Hoofdstuk 3

 

‘Vandaag heb ik op het punt gestaan me van het leven te beroven,’ zei Ted neutraal.

Hij zat in de spreekkamer van Laura Hill, op zijn gebruikelijke stoel, en staarde naar het bekertje water op het lage tafeltje. Hij sloeg zijn ogen op.

‘Je lijkt niet erg bezorgd,’ zei hij tegen de therapeute terwijl hij een flauwe glimlach liet zien.

‘Je bent nu hier,’ antwoordde zij en ze glimlachte terug.

‘Ik heb een hectische ochtend achter de rug. Ik weet niet waar ik moet beginnen.’

‘We hebben tijd genoeg.’

Ted was al even bij Laura en door de zenuwen had hij niet op haar uiterlijk gelet.

‘Je hebt je haar los,’ merkte hij op.

Laura kreeg een kleur, bewoog haar hoofd en liet het haar langs haar gezicht strijken. Het was blonder dan anders.

‘Gisteren ben ik naar de kapper geweest. Ik wilde eens wat anders.’

In zijn hallucinatie van de afgelopen dagen was Laura niet naar de kapper geweest. Blijkbaar hielden tumoren zich niet met cosmetische kwesties bezig.

Het was geen hallucinatie! Lynch is vanochtend langs geweest.

De glimlach verdween van zijn gezicht. Als hij nog een bewijs wilde van de gebeurtenissen van de afgelopen dagen, dan zat het in zijn zak. Hij had het hoefijzer bij Wendells huis gevonden, een plek die hij zich perfect kon herinneren en waar hij toch nog nooit was geweest.

‘Wat is er vanmorgen gebeurd, Ted?’

‘Ik zat in mijn werkkamer en hield mijn pistool tegen mijn hoofd toen er opeens iemand driftig op de deur begon te beuken. Het was alsof ik me op dat moment bewust werd waar ik was, wat ik op het punt stond te gaan doen.’

Op Laura’s gezicht was niets af te lezen.

‘Kon je je niet meer herinneren dat je het wapen had gepakt?’

‘Erger nog. Ik kon me, kan me, helemaal niets herinneren van de afgelopen dagen. Alleen flarden herinneringen, heel verwarrend, voor een deel omdat ik… nou ja, het is een beetje moeilijk uit te leggen… omdat ik ándere herinneringen heb. Het is alsof die tumor alles door elkaar gooit.’

‘Vertel eens verder wat er vanmorgen is gebeurd. Je bent in je werkkamer. Je hoort dat lawaai bij de deur. Wat gebeurt er?’

‘Op de tafel ligt een brief voor Holly, in mijn handschrift. Ik heb ook een waarschuwing op de deur van mijn werkkamer gehangen, zodat ze niet met de meisjes naar binnen gaat. Blijkbaar heb ik het allemaal goed voorbereid. Het lijkt alsof er in mijn hoofd een tip van de sluier wordt opgelicht als ik dit soort details uit het verleden ontdek.’

‘Denk je echt dat je de trekker zou hebben overgehaald?’

Ted boog zijn hoofd en masseerde zijn slapen. Laura strekte haar hand uit en kneep hem zachtjes in zijn schouder.

‘Blijf bij mij, Ted, kijk me aan. Goed zo… Wie klopte er op de deur?’

‘Een man die Lynch heet,’ zei Ted. ‘Ik dacht dat het een huis-aan-huisverkoper was en probeerde hem af te wimpelen, maar hij zei dat hij wist wat ik op het punt stond te doen in mijn werkkamer; hij zei iets over het wapen, ik weet niet meer goed wat, maar het was nogal nauwkeurig. Het idiootste is dat ik me die situatie herinnerde alsof ik hem al eens had meegemaakt, ik wist precies wat Lynch zou gaan zeggen, wat hij me zou voorstellen. Als een film die je uit je hoofd kent.’

‘Denk je dat je die situatie inderdaad al eens had meegemaakt?’

‘Nee,’ zei Ted. ‘Het is die tumor, Laura. Dokter Carmichael zei dat een dergelijke tumor hallucinaties kan veroorzaken, hij kan op bepaalde delen van de hersens drukken met als gevolg –’

‘Wacht even, Ted. Daar hebben we het nog wel met dokter Carmichael over, mocht dat nodig zijn. Wat ik wil weten is of het kan zijn dat je Lynch op een ander moment hebt gekend, lang geleden misschien, toen hij jonger was.’

‘Grappig dat je dat vraagt.’

‘Hoezo?’

‘In de waan waar ik het over heb, zag ik Lynch een paar dagen later weer en toen leek de man tien of vijftien jaar ouder geworden. Zomaar ineens,’ Ted knipte met zijn vingers, ‘zoals mensen in een droom in één klap van uiterlijk kunnen veranderen.’ Ted herinnerde zich iets. Hoofdschuddend schoot hij in de lach.

‘Wat is er?’ vroeg Laura.

‘Ik herinner me dat ik hier bij jou was,’ zei Ted terwijl hij naar de muren om zich heen keek. ‘Jouw haar was zoals altijd, want dat kon ik met geen mogelijkheid weten. Jezus, wat herinner ik me toch een stomme details. Kan dat, denk je? Zoiets verzinnen?’

‘Waar hadden we het over? Tijdens de sessie, bedoel ik.’

Ted bracht zijn handen naar zijn broekzak. Hij betastte de halfronde vorm van het hoefijzer.

‘Over waarom ik met schaken was gestopt,’ zei Ted.

Laura leek verbaasd.

‘Wat zit er in je broekzak?’

Ted haalde het hoefijzer tevoorschijn. Hij hield het stevig met beide handen vast en bekeek het langdurig met de uitdrukking van iemand die een ingewikkeld probleem probeert op te lossen. Laura sprak zachtjes tegen hem.

‘Miller gaf het aan je toen je nog schaakte, hè?’

Ted hief met een ruk zijn hoofd op en keek haar met grote ogen aan. Laura toonde een meelevende glimlach.

‘Ik heb een goed geheugen, niets aan te doen,’ zei Laura. ‘Toen je me over Miller en het hoefijzer vertelde, begreep ik dat het op de een of andere manier belangrijk voor je was. Ik wist niet dat je het nog had.’

‘O, maar dit is niet Millers hoefijzer. Maar het lijkt er wel op. Ik heb het gevonden, waar weet ik niet precies. Dat kan ik me niet meer herinneren,’ loog Ted.

Bij het meer van Wendell!

‘Daarnet zei je dat die man, Lynch, je een voorstel had gedaan. Wat dan?’

‘Jezus, het is allemaal zo absurd. Hij beweerde deel uit te maken van een geheime organisatie die mensen als ik rekruteerde om te zorgen dat er recht wordt gedaan; moordenaars die vanwege een fout in het systeem de dans zijn ontsprongen en dat soort zaken. In ruil daarvoor zou ik bij een soort kring van zelfmoordenaars mogen; al noemde hij dat anders.’

‘En op die manier zou jouw gezin en dat van de anderen geen zelfmoord te verwerken krijgen,’ bedacht Laura met zekere bewondering.

‘Precies.’

‘Ik kan niet zeggen dat het geen slim plan is. En behoorlijk luguber. Is het de eerste keer dat je zoiets hoort?’

‘Absoluut.’

‘En wie moest jij dan vermoorden?’

‘Een vent die Edward Blaine heet. Hij had zijn vriendin vermoord en kwam er vervolgens mee weg.’

‘O ja, daar heb ik iets van gehoord op de televisie. De zus van de vrouw wil dat hij opnieuw wordt berecht omdat de onderzoekers zich hebben vergist.’

Ted dacht aan wat Tricia Pendergast over de zaak had verteld bij Arthur Robichaud.

‘Het schijnt dat er onder het appartement een wasserette was en dat de temperatuur van de ventilatiebuizen het lijk warm hield.’

‘En wat deed jij in die fantasie, Ted?’

‘Fantasie… dat klinkt zo belachelijk.’

‘Ik weet het.’

‘Laura, denk je dat die herinneringen eigenlijk deel uitmaken van mijn verleden?’

‘Ik denk dat het aannemelijk is dat sommige elementen uit je verleden komen. Maar laten we ons concentreren op wat je je herinnert. Wat voelde je wat betreft Blaine?’

‘Dat ik hem moest doden. Zoals ik het vandaag een volslagen idiote gedachte vind, was het in die andere werkelijkheid volkomen logisch. Net zo logisch als zelfmoord plegen. Dus ging ik naar zijn huis; ik herinner me alle details van het interieur en toch weet ik zeker dat ik er nooit geweest ben. Ik verstopte me in een kast en wachtte tot die kerel sliep. Toen ging ik naar zijn slaapkamer en vermoordde hem.’

‘Heb je hem in koelen bloede vermoord?’

‘Nee. Blaine merkte dat ik in zijn huis was en maakte het me nogal moeilijk. Maar ik heb hem vermoord.’

‘En wat gebeurde er daarna?’

‘Nou, vanaf dit moment begint het meer op een droom te lijken. Ik ging naar het huis van de andere man die ik moest doden. Zijn naam was Wendell en hij zou me verwachten; tenslotte werd hij geacht deel uit te maken van de kring. Hij woonde in een enorm huis aan een privémeer, ergens afgelegen in een bos. Ik wachtte hem op in zijn huis en toen hij binnenkwam, schoot ik hem neer. Hij zou niet getrouwd zijn en geen kinderen hebben, dat is tenminste wat Lynch me had verteld, maar een paar minuten later arriveerde er een vrouw met twee meisjes.’

‘En je zegt dat Wendell geen dochters had.’

‘Dat is wat ik dacht. Lynch verzweeg die informatie omdat ik anders nooit akkoord was gegaan.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Dat biechtte Lynch me achteraf op.’

‘Dus je hebt hem nog een keer gezien?’

‘Inderdaad. Toen ik vermoedde dat ik was voorgelogen, nam ik contact op met een vroegere klasgenoot, Arthur Robichaud. Hij is advocaat en ik had hem in geen jaren gezien. Op school was hij een verlegen jongen die erg op zichzelf was; samen met een paar anderen pestte ik hem vaak en we haalden vervelende grappen met hem uit. Dat zijn van die dingen die je de rest van je leven achtervolgen, denk ik. De kwestie is dat ik naar hem toe ging en dat het zijn verjaardag bleek te zijn. Er waren nog meer oud-klasgenoten, allemaal losers zoals Arthur. Ik kende ze haast niet terug.’

‘Wacht even,’ onderbrak Laura hem, ‘bij jou in het bedrijf werken ook vast wel een paar advocaten. Waarom ging je niet naar hen toe?’

‘Arthur had me met mijn testament geholpen,’ zei Ted. Terwijl hij de zin uitsprak besefte hij dat hij daar geen bewijs van had. In zijn fantasie had hij dat gewoon aangenomen, en Robichaud zelf gedroeg zich alsof het niet de eerste keer was dat ze elkaar na al die tijd zagen, hoewel…

‘Heeft Robichaud je geholpen om Lynch te vinden?’

‘Waar gaat dit allemaal over, Laura?’ Ted greep opnieuw zijn hoofd vast. ‘Het is alsof ik aan het dagdromen was. Nu ik erover nadenk, op de verjaardag van Robichaud… was ook een dier, een buidelrat die voortdurend opdook.’

Laura ging rechtop zitten, op haar hoede.

‘Een buidelrat?’

‘Ja, ik heb hem verschillende keren gezien. De eerste keer was op de tafel op de veranda thuis, maar daar herinner ik me bijna niets meer van; daarna zag ik hem bij Arthur in een oude autoband zitten en ook bij Lynch, toen ik hem uiteindelijk in zijn kantoor opzocht.’

‘In zijn kantoor?’

‘Hij glipte uit een archiefkast.’ Ted schudde met zijn hoofd en schoot in de lach. ‘Mijn god, wat klinkt dat stom. Voelde het maar alsof ik over een droom vertel.’

‘We doen gewoon alsof dat zo is, Ted. Vertel eens wat er gebeurde toen je naar het kantoor van Lynch ging.’

‘Lynch was ouder geworden. Hij was van mijn leeftijd of iets ouder. Onder bedreiging vertelde hij dat Wendell inderdaad een vrouw en twee dochters had, en nog iets veel ergers.’

‘Wat dan?’

‘Dat Wendell helemaal niet suïcidaal was, dat hij deel uitmaakte van de organisatie,’ Ted praatte nu met zijn blik strak op het bekertje water gericht, ‘maar dat hij… ontspoord was.’

‘Vermoordde hij op eigen houtje mensen?’

Ted was verbaasd. Laura’s vermoeden leek absurd, maar toch was het zo.

‘Ja. Hij moest gestopt worden.’

‘En waarom door jou?’

Het moment was gekomen om tot de kern van de zaak door te dringen. Mocht het delirium in een bepaald opzicht met de werkelijkheid te maken hebben, dan ging het om Holly’s bedrog, vreesde Ted. De rest was misschien niets anders dan een macabere manier van zijn onderbewuste om een rampzalige waarheid te verdringen.

‘Lynch volgde Wendell en ontdekte dat hij een minnares had…’

Ted maakte zijn zin niet af. Hij hield het hoefijzer met beide handen stevig vast; onwillekeurig trok hij aan de uiteinden alsof hij het wilde openbuigen.

‘Het was Holly, nietwaar?’

Ted knikte zonder iets te zeggen.

‘Wil je een beetje water, Ted?’

‘Nee, dank je.’

‘Heb je Holly vandaag nog gesproken?’

‘Ja, uiteindelijk was het best een vriendelijk gesprek. Ik heb haar niets verteld.’

‘Ik denk dat het beter is als we het vandaag hierbij laten.’

Ted leek die opmerking te negeren.

‘Wat betekent dit allemaal, Laura? Is het mogelijk dat ik het wist? Dat van Holly, bedoel ik. Nu ik erover nadenk waren er wel een paar aanwijzingen en het kan zijn dat –’

‘Stop nu maar. We laten het hierbij voor vandaag.’

‘Dat is goed.’

‘Ik wil graag dat we elkaar elke dag zien, Ted.’

‘Prima.’

‘Probeer wat te rusten.’

Ted stond op. Laura ook.

‘Ted?’

Hij keek haar aan.

‘Ga de deur maar niet uit, begrepen?’

‘Begrepen,’ zei Ted. En toen schoot hem iets te binnen. Iets uit die andere idiote werkelijkheid. ‘Je zoon zit toch bij de padvinderij?’

‘Inderdaad.’

‘In mijn fantasie was er een probleem met een toestemming voor een excursie. Iemand belde je midden in de sessie om dat te zeggen.’

Laura glimlachte. Ze wees naar de telefoon, die natuurlijk niet één keer had gerinkeld sinds Ted in de spreekkamer was.

‘Gelukkig is er niets gebeurd,’ zei Laura.

Ted liep naar de deur. Hij hield het hoefijzer nog steeds stevig vast.

‘Carmichael had gelijk dat de therapie me goed zou doen,’ zei hij meer tegen zichzelf dan tegen zijn therapeute.

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml