HOOFDSTUK 7

 

Ineens ging het allemaal heel snel. Het huwelijk zou plaatsvinden op de dag dat Suus tweeëntwintig jaar werd, de zeventiende september dus. De zomer vloog dat jaar voorbij met de gebruikelijke oogstdrukte. Daar was het meisje blij om. Hoe drukker je het had, hoe minder tijd er was om te piekeren.

Het was goed dat ze al in september zou trouwen. Direct na het huwelijk kwamen de aardappel- en de bietenoogst met opnieuw een grote drukte voor de boerin. Daarna, in november, kwam de slacht. Ze zou niet om bezigheden verlegen hoeven te zitten in haar nieuwe thuis.

Ze was nu een paar maal op Mastland geweest. Het was inderdaad een bijzonder mooie boerderij. Het woonhuis was fors en comfortabel. De keuken was er nog groter dan op Maesvreugt en er stond een enorm lichtgroen fornuis in. De mooie kamer was bijzonder deftig ingericht en het tweede vertrek in het voorhuis diende haar schoonouders als slaapkamer. Ze sliepen niet als andere boerenmensen in een bedstee, maar deftig in een ijzeren ledikant. Zelf zou ze met Dirk de opkamer krijgen en Dirk had besloten dat zij eveneens een ledikant zouden aanschaffen. Een bedstee met z'n tweeën was veel te benauwd en daarmee kon ze het wel eens zijn. Zeker omdat Dirk zo fors was.

Haar schoonvader had hetzelfde rustige, trouwhartige karakter als Dirk. Hij was ook lang, maar niet zo lang als zijn zoon. Zijn haren waren grijs en de man was oud voor zijn leeftijd. Zijn uiterlijk had Dirk van zijn moeder.

Suus wist niet goed wat ze van vrouw Leeuwestein moest denken. Ze deed vriendelijk genoeg, maar iets in die donkere ogen maakte dat ze zich onbehaaglijk voelde. Dirk was enig kind. Kon het zijn dat ze niemand goed genoeg voor hem vond? Suus ook niet? Of was er toch iets waar van de verhalen die in de streek werden verteld? Ook in Ammekerk. Zelfs moeder wist er meer van.

Ach, maar men kletste zo graag en er werden in alle dorpen wel een of twee vrouwen verdacht van hekserij. De bevolking van de Hoeksewaard was veel te bijgelovig! Eigenlijk was ze zelf geen haar beter.

Zo regen de dagen zich aaneen en brak de septembermaand aan. Dirk kwam nu regelmatig op Maesvreugt, zogenaamd om nog iets te regelen voor de bruiloft of om iets met zijn aanstaande schoonvader te bespreken, maar zijn werkelijke reden was Suus.

Het meisje wist dat. Ze moest soms een beetje lachen om die goede lobbes van een man, zo trouwhartig en zo door en door goed. Ze hield nog steeds niet van hem, maar zag er toch niet langer tegen op om met hem te trouwen.

De dag zelf bracht prachtig herfstweer. Het was het eerste waar Suus op lette, toen ze voor de laatste maal in de bedstee van Maesvreugt ontwaakte. Mineke had die nacht bij Grietje op zolder geslapen, evenals enkele familieleden die van ver waren gekomen.

Suus, die eigenlijk had moeten uitslapen om goed uitgerust te zijn, was toch al vroeg wakker geworden door al het gestommel boven haar hoofd, zo nu en dan onderbroken door onderdrukt gelach. Ze rekte zich behaaglijk uit. Ze had nu eenmaal nooit lang kunnen slapen.

Vandaag was het dus haar grote dag. Ze zou Maesvreugt moeten verlaten en die wetenschap wierp natuurlijk wel een schaduw over alles heen. Het zou moeilijk zijn geweest als ze niet naar Mastland ging. De grote hoeve, die uitzicht bood op het water van de Binnenmaas. Ze was blij dat Mastland ook dicht bij het water lag. Ze had er altijd zoveel van gehouden om op mooie zomeravonden langs de kreekkant te wandelen. Als kind had ze zelfs geleerd om erin te zwemmen. Vader zei altijd dat ze dat moesten leren, zodat ze niet hoefden te verdrinken als ze te water raakten, wat al te veel jonge kinderen gebeurde in de waterrijke streek. Vader vertelde graag van vroeger, als het dorp te hoop liep om naar een zwemmer te kijken. Men vond het in die dagen maar wat griezelig en ook onfatsoenlijk, maar nu leerden er meer mensen zwemmen. Het was ook plezierig, maar sinds ze opgegroeid was, had ze nooit meer gezwommen omdat moeder het niet netjes vond.

Gelukkig, dat ze water in de buurt hadden op Mastland.

Vader had trouwens ook met genoegen rondgekeken in de grote zwartgeteerde schuur. Dirk was trots op zijn paarden. Hij handelde er ook zo'n beetje in tegenwoordig. De rest van zijn veestapel mocht er trouwens ook zijn. Dirk was niet zoals veel andere boeren bang voor elke nieuwigheid en ook daarin kon hij het goed met haar vader vinden. Zijn eigen vader liet steeds meer werk aan hem over, dat had Suus al snel begrepen. Dat was goed. Dirk had een trots karakter en zou niet gemakkelijk iemand boven zich kunnen velen. Zelfs zijn eigen vader niet.

Kijk, hier stond ze nu door de blinden naar buiten te gluren op haar trouwdag. Het was warempel al zeven uur geworden. Ze had honger, zoals altijd 's morgens vroeg.

Suus gluurde nu voorzichtig om de hoek van de deur en riep haar moeder.

'Ben je al wakker, kind?'

Ze grinnikte. 'Dat kan wel niet anders, met mensen in alle hoeken en gaten van Maesvreugt. Ik heb honger, moe.'

'Blijf daar maar. Ik zal je thee en brood brengen, dan kun je je daarna op je gemak voor de bruiloft kleden.'

Het duurde niet lang eer haar moeder kwam. 'Zo, Grietje en Mineke zorgen voor de gasten en de mannen zijn al bezig de tafels op schragen te zetten in de deel. De klapstoelen zijn ook al gekomen. Het is fijn dat je in deze tijd van het jaar trouwt. Het vee kan buiten blijven en wij hebben in de deel alle ruimte voor het feest. Alles loopt gesmeerd, Suus.'

Haar moeder sprak vlug, zodat Suus moest lachen. 'Het lijkt warempel wel of u uzelf moet overtuigen.'

Onverwacht pinkte haar moeder een traan weg. 'Ik heb het er best moeilijk mee, dat mijn oudste vandaag trouwt en Maesvreugt verlaat.'

'Ik kom nog vaak terug, hoor, moeder.'

'Dan is het toch anders.'

'Ja, dat is zo. Inderdaad zal alles na vandaag anders zijn. Altijd. Maar ik voel me erg gelukkig, moeder. Ik heb heel de zomer naar deze dag uitgezien.'

'Dan is het goed.' Sanne vermande zich en borg haar zakdoek weer weg in de linnen zak, die ze onder haar rokkenvracht droeg. 'Ik ben heel blij dat je niet met tegenzin weggaat. Ik herinner me de bruiloft van mijn zuster Sabina met je grootvader. Het was een rampdag en dat hele huwelijk werd een ramp, tot je grootvader jaren later verongelukte op de Buitensluisse paardenmarkt. Het was een vreselijke tijd.'

'Ja, vader heeft er wel eens iets over verteld.'

'Vandaag is het gelukkig allemaal anders. Heb je genoeg?'

'Ik heb toch niet zo'n erge honger, geloof ik.'

'Dat zijn de zenuwen, kindje. Daar heeft elke bruid last van. Maar je moet goed eten, hoor, zodat je er straks tegen kunt. De dag is lang en zal veel van je vergen. En na deze dag komt de bruidsnacht ook nog. Ik hoop dat je daarvoor geen angst zult hebben. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, heb ik geprobeerd je daar zo goed mogelijk op voor te bereiden.'

Suus herinnerde het zich en bloosde. Ze was er best bang voor, maar dat wilde ze niet laten blijken. Nooit vergat ze, hoe ze een poosje geleden had toegezien toen de hengstenleider kwam. Ze had toe mogen kijken hoe de merrie gedekt werd en herinnerde zich moeders rode, licht beschaamde gezicht, toen deze fluisterde: 'Herinner je later maar, dat het ongeveer zo toegaat tussen een man en een vrouw, als je straks getrouwd bent.'

Veel meer had ze niet uit moeder losgekregen. Ze had er ook niet goed naar durven vragen. Over zulke dingen praatte je nu eenmaal niet. Wel had ze begrepen waar het om ging en ze wist dat dit al heel wat was vergeleken met de meeste andere meisjes. Die gingen totaal onwetend de echtelijke staat aan. Er waren er, die nog op hun trouwdag dachten dat je van een kus een kind kreeg.

Suus plensde nu handenvol water uit de schaal van de lampetkan in haat gezicht, zodat ze zich koud en fris voelde. Daarna begon ze haar onderrokken aan te trekken en de mooie, nieuwe, zwarte jurk, want tegenwoordig droegen bijna alle vrouwen op zondag zwart. Vroeger hadden de vrouwen veel kleuriger kleding gedragen, maar tegenwoordig werd dat als frivool beschouwd en moest je het doen met zwart, grijs, bruin, donkerblauw en donkerrood. Omdat Dirks moeder erg streng in de leer was, zou Suus op zondag ook zwart gaan dragen, als getrouwde vrouw. Ze had ook een prachtige nieuwe kapothoed van haar vader gekregen, van zwart fluweel. Ze zou een deftige bruid zijn, beslist. En ze wilde ook graag op goede voet komen met moeder Leeuwestein.

Vrouw Leeuwestein, zo heette ze zelf, over enkele uren. Haar konen waren nu helemaal rozig geworden, niet alleen van het koude water waarmee ze zich had gewassen, maar ook van opwinding. Zo, ze had haar kleren aan, haar kousen en ook de mooie, leren schoenen die eveneens nieuw waren. Vandaag zou ze niet als gewoonlijk op haar muilen lopen. Nu was het tijd om de muts op te zetten. Eerst haar haren in een knotje, dan de zwarte ondermuts erover, het krulijzer werd daarmee vastgezet. Ja, ze zou haar mooiste muts dragen vandaag. Ze had van Dirk nog een mooie speld gekregen van goud met granaatjes, om erop te dragen, het kwam uit de erfenis van zijn grootmoeder en het paste erg mooi bij haar eigen snoer granaten, op zilver gezet maar met een gouden tonslot, zoals in de streek gebruikelijk was. Waarlijk, nu zag ze eruit als een welvarende boerin!

Ze werd met gejuich begroet toen ze in de keuken kwam, omdat ze inmiddels snakte naar een kop koffie. Hendrik en Mineke waren juist terug. Ze hadden in het dorp de bruidssuikers, koek en krentenbollen opgehaald, die moeder bij de bakker had besteld. Oei, wat zag alles er feestelijk uit, nu iedereen rondliep in zijn beste kleren en met een lach op zijn gezicht. Het was allemaal zo feestelijk, je kon niet anders dan je blij voelen, dacht Suus. Ze zou zometeen voor het laatst een stukje langs de kreek lopen, zodra ze haar koffie ophad.

Het was er zo stil, met alleen het gekabbel van het water en het gezang van de vogels in het riet en in de wilgenbosjes. Suus voelde hoe haar nervositeit verdween. Het was vandaag een belangrijke dag. Er zou van alles veranderen, maar het was goed. Ze werd boerin op een mooie hoeve en kreeg een aardige man. Ze hoefde niet langer aan Barend te denken. Die kon ze voortaan gewoon uit haar gedachten bannen. Ze was bevoorrecht en daar mocht ze God voor danken. Suus haalde diep adem en keek toe hoe de zonnestralen tevoorschijn kwamen vanachter een zojuist voorbijzeilende wolk. De stralen deden de dauwdruppels op de velden glinsteren als diamanten en de grond rook zo kruidig als dat alleen in de vroege herfst het geval kon zijn. De berkenbomen aan het eind van de hof kleurden al een beetje geel en er sloop een kat de schuur in met een muis in zijn bek. Die ging een rustig plekje zoeken om zijn maaltijd te verorberen. O, Maesvreugt was oneindig mooi, maar dat was Mastland ook. Toch, hoeveel ze er ook voor terugkreeg, ze nam nu afscheid van haar jeugd. Deed dat niet altijd een beetje pijn?

Kom, ze moest zich haasten. Er begonnen nu meer gasten te arriveren. Was dat niet het rijtuig van tante Hanneke en oom Adam van Eben Haëzer? Jawel, daar had je Hendrik al. Hendrik die sinds een paar weken serieus achter Magda aanliep, het oudste nichtje. Vader verwachtte wel, dat Hendrik eens om Magda's hand zou vragen en dat zou misschien niet eens al te lang meer duren. Hendrik was ineens volwassen aan het worden.

Suus zuchtte. Magda was nog heel in de verte familie. Stel, dat Hendrik ook zou trouwen. Dan zou er nog meer veranderen. Ook op Maesvreugt. Dat wilde ze niet, besefte ze ineens hartstochtelijk. Op Maesvreugt moest alles blijven zoals het was. Vader en moeder moest ze hier op kunnen zoeken als ze wilde. Als Hendrik op Maesvreugt zat... Nee, zover wilde ze nog niet denken. Nu moest ze maar liever opschieten en moeder wat gaan helpen met de gasten. Er was zoveel te doen op een dag als vandaag.

Moeder was al druk in de weer met het eten. Er zou soep zijn, en broodjes. Kort na het middageten zou Dirk komen en dan... Was het maar vast zover! Dit wachten en al die vreemde drukte op het erf deden haar toch verlangen naar het moment dat ze naast haar aanstaande man zou staan.

Ze werd omhelsd door oudtantes, die ze maar hoogstzelden zag. Dat was toch wel ontroerend. Er waren ook buurvrouwen gekomen. Ja, ook Bep Hagoort was erbij. Die zouden in de deel alles verder in orde maken. De versieringen en de tafels klaarzetten voor het bruiloftsmaal; als zij straks weg waren zou de deel helemaal versierd worden met papieren slingers en bloemen. Er klonken al regelmatig lachsalvo's uit Maesvreugts grote schuur, maar Suus mocht daar niet gaan helpen. Voor haar moest de versiering een verrassing blijven, die ze pas mocht zien als ze terugkwam uit de kerk. Een bruiloft was waarschijnlijk veel leuker als je niet zelf de bruid was, dacht ze.

Tegen het middagmaal had ze werkelijk honger gekregen, zodat ze flink at. Moeder glimlachte. 'Goed zo, kind, nu kun je ertegen. Van emoties word je meestal nog vermoeider dan van gewone, eerlijke arbeid.' Moeder moest alweer haar ogen droogbetten. Moeder was huilerig vandaag, dat was ze anders nooit. Het zou haar ook moeilijk vallen dat ze het huis uitging, wist Suus. Ze glimlachte nog eens extra hartelijk naar haar moeder.

Eindelijk steeg de opwinding ten top. 'Daar komen ze,' schreeuwde Hendrik even na één uur. Hij had al een kwartier op de uitkijk gestaan, samen met Magda.

Vooraan, in de mooiste tilbury, die van Mastland zelf, reed Dirk. Daarachter, in het geleende rijtuig van de dokter, volgden zijn ouders en daarachter kwamen nog twee koetsen met familieleden.

'Wat krijg jij een deftige bruiloft, zeg,' glunderde een van de tantes. 'Zeven rijtuigen in totaal, alsof het niets is.'

Er werden aan alle kanten handen geschud. Eindelijk legde ook Suus haar hand in die van Dirk en glimlachte ze een beetje beschroomd. Nu waren ze samen. Voor altijd samen. Ze kreeg er een brok van in haar keel. Nu al.

Hij had een rood hoofd van onwennigheid. Zijn nieuwe zwartlakense kerkpak stond hem geweldig. In zijn vest droeg hij een mooi horloge dat hij van zijn grootvader had geërfd. Ja, hij was een bruidegom met wie ze gezien kon worden.

'Wat zie je er mooi uit,' zei hij zacht, met glanzende ogen en een lach op zijn gezicht, van oor tot oor. 'Wat een mooie hoed, Suus.'

'Ja, mijn kiep is splinternieuw,' lachte ze verlegen. 'Vader wilde dat ik goed voor de dag zou komen vandaag. Hij heeft vreselijk veel geld voor me uitgegeven.'

Nu volgde de gebruikelijke drukte van het instappen en ondertussen haastten degenen voor wie in de rijtuigen geen plaats was zich te voet naar het dorp. Eindelijk zat iedereen op zijn plaats en klakte Dirk met zijn tong. Ze reden kalm het erf af en achter hen knerpten vele wielen in het grind. Suus kon het niet laten om nog éénmaal om te kijken. Maesvreugt, haar thuis. Natuurlijk zou ze straks weer terugkeren, maar dan was alles toch anders. Dan was ze getrouwd. Nee, niet langer omzien nu. De toekomst lachte haar tegen. Dirk schoof onrustig heen en weer, zodat de paarden er ook ongedurig van werden. Hij had er zijn handen vol aan.

'Ik zal blij zijn als de dienst achter de rug is,' bekende hij. 'Ik ben best zenuwachtig en daar heb ik anders nooit last van.'

Ze legde teder haar hand op de zijne. 'We zijn vandaag allemaal zenuwachtig.'

Het gaf een hele drukte in de Kerkstraat, eer al die rijtuigen aan de kant van de straat stonden. De veldwachter kwam erbij staan om een oogje in het zeil te houden en een paar jongens gloeiden van trots, omdat ze een stuiver konden verdienen door op de paarden te passen. Een van de jongens haalde al ijverig water bij de herbergier om de dieren te laten drinken.

Eerst gingen ze naar het gemeentehuis, waar de burgemeester het burgerlijk huwelijk voltrok. De veldwachter was ook binnengekomen en ging na de korte plechtigheid rond met een bus voor de armen. Daarna ging de trouwstoet te voet naar de kerk, die er vlakbij lag.

Het was er al behoorlijk druk. Iedereen die Suus in Ammekerk kende, wilde het deftige huwelijk bijwonen dat Suus van Bressij nu sloot met Dirk Leeuwestein van Mastland.

'Wat ziet ze er lief uit,' werd er gefluisterd.

'En zo knap in haar klederdracht. Ze draagt de sier van haar grootmoeder zaliger. Ja, die Dries kan trots zijn op zijn oudste.'

De lange kerkdienst begon. Dominee preekte langdurig, maar Suus luisterde ontroerd. Nu was ze Dirks vrouw. Nu was er geen weg meer terug. Ze mocht niet meer omzien, maar ze moest vooruitkijken. Wat zou de toekomst hun brengen, Dirk en haar samen?

Toen ze de kerk uitkwamen en de mensen buiten hen toejuichten, ving ze ineens Barends blik. Ze schrok, want hij keek lelijk. Was hij boos, omdat ze nu ook getrouwd was? Dat begreep ze niet. Het had immers nooit wat tussen hen kunnen worden en dat wist Barend evengoed als zij. Even wierp het voorval een schaduw over deze dag, maar gelukkig merkte niemand het. Suus liet zich weer in de tilbury helpen en strooide bruidssuikers naar de kinderen die eromheen stonden. Eindelijk reden ze terug naar Maesvreugt.

Na de langdurige plechtigheden had iedereen honger. Vlijtige buurvrouwen hadden al voor het vee gezorgd en de koeien gemolken. Ze waren nu bijna allemaal naar huis gegaan om voor hun eigen boeltje te zorgen, maar later zouden ze wel terugkomen.

De eerste borrels werden rondgedeeld en Suus kreeg een glas vruchtenwijn in de handen gedrukt. Dankbaar nam ze een paar slokjes; ze had het toch wel een beetje koud gekregen in de kille kerk en later in de tilbury.

De stemming werd al snel vrolijker, want Dries was zeker niet karig op de bruiloft van zijn oudste dochter. Suus dronk zelfs een tweede glas wijn leeg en omdat ze nog niets gegeten had merkte ze dat de wijn haar een beetje naar het hoofd steeg. Haar wangen gloeiden en ze was blij toen Dirk met haar aan het hoofd van de schragentafel plaatsnam om aan het bruiloftsmaal te beginnen.

Opnieuw waren er soep, broodjes en krentenbollen. Op de tafels stonden overal schaaltjes met bruidssuikers en glimmend gewreven appels. Het zag er allemaal zo mooi uit. Ze weigerde een nieuw glas vruchtenwijn en kreeg eindelijk een kop gloeiendhete koffie. De sfeer aan tafel was al snel tegen het uitgelatene aan, vooral in de hoek waar de jongelui bij elkaar zaten. Daar had ze zelf ook wel bij willen zitten. Maar nu zaten Dirk en zij bezadigd tussen de getrouwde mensen in. Ja, de jeugd was nu voorgoed voorbij. Voortaan was het leven een ernstige zaak.

Het bruiloftsmaal duurde zoals gebruikelijk lang en Suus verbaasde zich in stilte over de hoeveelheid voedsel die verdween. Sommige mensen konden enorm eten. Er waren erbij die maar hoogstzelden zo lekker aten, want het brood was dik belegd met kaas, worst en spek.

Zelf leunde ze nu voldaan achterover en met een dankbare blik accepteerde ze een tweede kop koffie. Nu was ze niet langer licht in het hoofd. Ze voelde zich tevreden en ze keek met trots naar de bruiloftsgasten en de prachtig versierde deel van Maesvreugt.

Na de maaltijd vroeg dominee om stilte. Hij sprak een dankgebed uit en daarna zongen ze een paar psalmen. Algauw echter was het met de ernst weer gedaan.

Nu kwamen de voordrachten en vrolijke toneelstukjes. Mineke opende de rij met een zelfgemaakt lofdicht op het bruidspaar, dat zo nu en dan onderbroken moest worden vanwege de luidruchtige bijval.

 

Lieve bruid en bruidegom,

Mijn gedicht klinkt oliedom,

Toch meen ik het waarlijk in goede zin

Neemt allen nu een borrel in...

 

Ze hief het glas en de gasten deden haar lachend na.

 

Op uw geluk, lieve zuster mijn,

Moog' u spoedig moeder zijn.

 

Weer moest Mineke stoppen vanwege het lachen. Huwelijksrijmen waren nu eenmaal vaak een beetje ondeugend en Mineke trok een gezicht alsof er nog veel meer kwam.

 

Op Mastland mag u voortaan wonen

Voor zulk een hoeve u dankbaar tonen.

 

Zo ging het voorlopig nog wel even verder. Episodes uit het leven van het bruidspaar waren op rijm gezet en de gasten begonnen steeds luidruchtiger te worden nu de borrels zo overvloedig genuttigd konden worden. Na Mineke kwamen er andere voordrachten en toneelstukjes werden opgevoerd door neefjes en nichtjes. De buurvrouwen kwamen nu ook terug naar Maesvreugt om feest te vieren. Een paar maal ving Suus Barends blik, terwijl de uren voorbijgingen. Hij was nog steeds niet vrolijk, hoewel ze zag dat hij veel te schielijk dronk. Ze werd een beetje bang. Zou hij onvoorzichtige dingen doen? Haar trouwdag bederven?

Dirk dronk niet veel. Hij zat rustig en kalm naast haar en genoot ervan dat de mensen het zo goed hadden op zijn bruiloft. Hij praatte ook niet veel, omdat anderen dat wel deden. Suus keek een paar maal naar hem. Nog een poosje, dan zouden ze eindelijk alleen zijn. Ze werd opnieuw een beetje bang, maar moeder knikte haar toe alsof ze haar gedachten raadde. Alle bruiden waren een beetje bang, had ze gezegd. Ze had ook gezegd dat het niet nodig was, maar toch... Suus zuchtte licht. Gelukkig, Barend gleed nu als eerste dronken in het stro. Een paar jongelui jonasten hem balorig, maar hij mompelde nu nog slechts onverstaanbare dingen. Ze lieten hem algauw met rust om zijn roes uit te slapen. Maar hij lag niet lang alleen. Straks zouden verschillende vrouwen er hun handen aan vol hebben om hun dronken kerels thuis veilig in de bedstee te krijgen.

Suus luisterde naar de gesprekken om haar heen. Ze was nu best moe en ook wat soezelig van alle ongewone drukte. Nu lepelde ze op haar gemak een glaasje bowl leeg, maar ook daarin had iemand wijn gedaan en misschien ook nog wel iets anders. Ze moest oppassen. De bowl kon wel eens koppig wezen, omdat het zo gemakkelijk weglepelde. Het was nu ook behoorlijk warm geworden in de deel door al die mensen en de brandende lantaarns. Op de tafels stonden ook veel vetpotjes te branden, zodat de schuur er vanavond werkelijk sprookjesachtig uitzag. Hier en daar trokken jongelui zich terug in de ruimschoots aanwezige donkere hoekjes. Suus zuchtte opnieuw. Het was nog zo kort geleden dat ze zelf net zo van bruiloften had genoten. Heus, het was maar half zo aardig zelf de bruid te zijn.

Hoor, nu hadden een paar boeren toch een meningsverschil gekregen. 'Guano is alleen geschikt als aardappelmest,' bromde een oudere boer.

Dirk stootte Suus aan. 'De opschepper. In het begin wilde bijna niemand iets van kunstmest weten. Pas toen de ouderen was verteld dat guano gedroogde vogelmest was en dus natuurlijk, werd de tegenstand van die oude mannen overwonnen.'

'Hoe weet je dat?' vroeg ze, terwijl ze een geeuw onderdrukte.

'Door de cursus. Ik ben 's winters op een landbouwcursus geweest, want ik ben niet bang van nieuwigheden.'

'Mijn vader ook niet.'

'Dat weet ik, ik heb een puikbeste schoonvader gekregen.' Hij lachte en had nu geen last van verlegenheid meer. Er blonk iets in zijn ogen dat Suus het bloed naar de wangen joeg. Nee, ze mocht niet vergeten dat de dag nog lang niet ten einde was. Zou ze toch nog een beetje bowl nemen? Het was nu niet meer zo moeilijk als ze aan de komende huwelijksnacht dacht, maar ze werd nog steeds onrustig van die gedachten.

Dirk ging onbekommerd verder. 'Op de wintercursus leren we alles over grondbewerking, over een doelmatig gebruik van de kunstmeststoffen en over nieuwe rassen met een hogere productie. Daar vaart je bedrijf wel bij. De cursussen worden nu al enkele jaren gegeven. De grootste moeilijkheid is, dat de beste arbeidskrachten naar Rotterdam trekken om daar beter betaald werk te zoeken. Als dat zo doorgaat, moeten wij ons straks behelpen met de oude mannen en jonge knapen die nog in de groei zijn. Ik denk erover om nog meer machines aan te schaffen.'

Suus luisterde maar met een half oor, maar Dirk zat kennelijk op zijn stokpaardje, want onverdroten ging hij verder. 'De zaaimachine heeft zijn nut al bewezen. Wiedmachines vind ik ondeugdelijk, want als de messen even buiten de rijen komen ben je je gewas kwijt.'

'Mijn vader zegt dat met het wieden met de schrepel ook aan de lopende band planten sneuvelen,' antwoordde ze, terwijl ze haar best deed beter op zijn woorden te letten, want ze was toch wel trots dat Dirk over dergelijke dingen met haar sprak.

Hij lachte. 'Ik wist wel dat je niet dom was, al denk ik toch dat veel machines nog verbeterd moeten worden. Zelf denk ik eerder over een dorsmachine. Al is het wel nadelig, dat je door zo snel te dorsen niet de hele winter de beschikking hebt over vers stro en kaf voor het veevoer. Maar je bespaart veel geld, omdat je niet zoveel loon hoeft te betalen.'

'Die gezinnen zitten 's winters dan zonder inkomsten.'

'Ja, ik moet er nog eens goed over nadenken, want hoewel Mastland op de eerste plaats komt, wil ik ook niemand in de armoe storten. Zo ben ik niet, Suus.'

'Goddank. Ken je het verhaal van die boer uit Nieuw-Beijerland, die zijn knecht op een zondag met een sigaar zag? De boer concludeerde hardop dat hij de man kennelijk te veel loon betaalde, omdat de arme stakker zich daarvan een sigaar kon permitteren. En dat zit dan 's zondags evengoed met een vroom gezicht vooraan in de kerk. Als jij ook zo was, zou ik nooit met je getrouwd zijn.'

Hij glimlachte. 'Nog even, dan kunnen we weggaan. De bruiloft is aardig, maar nu zou ik toch wel weg willen.'

Ze bloosde opnieuw.

Het duurde nog meer dan een uur eer het eindelijk zover was. Suus was nu heel moe, maar haar moeder schoof haar een verse kop koffie toe. 'Hier, drink op, het zal je goeddoen, kindje. Je moet nog even voort. Het is nog een aardige rit naar Mastland en dan, tja.' Moeder knikte bemoedigend. De schat, ze bedoelde het goed. Het was ook voor haar een zwaar ogenblik, om te weten dat Suus zometeen van Maesvreugt weg zou rijden.

Suus dronk met genoegen. Ze voelde hoe het vocht haar vanbinnen verwarmde en ze moest opnieuw een rode kleur gekregen hebben. De mensen hielden haar nu in de gaten, wist ze. Een enkele dronken kerel maakte een brutale opmerking, maar ze deed net of ze niets hoorde en niets begreep. Ze zou blij zijn, als de dag helemaal voorbij was.

Het was een luidruchtige stoet die over de stille dijk langs de Binnenmaas naar Westmaas reed. Bij Mastland leek het rumoer alleen nog maar te zijn toegenomen, want de dronken kerels van Dirks familie hadden intussen een luidruchtig lied aangeheven. Het moest tot ver in de omtrek te horen zijn, maar Dirk glimlachte slechts.

'Nog even, dan liggen ze allemaal in het stro en snurken ze als ossen. We hebben stro in de deel gelegd, waar de mannen kunnen slapen, zodat ze niet met hun dronken koppen de trap naar de zolder op hoeven. De vrouwen slapen daar nu bij elkaar. We hebben nog nooit zoveel mensen in huis gehad.'

De knecht van Mastland, Driekus van Loon, die de hele dag had opgepast, was wakker geschrokken en ontfermde zich nu over de paarden. Eerst was er een druk geloop op heel Mastland, maar al snel werd het rustiger in huis.

Suus stond onwennig in de opkamer. De blinden waren zorgvuldig gesloten, zodat geen nieuwsgierige blikken naar binnen konden worden geworpen, want je wist nooit waartoe baldadige bruiloftsgasten in staat waren. Het mahoniehouten ledikant stond tegen de blinde muur en Suus huiverde. Het was nu bijna voorbij, hield ze zich moedig voor.

Dirk liet haar alleen en haastig kleedde ze zich uit. Rillend schoot ze in haar nachtjapon en kroop tussen de witte lakens. Toen restte haar niets anders dan te wachten wat er komen ging. Ze draaide de petroleumlamp zo laag mogelijk. Na een paar minuten klonk er een zacht klopje op de deur.

'Je kunt binnenkomen,' fluisterde ze. Ze trok de lakens zo hoog mogelijk op. Ze was ook bang dat iemand hen zou kunnen horen, nu er overal op Mastland mensen waren. Dat wilde ze niet, daarover zou ze zich schamen. Ze moesten maar heel stil zijn.

Dirk had zijn kleren over zijn arm en hing zijn pak toen zorgvuldig over een stoel. In zijn hemd en lange onderbroek sloop hij op kousenvoeten de kamer door naar het bed. Ze durfde nauwelijks naar hem te kijken. Hij blies snel de lamp uit, misschien wel even beschroomd als Suus en daarna kraakte het bed naast haar.

Stijf lagen ze een poosje naast elkaar. 'Lig je lekker?' vroeg hij ten slotte zacht in het donker.

'Het is veel ruimer dan in de bedstee thuis. Ik sliep daar altijd samen met Mineke.'

'Ja, jij bent het gewend. Ik heb altijd alleen geslapen.'

'Het went wel,' troostte ze.

Hij moest lachen. 'Er staat wel wat tegenover, hè? Nu hoef ik eindelijk niet meer op te passen. Nu mag ik je eindelijk in mijn armen houden en liefhebben, als ik dat wil. Nu is dat eindelijk niet meer onfatsoenlijk. Het heeft me soms moeite gekost om zoveel geduld te hebben, Suus.'

Ze begreep dat niet, maar moeder had haar gewaarschuwd. 'Mannen hebben er nu eenmaal een onbegrijpelijke behoefte aan,' had ze Suus eens voorgehouden. 'Als je van elkaar houdt is het niet erg. Het is net een storm, het raast vanzelf weer voorbij.' Wat zou ze daarmee bedoeld hebben? Nu voelde ze, hoe Dirk naar haar begon te tasten. Zijn mond vond de hare feilloos, ondanks de duisternis. Zijn ene arm onder haar hoofd en de andere lag ineens op haar ontblote borst. Even wilde ze hem wegduwen, want ze vond dat ongepast, maar toen herinnerde ze zich opnieuw enkele woorden van haar moeder. Ze moest geduld hebben. Als de storm was uitgeraasd mocht ze eindelijk gaan slapen. Nu ging het komen. Daarna zou ze niet langer onwetend zijn. Gek, nu bonsde haar hart toch weer!

Dirk voelde het en lachte. 'Jij ook, Suus? Ben jij ook ongeduldig?' vroeg hij met mannelijk onbegrip. Ze knikte maar zo'n beetje, want ze wilde alles doen om hem tevreden te stellen. Ze schrok wel even, toen hij aan haar nachtpon begon te sjorren, maar toen dacht ze aan de paarden. Zoiets was het ook bij mannen en vrouwen. Dat de kleren daar tussenuit moesten, was dus gewoon nodig. Ze hield nog net een zucht binnen. Wat een heisa allemaal. Toch had ze daarna geen tijd meer om te piekeren. Ze merkte algauw wat moeder met de storm had bedoeld en ook bemerkte ze dat Dirk het bijzonder prettig vond. Hij kreunde en bewoog, zodat het bed er toch van kraakte. Ze hoopte maar, dat niemand dat zou horen.

Het was even onverwacht voorbij als de storm was opgestoken. Dirk fluisterde aan de lopende band lieve woordjes en eindelijk ontspande Suus zich. Dit was wel prettig. Nu was Dirk weer de Dirk die ze kende. Nu fluisterde hij aldoor zachter en ineens sliep hij. Het was voorbij. Nu was ze vrouw. Ze wist. Nu mocht ook zij eindelijk gaan slapen.

Vreemd, dat de slaap nu niet meer wilde komen. Nog uren lag ze wakker in de vreemde kamer van Mastland en luisterde ze naar alle geluiden. Mastland, dat nu voor altijd haar thuis zou zijn.