Hoofdstuk 7

 

Laura zat in een evaluatieruimte op hem te wachten. Ted had handboeien om en wachtte tot McManus de juiste sleutel had gevonden om hem binnen te laten.

‘Hij is open,’ riep een stem binnen. Ted herkende de stem meteen. Op het gezicht van dokter Hill was een flauwe glimlach te zien. Roger naast haar was daarentegen een toonbeeld van ernst, zijn ogen groot en kil als twee manen.

‘Dokter Hill, eindelijk,’ zei Ted ter begroeting.

‘Je mag me Laura blijven noemen.’

‘Laura, natuurlijk. Bedankt voor de nacht in het Hilton, heel genereus van je.’

Hij werd door de verpleger naar de tafel begeleid waar de dokter zat, maar voor hij plaatsnam, liet hij de handboeien zien die om zijn polsen knelden.

‘Ga zitten, Ted,’ zei Laura. Ze repte met geen woord over de handboeien.

Hij keek rond in de ruimte, waar eigenlijk weinig te zien was: deprimerende groenige tegels op de muur, de formica tafel waaraan ze zaten, zes tl-buizen die elke schaduw uitwisten en een raam met donker glas waarachter waarschijnlijk een videocamera was verborgen. En in de spiegeling van dat glas zag Ted McManus een hoofdgebaar maken en weggaan.

‘Hoe voel je je, Ted?’

‘Nee hoor, bekijk het maar, geen “hoe voel je je, Ted”. Ik voel me klote. Ik wil weten wat ik hier doe. Nu meteen.’

Laura sloeg haar ogen een paar tellen neer, verschoof een dichtgeslagen map die voor haar op tafel lag en schraapte haar keel. Haar glimlach was verdwenen en ze scheen echt geïrriteerd. Haar haar was opgestoken, zoals gewoonlijk, en ze droeg haar rechthoekige bril en witte doktersjas.

‘Dat zal ik je zo zeggen, maar eerst wil ik een paar dingen weten. Roger en ik willen je alleen maar helpen en –’

‘Oké, oké, laat maar zitten. Waar wil je antwoord op?’

Laura ademde diep in.

‘Gisteren zei je tegen Roger dat we je in het Lavender Memorial gingen opsluiten, dat je alles al wist. Wat bedoelde je daarmee?’

‘Dat lijkt me wel duidelijk, toch? Ik bedoelde dit hier.’ Ted liet nogmaals zijn geboeide handen zien.

‘Wie heeft je dat verteld?’

‘Wat maakt het nou uit wie dat verteld heeft? Het is uitgekomen.’

‘Was het Wendell?’

Stilte.

Ted dacht aan het gesprek met Wendell in het gereedschapshok van de leegstaande fabriek.

Ze zal je in het Lavender Memorial opsluiten, bij de compleet gestoorden. Ze heeft de bevoegdheid om dat te doen, dat kan ik je verzekeren.

‘Genoeg, Laura, het is jouw beurt om te praten.’

Laura en Roger wisselden een blik die Ted niet wist te plaatsen. De dokter knikte en sloeg het dossier open dat voor haar lag. Ze draaide het om zodat hij het kon zien, precies zoals Lynch had gedaan in zijn woonkamer. Alleen betrof het nu geen politiedossier, maar een röntgenfoto van zijn hersens. Hij herkende onmiddellijk de opnamen die Carmichael hem in zijn spreekkamer had laten zien; op elke foto stond in een hoekje zijn naam.

‘Herken je deze?’

‘Natuurlijk. Daar zit de tumor.’ Ted wees naar een specifiek deel dat donkerder was dan de rest.

‘Je hebt geen tumor, Ted.’

Waarom verbaast dat je niet?

De dokter draaide zich om en maakte een gebaar in de richting van het donkere glas. Even later ging de deur van de evaluatieruimte open.

‘Hallo, Ted.’

Daar stond Carmichael, zijn handen in zijn zakken en het gezicht somber als iemand die een slechtnieuwsgesprek moet voeren.

Carmichael is er ook bij betrokken.

‘Ik vrees dat het waar is wat dokter Hill heeft gezegd,’ zei hij terwijl hij nog in de deuropening stond.

Hij kwam langzaam dichterbij, liep om de tafel heen en ging zitten. Nu had Ted drie gesprekspartners.

‘Ik heb Carmichael gevraagd naar het Lavender te komen om het zelf tegen je te zeggen,’ lichtte Laura toe.

De man knikte ernstig.

‘Er is nooit een vlek geweest,’ zei Carmichael rustig. ‘Toen we de eerste resultaten hadden, zei ik tegen je dat je hersens helemaal schoon waren, dat de hoofdpijn ergens anders vandaan moest komen en dat we samen naar de oorzaak zouden zoeken zoals we hebben gedaan bij alle pijn waaraan je de afgelopen jaren hebt geleden. Je was overstuur en pas nadat ik had gezegd dat we voor de zekerheid nog een onderzoek zouden doen, kalmeerde je. Ik dacht op die manier een beetje tijd te winnen, want er was geen spoor van een tumor in je hoofd, en ik wist dat de uitslag hetzelfde zou zijn.’

Ted keek met een onbewogen gezicht toe.

‘Weet je hier niets meer van?’

‘Jullie hebben de resultaten verwisseld. Hoe weet ik dat deze opnamen van mijn hoofd zijn?’

‘Het spijt me,’ zei Carmichael.

‘En waar komt die hoofdpijn, die verwarring dan vandaan?’ Voor het eerst liet Ted iets van wanhoop blijken. ‘De tumor kan nog klein zijn of in een gebied zitten waar röntgenstralen niet bij kunnen. Ik heb erover gelezen, probeer me maar niets wijs te maken.’

‘We gaan door met de behandelingen om je te helpen –’

‘Mij helpen! Je begrijpt er niets van, Laura. De afgelopen sessies was het een godswonder dat ik nog kon komen. Als alles volgens plan was verlopen, zou ik op dit moment met een kogel in mijn kop in mijn werkkamer liggen.’ Ted schoot in de lach. ‘Dit slaat nergens op. Als Lynch er niet was geweest, had ik het gedaan.’

Hij vormde met twee vingers een pistool en bracht het naar zijn hoofd. Hij deed het geluid van een schot na. De artsen keken elkaar aan.

‘Wat is er?’ vroeg Ted ongeduldig. ‘Hou op met me als een gek te behandelen!’

Hij stond met een ruk op, zijn stoel viel om. Niemand in de ruimte reageerde. Ze observeerden hem terwijl hij begon te ijsberen.

‘Ik kan het gewoon niet geloven,’ zei Ted tegen zichzelf. Hij liep met zijn handen voor zijn buik, zijn ogen op de linoleumvloer gericht.

‘Heb je het hoefijzer, Ted?’ vroeg Laura.

Ted bleef abrupt staan en voelde als een bezetene aan zijn broekzak. Daar was de harde vorm van het hoefijzer. Hij haalde het uit zijn zak en hield het tussen zijn duim en wijsvinger, hij keek ernaar als was het een machtige talisman.

‘Weet je nog dat je me daarover vertelde?’ ging Laura verder. ‘En over Miller, je schaakleraar, over het kampioenschap in Buenos Aires tussen Capablanca en Aljechin…’

Op een goed moment liep Roger naar Ted toe en leidde hem naar zijn stoel. Hij scheen er niet helemaal bij te zijn. Hij keek nog steeds naar het hoefijzer.

‘Ik heb het bij het huis van Wendell gevonden,’ zei Ted verbaasd, gehypnotiseerd door het stuk gebogen ijzer.

‘Ted, kijk me eens aan.’

Hij hief zijn hoofd op.

‘De regels hier zijn streng en zo’n massief metalen voorwerp als een hoefijzer is absoluut verboden. Maar van mij mag je het bij je houden. En als je in de war bent, wil ik dat je je daarop concentreert en aan Miller en de schaakpartijen denkt, afgesproken?’

‘Aan betere tijden,’ mompelde hij.

‘Precies,’ zei Laura vriendelijk. ‘Aan betere tijden.’

Er was geen spoor meer van zijn woedeaanval. Ted sloeg zijn ogen weer neer en keek weg van het hoefijzer dat in zijn schoot lag, en dat hij met zijn handen voelde.

‘Was het om Holly? Ze… ze had een verhouding met Lynch, niet met Wendell maar met Lynch. Ik heb er foto’s van gezien. Ze zaten in een restaurant.’

‘Denk daar nu maar niet aan, Ted. Ik weet niet waarom je zelfmoord wilde plegen. Maar daar komen we wel achter.’

Ted leek nu een kind dat een standje krijgt. Opeens veranderde zijn uitdrukking, alsof hij zich iets herinnerde. Hij keek Laura aan en in zijn ogen lag oprechte paniek.

‘Gaat het goed met Holly en de meisjes?’

‘Het gaat goed met ze. Ze zijn bij haar ouders in Florida.’

‘Ze zouden vrijdag terugkomen. Wat voor dag is het vandaag?’

Laura gaf geen antwoord. Ze deed het dossier, dat nog open voor haar lag, dicht. Dokter Carmichael verontschuldigde zich en zei dat hij nog andere dingen te doen had, hij groette Ted met een hoofdknik en zei dat hij nog eens langs zou komen, dat Ted sterk moest zijn, dat hij in goede handen was.

De paniek was nog niet uit Teds ogen.

‘Wat zijn dit allemaal voor herinneringen, Laura?’

‘Dat komt nog wel, al vrees ik dat ik niet alle antwoorden heb. Ik wil je nu niet opjagen. Het is belangrijk dat je probeert te verwerken wat ik je net heb verteld. Overmorgen zien we elkaar hier weer, we blijven in gesprek. Volgende keer alleen jij en ik, zoals vroeger.’

Laura glimlachte meelevend.

‘Heeft Holly me hier laten opsluiten? Ik ben niet achterlijk, ik weet dat zij haar toestemming heeft moeten geven. Weet ze het? Weet ze wat ik in mijn werkkamer wilde gaan doen?’

‘Dat weet ze niet.’

‘Gelukkig.’

‘Maar je begrijpt toch wel dat je hier een paar dagen moet blijven?’

‘Ik geloof het wel.’

Nee, dat geloof je niet, maar je speelt het spelletje mee. Alles gaat precies zoals Wendell je heeft voorspeld. Hij is de enige die eerlijk tegen je is geweest… De enige die met bewijzen is gekomen.

‘Vannacht zul je in de extra beveiligde kamer slapen, maar ik zorg ervoor dat je morgen een gewone kamer krijgt, waar het comfortabeler is. McManus heeft me verteld dat je goed met Dawson kunt opschieten, dat is een hele verdienste. Hij is meestal vrij selectief.’

‘Ik weet niet of goed opschieten het juiste woord is. We hebben vanochtend in de tuin met elkaar gepraat. Hij heeft me verteld waarom hij hier zit, en dat was het.’

‘Hij heeft je in één dag meer verteld dan aan anderen in een heel leven.’

Ted haalde zijn schouders op. Waar hij het minst behoefte aan had was goed kunnen opschieten met een achterlijke moordenaar.

De laatste uitweg
titlepage.xhtml
jacket.xhtml
Hoofdstuk-01.xhtml
Hoofdstuk-02.xhtml
Hoofdstuk-03.xhtml
Hoofdstuk-04.xhtml
Hoofdstuk-05.xhtml
Hoofdstuk-06.xhtml
Hoofdstuk-07.xhtml
Hoofdstuk-08.xhtml
Hoofdstuk-09.xhtml
Hoofdstuk-10.xhtml
Hoofdstuk-11.xhtml
Hoofdstuk-12.xhtml
Hoofdstuk-13.xhtml
Hoofdstuk-14.xhtml
Hoofdstuk-15.xhtml
Hoofdstuk-16.xhtml
Hoofdstuk-17.xhtml
Hoofdstuk-18.xhtml
Hoofdstuk-19.xhtml
Hoofdstuk-20.xhtml
Hoofdstuk-21.xhtml
Hoofdstuk-22.xhtml
Hoofdstuk-23.xhtml
Hoofdstuk-24.xhtml
Hoofdstuk-25.xhtml
Hoofdstuk-26.xhtml
Hoofdstuk-27.xhtml
Hoofdstuk-28.xhtml
Hoofdstuk-29.xhtml
Hoofdstuk-30.xhtml
Hoofdstuk-31.xhtml
Hoofdstuk-32.xhtml
Hoofdstuk-33.xhtml
Hoofdstuk-34.xhtml
Hoofdstuk-35.xhtml
Hoofdstuk-36.xhtml
Hoofdstuk-37.xhtml
Hoofdstuk-38.xhtml
Hoofdstuk-39.xhtml
Hoofdstuk-40.xhtml
Hoofdstuk-41.xhtml
Hoofdstuk-42.xhtml
Hoofdstuk-43.xhtml
Hoofdstuk-44.xhtml
Hoofdstuk-45.xhtml
Hoofdstuk-46.xhtml
Hoofdstuk-47.xhtml
Hoofdstuk-48.xhtml
Hoofdstuk-49.xhtml
Hoofdstuk-50.xhtml
Hoofdstuk-51.xhtml
Hoofdstuk-52.xhtml
Hoofdstuk-53.xhtml
Hoofdstuk-54.xhtml
Hoofdstuk-55.xhtml
Hoofdstuk-56.xhtml
Hoofdstuk-57.xhtml
Hoofdstuk-58.xhtml
Hoofdstuk-59.xhtml
Hoofdstuk-60.xhtml
Hoofdstuk-61.xhtml
Hoofdstuk-62.xhtml
Hoofdstuk-63.xhtml
Hoofdstuk-64.xhtml
Hoofdstuk-65.xhtml
Hoofdstuk-66.xhtml
Hoofdstuk-67.xhtml
Hoofdstuk-68.xhtml
Hoofdstuk-69.xhtml
Hoofdstuk-70.xhtml
Hoofdstuk-71.xhtml
Hoofdstuk-72.xhtml
Hoofdstuk-73.xhtml
Hoofdstuk-74.xhtml
Hoofdstuk-75.xhtml
Hoofdstuk-76.xhtml
Hoofdstuk-77.xhtml
Hoofdstuk-78.xhtml
Hoofdstuk-79.xhtml
Hoofdstuk-80.xhtml
Hoofdstuk-81.xhtml
Hoofdstuk-82.xhtml
Hoofdstuk-83.xhtml
Hoofdstuk-84.xhtml
Hoofdstuk-85.xhtml
Hoofdstuk-86.xhtml
Hoofdstuk-87.xhtml
Hoofdstuk-88.xhtml
Hoofdstuk-89.xhtml
Hoofdstuk-90.xhtml
Hoofdstuk-91.xhtml
Hoofdstuk-92.xhtml