HOOFDSTUK 5
Slechts een paar dagen nadat Maarten aan Sanne had gevraagd om Sabina met rust te laten, reed deze naar Maasdam. Wie ze daar op ging zoeken was voor Sanne zonneklaar. Ze wilde meegaan, naar Saar, maar Sabina wilde pertinent alleen gaan. Met een bezwaard gemoed zag Sanne haar zuster wegrijden. Wat zou deze dag allemaal teweegbrengen in het leven van alle betrokkenen?
Ze negeerde de vragende blik in Catharina's ogen. Dries was er niet. Die liep bij de knechten in het land. De vlaspluk was nu voorbij en binnenkort zouden ze met de tarweoogst beginnen. Sanne zuchtte eens. In Ammekerk waren de tongen in beweging gekomen over de jonge weduwe van Maesvreugt. Nu ja, dat was wel niet anders te verwachten geweest. Er waren veel mensen die Sabina graag mochten. Ze was altijd hartelijk en gul, daar hielden de mensen van. Sanne hoopte maar dat men niet al te slecht over haar zou denken als ze weer gelukkig werd, ondanks de belofte die ze aan een stervende had gedaan.
Het was een blozende Sabina, die aan het eind van de middag naar Maesvreugt terugkeerde en Sanne was blij voor haar zus, hoewel ze in eerste instantie met geen woord sprak over hetgeen er in Maasdam was voorgevallen.
Daarna ging alles zeer snel. Sabina lichtte haar schoonouders in, die oprecht blij voor haar waren. De oude Andries had altijd een open oog gehad voor de tekortkomingen van zijn zoon. Op een dag kwam Maarten met zijn zuster naar Maesvreugt en werden de plannen voor de toekomst uit de doeken gedaan. Deze zuster, ze heette Dit, had jarenlang voor Maarten gezorgd en ook voor hun moeder, toen die nog leefde. Nu Maarten ging trouwen voelde ze zich overbodig in het tamelijk kleine schoolmeestershuis. Bovendien had Sabina pas in het huwelijk willen toestemmen toen ze zeker wist dat Dit wel naar Maesvreugt wilde komen om voor haar stiefkinderen te zorgen.
Het nieuws werd op de boerderij met gemengde gevoelens ontvangen. Dit de Raet was een hartelijke vrouw, zeker, maar ze was een vreemde en de 'kinderen' waren intussen volwassen, jonge mensen.
Dries zei niets toen hij het nieuws hoorde en zelfs Sanne wist op dat moment op geen stukken na wat hij dacht. Catharina reageerde stug en afwerend. Dries zou, ongeacht wat hij van deze onverwachte wending in zijn leven dacht, geen moeilijkheden maken, maar Catharina was zelfzuchtiger en over haar zat Sabina het meeste in.
Het huwelijk zou in de loop van september worden voltrokken. Dat was snel, maar voor alle partijen het beste, dacht Sabina. Ze bloeide helemaal op in die weken. Sanne kwam echter even vaak naar Maesvreugt als vroeger, maar lang niet meer met zoveel plezier. Zij had ineens nieuwe zorgen. Als Sabina niet meer op die boerderij woonde, had zij geen reden meer om ernaartoe te gaan. Ze zou op Poelwijck moeten blijven en Geertje helpen, die haar commandeerde alsof ze een gewone meid was. En wat erger was: ze zou Dries niet vaak meer zien.
Ja, de grote dag kwam dichterbij, maar niet door iedereen werd die tegemoet gezien met een hart vol vreugde.
De dag van de bruiloft brak aan en Sanne zag er even hoog tegen op als de bruid ernaar verlangde, nu het haar eindelijk gelukt was het verleden achter zich te laten. Al vroeg in de morgen reed Sanne met haar vader en Geertje naar Maesvreugt. Daar verzamelde de rest van de familie zich in de loop van de dag ook.
Natuurlijk was daar de oude Andries met zijn Nelleke, van wie iedereen zoveel hield. Hendriks zusters Susanne en Johanna waren er, evenals Dientje, de buitenechtelijke dochter van Andries en Nelleke, maar niemand dacht nog aan dat oude schandaal.
Dries zag bleek in zijn zwarte zondagse kerkpak, dat was het eerste dat Sanne opviel. Catharina was nors en zwijgzaam. Ze praatte een poosje heftig met die vreselijke tante Johanna en daar werd het meisje nu niet bepaald vrolijker van.
Eindelijk verscheen ook de bruidegom, vergezeld van Dit en haar bagage. Achter hen reed de wagen van neef Olivier en nicht Saar uit Maasdam, het echtpaar dat Sabina altijd had geholpen in moeilijke tijden. Sabina en Saar waren als zusters voor elkaar, wist Sanne. Soms was ze een beetje jaloers op Saar, omdat Sabina met haar dingen besprak waar ze tegenover Sanne over zweeg.
In de kerk was het een drukte van belang. De banken waren tot de laatste plaats gevuld met nieuwsgierigen, die zelf wilden zien hoe de rijke boerin van Maesvreugt haar jawoord gaf aan een armetierige schoolmeester. Achter sommige handen werd tot in de kerk toe kwaad gesproken, maar omdat Andries en Nelleke op de ereplaatsen zaten, kon niemand volhouden dat Sabina haar vroegere familie te schande zette door reeds ruim een jaar na Hendriks dood te hertrouwen en dat ondanks een belofte die niet verbroken had mogen worden.
Sabina zag er rozig en gelukkig uit. Ze snikte een beetje toen ze haar beloften deed. Dat vertederde de twijfelaars onder de aanwezigen toch wel. Na de dienst had het gefluister in ieder geval een andere toon aangenomen. Iedereen wist immers dat Hendrik van Bressij bij zijn leven een moeilijke man was geweest en zijn vrouw was veel te jong en tegen haar zin aan hem gebonden. Ze had moeilijke jaren gekend maar werd nu eindelijk alsnog gelukkig. Ja, dat was veel aardiger om over te praten dan die belofte.
Het bruiloftsmaal werd in het huis van Andries gehouden. Sabina wilde niet dat dat op Maesvreugt zou plaatsvinden, naar haar gevoel was dat weinig passend. Onwennig zaten de familieleden in de kamer van de oude mensen.
Dries was de hele dag erg stil geweest. Sabina leek daar echter niets van te merken. Het bruidspaar vertrok al op tijd en pas toen het rijtuig de Voorstraat uitrolde naar de dijk, had Sanne gelegenheid even alleen met Dries te praten. Ze was zo langzamerhand de wanhoop nabij en ze besloot dat ze maar het beste openhartig kon zijn. De mensen stonden nog wat op de stoep na te praten en de meesten begonnen langzamerhand aanstalten te maken om eveneens te vertrekken.
Dries, zeg eens wat je nu denkt?' probeerde Sanne, terwijl ze om zich heen keek. Nee, niemand nam notitie van hen.
'Wat zou ik moeten denken?' weerde hij af. 'Ben je niet blij voor Sabina? Of vind je misschien...' Sanne aarzelde.
'Ze verdient het meer dan wie ook om gelukkig te worden. Als iemand weet hoe moeilijk ze het met mijn vader heeft gehad, dan ben ik dat wel.'
Dat betwijfelde Sanne, maar ze wachtte zich ervoor dat hardop uit te spreken. 'En jij? Je krijgt nu een vreemde op de hoeve.'
'Dit is een aardige vrouw. Ze zal Maesvreugts huishouding ongetwijfeld naar beste kunnen besturen, tot ik zelf trouw. Ik zal het haar echt niet moeilijk maken, als je daar soms bang voor bent.'
'Ik geloof je wel.' Sanne moest echter toch even een brok wegslikken. Tot ikzelf trouw, zei hij. Waren zijn vrijerijen al zover gevorderd, dat hij daaraan dacht? Of dacht hij daar slechts zomaar in zijn algemeenheid aan, omdat hij toch in zijn hart geen vreemden op Maesvreugt wilde hebben? 'Ik zal nu niet vaak meer komen. Ik zal Maesvreugt missen.' Eindelijk richtte hij zijn aandacht op Sanne. 'Waarom?' Zijn verbazing was oprecht.
'Ik kwam immers voor Sabina,' zei Sanne terwijl ze naar de grond staarde. 'En zij heeft me nu niet meer nodig. Nu moet ik wel bij Geertje blijven. Door al die bezoekjes ben ik van Maesvreugt gaan houden. Ik zal het missen.'
'Er is immers sprake van een huwelijk. Ook voor jou, Sanne.'
Geschrokken keek ze hem aan. 'Ik weet niet hoe je daarover gehoord hebt. Mijn vader wil inderdaad dat ik trouw met Bastiaan Luchtenberg uit Westmaas, maar daar zal ik nooit aan toegeven. Ik weet immers hoe het Sabina is vergaan, nadat ze gezwicht was voor vaders wensen. Dat zal mij niet gebeuren.'
'Je moet toch eens trouwen en je bent al eenentwintig. Dat is niet meer zo jong.'
'Ja, ik weet dat het hoog tijd is, maar ik blijf liever alleen dan dat ik iemand tegen mijn wil moet nemen.'
'Je weet niet wat je zegt,' bromde Dries. 'Kom, ik moet het gerij gaan inspannen.'
'Zul je lief zijn voor juffrouw De Raet? Voor haar is het ook niet gemakkelijk. Ze weet niets van een boerenhuishouding af.'
Dries glimlachte vaag. 'Ga je nu over haar moederen? Vaak deed je me denken dat je ouder was dan Sabina en dat je je verantwoordelijk voor haar voel de.' 'Doe niet zo mal. Ik hou van haar en wilde haar helpen, dat is al. Bovendien was ik liever bij haar dan op Poelwijck, om zelf het huishouden te leren.'
'Laat je niet door Geertje op je kop zitten.'
'Ik zal mijn best doen. Mag ik nog eens naar Maesvreugt komen, Dries?'
'Dat spreekt toch vanzelf? Luister eens, kun je morgen niet een poosje komen om Dit wegwijs te maken? Je weet dat Catharina dat zou moeten doen, maar ik betwijfel of ze wel aardig zou doen tegen Dit. Jouw woorden doen me beseffen, dat Dit inderdaad niets weet van het boerenwerk. Daar had ik nog niet eerder aan gedacht.'
'Catharina zou het best kunnen, maar ze wil eenvoudig niet. Je zou haar meer op haar kop moeten geven. Ik zal zorgen dat ik er morgen met de koffietijd ben, Dries. Ik help Dit wel.'
Ineens leek de wereld mooier dan ooit. Voor het eerst die dag met echte blijdschap in haar hart ging Sanne naar de ongeduldig wachtende Geertje.
Dries had het haar gevraagd. Niet zijn zusje, maar zij, Sanne, wist hoe het toe moest gaan op Maesvreugt.
Ze sliep die nacht opnieuw onrustig. Vroeg, veel te vroeg, was ze opgestaan om voor het ontbijt te zorgen, een van haar vaste taken op Poelwijck. Geertje was die dag nukkiger dan anders. Ze wilde Sanne onmiddellijk allerlei werkjes opdragen, waar het meisje zich haastig vanaf maakte door te zeggen dat ze naar Maesvreugt ging.
'Daar komt niets van in,' antwoordde Geertje pinnig. 'Sabina woont daar niet meer en nu zul je je niet langer meer aan je verantwoordelijkheden kunnen onttrekken.'
'Ik heb Dries moeten beloven Dit de Raet wegwijs te maken.'
'We zijn nu geen familie meer van de mensen op Maesvreugt. We zijn ze niets verplicht. Hier is ook werk genoeg.'
'We zijn familie van Dit en zij verdient het te worden geholpen.'
'Poeh. Die vrouw hoort niet op een boerderij. Ze weet niets af van melken en karnen, van broodbakken en kalveren voeren.'
Juist daarom heeft ze mij de eerste dagen nodig.'
'Dat kan Catharina wel doen.'
Dries vroeg het aan mij en ik ga. Of je het er mee eens bent of niet. Zo,' snoerde Sanne Geertje de mond, die nog meer commentaar wilde geven. 'Je hebt al jaren hier de baas gespeeld over alles en iedereen, maar dat lukt je niet over mij, hoor je?'
Geertje lachte schamper. 'Ik weet wat het beste voor je is. Vader luistert naar mij en je moet je dus niet aanstellen.'
'En dat beste is zeker trouwen met een man van wie ik niet hou.'
'Niet hou? Dat is toch allemaal aanstellerij. Trouwen doe je om andere redenen. Geld en goed zijn duurzamer dan liefde.'
'Zoals bij Sabina? Ben je soms trots op wat daarvan geworden is?'
Nu werd Geertje echt boos. 'Sabina was dom, vreselijk dom. Laat haar nu maar armoe lijden met die schoolmeester van haar. Ze zal er wel gauw achterkomen hoe dat is.'
'Wat ben jij gemeen,' snikte Sanne ineens, ten prooi aan heftige emoties. 'Wat ben jij intens hard en gemeen. Ik ga.' Geertje haalde slechts haar schouders op 'Ik zal je een beetje laten spartelen, dat maakt niet uit. Ten slotte zul je doen wat het beste voor je is.'
Heel de weg naar Maesvreugt was het Sanne onbehaaglijk te moede. Geertje was zo koud geweest, zo overtuigd van haar uiteindelijke overwinning. Had Sabina daar ook tegen moeten vechten indertijd? Zou ze voor het eerst iets begrijpen van het raadsel, waarom Sabina ooit met Hendrik was getrouwd? Was Geertje sterker gebleken dan Sabina en zou zij, Sanne, datzelfde moeten ondervinden?
Op Maesvreugt was alles anders dan anders. Dit voelde zich duidelijk vreemd in de grote keuken van Maesvreugt. Grietje had een hoogrode kleur en Catharina was nergens te bekennen. Dries trouwens ook niet.
'Dag, juffrouw De Raet. Ik kom kijken of ik u misschien helpen kan.'
'Kijk eens aan, Sabina's kleine zusje. Grietje vertelt me van alles, meisje.'
'Heeft u misschien de koffie al klaar? Ik zou wel een kopje lusten. Ik kan de hele dag blijven, zodat ik u een beetje wegwijs maken kan.'
'Mooi. Dat is erg aardig. Maar ga toch zitten. Jij ook, Grietje, je hebt zeker wel een bakje koffie verdiend.' Dit sprak zacht en beschaafd, geen dialect zoals de anderen in de streek.
Sanne lachte hartelijk. 'Het doet me genoegen dat u niet karig bent voor het personeel. Dat was Sabina ook niet.'
'Ik doe mijn best, maar je zuster was de boerin hier en dat ben ik niet. Ik wist niet eens dat ik toezicht moest houden op het melken.'
'Misschien,' raadde Sanne haar aan, 'kun je die taak aan Catharina geven? Het zou haar wel goed doen eigen vastomlijnde taken te hebben en bovendien is zij van de familie. Ze moet leren iets te doen, hoe weinig zin ze er ook in heeft.'
Grietje kleurde verlegen. 'Als Catharina...' ze aarzelde, 'nu ja, ik bedoel... ze zal geen gemakkelijke bazin zijn,' hakkelde de meid verlegen.
'Als je je werk goed doet, en ik weet dat dat zo is, Grietje, zal ze weinig aanmerkingen kunnen maken,' suste Sanne, hoewel ze heel goed wist wat de meid bedoelde. Sabina had altijd meegeholpen in de stal. Dat zou Catharina zeker niet doen. Als haar autoriteit gegeven werd, zou ze die ook gebruiken. Maar toch dacht ze dat het zo het beste was. Dit leek haar een lieve vrouw toe, maar ze betwijfelde of ze tegen deze nieuwe taak was opgewassen. O, kon ze zelf maar... Nee, nee, nu gingen haar gedachten werkelijk op de loop.
'Komt Dries naar huis?' vroeg Dit, maar dat wist Sanne ook niet.
'Als hij niets gezegd heeft, zal het wel. Dries is aardig, hij zal het u niet lastig maken.'
'Zijn zusje is zeker niet gelukkig met de situatie van dit moment.'
'Ze is jonger. Sabina voelde zich een beetje schuldig waar het haar betrof. Catharina lijkt op haar vader, juffrouw De Raet. U zult er misschien uw handen nog vol aan krijgen.'
'Sabina verdiende haar geluk en Maarten ook. Ik zal ervoor zorgen dat ze geen spijt krijgen van hun beslissing, doordat Sabina zich schuldig gaat voelen over de toestand hier. Ze zal er geen reden toe hebben,' klonk het vastberaden.
Sanne lachte hartelijk en bij zichzelf dacht ze: goed zo. Ze schatte Dit op ongeveer dertig jaar. De vrouw was dus wat Geertje zo schamper een oude vrijster noemde, hoewel ze zelf evenmin getrouwd was en zei dat ook nooit te zullen doen. De vrouw, die geen muts droeg en een deftige japon, zag er helemaal niet als een boerenvrouw uit. Ze was mager en haar handen waren zacht, zonder eelt, als van een zieke. Die handen deden niet veel werk, dat kon Sanne wel zien. Een klein huis schoonhouden was wel iets anders dan de huishouding op een grote hofstede. Sanne hoopte maar dat Dit haar nieuwe taak niet zou onderschatten, de taak die ze op zich had genomen om haar broer te helpen. Niet omdat ze het plezierig vond om op een boerderij te werken. Ze was een beetje bang dat Dries zich hals over kop in een huwelijk zou storten als hij merkte dat Maesvreugt niet zonder vrouwenhand kon. En dan, dacht ze droevig, zou ze zeker nooit meer op Maesvreugt komen.
Net toen Grietje de koffïekommen bijvulde kwam hij binnen.
'Ha, dat ruikt lekker, Dit.' Ze lachten allebei. 'Grietje, zorg je ook voor de koffie voor de knechten?'
Het meisje knikte en verdween, nadat ze haastig wat koude melk bij haar eigen koffie had gegoten zodat ze die meteen kon opdrinken. Dries schoof aan de keukentafel. 'En Sanne, is alles hier in orde?' vroeg hij plagend.
'Juffrouw De Raet is heel capabel,' antwoordde ze zacht.
'Ik wilde maar dat je ook Dit tegen me zei,' zei deze. 'Ten slotte zijn we nu schoonzusters.' Dat was waar. Sanne moest nog aan die gedachte wennen. 'U... je bent zo deftig dat ik automatisch juffrouw zeg. Maar ik zal het proberen. Het is allemaal nog een beetje vreemd.'
'Ja, alles is tamelijk snel gegaan en we hebben elkaar nog niet veel gezien, hè, Sanne? Ik hoop dat dat nu verandert.'
'Wil je dat? Dat ik je hier zo nu en dan opzoek?' vroeg Sanne blij verrast.
'Ik ken niemand in Ammekerk.' Dit keek haar verlegen aan. 'Ik maak niet zo gemakkelijk nieuwe kennissen omdat ik nogal teruggetrokken ben. Ik heb altijd een tamelijk stil leven geleid en eerlijk gezegd moet ik erg wennen... aan dit hier. Bovendien zijn we nu familie van elkaar.'
Sanne, met haar oude spontaniteit, stond op en kuste Dit op de wang. 'Je bent een schat. Ik was al bang dat ik Sabina vreselijk zou missen, want met Geertje kan ik niet goed overweg. Als je wilt zal ik je een keer meenemen naar Dries' grootouders. Dat zijn schatten en ze krijgen graag visite. Het zal hun goed doen je beter te leren kennen, nu je voor de kleinkinderen zorgt.'
Dit lachte en Dries ook. Even kruisten Sannes ogen die van Dries en het meisje werd er onrustig van. Haar houding tegenover hem werd steeds moeilijker, besefte ze. Sinds enkele weken ging ze ook niet meer in de kreek zwemmen, zelfs niet toen het nog warm was. Ze had de slag nu een beetje onder de knie en kon enkele meters zwemmen zonder te zinken. Maar ze besefte dat het niet goed was om te veel met Dries alleen te zijn op die manier. Ze voelde zich soms verlegen tegenover hem, daar had ze vroeger geen last van gehad. Ze wist dat ze het zichzelf alleen maar moeilijker maakte als ze zulke situaties op bleef zoeken en daarom deed ze dat niet meer. Dries beschouwde haar net als vroeger als een soort zusje, daar was ze zich pijnlijk van bewust. Aan hem lag het allemaal niet. Nee, haar eigen veranderende gevoelens maakten dat alles veranderde. Maesvreugt was niet langer haar tweede thuis. Maesvreugt was de hoeve waar ze wilde wonen met de man van wie ze hield. Het was de plaats waar ze de boerin wilde zijn, niet langer meisje, maar vrouw. Ze was zich ervan bewust dat ze moest oppassen haar gevoelens niet te verraden, aan niemand, vooral niet aan Dries en Geertje. Het deed zoveel pijn te weten dat Dries haar nooit zag als de meisjes in het dorp die hij het hof maakte als hij 's avonds wegbleef. Goed, voor zover ze wist was er nog niets serieus, maar hij keek rond en dat zei genoeg. Hij wilde trouwen en dat was begrijpelijk. Maar het was bitter te weten dat liefde in zijn keuze uiteindelijk een ondergeschikte rol zou spelen. Sanne bleef de hele dag bij Dit. Pas toen ze aan het einde van de middag op het punt stond om op te stappen, legde de oudere vrouw aarzelend een hand op Sannes arm.
'Sanne, ik moest dit misschien niet zeggen, maar...' Ze aarzelde.
'Wat?' schrok Sanne. 'Wil je liever toch dat ik niet meer kom?'
'O ia, niets liever, hoewel...'
'Ik begrijp je niet.'
'Gisteren dacht ik het al te zien,' ging Dit verder. 'Dries, bedoel ik. Je houdt van hem, hè?'
Sanne bloosde tot aan haar haarwortels, maar ze gaf geen antwoord.
'Kom je voor hem? Wees alsjeblieft eerlijk.'
'Ik kom beslist niet alleen voor hem, Dit. Ik hoop al een paar maanden dat hij me anders gaat zien. Voor hem ben ik niets meer dan een soort zuster. Als dat echter niet verandert... dan kan ik hier niet meer komen. Nee, ik kom echt niet alleen om hem. Dat was voor ik zo voelde ook al zo. Ik ben niet graag meer op Poelwijck. Het is er niet meer als vroeger, toen mijn moeder nog leefde. Mijn andere zuster behandelt me alsof ik gewoon de meid ben. Hoogmoedigheid is niet een van mijn ondeugden, naar ik hoop, maar ik kan er niet tegen. Sabina was altijd zo lief voor me, al die jaren. Ik mis haar, Dit.'
Bij mij ben je altijd welkom. Ik ben alleen en jij in zekere zin ook, nietwaar? Dat schept toch een band.'
' Zie je wel. Ik zei al dat je een schat bent.'
Dit lachte. 'Ik ben erg blij dat ik nu een soort gezin heb om voor te zorgen.
Vroeger had ik moeder en Maarten, maar dat was toch anders.'
'Heb je er verdriet van dat je nooit getrouwd bent?'
'Ik kon niet trouwen. Mijn plicht stond me in de weg. En nu ben ik te oud. Ik heb het allemaal wel aanvaard, maar het heeft veel pijn gedaan, ja, dat is zo.'
'Eigen kinderen hebben was echt wat voor jou geweest,' zei Sanne bedrukt, terwijl ze zich onwillekeurig afvroeg of zij er over tien jaar net zo aan toe zou zijn als Dit nu. Maar tien jaar was een lange tijd, een mensenleven ver weg als je net twintig was.
'Geertje wil dat ik om geld trouw,' bekende ze plompverloren.
'Doe dat nooit, meisje. Daar rust geen zegen op.'
'De meeste mensen bekijken dat anders.'
'We praten er nog wel eens over bij gelegenheid. Laat je niet in een richting duwen waarin je niet wilt.'
'Nee, ik hoef maar aan Sabina te denken toen ze met Hendrik getrouwd was en ik voel me weer sterk.' Sanne kon weer glimlachen. 'Ik was nog erg jong toen het gebeurde, maar toch begreep ik meer dan Sabina vermoedde.'
'Denk daar maar aan als je het moeilijk krijgt. En bij mij kun je altijd terecht als je erover praten wilt.'
'Dank je, Dit. Ik ben gelukkig dat ik jou heb teruggekregen, nu ik Sabina kwijt ben.'
'Je bent haar niet kwijt. Je zult haar ook nooit kwijt zijn, zo lang je leeft niet.'
Nee, dacht Sanne terwijl ze naar huis ging, dat was zo. Maar Sabina woonde te ver weg om met haar zorgen naartoe te kunnen gaan. En moeder leefde ook niet meer. Ze mocht ontzettend dankbaar zijn dat ze Dit nu had. Dat er iemand was bij wie ze steun kon vinden als dat nodig mocht zijn. Dat was beslist een prettige, geruststellende gedachte. En nog heerlijker was het, dat ze nu toch een reden had om regelmatig naar Maesvreugt te blijven gaan.