HOOFDSTUK 2
Om bom bellen,
vier bestellen,
vier beschuit,
jij bent er eerlijk uit.
En wie het laatste stukje heeft,
die is vrij
van de hazeloterij
ei, ei, ei,
en dat ben eerlijk jij.
Minekes stemmetje schalde over het erf, terwijl ze het aftelversje zong. Suus stond achter het keukenraam en keek naar de kinderen. Ze zuchtte licht. Mineke was nu vijftien en bleef zo kinderlijk! Moeder had helemaal geen hulp aan haar. Al het werk kwam neer op haarzelf en de meid, en natuurlijk ook op moeder. Mineke bezocht de naaischool in het dorp, maar daar was ze net zo zorgeloos als thuis. Doorgaans wist ze zelfs de eenvoudigste naaiwerkjes nog naar Suus door te schuiven. Zelf vond Suus dat het al eeuwen geleden leek, sinds ze zelf zo kinderlijk was geweest. Achttien was ze nu, in september geworden. Over een week, op Palmzondag, zou ze in de kerk haar belijdenis afleggen. Ze zou dan ook voor het eerst haar nieuwe krullenmuts mogen dragen. Het was de gewoonte dat meisjes in de dracht gingen bij het afleggen van de belijdenis.
Gedurende de hele winter had ze de lange, saaie lessen van dominee bij moeten wonen. Soms leek het net alsof de catechisatie al een soort belijdenis was. Maar na volgende week zou ze, als echte volwassene, aan het Avondmaal deel mogen nemen en iedereen vond dat een belangrijke mijlpaal in haar leven.
Suus zelf was daar allemaal niet zo zeker van. Wat had het doen van belijdenis nu nog te maken met een vrije keus? Het werd immers gewoon van je verwacht? Het zou me nogal een opschudding geven in heel Ammekerk, als ze te kennen zou geven dat ze liever geen belijdenis deed omdat ze nog niet geheel zeker was van haar zaak. Omdat ze zo vaak boordevol twijfels zat, ook over het geloof. Suus was van mening dat de meesten van haar leeftijdgenoten hun jawoord aan de kerk lichtvaardig gaven, gewoon omdat het zo hoorde. Ze dachten er verder nauwelijks over na. Maar als je, zoals Suus, de mensen nauwkeurig opnam, dan kwam het je vaak voor alsof het leven heel iets anders leerde dan de kerk.
Ja, van die vragen kon ze tegenwoordig wakker liggen. Toch zou ze, gewoon omdat het van haar werd verwacht, braaf haar belijdenis doen. Ondanks alle innerlijke twijfels kon ze het niet over haar hart verkrijgen vader en moeder te schande te maken voor het front van heel de aanwezige gemeente. Ze zou, net als de andere achttienjarigen, voor de gemeente staan met haar nieuwe bijbeltje, dat een fijn gouden slotje had. Ze zou zich met een glimlach op haar gezicht door de gemeente laten toezingen en uiterlijk rustig haar jawoord geven op de door dominee gestelde vragen. Niemand zou iets van haar twijfel bemerken. Ze zou...
Ach, volwassen worden was helemaal niet leuk. Het leek wel alsof er geen plaats meer was voor onbezorgde vrolijkheid. Ze moesten altijd maar werken en nog eens werken. Zeker nu moeder nog niet helemaal de oude was.
Na vele jaren was Sanne van Bressij opnieuw zwanger geraakt, terwijl ze daar helemaal niet meer op gerekend had. Het gebeurde wel vaker, dat vrouwen ineens nog een nakomertje kregen als ze de overgang naderden. Suus wist dat moeder zich op het nieuwe kindje had verheugd. Maar eind januari had ze het zevenmaandskindje onverwacht verloren en nu was ze nog steeds niet over de slag heen.
Suus draaide voor veel extra werk op dat moeder nu niet kon doen. Er was sprake van geweest om Mineke van de naaischool af te halen, maar daar had ze zelf snel een stokje voor gestoken. Haar zusje moest haar lessen maar liever afmaken. Gelukkig had vader er net zo over gedacht. Suus had trouwens allang ontdekt dat ze in haar eentje veel meer werk verzette, dan wanneer ze door haar jongere zusje werd 'geholpen'.
Suus draaide zich eindelijk van het raam af en glimlachte naar haar moeder, die aan de grote keukentafel zat met een breikous. Moeder deed tegenwoordig veel van die rustige karweitjes.
Suus hield van dit vertrek. Ze vond het de gezelligste kamer van Maesvreugt. Het water op het fornuis begon al te zingen. 'Ziezo, ik zal zo langzamerhand eens haast gaan maken met de koffie. Vader zal zometeen wel thuiskomen, denkt u ook niet?'
'Beslist. Ik krijg zelf ook trek. Het is waterkoud, we krijgen vast regen. De koffie zal ons weer warm maken, Suusje.'
'Toe nou, moeder.'
'Och, ja, ik vergeet steeds dat mijn oudste dochter nu volwassen is.'
'Vader vergeet dat niet. Hij wil dat ik trouw.' Ze hield zich bezig met de koffie en keek tersluiks naar haar moeder. Sanne van Bressij keek op en liet eindelijk de breikous in haar schoot rusten. 'Trouwen? Nu al?'
'Ik ben achttien, moeder. Hij zegt dat Dirk Leeuwestein om mijn hand heeft gevraagd.'
'Ja, ja, dat weet ik, dat heeft Dries me wel verteld, maar ik heb het niet zo ernstig opgenomen. In mijn ogen ben je nog altijd mijn kleine meid. Maar ik denk dat het alle moeders zo vergaat met hun oudste. Zeg me eens, kindje, wat vind je daar eigenlijk zelf van?'
'Moeder, ik kén hem niet eens.'
'Jawel, je ziet ze zo nu en dan in Ammekerk en je weet dat ik heel lang geleden wel met zijn moeder omging. Je moet maar niet over de praatjes vallen die men over hen vertelt.'
'Over vrouw Leeuwestein dan. Ze zeggen dat ze kan heksen.'
'Kom, kom,' suste Sanne, die gemakshalve vergat dat ze altijd best geïnteresseerd was in dorpsroddel. Ook al deed ze er zelf niet aan mee, tenminste, dat probeerde ze. 'Je weet best dat Dirk een knappe vent is om te zien.'
'O ja? Die enkele maal dat je zulke mensen in het voorbijgaan ziet? Zijn moeder zal in de kerk wel hebben zitten gluren naar uw mooie mutsen en rijke sieraden.'
'Suus! Je bent een van de aardigste meisjes van het dorp. De vrijers lopen al sinds je vijftiende achter je aan.'
Moeder Sanne moest zelfs een beetje lachen bij de herinnering.
'Nu ja,' bloosde Suus, verlegen ineens, 'ze kijken wel naar me, maar u weet dat ik nog nooit met iemand ben omgegaan.'
'Het zou anders helemaal geen kwaad kunnen. Je hebt de leeftijd. En die Dirk is vast heel gek op je.'
'Of hij is gek op Maesvreugt,' antwoordde Suus van Bressij met ongewone ernst.
'Wijsneus. Welnee, het is die aardige toet van je, ik weet het zeker.'
'Zo'n jongeman vergeet heus de hoeve niet, leuke toet of niet.'
'Nu ja, en wat dan nog? Hij is enig kind en de boerderij van zijn vader is nog groter dan Maesvreugt. Dirk Leeuwestein zou een zeer geschikte echtgenoot voor je zijn. Hij is een paar jaar ouder dan jij, midden twintig en het is een boom van een kerel. Alle mannen in de streek hebben respect voor hem, niet alleen in Westmaas, maar zelfs tot hier in Ammekerk toe.'
'Maar daarom wil ik nog niet met hem trouwen.'
'Dat hoeft ook niet. Je zou Dirk eens wat vaker kunnen zien. Een stukje met hem oplopen langs de kreek. Wat praten, zodat je elkaar leert kennen. Vind je hem dan zo onsympathiek dat je hem niet eens een kans wilt geven?'
'Willen jullie nu eigenlijk dat ik een goede partij doe, of dat ik uit liefde trouw en gelukkig word?' zuchtte Suus, terwijl ze de koffie inschonk.
'Beide,' glimlachte Sanne, maar haar ogen lachten niet mee. Voor een boer telde de hoeve zwaarder, wist ze. Dries had haar indertijd ook niet uit liefde getrouwd, al dankte ze God nog elke dag dat ze later zijn liefde wel had weten te winnen. Maar of hij zijn dochters een partij beneden hun stand zou laten doen, alleen omwille van gevoelens? Daaraan twijfelde ze toch ten zeerste.
Hij was nogal verguld met de belangstelling van de rijke boerenzoon voor hun oudste dochter. Ook Sanne moest ervan zuchten. Ze zou er heel wat voor over hebben om te voorkomen dat er tweedracht kwam op Maesvreugt. Het leven was zo rustig voorbij gegleden, deze laatste jaren. Ze wilde geen moeilijkheden. Ze was gelukkig met haar gezin. Sanne wilde niets liever dan dat zo houden.
'Moeder,' drong het meisje aan. 'U zou toch niet willen dat ik ongelukkig werd?'
'Nee, nee, dat niet. Maar waarom wil je Dirk geen kans geven? Dat zou je vader veel plezier doen.'
'Ik heb een hekel aan hem.'
'En je zegt net dat je hem nauwelijks kent.' Sanne was oprecht verbaasd.
'Ik herinner me hem van een vijftal jaren geleden. Toen deed hij heel vervelend tegen me en heb ik eens mijn tong naar hem uitgestoken.' Suus grinnikte ineens, toen ze aan het voorval terugdacht. Het was al zo lang geleden. Ze was toen nog echt een kind geweest. Het voornaamste dat ze zich ervan herinnerde was, dat hun moeders voor de kerk hadden staan praten. Vanaf dat moment had ze altijd een hekel aan die grote, donkere kerel gehad.
Er klonk geratel op het grind en de beide vrouwen in de grote boerenkeuken keken op. 'Vader.'
'Pak maar vast een koffiekom voor je vader. Hij zal wel meteen een bakje willen hebben.'
'Dat denk ik ook, ja.'
Dries van Bressij vulde het hele vertrek met zijn aanwezigheid. Zijn opgewekte lach schalde over het erf, toen hij Mineke en Hendrik begroette en even later hoorden de twee vrouwen in het keukenvertrek hoe hij zijn klompen uitschopte. Bijna meteen stond hij binnen.
'Ha, vrouwtjes van me. Ik ruik de koffie al. Heerlijk.'
Dries was nog maar weinig veranderd sinds zijn jonge jaren. Weliswaar was zijn dikke blonde haar aan de slapen vergrijsd en had zijn gezicht zo hier en daar groeven gekregen, vooral om zijn ogen, maar zelf zei hij altijd dat dat van het lachen kwam. Alle kinderen van Ammekerk waren dol op hem. Hij had altijd polkabrokken in zijn broekzakken en was niet te gierig om ze met griffe hand uit te delen. Nu kuste hij opgewekt zijn vrouw.
'Je raadt nooit wat ik heb gezien,' grinnikte hij goedgehumeurd. Hij keerde altijd opgewekt van dergelijke uitstapjes terug.
'Nou?' Alle gezichten in de keuken keken hem verwachtingsvol aan. Ook de kinderen waren intussen binnengekomen. Suus was al bezig om chocolademelk voor hen te maken, al dacht ze in stilte dat Mineke dat best zelf had kunnen doen. Ze scheelden niet eens zoveel!
'Een automobiel,' zei Dries en hij genoot van de verblufte gezichten.
'Je bent toch niet naar de stad geweest?' vroeg moeder wantrouwend. 'Hier in de streek rijden geen auto's.'
Tegenwoordig wel.' Dries genoot. 'Er is nu een heuse automobiel in Oud-Beijerland en alle kerels lopen te hoop als het vehikel voorbijrijdt. Ik heb het zelf gezien. Moeders durven hun kinderen nauwelijks nog op straat te laten spelen, want zo'n gevaarte heeft een ongehoorde snelheid. Vooral buiten het dorp kan zo'n ding wel 35, soms wel 40 kilometer per uur rijden. Gezond kan het nooit wezen, als het zo snel gaat. Ze zeggen dat dan de lucht uit je longen wordt gedrukt.'
'Ik zou mijn hart ook vasthouden als er zo'n gevaarte in Ammekerk rondreed,' vond Sanne resoluut, terwijl ze eindelijk haar breikous weer oppakte.
'Ja, ja, de nieuwe tijd doet overal zijn intree. Ook hier. We hebben nu al een stoomtram op het eiland en een automobiel, er is een boterfabriek gekomen zodat we niet meer, zoals vroeger, zelf hoeven te karnen. Sommige mensen hebben zelfs een telefoon. Dat is een ding waarmee je kunt praten met iemand die zelfs in een ander dorp is.'
'Tjonge, jonge, is het waar?' Weer vergat moeder haar breikous van pure verbazing.
Allemaal wonderen van deze tijd, vrouw. Als mijn grootvader nog leefde zou hij zijn ogen niet geloven, vandaag de dag.'
'Kun je nagaan, wat wij allemaal nog voor nieuwigheden zullen zien, eer wij
oud zijn.' Sanne lachte, maar wel een beetje angstig.
'Ja, vrouw, veel goeds en ongetwijfeld ook veel dat de uitvinders niet hadden kunnen bedenken. Een mens staat in deze nieuwe eeuw doorlopend voor verrassingen.'
Ze praatten gezellig nog een uurtje na in de grote keuken, eer vader naar buiten liep om naar het werk te kijken. Hendrik liep met hem mee. Hij beloofde een flinke kerel te worden, op wie Dries trots kon zijn. Gelukkig maar, want het had hem altijd verdroten dat hij maar één jongen had. Een enkele opvolger was een angstig bezit, dat je al te gemakkelijk verliezen kon.
In de keuken begonnen de vrouwen de tafel te dekken en voor het avondeten te zorgen. Maar Suus bleef stiller dan gewoonlijk. Al was ze blij dat het niemand op scheen te vallen. Ze had wel graag een vriendin gehad met wie ze eens had kunnen praten. Emma, haar nichtje van ongeveer dezelfde leeftijd, woonde helemaal in Maasdam en dat was te ver weg om echt vriendschap te sluiten. De kinderen van tante Hanneke en oom Adam waren nog te jong. De oudste waren jongens, echte plaaggeesten, maar Magda was zelfs nog iets jonger dan Mineke. Nee, als ze zorgen had zou ze het alleen moeten klaren. Het huwelijk met Dirk Leeuwestein, dat vader zo graag wilde, daarover kon ze zelfs met moeder niet meer praten.
Palmzondag beloofde een stralende dag te worden. Suus zag het al toen ze de keuken in kwam, waar moeder juist het zelfgebakken krentenbrood aansneed.
'Ben je al wakker, meisje? Hier, neem maar vast een plak ter ere van deze grote dag. Het is een feestelijke aangelegenheid voor ons en voor jou een van de belangrijkste dagen van je leven, nietwaar?'
Suus vond het wel prettig om zich een beetje te laten verwennen. Later stak ze zich in haar allerbeste kleren en hielp moeder haar met het opzetten van de keuvel of krullenmuts, zoals de kanten muts van de streekdracht werd genoemd. De sieraden die ze vandaag droeg had ze voor het grootste gedeelte geërfd. Het dubbele snoer granaten met het gouden tonslot was van haar grootmoeder geweest en de mooie mutsspelden waren ooit door tante Susanne nagelaten aan haar naamgenote op Maesvreugt. Vader had wel nieuwe gouden krullen voor haar gekocht, met dertien windingen, want het aantal windingen én de dikte van het goud lieten je welstand blijken. De mooie kant was ook heel duur geweest. Want al begon de streekdracht langzamerhand te verdwijnen, op zondagen en hoogtijdagen tooiden de boerinnen uit de streek zich nog graag met de mooie kanten mutsen en vader zei dat het geld voor een dure muts goed besteed was als je bedacht dat zo'n keuvel minstens vijfentwintig jaar mee kon.
Vanwege de belangrijke aangelegenheid reed de familie die dag met de tilbury naar de kerk. Na de dienst zouden tante Hanneke en oom Adam mee naar Maesvreugt gaan om koffie te drinken. Het zou een drukke dag worden, want ook tante Sabina uit Maasdam werd nog wel verwacht. Maar al die drukte was goed, dacht Suus. Als je het druk had hoefde je niet te piekeren.
Suus zag een beetje bleek en voelde zich erg gespannen, toen ze naar de kerk reden. De onrust kwam voor een gedeelte voort uit het feit dat ze niet met hart en ziel achter het jawoord stond, dat ze straks in de kerk zou geven. Natuurlijk geloofde ze wel en met veel dingen die ze van dominee had geleerd was ze het wel eens, maar er bleven zoveel vragen onbeantwoord. Ze wist dat ze haar belijdenis voornamelijk aflegde, omdat dit nu eenmaal van haar werd verwacht. Ze wilde en kon haar ouders niet te schande maken. Zou ze daarom zo tegen de dienst opzien?
Het was al erg druk bij de kerk. Verschillende rijtuigen stonden al in de Kerkstraat en mensen groepten hier en daar samen om de laatste nieuwtjes te bespreken. Suus wilde maar dat alles vast achter de rug zou zijn.
Met neergeslagen ogen ging ze op haar plaats zitten, samen met de andere jongelui die vandaag getuigenis van hun geloof zouden afleggen. Duidelijk zichtbaar voor iedereen. Ze voelde hoe de gemeenteleden ook naar haar keken. Hoe haar sier aan een kritisch onderzoek werd onderworpen. De dikte van het goud geschat en de windingen van de krullen geteld. Vanaf vandaag werd ze immers als volwassen beschouwd. Nu zouden ook anderen dan vader over een huwelijk gaan denken. Er waren meer boerenzoons die haar vrijer wilden zijn, ze wist het al te goed. Ze was niet lelijk, verre van dat. Dat had ze in de afgelopen jaren door gekregen. En dan was er altijd Maesvreugt op de achtergrond, een van de mooiste boerderijen van het dorp.
Suus zuchtte en vatte eindelijk zoveel moed dat ze durfde op te kijken. Waarom was ze toch zo angstig? Dat was toch nergens voor nodig? Ze was jong en gezond, goedbeschouwd was dit de beste tijd van haar leven. Die mocht ze niet verdoen door aldoor te gaan zitten kniezen. Eindelijk keek ze de kerk rond en blikte ze even later recht in een paar donkere ogen, die haar over alle hoofden heen strak aanstaarden.
Blozend sloeg ze de hare weer neer. Dirk Leeuwestein, de vrijer aan wie vader haar zo graag zou uithuwelijken. Wat deed hij vandaag in de kerk? Nu voelde ze zich nog rustelozer dan eerst. Waarom?
Was hij werkelijk alleen maar op bezoek bij zijn tante? Uitgerekend vandaag? Ze kon het niet geloven.
De dienst begon en Suus had de grootste moeite om er haar aandacht bij te houden. Meerdere malen dwaalden haar ogen af, dat ging gewoon vanzelf. Ze ontmoette dan steeds Dirks donkere ogen, waarna ze de hare verlegen en met een rode blos op de wangen afwendde.
Hij was ook zo lang, hij stak boven iedereen uit. Als hij zo naar haar bleef kijken, zouden de praatjes al beginnen nog voor ze de kerk uit was.
O, ze schaamde zich. Ze hield niet van die man, ze kende hem amper. Waarom was hij naar haar vader gegaan? Hij had beter naar haar kunnen komen, dan had ze hem meteen zelf kunnen vertellen dat hij geen hoop hoefde te koesteren. Ze was immers nog veel te jong om te trouwen? Ze wilde niet uit Ammekerk weg. Ze wilde Maesvreugt ook niet verruilen voor een andere boerderij, hoe mooi die ook was. Maesvreugt, waar ze elke vierkante centimeter kende. Daarbij kon geen enkele andere hoeve het halen. Ze zou zich op een andere boerderij nooit thuis voelen!
Met de grootste moeite bepaalde ze haar aandacht weer bij de dienst. Dominee stelde nu zijn vragen en ze was bijna aan de beurt om haar jawoord te geven. Haar hart klopte in haar keel. Haar stem klonk zacht en bedeesd in de stilte van de kerk. Suus staarde naar een punt onder dominees gezicht, ze durfde haar ogen niet op te slaan en hem aan te kijken. Zou hij weten, dat ze dit jawoord huichelde? Dat het niet van harte werd gegeven? Dominee had zulke priemende ogen in zijn strenge, altijd bleke gezicht. Suus voelde zich verre van gemakkelijk. Nu mocht ze dan deelnemen aan het Avondmaal, maar dat zou ze niet doen. Er waren meer gemeenteleden die daar niet aan deelnamen, omdat ze zichzelf zondig achtten. Soms waren dat de meest hoogstaande mensen die ze kende, maar wat voor de een een zware zonde was, daar stapte een ander kennelijk gemakkelijk overheen. Ze kende heel wat mensen in Ammekerk die als eerste deelnamen aan het Avondmaal en tegelijkertijd hun personeel uitbuitten. Een paar van die boeren waren zelfs kerkenraadslid. Suus schudde even met haar hoofd. 'Oordeelt niet opdat Gij niet veroordeeld worde', flitste het door haar heen. Was er wel één gezegde uit de Bijbel dat zo vaak werd vergeten als het zo te pas kwam?
Kom, vader glimlachte en moeder veegde met haar zakdoek een traan van ontroering weg. Zou God begrijpen hoe ze zich nu voelde? Ze hoopte maar dat haar twijfel ook voor vergeving in aanmerking kwam. Vader en moeder waren nu gelukkig. Als ze had gezwegen, zoëven, waren ze nu diep ongelukkig en vol schaamte geweest. Het was goed zo. Het móést goed zijn.
Nu werden de jonge mensen door de gemeente toegezongen en voor het eerst voelde Suus zich werkelijk ontroerd. Ze hoorde er nu echt bij en dat was toch een heel mooie gedachte. Verbeeldde ze het zich, of klonk de zware stem van Dirk Leeuwestein boven alles uit?
Buiten werd ze door verschillende mensen gelukgewenst en Suus glimlachte verlegen. Nog even, dan was alles achter de rug. Het oorijzer begon haar pijn te doen. Dat kwam zeker doordat ze er niet aan gewend was er een te dragen. Het was helemaal niet erg om nu vriendelijke woorden in ontvangst te nemen. Tegelijkertijd zag ze echter vanuit haar ooghoek hoe vader op Dirk Leeuwestein toeliep en met hem praatte. Als ze het niet dacht! Nu kwamen beide mannen op haar toe. Hier was ze altijd bang voor geweest.
Vader bleef een paar passen bij haar vandaan staan. Suus werd vuurrood toen Dirk haar de hand schudde. Haar smalle hand kon wel drie keer in die vierkante, stevige knuisten van hem.
Na de gebruikelijke gelukwens dempte de jongeman zijn zware stem. 'Je vader heeft me zojuist gevraagd of ik met mijn moeder en tante mee wil komen naar Maesvreugt.'
'Nu?' hakkelde ze geschrokken en eindelijk durfde ze hem in de ogen te zien, die donkere ogen die ze in de kerk aldoor op zich gericht had geweten. Zouden de mensen nu ook op hen letten? Vast wel!
'Ja. Ik wil eens met je praten, Susanne.'
'Mijn vader heeft me al verteld waar dat over zal gaan,' zei ze ietwat bitter en de arme man werd er onzeker van. Hij was duidelijk niet op zijn gemak.
'Misschien was het beter geweest als ik eerst met jou had gesproken.' Nu was het zijn beurt om te hakkelen, omdat hij van zijn stuk was gebracht.'
'Dat zou ik denken. We kennen elkaar amper.'
'Je moet niet boos zijn. Ik wilde eerst zeker weten dat er geen andere afspraken waren. Je vader moet het goed vinden.'
'Ik moet het goed vinden.' Het meisje stak haar neus in de wind. Dirk keek verlegen om zich heen. Het maakte haar opnieuw onrustig. Zo'n boom van een kerel, breedgeschouderd en met een paar handen als kolenschoppen waarmee hij, naar ze had gehoord, zijn mannetje stond als het op een gevecht aankwam. Hij leek nu met zijn figuur geen raad te weten. Was hij zich er ook van bewust dat er op hen gelet werd?
'Je zult het aan de stok krijgen met de jongens van Ammekerk, als je hier om een meisje komt,' zei ze.
'Daar ben ik niet bang voor.' Hij leek nu weer wat op zijn gemak. Hij glimlachte zelfs om haar woorden.
'Ik ben nog veel te jong om te trouwen.'
'Het is hier niet de geschikte plaats om over zulke dingen te praten,' drong hij aan.
'Goed, dat ben ik met je eens. Nu, dan moeten jullie inderdaad maar meekomen naar Maesvreugt. Ik wil vader niet kwaad maken door dat te weigeren. Maar heus, wat mij betreft komt er nog in geen jaren een huwelijk.'
Hij was gekwetst, ze kon het zien. Hij knikte kort. 'Ik herinner me een klein meisje dat haar tong tegen me uitstak. Jaren geleden alweer.'
Nu leek hij eindelijk weer geheel zichzelf te zijn, hij glimlachte opnieuw bij de herinnering. 'Jij was de enige die dat durfde. Soms zijn kinderen bang voor me, omdat ik nogal flink ben.'
Gelukkig kwam vader eindelijk bij hen staan, zodat Suus niet meer hoefde te antwoorden. 'Ga je mee, Leeuwestein? Ik heb een prachtige vosmerrie te koop. Je moet haar maar eens bekijken.'
'Zo'n paard zoek ik net, voor Mastlands tilbury,' grinnikte Dirk, met een man duidelijk beter op zijn gemak dan zojuist met de weerspannige boerendochter. Suus zag, hoe hij zich oprichtte, de schouders leken nog breder te worden en hij droeg het donkere hoofd nu fier op het lijf. Nee, Dirk Leeuwestein zou je niet licht over het hoofd zien. Ook niet figuurlijk. Suus wist dat haar vader het allemaal wel goed bedoelde, maar waarom luisterde er niemand naar haar als ze zei dat ze nog lang niet wilde trouwen?
Natuurlijk droeg vader haar op Dirk het paard te laten zien. Zelfs Hendrik grinnikte. O, ze had zich nooit in haar leven zo ongemakkelijk gevoeld. En dat juist vandaag, nu de hele familie erbij was.
Zodra Dirk met haar alleen was, kwam hij op het gevreesde onderwerp terug.
'Susanne...'
'Iedereen noemt me Suus. Er zijn te veel Susannes in onze familie,' antwoordde ze wat kribbig.
'Goed dan, Suus. Ik wil graag met je trouwen en ik zou het op prijs stellen als je mijn aanzoek serieus zou willen overwegen.'
'Je komt te vroeg. Zeker drie, vier jaar. Kom, het paard loopt in de wei.' Ze floot op haar vingers, zoals Hendrik dat altijd deed en het dier begon goedmoedig in haar richting te sukkelen.
Dirk moest lachen. 'Je fluit als een kerel.'
'Dank je wel. Dat heb ik van mijn broer geleerd.'
Hij besteedde veel aandacht aan het paard, maar ondertussen overdacht hij zorgvuldig wat hij zou gaan zeggen. Suus voelde dat aan en wachtte gelaten op wat er komen ging.
'Het is een mooie merrie. Als je vader er een redelijke prijs voor vraagt, koop ik haar.'
'Moet je zoiets niet overleggen? Je vader leeft immers nog en die heeft het op Mastland voor het zeggen.'
'Mijn vader vertrouwt mijn oordeel volledig.'
Er was soms iets hooghartigs aan hem, dacht Suus verbaasd. Hij was een indrukwekkende man, dat was zeker. Maar ze hield niet van hem en ze wilde Maesvreugt niet verlaten om de huishouding te gaan doen bij een vreemde. Zelfs al zou die vreemde dan haar echtgenoot zijn.
'Luister nog eens, meisje. Ik doe je nu een aanzoek en ik kom daar later niet meer op terug. Bedenk je nog eens goed.'
'Ik ben geen stuk vee, zoals dat paard,' antwoordde ze verbolgen.
Hij bleef kalm en glimlachte. 'Ken je Mastland?'
'We zijn er wel eens langsgereden.'
'Wil je niet eens op de boerderij komen kijken?'
'Waarom? Wil je indruk maken met je mooie boerderij, Dirk?'
'Zo bedoelde ik het niet.'
'Jawel. Wij kennen elkaar niet. Je komt om Maesvreugt en denkt me te kunnen lokken met Mastland.'
'Doe niet zo kinderachtig, Suus. We kunnen elkaar beter leren kennen, als je dat wilt.'
'Dat wil ik niet. Ik wil je niet als man. Ik wil nog geen enkele man. Mijn vader had je dat moeten zeggen. Dat had ons allebei deze ellende bespaard. Ik wil voorlopig nog op Maesvreugt blijven.'
Toen schrok ze van zichzelf en ze bond iets in. Bijna verlegen keerde ze zich opnieuw naar Dirk, die haar ongemakkelijk aankeek.
'Het spijt me, dat het zo is gelopen,' zei hij echter met opnieuw die eigenaardige trots over zich.
'Mij ook. Echt. Laten we het maar vergeten, Dirk.'
'Nee, vergeten doe ik het niet.' Hij keek haar nog eenmaal onderzoekend aan en liep toen langs haar heen. Hij ging regelrecht naar binnen. Gelukkig vertrok hij al tien minuten later, met zijn moeder en zijn tante. Suus zag hen opgelucht gaan.