Hoofdstuk 26

 

Op zaterdag ging Ted voor de eerste keer schaken. Hij verloor uiteraard niet één partij, zelfs niet als hij minder zijn best deed of kansen weggaf aan zijn tegenstanders. Geen van hen had enige strategische kennis van het spel, ze kenden alleen de basisbewegingen en een paar eenvoudige zetten, zodat Ted bijna geen moeite hoefde te doen om ze te verslaan. Hij begon voorzichtig, bang dat ze door zijn overwicht boos zouden worden of hem af zouden wijzen, maar het was juist omgekeerd. Sketch, onverslaanbaar in paviljoen C, toonde bewondering en respect. Tussen de partijen door vertelde Ted over zijn jeugd als schaker, over de toernooien, en opperde dat hij ze les kon geven, als ze wilden. Dat wilden ze allemaal, ook Lester, die best redelijk kon zijn, wanneer hij niet verstrikt was in zijn delirium over buitenaardse wezens.

De volgende dag vertelde Sketch onder de douche dat er in paviljoen B ook werd geschaakt. Ze hadden maar één keer tegen ze gespeeld en waren toen compleet in de pan gehakt. Half ingezeept en van oor tot oor grijnzend zei het mannetje tegen Ted dat als ze met hem in hun team opnieuw de strijd zouden aangaan, ze makkelijk konden winnen. Van die fantasie alleen al kreeg hij een erectie.

Ted was al gauw thuis in het Lavender. Hij begon zich op zijn gemak te voelen bij de drie onderling heel verschillende groepen. Behalve de Schaakspelers had je de Knettergekken; de oudsten die waren getekend door jarenlange medicatie en opsluiting. Sommigen leden aan een ernstige aandoening en zaten de meeste tijd voor de televisie of met een wezenloze blik in een hoek. De derde groep bestond uit de Wandelaars, die het liefst buiten waren, op het basketbalveld of ergens anders in de immense tuin, meestal in groepjes van twee.

Mike Dawson hoorde bij geen enkele groep; de man leek boven de rest te staan. Ted begon zich af te vragen waarom hij eigenlijk toenadering tot hem had gezocht. Hij had bijvoorbeeld nog nooit zijn kamer met iemand gedeeld en nu…

Mike begroette hem. Hij zat op zijn gebruikelijke plek in een boek te lezen dat bijna uit elkaar viel, een ander dan die ochtend.

‘Je bent een leesmonster.’

Mike liet het boek zakken. Hij maakte een ezelsoor in de pagina en legde het boek weg. Boekenleggers gebruikte hij niet.

‘Het is een manier om te ontsnappen,’ zei hij.

Ted ging naast hem zitten. Een aantal bewoners observeerde hen geïnteresseerd, keken naar het ritueel waarmee ze vertrouwd begonnen te raken, maar niemand kwam dichterbij.

‘Moet je vandaag niet met je vrienden schaken?’ vroeg hij ernstig. Ted begon te wennen aan dat speciale gevoel voor humor.

‘Vandaag niet. Door het schaken kan je worden meegesleurd, dan zijn je gedachten enkel en alleen op het spel gericht, en vandaag moet ik ze ergens anders op richten.’

‘Denk je nog vaak aan je vriend?’

‘Ja.’ Ted haalde de foto van Lynch uit zijn zak, die met de poster van Uma Thurman. ‘Ik herinner me alles: de kamer, die stomme poster… maar hem niet.’

‘De kraan wordt vroeg of laat wel opengezet, dat kan ik je verzekeren. Ik heb het ook gehad, dat hebben we hier bijna allemaal gehad. Je hersenpan sluit die kraan af omdat hij de druk niet aankan. Als het beter gaat en je hersens weer in goede conditie zijn, dan gaat hij open. Het kan elk moment gebeuren.’

‘Aan de ene kant ben ik daar doodsbang voor. Wat kan de reden zijn dat je een vriend zo mishandelt dat hij in coma ligt?’ Ted schudde zijn hoofd. ‘Op de middelbare school werkte ik me graag in de nesten; ik was in de war, denk ik. In de loop van de tijd raakte ik dat temperament kwijt. Normaal ben ik heel rustig… Ik kan maar niet begrijpen wat er is gebeurd.’

‘Misschien kan je vrouw er haar licht op laten schijnen. Gaat het bezoek morgen nog door?’

‘Ja, zij samen met de meisjes. Het slaat nergens op, maar ik ben zenuwachtig. Heb jij kinderen?’

Mike staarde hoofdschuddend in de verte.

‘Ik had een stiefkind.’

Ze waren allebei een paar minuten stil.

‘Maar je snapt toch wat ik bedoel?’ drong Ted aan. ‘Hoe kan mijn eigen gezin me nou zenuwachtig maken? Mijn eigen dochters! Ik wil niets liever dan hen zien.’

‘Het is niet makkelijk om ze zo onder ogen te komen, opgesloten.’

‘Precies. Ik hoor vrij te zijn, ze te zien opgroeien, ze te beschermen.’

‘Het komt vast allemaal goed, dat zul je zien.’

Misschien was het moment gekomen om zich kwetsbaar op te stellen, al was het verdomme één keer in zijn leven, dacht Ted.

‘Luister Mike, dat van die buidelrat…’

Mike keek hem onderzoekend aan.

‘Heb je hem weer gezien?’

‘Nee.’

‘Kijk, Ted, wat ik daarnet zei is waar, je hersenpan geneest en als het tijd is zal de kraan worden opengezet. Dan herinner je je vriend weer, en ook de reden waarom je hem in elkaar hebt geslagen. Al die cycli waarover je me hebt verteld zijn illusies, pogingen van je fantasie om je te beschermen, zoals een toneelgordijn in het theater wordt gebruikt. Maar vroeg of laat zal het doek vallen, en zul je zien wat erachter zit. De buidelrat zou je kunnen meelokken achter het doek wanneer je er nog niet klaar voor bent. En dat zou gevaarlijk kunnen zijn.’

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml