlees was voortreffelijk en Marcus gunde het zichzelf van het moment te genieten. Hij ging niet tegen Laura zeggen dat hij de hele tijd aan haar dacht terwijl hij een stukje rode biet in zijn mond stopte.

‘Ik heb de kladversie van de eerste cyclus gelezen,’ zei hij doelend op het document dat Laura hem per e-mail had gestuurd.

Van tevoren had hij bedacht dat die mededeling wel tot de volgende dag kon wachten, maar nu had hij het er al uitgeflapt. Nu kon hij niet meer terug…

‘Wat vond je ervan?’ vroeg Laura onmiddellijk.

‘Ik heb het meteen gisteren in één adem uitgelezen,’ zei Marcus. Ongelooflijk hoe hij ineens zijn zelfvertrouwen terugkreeg zodra hij het over iets ging waar hij verstand van had. ‘En ik vond het heel boeiend. Nu begrijp ik je –’

‘Obsessie.’

Marcus schoot in de lach.

‘Ik wilde toewijding en enthousiasme zeggen, maar het is waar dat je een beetje geobsedeerd bent. Allereerst wil ik zeggen dat ik ook denk dat het de juiste manier van introduceren is: vanuit het gezichtspunt van de patiënt. Dat is echt een goede vondst. Elke cyclus was voor Ted reëel, als vervanging voor de eerste maanden in het ziekenhuis, dus is het zinvol om het vanuit zijn perspectief te zien. Eigenlijk is dat juist waardoor me iets interessants is opgevallen.’

Laura zette grote ogen op.

‘Wat dan? Wacht, help me eerst even om alles naar de keuken te brengen, dan zet ik koffie en kun je het me straks vertellen. Ik ken mezelf en weet dat ik maar door blijf gaan.’

Daar was Marcus nu juist al bang voor.

‘Dat lijkt me een goed idee.’

Ze moesten twee keer naar de keuken lopen, elkaar halverwege tegenkomend zonder iets te zeggen in een alledaags en familiair ritueel. Marcus stelde zich voor dat het elke dag zo zou gaan en voelde een rilling over zijn rug; zo suf voelde hij zich.

Toen de koffie klaar was gingen ze terug naar de woonkamer.

‘Ik ben het met je eens dat de eerste cyclus perfect is,’ zei Marcus. ‘Wendell staat voor alles wat Ted van zichzelf verafschuwt, en zich dissociëren om hem te vermoorden is begrijpelijk. Nu we die sticker bij Blaine hebben gezien, lijkt het logisch aan te nemen dat alle sequenties uit deze cyclus een reële basis hebben.’

‘Dat is waar,’ beaamde Laura.

‘Laten we in elke cyclus kijken of we beiden hetzelfde moment kiezen waarop de werkelijkheid afwijkt, want dat kan een interessant punt zijn om te analyseren.’

Laura luisterde aandachtig, met haar handen om haar kop koffie verstrengeld.

‘Laten we beginnen bij de zelfmoordpoging, onderbroken door de jonge Lynch met zijn welbespraakte voorstel. Hier is het eenvoudig: Ted wilde zich op enig moment van het leven beroven, om redenen die wij niet kennen, en werd toen door iets of iemand gestoord. Misschien was het Lynch, maar om een heel andere reden dan Ted zich herinnert.’

‘Ik denk niet dat het Lynch was, maar ik denk wel dat Ted op het punt kwam dat hij zich van het leven wilde beroven.’

‘Het volgende is de moord op Blaine. Ted ging naar zijn huis, verstopte zich in de kast en zag de sticker. Hij ging hem duidelijk niet vermoorden, maar hij was daar wel, want we hebben die sticker met eigen ogen gezien. Dat is het deel dat niet klopt.’

‘Ik heb er nog eens over nagedacht en ik denk dat we kunnen uitsluiten dat Ted die sticker eerder heeft gezien, toen het huis nog van de vorige eigenaars was, bijvoorbeeld. Want als dat wel zo was, hoe kon hij dan weten dat Blaine er later zou gaan wonen? Dat kan niet.’

‘Goed bedacht. Hij zou onmogelijk de sticker in verband kunnen brengen met de krantenberichten over Blaine. Dus kunnen we concluderen dat Ted recentelijk in dat huis is geweest en zich in die kast heeft verstopt. Vanaf dat punt wijkt de werkelijk af, we weten niet in welke richting. Sluit jij uit dat hij van plan kan zijn geweest hem te doden?’

‘Ik sluit die mogelijkheid niet uit. Wat hij Lynch met de lamp heeft aangedaan is iets anders, dat was niet gepland.’

‘Je hebt gelijk. Laten we verdergaan: de volgende episode hoort bij het bezoek aan Robichaud, de advocaat en jeugdvriend. Jij hebt met hem gesproken, toch?’

‘Klopt. Maar hij heeft me niet veel meer verteld dan wat ik heb opgeschreven. Ted ging bij hem langs om zijn testament op te stellen; hij zei dat hij een advocaat wilde die geen deel uitmaakte van zijn dagelijkse omgeving, wat gezien de omstandigheden logisch is.’

‘Hoe dan ook, die verzameling personages uit zijn verleden bij Robichaud, klasgenoten die hij nooit meer zag, laat zien hoe hij zich ten opzichte van die jaren voelt, zijn wroeging over hoe hij zich tegenover een aantal van hen heeft gedragen. Het was een goede zet van je om zijn verleden in te zetten, in het bijzonder het schaken, om hem zo naar de werkelijkheid terug te voeren.’

‘Dank je. Het schaken was er al die tijd, in al zijn dromen, als een vishaakje om in te bijten. Had ik het maar eerder gezien.’

‘Dat zou niet veel hebben uitgemaakt. Misschien zou het dan zelfs niet gewerkt hebben.’

‘Dat kan.’

‘Als we de chronologie volgen komen we bij het bezoek aan Lynch’ kantoor en dat is waar ik wilde zijn,’ zei Marcus. ‘Het gaat erom de scheidslijn tussen de werkelijkheid en Teds paranoia te bepalen. We weten dat hij naar het kantoor is gegaan en daar Nina, de secretaresse, aantrof. Zij beweert nu dat ze die dag later was, klopt dat?’

‘Inderdaad.’

‘En als dat nou een leugen is? Als dat eerste deel nou ook eens echt gebeurd is, zoals de rest van de gebeurtenissen van de eerste cyclus?’

Laura dacht na.

‘Denk je dat de politie dat heeft nagetrokken?’ drong Marcus aan.

Laura schudde ontkennend haar hoofd. Carl Braughter, de rechercheur die het kortdurende onderzoek leidde, een jonge vent met wie Laura twee keer had gesproken toen Ted in het Lavender werd opgenomen, leek zich enkel te hebben geconcentreerd op de vraag wie de dader was. En het leed geen twijfel dat Ted Lynch bijna had doodgeslagen. De politie trof hem op de plaats delict aan, met de bebloede lamp in zijn handen; zijn sporen waren overal. Waarom nagaan of de secretaresse al dan niet over een onbelangrijk detail loog?

‘Wat ik wil zeggen,’ zei Marcus, ‘is dat wanneer elke sequentie van de eerste cyclus op de werkelijkheid is gebaseerd, zoals de sticker doet vermoeden, het mogelijk is dat Ted Nina die dag wel heeft gezien. Waarom zou ze er anders in zitten? Ze vervult geen enkele rol, althans op het eerste gezicht niet. Dat is anders met de jeugdvrienden bij Robichaud.’

Laura had geen speciale aandacht voor de ontmoeting tussen Ted en Nina gehad, alleen voor het gesprek met Lynch dat erna plaatsvond, en nu begreep ze dat dat een vergissing was. Marcus had volkomen gelijk. Waarom was de secretaresse erbij betrokken als ze die dag te laat was? Met welk doel? Ze moest denken aan haar vader, die detectives verslond en altijd zei: als een bepaald detail geen bestaansrecht lijkt te hebben concentreer je er dan op, want dan schuilt er iets essentieels achter. En Nina’s aanwezigheid leek zo’n detail te zijn.

‘Volgens Ted laat hij haar gaan wanneer hij met Lynch gaat praten, en is het Lynch die haar vraagt de politie niet te waarschuwen,’ ging Marcus verder. ‘Waarom gaan we er niet van uit dat het delirium van Ted op dat moment begint?’

Laura voelde een onrust zoals iemand die onthullende feiten onder ogen krijgt. Wat Marcus zei sneed hout. Ze schoot omhoog als een gespannen veer.

‘Wat is er?’

‘Wacht even, alsjeblieft.’

Een minuut later kwam ze met een gele map terug.

‘Dit is een kopie van het politiedossier,’ verklaarde Laura. ‘Braughter gaf het aan mij toen ik zei dat het van belang kon zijn voor de behandeling.’

‘Niet zo handig van hem.’

‘Een mens kan overtuigend zijn als de situatie erom vraagt,’ zei ze en ze woelde zacht door haar haar voor ze ging zitten. Ze sloeg de map open. ‘Het adres van Nina moet hier ergens staan, bij haar verklaring.’

Marcus keek openlijk naar haar nu zij verdiept was in de pagina’s van het dossier. Laura hield op met bladeren toen ze op foto’s van Lynch’ kantoor stuitte: een paar overzichtsfoto’s, een close-up van het lichaam op de grond, foto’s van de bronzen lamp waarmee de advocaat was geslagen, de wond op het hoofd, de striemen op het gezicht… Het waren kopieën, dus de kwaliteit was niet al te best. Een van de foto’s trok Laura’s aandacht in het bijzonder en ze bleef er een tijdje naar kijken. Marcus boog zich erover, maar hem viel niets speciaals op. Het was de receptie waar Nina’s bureau stond.

‘Kijk,’ zei Laura en ze wees naar het bureau.

Daar stond de kartonnen doos van Dunkin’ Donuts.

‘Dat zijn de donuts die Nina had meegebracht,’ zei Laura. ‘Ze bood Ted er zelfs een aan.’

‘Natuurlijk! Nog zo’n detail waardoor onze alarmbellen hadden moeten rinkelen. Dat bewijst dat Nina Ted heeft gezien. En ze was er vast nog toen Lynch arriveerde.’

Laura stond weer op, nu zichtbaar ongeduldig.

‘Niet te geloven. Hoe kan ze daar nou niets over zeggen?’

‘Als de dingen zijn gegaan zoals wij denken, had Ted Lynch nog niet geslagen toen zij wegging, het ging gewoon om een persoonlijke kwestie tussen twee vrienden.’

‘Maar hij had een wapen bij zich!’

‘Als Lynch haar verbood de politie te waarschuwen kan het zijn dat ze die instructies gewoon opvolgde. En een dag later, toen de politie haar meedeelde dat haar baas in coma lag en dat de kerel die hem in elkaar geslagen had was opgepakt, meende ze misschien dat het geen zin had te zeggen dat zij daar was geweest. Wat zei ze precies in haar verklaring?’

‘Dat ze een snipperdag had gevraagd om wat dingen te regelen. Ik vraag me af of Braughter dat heeft nagetrokken.’ Laura zocht in de papieren. ‘Hier staat letterlijk dat ze een afspraak met de oogarts had. Ik heb haar telefoonnummer en adres. Morgenvroeg ga ik even bij haar langs, vóór het ziekenhuis.’

‘Zal ik met je meegaan?’

‘Dat hoeft niet.’ Laura ging zitten, nu heel dicht tegen Marcus aan.

‘Stel je voor wat dat kan betekenen. Als Nina een deel van het gesprek heeft gehoord… het echte gesprek, dan kunnen we er misschien achter komen waarom Ted Lynch op zo’n brute manier heeft geslagen. Je bent een genie, Marcus!’

Laura legde haar handen op Marcus’ wangen, ze kon haar euforie niet verbergen. Even was hij ervan overtuigd dat ze hem ging zoenen. En al zou het geen hartstochtelijke kus zijn, maar een emotionele vanwege de ontdekking, dat zou hem niet uitmaken. Maar na hem kort maar intens aan te kijken liet ze zijn gezicht los en schoof van hem weg. Marcus zag iets in haar ogen, Laura had blijkbaar ook haar onzekerheden. Hij zou het initiatief moeten nemen.

Maar dat deed hij niet.

De rest van de avond kabbelde voort. Ze spraken over de zaak en over hoe het bezoek aan Nina de volgende dag zou gaan. De hele tijd vocht Marcus tegen een innerlijke stem die zei dat er bijna geen tijd meer was, dat hij wat moest ondernemen, dat de kans voorbij zou gaan en het steeds moeilijker zou worden om zijn gevoelens te uiten. Ook Laura scheen in de war, er vielen ongemakkelijke stiltes, subtiele blikken vol onbegrip, maar niets leek Marcus het vertrouwen te geven om in het diepe te springen. Het verwarrendste was dat hij zich sinds zijn puberteit niet meer zo had gevoeld; hij wist wat hij tegen een vrouw moest zeggen, dat had hij zo vaak gedaan. Met Carmen was het een koud kunstje geweest: hij zag haar in haar eentje in een tearoom zitten en ging gewoon naar haar toe, vroeg of hij bij haar aan het tafeltje mocht zitten en in minder dan geen tijd kletsten ze alsof ze elkaar al jaren kenden. Met Laura was het anders. De smoesjes waren op. Hij had ze allemaal geprobeerd en nu waren er alleen nog bezorgdheid en verwarring over.

Uiteindelijk zei Laura dat ze een beetje moe was, dat ze de volgende dag op tijd bij Nina langs wilde om er zeker van te zijn dat ze nog thuis was. Marcus zei dat hij ook moe was; hij vroeg of ze de volgende dag wilde bellen om te vertellen hoe het met de secretaresse was gegaan en ze beloofde dat te doen. Ze liepen zwijgend naar de voordeur. Ze kwamen langs de spiegel in de hal en Marcus zag vanuit zijn ooghoeken hun spiegelbeeld, allebei gekleed voor een belangrijke gelegenheid, en hij voelde zich ontzettend stom. Het was zijn verantwoordelijkheid die avond onvergetelijk te maken en hij had het niet gedaan. Hij ging weg en liet een unieke kans schieten. Hij stond bij de kapstok, pakte zijn nieuwe hoed, die hij had gekocht om indruk op haar te maken, en zette hem heel langzaam op, alsof hij aan iets heel belangrijks dacht (en dat was eigenlijk ook zo). Het was zijn laatste kans.

‘Ik heb een leuke avond gehad,’ zei hij toen.

Hij verroerde zich niet. Laura wachtte zo lang ze kon. Ten slotte liep ze naar hem toe, legde een hand op zijn schouder en gaf hem een kus op zijn wang.

‘Ik vond het ook heel leuk. Ik bel je morgen.’

Marcus liep de donkere tuin door naar de auto en draaide zich twee keer om om naar Laura te zwaaien, terwijl hij zich bij elke stap verwijten maakte en meer spijt kreeg. Zij was nog maar een schim en er verscheen een teleurgestelde uitdrukking op haar onzichtbare gezicht.

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml