63

Het leven is een redelijk goed toneelstuk met een slecht geschreven derde akte.

–Truman Capote

Toen Eden thuiskwam wachtte haar een verrassing. Bloemen. Niet in de handen van de jongen van L’Olivier, maar in die van Otto.

      ‘Wat doe jij hier?’

      ‘Ik heb het grandioos verprutst,’ zei hij terwijl hij naar haar toe liep.

      ‘Otto, wat is er aan de hand?’

      Eden pakte haar sleutels en liep de trap op, met haar ex achter zich aan.

      ‘Kom terug,’ smeekte hij. ‘Mary is weg. Iedereen is weg. Ik zal veranderen...’

      ‘Alsjeblieft, zeg. Als een vrouw ook maar een tiende cent kreeg voor elke keer dat een man die woorden uitsprak, zouden we nu de rijken der aarde zijn,’ antwoordde ze ijzig.

      ‘Eden, het spijt me. Ik heb het verknald.’ Hij liep naar haar toe en keek haar recht aan. ‘Sinds je niet meer in mijn leven bent kan ik niet meer schilderen. Ik heb een nieuwe serie schetsen gemaakt van een stilleven, en Lyle, die normaal gesproken zowat in mijn kont kruipt, vond ze slecht. Hij zei dat ze in deze economie niet zouden verkopen; mensen willen “iconische” investeringen...’ Hij rolde met zijn ogen en spotte met melodramatische vingeraanhalingstekens met de galeriehouder.

      ‘O, dus je bent nu hier omdat ik goed ben voor de zaken?’ lachte Eden. ‘Otto...’

      ‘Nee. Ik ben hier omdat ik je mis.’

      ‘Ja, omdat je uitverkochte shows mist.’

      ‘Dat is niet waar. Ik mis jóú.’

      ‘Ik heb je al gezegd,’ zei Eden, en ze keek hem recht in de ogen, ‘dat het te laat is.’

      ‘Dus dat is dat? Zelfs mijn excuses zijn niet goed genoeg? Is die loser van een toy boy van je waar je mee neukt zó lekker?’ Net toen ze een zweem van schuldgevoel begon te krijgen, een glimp van hoe makkelijk het zou zijn om gewoon mee te gaan naar de binnenstad, naar huis, terug naar de vader van haar kind, herinnerde Otto haar er precies aan waarom ze daar op topsnelheid vandaan was gegaan.

      ‘Otto, doe alsjeblieft rustig.’

      ‘Weet je wat je bent? Je bent een vuile kuthoer. Je bent altijd een hoer geweest! Kijk maar hoe snel je die arme stakker hebt gedumpt met wie je was totdat ik langskwam! Bij mij kreeg je wat je wilde. En nu ga je die Lydon-sukkel uitknijpen?’

      Zijn wrede woorden staken Edens ziel als schroeiend hete naalden terwijl ze verschrikt terugweek.

      ‘Je was niets toen ik je vond en je uit de schaduwen der onbekendheid haalde! Je was een zielig kampersletje,’ schreeuwde hij. Ze wist niet wat ze hoorde. ‘Ik heb je goddomme gemaakt.’

      Net toen ze wilde gaan huilen om de verbale steekwonden, haalde Eden diep adem. ‘Je hebt mij niet gemaakt! En om eerlijk te zijn is die arme stakker meer man en meer kunstenaar dan jij ooit zou kunnen zijn.’ Ze begon te huilen, niet van Otto’s wrede woorden maar om de gedachte aan wat ze Wes had aangedaan. ‘EN NU OPROTTEN!’

      Hij had het niet zien aankomen... zij ook niet. De twee staarden naar elkaar en Otto liet het boeket op de grond vallen. Hij draaide zich stilletjes om en liep weg, smeet de deur achter zich dicht.

      Hijgend wankelde Eden naar de telefoon om Allison te bellen, die haar kalmeerde.

      ‘Go, girl!’ juichte Allison. ‘Ik ben zo blij dat je hem op zijn nummer hebt gezet. Hij kan de kolere krijgen!’

      ‘Ja hè, wat is het ook een leugenaar! Hij beweerde dat hij me terug wilde, dat hij ons miste, maar ik weet dat het niet zo is. Het is een machtsspelletje en hij wil dat ik poseer. Als ik dan nee zeg, gaat hij van zogenaamd liefhebbend naar iemand die me uitscheldt voor kamperslet.’

      ‘Hij kan de kolere krijgen. Hij is verleden tijd. Ga verder met je leven.’

      ‘Dat wil ik wel. Echt waar. Ik ben alleen zo... leeg. Ik ben afgemat door het leven.’

      ‘Je zit gewoon in een sleur! Daar kom je wel uit, Eden.’

      ‘Weet je nog dat we wel uren achter elkaar videospelletjes speelden in de Gas ‘n’ Sip?’ vroeg Eden met versufte stem aan Allison.

      ‘Natuurlijk, ik was de Kong-godin,’ schepte Allison op. ‘Mijn naam stond op een gegeven moment op de zeven hoogste plekken.’

      ‘Nou, weet je nog wat er gebeurt als Ms Pac-Man doodgaat?’

      ‘Ja, ze vervaagt van een bijna hele taart naar alleen een taartpunt en dan hoor je dat leeglopende onheilsgeluid.’

      ‘Precies.’

      ‘Ja, en?’

      ‘Zo voelt mijn hart nu aan,’ zei Eden. ‘Als Ms Pac-Man die eraan gaat.’

      ‘Vanwege Otto?’

      ‘Nee. Vanwege Wes.’

      ‘Je zei op mijn voicemail dat je het enorm naar je zin had gehad met hem.’

      ‘Dat klopt. Het was té leuk.’ Eden kroop onder de lakens.

      ‘Wat is er gebeurd?’

      Ze kreeg kippenvel als ze aan hem dacht. ‘Ik heb het weeë gevoel dat bij hem weggaan de verkeerde keuze was. Ik bedoel, natuurlijk ben ik blij dat ik Cole heb. Maar toen ik hem vanavond zag, voelde het... alsof ik thuiskwam. Ik weet het, het klinkt gestoord.’

      ‘Wat ga je nu doen?’ vroeg Allison.

      ‘Wat kan ik doen? Niets. Hij had nog een afspraakje, een of andere meid die net van school kwam, nota bene.’

      ‘Dus er vloog een vonk over?’

      ‘Nee, het was erger dan dat. Ik zag hem en voelde me natuurlijk ontzettend tot hem aangetrokken. Hij is nog steeds superknap,’ zei Eden. ‘Maar het was niet dat ik hem met een knuppel op zijn kop wilde slaan en naar boven slepen naar een kamer om hem te neuken.’

      ‘Dus dat is goed.’

      ‘Nee, want weet je...’ Eden schudde het hoofd. ‘Wat ik wilde was tegen hem zeggen dat ik dolverliefd op hem was.’

      ‘O jee,’ zei Allison, die een ramp voelde aankomen. ‘En wat ga je nu met Chase doen, dan?’

      Eden voelde zich schuldig tegenover Chase, om wie ze echt gaf, maar ze moest de realiteit onder ogen zien. ‘Ik vind hem superlief, echt waar. Alleen toen ik Wes zag wist ik weer dat je dat gevoel hoort te hebben, die onstuimige gestoorde soort liefde. En ook al is het natuurlijk te laat om opnieuw te beginnen met Wes, ik weet nu tenminste weer dat het bestaat, dat ik dat soort genegenheid weer kan voelen.’

      ‘Arme Chase,’ zei Allison.

      ‘Hij heeft nog een heel leven voor zich,’ zei Eden. ‘Hij zal een vrouw heel gelukkig maken. Hij zal kinderen krijgen en alles...’

      ‘En jij dan?’ vroeg Allison.

      ‘Ik? Wie weet.’ Eden haalde haar schouders op. ‘Voor het eerst van mijn leven heb ik geen flauw idee wat ik wil.’