HOOFDSTUK 4
Naarmate de zomer dichterbij kwam, was Sanne steeds vaker op Maesvreugt te vinden. Ze trok zich er niets meer van aan dat Geertje aan de lopende band op haar mopperde. Als ze niet thuis was, kon vader ook niet zeuren over het huwelijk. Hij wilde dat Sanne snel zou trouwen, maar het meisje griezelde alleen al bij de gedachte. Nee, er was er maar één die ze wilde, hoewel hij haar nog steeds beschouwde als een soort zusje.
Sanne zei steeds als Geertje er een aanmerking over maakte dat ze zo vaak naar Maesvreugt ging, dat ze dat deed omdat Sabina haar nodig had in de moeilijke tijd van tweestrijd die ze nu doormaakte. Dan zwegen zowel vader als Geertje. Diep in haar hart echter wist Sanne dat ze niet helemaal oprecht was. Natuurlijk hielp ze Sabina en ze was er zelfs van overtuigd dat ze haar zuster werkelijk tot steun was. Maar de werkelijke reden was toch Dries.
Misschien zou hij haar eens met andere ogen gaan bekijken, daar hoopte ze aldoor op. Daarom deed het haar echter ook zo'n pijn toen ze in de loop van de meimaand ontdekte dat Dries werkelijk op vrijersvoeten was. Sabina had gelijk gekregen, en haar behandelde Dries nog steeds op dezelfde zusterlijke manier. Ondanks het feit dat ze daardoor kennismaakte met een nieuw soort pijn, bleef Sanne uiterlijk de vrolijke en opgewekte meid die ze altijd was geweest. Ze weigerde zich door de eerste moeilijkheden klein te laten krijgen.
De junimaand bracht heerlijke dagen en aan het einde van die maand werd het werkelijk zomer. De zon blakerde de landerijen, waarop de gewassen stonden te rijpen. De mensen zuchtten en zweetten onder het zware zomerwerk.
Op een avond slenterde Sanne naar de kreek, waar Dries juist in het water was gegleden.
'Ik benijd je,' riep ze hem na, terwijl ze lachend toekeek hoe het natte hoofd, dat was het enige dat nog boven water uitstak, zich over het water bewoog, alsof Dries een zeehond was. Die had ze wel eens in het Haringvliet gezien, tijdens een uitstapje jaren terug, toen moeder en Dana nog leefden en alles nog zo zorgeloos was.
'Kom er dan ook in,' grijnsde Dries uitgelaten.
Sanne schudde het hoofd. 'Kom nu. Mijn vader zou me alle hoeken van de kamer laten zien als hij te horen kreeg dat ik wilde baden.'
'Hij hoeft het immers niet te weten. Je kunt toch gewoon zwemmen in je hemd en onderrok? Catharina doet het ook wel eens. Ze kan wel niet zwemmen, maar gewoon wat rondspartelen vindt ze heerlijk.'
'Catharina is je zuster.'
'Jij toch ook? Althans zo'n beetje?'
Sanne zuchtte. Aarzelend stond ze op de boenstoep. Aan de ene kant wilde ze niets liever dan ook het water ingaan, niet alleen om bij Dries te zijn, maar ook om af te koelen. Ze hadden het de hele dag druk gehad, ze was moe en voelde zich vies en bezweet. Een muts droeg ze doordeweeks allang niet meer. Sabina was ermee begonnen en nu waren er meer vrouwen in het dorp die de muts doordeweeks begonnen af te leggen, al mopperden de mannen nog zo hard dat hun vrouwen 'in de krullen' moesten blijven.
Het was beslist onfatsoenlijk als Dries haar zou zien in hemd en onderrok Maar als ze nu eens snel in het water gleed? Dan was er toch niets te zien? Ze keek achterom. Nee, Sabina zat niet langer op de bank. Waarschijnlijk was ze naar binnen gegaan om voor de koffie te zorgen. Haastig maakte Sanne de knoopjes los. 'Kijk eens even de andere kant op, Dries.'
Hij lachte luid maar deed wat ze zei. Sanne gooide haar kleren op de boenstoep en ging op het randje zitten. Even leek het water ijskoud, toen ze er haar voeten in stak. Maar de frisheid tintelde zo heerlijk, dat ze verdere bedenkingen resoluut van zich afzette en zich snel in het water liet zakken. Het kwam tot net boven haar middel. Brr. Haar onderrok plakte sliertend om haar benen. Dries wendde zich weer om. 'Ben je erin?'
Haastig zakte Sanne tot aan haar kin in het water. 'J-ja.'
'Je hebt het toch niet koud?'
'Nee, als je er even aan gewend bent, is het lekker. Ik heb nog nooit eerder gebaad.'
'Je hoeft niet bang te zijn. Zal ik je leren zwemmen, Sanne?'
'Goed,' zei ze een beetje overmoedig.
'Kijk, zo moet je de armslag doen. Probeer het eens na te doen, terwijl je met je benen over de grond loopt.'
Ze deed wat hij zei en ze kreeg zoveel plezier in het baden dat ze verder alles vergat.
'Ik kan niet te lang blijven,' zei ze na een poosje. 'Ik wil niet dat Sabina het ziet.'
'Daar op de kant ligt een doek om je mee te drogen. Je moet zorgen dat je het niet echt koud krijgt, Sanne. Kom je nog eens om te leren zwemmen?'
'Ik wil het wel graag leren, maar ik denk niet dat Sabina het goed zal vinden. Ik weet niet hoe ik het uit moet leggen,' zei ze zacht. Nu de eerste opwinding voorbij was, kwamen de twijfels terug.
'Wacht.' Ineens lachte Dries ondeugend. Hij kwam half uit het water en pakte Sannes jurk.
'Wat doe je nu?' vroeg ze geschrokken, terwijl hij de jurk onder water trok.
'Je zegt gewoon, dat ik je in de kreek heb getrokken. Dan vindt niemand het vreemd dat je nat geworden bent.'
Zo gebeurde het. Sanne kwam druipend op de kant, kreeg van de geschrokken Sabina droge kleren mee en niemand dacht verder over het voorval na.
Toch nam ze de volgende dag naar Maesvreugt een eigen droogdoek mee en ook een oude nachtpon, waaraan ze de halve nacht stiekem had zitten naaien om hem zo te vermaken dat ze hem dragen kon met baden.
Toen de avond opnieuw gekomen was, verkleedde ze zich haastig in de lege koestal en sloop toen ongezien naar de kreek, waar Dries al op haar wachtte.
Een paar dagen ging het zo door, maar toen bezwaarde haar gemoed haar zo, dat ze niet langer door wilde gaan met het stiekeme gedoe, hoeveel plezier ze ook had met Dries samen en hoe onschuldig het allemaal ook was.
Toen ze vier keer met Dries had geoefend en was begonnen met de beenslag, waarbij ze een paar maal kopje onder was gegaan, besloot ze dat het koste wat kost verder openlijk moest toegaan. Nadat ze zich in de stal had afgedroogd en aangekleed, ging ze naar de keuken waar Sabina druk bezig was met de avondkoffie.
'Je haar is nat,' zei haar zuster verwonderd.
'Ja, Dries leert me zwemmen,' bekende Sanne plompverloren.
'Wat?' Het was duidelijk dat Sabina van die mededeling schrok, maar ook dat ze prompt haar eigen gepieker was vergeten. Gepieker dat alleen nog maar erger was geworden, nadat ze enkele dagen tevoren een lang gesprek had gehad met de dominee, over de belofte die ze haar gestorven man had gedaan en die ze zo graag wilde verbreken om te trouwen met de man die ze al jaren liefhad.
'Dries leert me zwemmen,' herhaalde Sanne. Ze probeerde onbekommerd te lachen, alsof ze er nog nooit bij had stilgestaan dat het hoogst onbehoorlijk was voor een vrouw om te zwemmen en dat nog wel in tegenwoordigheid van een man die half ontkleed was omdat hij zwom in zijn hemd en lange onderbroek.
'Maar Sanne!' Sabina moest even gaan zitten, zo ontzet was ze. 'Ik heb er niets van gemerkt.'
'Ik heb een oude nachtpon ingeknipt in het midden, en die daar dichtgenaaid zodat het pijpen zijn geworden. Het lijkt nu een beetje op de zwempakken die ze in badplaatsen verhuren en waarvan ik wel eens een afbeelding heb gezien in de Gracieuze. Ik ben overal bedekt en het is zo heerlijk in het water.'
Ze hoopte zo dat Sabina niet boos zou worden, want Sanne wilde haar plezierige uurtjes met Dries echt niet opgeven, al wist ze in haar hart best dat ze er zelfs nooit aan had moeten beginnen.
'Maar jij met Dries samen in de kreek...' Sabina schudde haar hoofd.
'Gut, Sabina, jij bent toch ook jong geweest. Doe zelf mee, dat kan nog best. Er gebeurt heus niets dat iemand niet zou mogen zien.'
Dat was een idee. Als Sabina zelf leerde zwemmen, zou niemand nog kwaad van haar kunnen spreken.
'Alle kleren plakken aan je lijf als je nat bent. Dat is onfatsoenlijk. Ik heb er nog nooit van gehoord dat een vrouw wilde leren zwemmen.'
Sanne dacht aan de blik waarmee Dries gisteren had gekeken toen ze uit het water kroop. De blik die haar voor een paar momenten een sprankje hoop had gegeven, hoewel het haar hoofdzakelijk duidelijk maakte, dat Dries inderdaad op vrijersvoeten was en een open oog had gekregen voor alles wat vrouw was. 'Er ligt een deken bij de boenstoep, die sla ik onmiddellijk om en dan ben ik zo vormeloos als een zak meel. Ik kleed me om in de stal. Niemand heeft er tot nog toe iets van gemerkt.'
'Hoelang is dat dan al aan de gang?'
'Anderhalve week. Je was zo met jezelf bezig, dat ik je niet wilde lastigvallen.'
'Vader zou het nooit goedvinden,' aarzelde Sabina, maar Sanne voelde dat haar zuster toe begon te geven.
'Beslist. Maar ik vind het zo leuk.' Ineens kreeg ze een schitterend idee. 'Denk eens aan dat kind van Kruithof, dat vorig jaar in de kreek viel en verdronk. Als een van de vrouwen die jammerend aan de kant stonden, had kunnen zwemmen, was dat kind nog in leven geweest.'
'Nu, ja, Dries is zowat je broer. Dat scheelt wel, natuurlijk.'
Sanne staarde naar haar handen en aarzelde. Even, heel even was de verleiding heel groot om Sabina te vertellen wat ze werkelijk voor Dries voelde. Dat ze dacht van hem te houden zoals een vrouw van een man moest houden. Ze keek op en opende haar lippen al, toen ze zich toch weer bedacht. Wat voor zin had het Sabina met haar zorgen te belasten? Ze moest moedig zijn, dan kwam ze er wel uit. Moedig en vrolijk zijn, daarmee hielp ze Sabina het meest.
Prompt begon Sanne over iets anders te praten. De eerste gedachte die in haar opkwam, was die aan Geertje. 'Het is tegenwoordig zo akelig thuis, daarom ben ik zo vaak hier en wil ik zo graag een pleziertje hebben, zelfs al is dat alleen een beetje zwemmen in de kreek. Geertje doet tegenwoordig alsof ze de baas is op Poelwijck. Zelfs vader heeft niets meer te vertellen. De knecht komt 's morgens aan haar vragen wat hij moet doen, nu vraag ik je. Kun jij er niet eens iets van zeggen?'
Zonder het Sabina te vragen, vulde Sanne de koffiekommen bij. In haar hart maakte ze zich zorgen om Dries. Zou hij nog steeds in de kreek zitten? Dat was toch veel te lang? Als hij kou vatte, zou hij misschien ziek worden.
Sanne zette haar gedachten weer van zich af en luisterde naar Sabina's aarzelende antwoord.
'Ik ben de laatste tijd veel te weinig op Poelwijck geweest. Ik heb altijd het gevoel gehad dat daar het geluk verdween toen moeder stierf.'
'Dat lijkt al weer zo lang geleden.' Nu was Sanne ook nadenkend gestemd. 'Dat en die geschiedenis van Dana.' Het deed nog pijn als ze eraan dacht.
'Ja, dat is Ammekerk eindelijk aan het vergeten.'
'Niet iedereen. Sommige mensen onthouden dat hun leven lang. Een heel enkele keer moet ik nog wel eens horen, dat het toch niet helemaal pluis is op Poelwijck. Er zijn nog mensen die eerst over een slootje springen eer zij er op visite durven komen, omdat hekserij je geen kwaad kan doen als je over water bent gegaan. Bovendien zijn wij beiden met de helm geboren. Dat is ook al verdacht.'
'Ze verdenken ons toch niet van bijzondere kunsten?' Nu moest Sabina eindelijk lachen, en Sanne deed mee. Na een poosje hingen ze allebei slap van de lach over de keukentafel.
'Aan ons is toch niets bijzonders,' hikte Sanne ten slotte.
'Ja, maar ik weet soms dingen van tevoren. Dat voel ik dan gewoon.' Sabina droogde de lachtranen met de punt van haar schort en ineens was ze weer ernstig.
'Dat heb ik ook. Zou niet iedereen dat hebben? Min of meer?'
Ineens werd het gesprek ernstig, want beide zusters wisten dat je hier met niemand over sprak, zelfs met de dominee niet, zeker met hem niet.
'Ik weet nooit wat over mezelf, maar soms wel over anderen.'
'Ja, zo voel ik het ook, maar het gebeurt slechts zelden. De laatste jaren trouwens minder dan vroeger.' Sabina roerde peinzend in haar koud geworden koffie.
'Misschien komt dat, omdat je zoveel zorgen hebt gekend,' zei Sanne. Ze keek Sabina eens goed aan. Haar huid zag bleek, ondanks de zon van de laatste weken. Haar handen bewogen zich nu nerveus over haar schort en er waren lijnen in het gezicht die ze er vroeger nooit op had gezien. Nee, Sabina leek niet veel meer op het frisse jonge meisje dat een paar jaar tevoren met de rijke boer van Maesvreugt was getrouwd. Pas nu begreep Sanne ten volle, hoe afschuwelijk het moest zijn om tegen je wil te worden uitgehuwelijkt aan een oudere man, van wie je helemaal niet houden kon en die al kinderen had die bijna volwassen waren. Dat was nog veel erger dan het huwelijk dat haar vader en Geertje voor haarzelf in gedachten hadden. Ze begreep dat nu pas, omdat ze zelf volwassen was geworden.
'Ben je ooit wel gelukkig geweest op Maesvreugt, Sabina?' vroeg ze daarom zacht.
'Nee,' bekende deze open en eerlijk, terwijl ze Sanne aankeek met een traan in haar ogen. Toch leek het een verademing voor Sabina te zijn om eindelijk, eindelijk eens helemaal eerlijk over haar gevoelens te kunnen praten.
'Nee, Sanne. Ik heb nooit met Hendrik willen trouwen en hoewel Maesvreugt een mooie boerderij is, ben ik hier inderdaad nooit gelukkig geweest. Mijn hart was altijd ergens anders.'
Eigenlijk kon Sanne niet helemaal begrijpen hoe iemand hier niet gelukkig zou kunnen zijn. Zelf wilde ze niets liever dan... Maar Hendrik, Dries' vader, was anders dan Dries. Het was een nare man geweest, dat wist ze. Hij had Sabina slecht behandeld. Ze dacht ook aan dat andere. Aan de keren dat ze had geweten dat Sabina van een ander hield, hoewel ze daar nooit over hadden gepraat. Ineens leek dat belangrijker te zijn dan al het andere. 'Ik weet het,' zei ze eenvoudig. 'Daarom zit die belofte je zo dwars. Je had hem niet mogen geven, ondanks alle aandrang.'
'Hendrik leek niet te kunnen sterven zonder dat... dat...'
'Hij gunde je geen geluk met een ander.'
'Misschien leed hij er toch wel onder, dat hij me niet bereiken kon. Ik was zijn vrouw, maar was nooit van hem. Begrijp je dat?'
'Ja, nu wel. Daarom wil je gaan en het is je goed recht. Hendrik heeft je niets te verwijten. Je hoeft hier niet zo lang meer te blijven, Sabina. Je hoeft je leven niet op te offeren aan zijn egoïsme.'
Sabina schokschouderde ongeduldig. 'Ik moet toch wel voor de kinderen zorgen. Dat ben ik hem wel verplicht.' 'Poeh! Kinderen!' Nu moest Sanne toch weer lachen.
'Ik heb het Hendrik nu eenmaal beloofd. Dat weet je. Ik kan mijn beloftes niet lichtvaardig verbreken. Als ik dat kon, had ik het niet zo moeilijk.'
Dat wist Sanne. Maar toch was er iets in Sabina's stem dat haar aarzelend deed vragen: 'Als er iemand anders zou zijn, om voor alles te zorgen, dan kun je toch wel weggaan en eindelijk de stem van je hart volgen? Na al die jaren?'
'Er is niemand anders. En dan wilde Hendrik dat niet hebben.'
'Hij gunde je gewoon niet aan een andere man.' Daar was Sanne heel zeker van. Er schoot nog een andere gedachte door haar hoofd, die ze onmiddellijk uitsprak. 'Misschien kun je teruggaan naar Poelwijck en een oogje op Geertje houden?'
Weer was er een zweem van een glimlach om Sabina's lippen. 'Nee, naar Poelwijck ga ik beslist niet. We moeten nog maar wat afwachten, Sanne. Misschien blijf ik later wel als een soort huisplaag bij Dries en zijn vrouw wonen.'
Sanne barstte in lachen uit. Ze kon er niets aan doen. Het idee alleen al! Sabina moest eens weten, hoe ze voor Dries voelde. Maar haar zuster uitte geen bezwaren meer tegen het zwemmen en opgelucht vertrok Sanne een poosje later naar Poelwijck. Dries was in geen velden of wegen meer te bekennen.
Een paar weken later was Dries' zusje Catharina jarig, zoals elk jaar ongelegen, midden in de vlaspluk. Natuurlijk ging Sanne met haar vader en Geertje naar Maesvreugt, maar Dries liet zich niet veel zien vanwege de grote drukte. Ze zag hem pas met het eten en toen praatte hij slechts met de andere mannen.
Sabina was heel stil. Ze had op haar kop gekregen van tante Johanna, Hendriks zuster die zoveel op haar broer leek. Het was een akelige vrouw en Sabina zou zich er niets van aan moeten trekken, maar dat deed ze toch. Sanne had medelijden met haar. Iedere keer als Sabina uit de put wilde klimmen, was er wel iemand bereid om haar er weer in terug te duwen. Zo opgewekt mogelijk deed ze wat ze kon om haar te helpen. Zelfs Geertje was die dag tevreden over haar.
Na de avondboterham liepen de mannen langs de kreek en hadden ze eindelijk tijd voor een beetje gezelligheid. De vrouwen ruimden de etensboel op en het speet Sanne wel dat er die dag niet gezwommen kon worden.
Na het eten kwam er echter nog meer bezoek. Onverwacht bezoek. Saar, een nicht van Sanne en Sabina, die in het naburige Maasdam woonde en met wie Sabina in de jaren van haar huwelijk zo hecht bevriend was geraakt, reed met paard en wagen het erf op. Ze was in gezelschap van een man. Een man die Sanne al eens ontmoet had. Zo terloops, dat ze er vroeger nooit wat achter had gezocht. Maar nu was ze ouder en wijzer. Pas later had ze beseft wat er werkelijk gaande was geweest. Deze man was degene van wie Sabina altijd al gehouden had. Het kostte het meisje moeite te doen alsof het een willekeurige kennis betrof, maar om Sabina deed ze haar best. Wat deed die man hier, op Maesvreugt, zo kort na afloop van het rouwjaar? De boerderij was op een dag als deze tot de nok toe gevuld met familieleden.
Eenmaal was Sabina een poosje verdwenen, omdat ze een kruik bier was gaan halen die in de kreek hing om koel te blijven. Maarten de Raet was op dat moment ook nergens te bekennen. Sanne zat op hete kolen, maar niemand scheen iets bijzonders op te merken. Even vroeg het meisje zich af of haar verbeelding haar misschien parten speelde, maar nee, het was die pure intuïtie die haar nooit bedroog. Het zou niet eerlijk van die man zijn Sabina onder druk te zetten, nu ze nog zo met haar geweten streed. Sanne wist niet wat ze moest doen.
De man kwam het eerst terug. Zijn gezicht had een vastberaden uitdrukking maar hij was niet onsympathiek. Hij zei niet veel, eigenlijk vond Sanne hem wel aardig. Hij was niet knap, die Maarten, maar hij maakte voor alles een sterke en betrouwbare indruk. Hij was schoolmeester, dat wist ze. Ze zuchtte. Gelukkig, daar kwam Sabina ook. Ze had een kleur en was duidelijk opgewonden. Wat zouden die twee besproken hebben? Dat bleef Sanne zich aldoor afvragen. Het was echter niet waarschijnlijk dat ze daarover ooit iets te horen zou krijgen.
Maar daarin vergiste het meisje zich. Drie dagen later kwam bij Sabina het hoge woord eruit. 'Ik kan niemand anders in vertrouwen nemen, Sanne,' begon Sabina, terwijl ze samen verstelwerk deden op de bank in de tuin. 'Maarten wil met me trouwen en over een week komt hij terug. Ik ben bang.'
'Je houdt van hem, hè?'
'Ja, al heel lang. Ik zal je het hele verhaal nog wel eens vertellen. Ik hield al van Maarten voor ik met Hendrik trouwde.'
'Dan snap ik niet, waarom je dat hebt gedaan,' zei Sanne verward.
'Dat is een lang verhaal, meisje. Een vrouw kan vaak niet doen wat ze zelf wil.
Dan stuurt het leven je een kant op die je niet wilt, maar waar je toch niet aan ontkomen kunt. O, als ik Hendrik die vreselijke belofte maar niet had hoeven doen. Wat zou ik dan gelukkig kunnen zijn.'
Sanne zweeg. 'Hendrik was erg zelfzuchtig.' zei ze voorzichtig.
'Dat weet ik, maar dat doet aan mijn strijd niets af. Ik bid en vraag om raad, maar het antwoord komt niet. Ik slaap slecht en al m'n kleren worden me te wijd.'
Toch zul je eens een beslissing moeten nemen,' drong Sanne aan. 'Zo vol twijfel kun je niet verder leven, Sabina. Dan word je ziek. Ik maak me al een hele tijd zorgen om je.'
'Je bent lief, mijn kleine zusje.'
'Het kleine zusje is groot geworden en begint te ontdekken dat dat soms heel moeilijk is,' antwoordde Sanne zachtjes. 'Maar ik zal zorgen dat ik in de buurt ben als Maarten om je komt. Misschien kan ik je dan tot hulp zijn, al weet ik zelf niet hoe.'
'Je bent een schat.'
Sanne was er, die zaterdagavond een week later. Ze zat in de keuken, samen met Sabina, Catharina en Grietje, de meid. Dries was weg, naar de barbier, maar hij had allang terug kunnen zijn. Sanne vroeg zich gepijnigd af of hij weer naar een meisje was en die gedachte kwetste haar heel diep.
Maarten kwam, ontspannen en nogal vrolijk. Hij leek overtuigd te zijn van de uiteindelijke overwinning op Sabina's trouw en plichtsgevoel. Hij maakte met zijn grappen iedereen aan het lachen en bewonderde openlijk Sabina's blonde haren. Kennelijk was dit een van de eerste keren dat hij haar zag zonder de krullenmuts van de klederdracht.
Maarten gaf toe dat ook zijn vrouwelijke familieleden vaak klaagden over het feit dat ze hoofdpijn kregen van het strakke krulijzer.
Ja,' mengde Sanne zich hartelijk in het gesprek. 'Vooral als het warm is, in de zomertijd. Mijn vader moppert dat het een lieve lust is, maar Sabina doet het en ik verschuil me achter haar.' Ze lachte zowel naar Sabina als Maarten. Als het aan haar lag... O, ze gunde het haar zuster zo, om ten slotte toch nog gelukkig te worden. Al het andere was dan onbelangrijk. Zelfs haar eigen verdriet.
'Jouw haar is net zo mooi als dat van Sabina,' prees Maarten galant. Toen werd hij een beetje brutaal. 'Op jouw leeftijd vind je het wel leuk als alle jongens dat mooie haar bewonderen.'
Sanne werd vuurrood, want daar zei deze pientere man iets dat midden in de roos was. Ze begon hem steeds aardiger te vinden. Even dacht ze aan Dries. Ze zou er alles voor over hebben als Dries oog voor haar kreeg. Ze lachte dan ook even brutaal naar Maarten terug. 'Eentje maar.'
'Zie je wel?'
Sanne voelde haar vertrouwen toenemen. 'U vindt het ook leuk om Sabina te bewonderen,' waagde ze driest op te merken. Ze zag hoe Sabina verschrikt opkeek.
'Zeker,' antwoordde Maarten bedaard, al kneep hij zijn ogen een beetje samen. 'Dat doe ik al een hele tijd.'
'Dat dacht ik al. Maar u zult er een harde kluif aan hebben eer ze die ongelukkige belofte vergeet.'
Sabina was duidelijk met stomheid geslagen. Catharina had ook een kleur gekregen, maar ze zweeg, net als de meid.
'Zeg, Sanne...' begon Sabina ongemakkelijk, nu Sanne zo onverwacht en openlijk de kwestie op de spits dreef.
'Stil maar. Ik weet het. Ik ben het zwarte schaap van de familie, Maarten. Ik leer zwemmen en ik zeg wat ik denk. Bovendien fluisteren boze tongen in het dorp dat Sabina kan toveren en ik misschien ook wel.'
Opgelucht dat hij van onderwerp kon veranderen ging Maarten daarop in. 'Echt waar?' Hij was er echt een beetje door verrast.
'De mensen kletsen graag. Gaat het niet over iets dat ze weten, dan kletsen ze over iets dat ze denken te weten.'
Hij lachte een beetje schaapachtig, in een uiterste poging om opgewekt te blijven. 'Met jou zal ik goed overweg kunnen, Sanne.'
'Gelukkig maar. Het wordt tijd dat ik eens een aardige zwager krijg.' Ze stond op en verliet met een lachje de keuken. Het was beter dat ze even naar buiten ging, de tuin in, voor ze werkelijk te veel zei. Eigenlijk had ze dat al gedaan. Ze moest er even uit. Dries, waar bleef hij toch? Zorgelijk stelde het meisje vast dat hij kennelijk alleen oog had voor andere meisjes in Ammekerk, niet voor haar. Die wetenschap deed zoveel pijn.
Ze zat daar nog steeds buiten over te piekeren, toen Maarten ineens achter haar stond. Hij was alleen. Een beetje verwonderd keek ze hem aan.
'Ik wilde je wat vragen, Sanne.'
'Natuurlijk. Zeg het maar.'
'Laat je zuster met rust.'
Ze keek hem uit het veld geslagen aan. 'Hoe bedoelt u dat?'
'Precies zoals ik het zeg. Kijk, Sabina heeft het erg moeilijk met die belofte en je weet dat ik niets liever wil dan dat ze die belofte vergeet. Maar het is haar geweten, daar moet jij je buiten houden. Ik ben bang dat het anders alleen maar averechts zal werken.'
Sanne kleurde opnieuw. Ze knikte en liep gekwetst bij Maarten vandaan. Ze voelde zich zo teleurgesteld. Ze had het immers zo goed bedoeld? Sabina mocht ze niet helpen en Dries... Waar bleef Dries toch? Nee, het leven was lang zo vrolijk niet meer.