Hoofdstuk 13

 

Die ochtend kwam Nina vijftien minuten te laat op haar werk. Ze had iets lekkers meegebracht en hoopte dat Lynch daar meer belangstelling voor had dan voor het feit dat zijn secretaresse al dan niet op tijd was. Hoewel ze al zes maanden voor hem werkte, kon ze nog steeds geen hoogte van hem krijgen. Lynch was een mysterie voor haar. Haar vriendinnen hadden voorspeld dat de man haar vroeg of laat zou proberen te versieren, maar voorlopig was daar nog geen sprake van geweest en dat maakte Nina een beetje onzeker. Ze had het geprobeerd met diepe decolletés, verleidelijke poses, subtiele insinuerende opmerkingen, maar niets. Lynch was vijftien jaar ouder dan zij, maar heel aantrekkelijk, en als er iets was waar Nina behoefte aan had, was het iemand die met beide benen op de grond stond.

Ze deed de deur van het kantoor open en bukte om de doos die ze op de grond had gezet, op te rapen. Toen ze overeind kwam, zag ze hoe zich in de hoek iets donkers ontvouwde, naar voren sprong en de vorm van een man aannam. In minder dan een seconde stond hij voor haar, met zijn arm uitgestrekt en in zijn hand een pistool dat Nina enorm leek.

‘Kom binnen,’ commandeerde Ted. ‘Zet de doos en je tas op het bureau. Goed zo. Draai je niet om. Doe wat ik zeg, dan zal je niets gebeuren.’

Nina kon zich niet herinneren ooit zo geschrokken te zijn. Ze was bang dat de man zijn gezicht zou laten zien. Ze wist wat dat betekende.

‘Schiet me niet dood,’ smeekte ze.

‘Waar is Lynch?’

‘Dat… dat weet ik niet.’

‘Je mag je omdraaien.’

‘Ik blijf liever zo staan.’

Ted voelde zich helemaal niet prettig bij de situatie. Hij had op Lynch zitten wachten, maar in zijn plaats was dit meisje verschenen, zijn secretaresse waarschijnlijk, en hij had snel moeten handelen, ter plekke improviserend. Waar was hij mee bezig? Weerloze secretaresses met een pistool bedreigen? Het arme kind was doodsbang terwijl ze er niets mee te maken had.

‘Ik zal het wapen wegdoen,’ zei hij wat kalmer. ‘Als jij niet schreeuwt, beloof ik dat ik je niets zal doen. Ik wil alleen maar met je baas praten. Het is een zaak van leven of dood.’

Zijn woorden schenen enig effect te sorteren bij het meisje, dat nog altijd haar armen omhooghield en snikte.

‘Hoe heet je?’

‘Nina.’

‘Mijn excuses voor deze situatie, Nina. Je kunt je nu omdraaien. Vertrouw me maar. Het geeft niet dat je mijn gezicht ziet. Jouw baas en ik kennen elkaar.’

Nina draaide zich om, heel langzaam. Ze huilde niet, maar het scheelde niet veel. Ze nam Ted nauwlettend op en constateerde dat het wapen inderdaad weg was.

‘Het spijt me dat ik je zo heb overvallen. Dat was nogal onhandig van me.’

Ze knikte. De angst was nog niet van haar gezicht verdwenen.

‘Rustig maar. Is dat jouw bureau?’

‘Ja.’

‘Ga daar maar zitten. Ik neem deze stoel en dan gaan we samen op Lynch wachten. Vind je dat goed?’

Nina liep langzaam om het bureau heen. Ze ging zitten.

‘Leg je handen op het bureaublad, alsjeblieft.’

Dat deed ze.

‘Werk je al lang voor Lynch?’

‘Nee, ik ben pas een paar maanden geleden begonnen.’

Ted knikte.

‘Ik snap het. Zijn de kantoren hiernaast in gebruik?’

Nina aarzelde.

‘De waarheid graag, Nina.’

‘De andere twee op deze verdieping staan leeg.’

‘Des te beter.’

‘Daarnet hebt u me iets beloofd.’

‘Ik zal je niets doen. Ik had op een andere manier moeten binnenkomen, dat zie ik nu wel in. Jouw komst was een verrassing. Ik weet niet waarom, maar ik had niet gedacht dat Lynch een secretaresse had. Het is heel dom van me geweest.’

Nina zweeg.

‘U mag wel een donut, als u wilt,’ zei Nina en ze gebaarde met haar kin naar de kartonnen doos.

Ted moest onwillekeurig glimlachen.

‘Nee, dank je wel. Dus Lynch komt meestal om negen uur?’

Nina kon zich niet herinneren dat gezegd te hebben, maar het was mogelijk. De afgelopen minuten waren in haar hoofd als een chaotische wervelstorm van gebeurtenissen en emoties.

‘Ja,’ antwoordde ze kortaf.

Ted helde achterover tot hij met zijn rug tegen de leuning van zijn stoel zat en stopte zijn handen in de zakken van het trainingsjack dat hij had aangetrokken om het wapen te kunnen verbergen. Hij raakte de loop aan en sloot even zijn ogen. Dezelfde vraag als eerder ging door zijn hoofd: waar was hij mee bezig?

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml