Hoofdstuk 1

 

Ted McKay stond op het punt zichzelf een kogel door het hoofd te jagen toen er aanhoudend op de bel werd gedrukt.

Hij opende zijn ogen en werd verblind door het daglicht dat door het raam van zijn werkkamer naar binnen viel. Het duurde niet lang voor er op de deur werd gebeukt en de stem klonk van de bezoeker die hij niet geacht werd te kennen.

Hij stond op en merkte onmiddellijk het gewicht op in een van zijn broekzakken. Met zijn linkerhand voelde hij aan de bult: de herkenbare halve cirkel van het hoefijzer. Ted kon zijn ogen niet geloven. Zijn werkkamer was in zijn herinnering een enorme wanorde, maar zag er nu uit als altijd: opgeruimd bureaublad, alle boeken op hun plaats, de computer op de bijzettafel. Terwijl Lynch riep dat hij de deur moest openmaken (Ted wist dat het Lynch was) drukte hij met moeite zijn vinger op de aan- en uitknop van de computer, alsof dat het ultieme bewijs zou zijn dat wat er gebeurde echt was. Het ding startte op met het gebruikelijke gezoem en getril. Ted, verbijsterd en geïrriteerd tegelijkertijd, zette hem vlug uit door opnieuw op de knop te drukken. In zijn hoofd hoorde hij Nadines berisping al: zo moet je hem niet uitzetten, pap. Dat moet je via het systeem doen. Mama heeft me het zo geleerd. Ted huiverde. Op het bureau lag de brief voor Holly.

‘Doet u alstublieft open!’

Terwijl er aan één stuk door werd geschreeuwd, zocht Ted in het potje naar de sleutels, in afwachting van de bekende zin die niet lang op zich liet wachten: ‘Doe eindelijk eens open, Ted!’

Waarom verbaast het me niet dat je mijn naam kent, Lynch?

Hij deed de deur van zijn werkkamer open. Hij las het briefje voor Holly: ‘Liefste, ik heb een kopie van de sleutel op de ijskast gelegd. Niet met de meisjes naar binnen gaan. Ik hou van je.’ Het was alsof het door iemand anders was geschreven. Ted kon de foto van Holly die zich in het restaurant over de tafel boog om het hapje te proeven dat haar minnaar haar aanreikte niet uit zijn hoofd krijgen. Hoe was het mogelijk dat hij zich iets herinnerde wat nog niet was gebeurd?

‘Ik kom eraan!’ riep Ted.

Toen hij in de woonkamer kwam, herkende hij de gestalte achter het raam. Ook deze keer bestudeerde hij alles met bijzondere interesse, niet omdat hij afscheid van die spullen had genomen om ze nooit meer te zien, maar omdat hij zich herinnerde dat alles aan diggelen was geslagen.

Hij deed de deur open en daar stond Lynch – de jonge versie van Lynch – met zijn stralende glimlach, zijn polo met kleurige horizontale banen en zijn uit de toon vallende koffertje.

‘Wat het ook is, ik ben niet geïnteresseerd’, zei Ted, de woorden van zijn andere ik weergevend.

‘O, maar ik vrees dat ik u niets kom verkopen.’

Terwijl ze de dialoog voortzetten, merkte Ted op dat Lynch in niets liet blijken het gesprek eerder te hebben gevoerd; daarvoor gedroeg hij zich te natuurlijk. Ted deed opnieuw de deur voor zijn neus dicht, maar ditmaal bleef hij niet staan om Lynch te horen zeggen dat hij wist wat hij op het punt stond te doen met het pistool dat op zijn bureau lag. Hij rende naar de keuken, naar de ijskast, en daar hing de foto van Holly op het strand, in die vreemde bevroren houding, met het glinsterende lijstje dat Cindy en Nadine hadden gemaakt. Opgelucht bleef hij een paar tellen staan kijken. Hij ging met zijn vinger over het lichaam van zijn vrouw op de foto, alsof hij het gladde papier moest voelen om er zeker van te zijn dat de foto daar inderdaad hing.

Hij tastte in zijn broekzak. Het hoefijzer was ook echt. Hij hield het stevig vast zonder het tevoorschijn te halen, tot hij opeens met zijn vingertoppen langs een stukje papier streek. Vol ongeloof haalde hij het verkreukelde briefje eruit waarop in zijn eigen handschrift stond geschreven: DOE DE DEUR OPEN. HET IS JE LAATSTE UITWEG.

Hij liep terug naar de woonkamer om zijn koppige bezoeker binnen te laten. Lynch stond er nog, glimlachend in de middagzon.

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml