17
Je kunt een diamant niet zonder wrijving slijpen, en een man niet perfectioneren zonder beproevingen.
–Chinees spreekwoord
Het was nota bene Otto die probeerde Eden te koppelen op zijn verjaarsdiner in maart in Moto in Brooklyn. Ze dacht dat het gepast zou zijn om aanwezig te zijn en het met hem te vieren, omdat ze nog bevriend waren, dus ging ze, maar ze kreeg de kriebels toen ze Mary hoorde giechelen om elk woord dat uit Otto’s mond kwam. John Cavett Morley, een beroemd auteur die samen met Otto was opgegroeid en zich in de vriendenkring van de Clydes bevond, had gevraagd of hij zijn oude vriend Rory Sussman mee mocht nemen, aan wie ze gekoppeld diende te worden en die dus niet-al-te-subtiel naast haar werd geplaatst.
‘En, wat doe je, Rory?’ vroeg Eden op een lichte, door wraak ingegeven flirterige toon.
‘Nou, ik ben hotelier. Ik heb net een boetiekhotel geopend in West Hollywood. Ontworpen door Starck en ingericht door Kelly Wearstler. Je moet eens een kijkje komen nemen.’
‘Ik vind het altijd zo grappig dat mensen zich hier hotelier noemen, in tegenstelling tot hoe we ze thuis in de rimboe noemden,’ zei Eden.
‘O ja,’ zei Rory. Hij raakte opgewonden van haar toon die verklapte dat ze geen ene moer om hem gaf. ‘Hoe noemden jullie ze dan?’
‘Herbergiers.’
Rory grijnsde. De meeste meiden stortten zich op hem, maar deze dame was lastiger, zelfverzekerder. Hij was wereldwijs en gewichtig, een sexy trendsetter die aan het hoofd stond van talloze speciale evenementen in zijn toko in Hollywood, waar meerdere animeermeisjes (schuine streep model, schuine streep actrice, schuine streep masseuse, schuine streep hoer) door de lobby drentelden. Hij had een plotselinge hartaanval gekregen na twee porties foie gras, en dat had zijn leven veranderd. Nu leefde hij voor het moment, genoot overal met volle teugen van (behalve van paté) en deed twee dingen waar hij nooit van had durven dromen: hij kocht een jacht, die hij Driedubbele Bypass doopte en nu, zo hoopte hij, zou hij Eden Clyde neuken.
Natuurlijk mocht Rory Eden meteen en zetten ze hun geflirt voort tijdens de maaltijd terwijl Otto toekeek en af en toe plagend naar zijn ex knipoogde. Hij was helemaal niet jaloers (nou ja, misschien een beetje); hij wilde gewoon dat ze gelukkig was.
Maar helaas, Rory was te gladjes, te mooi. Eden werd niet warm van hem. Ze wist het wanneer ze als marionet werd gebruikt, een aanwinst voor zijn verzameling om van zijn lijstje af te strepen. Dat had ze niet verkeerd gezien. Haar beeltenis was over de hele wereld zo bekend dat het de heilige graal der wippen zou zijn. De oude Eden zou het niet erg hebben gevonden om als rekwisiet te worden gebruikt, zolang het haar ook maar iets opleverde. Maar daar had ze nu geen behoefte aan.
Ze wilde niet iemands trofee zijn. Niet meer.
Na Otto’s feest bleven Eden en Otto elkaar, buiten hun schildersessies om, één of twee keer per dag spreken. Ook al was een deel van haar gekwetst over zijn gerollebol met de struise Mary, ze nam het hem niet meer kwalijk omdat ze ergens diep vanbinnen dankbaar was. Ze wist dat ze eigenlijk méér wilde en waarschijnlijk tot in de eeuwigheid zou zijn blijven hangen. Het zat er al heel lang aan te komen.
Soms moest ze zich inhouden als ze vanbinnen kookte (zoals wanneer Mary op de achtergrond tetterde) en een andere keer putte ze warme troost uit Otto’s stem alsof ze bijkletste met een oom of leraar van vroeger. Ze hadden het niet alleen over Cole maar over van alles en nog wat. Soms kletsten ze tot diep in de nacht, stelden zelfs een keer of wat voor om toch bij elkaar te blijven voor het gezelschap en het gemak.
‘Er zou niets veranderen,’ zei Eden met een schouderophalen. ‘Ik denk echt dat je meer voor Mary voelt dan je toegeeft.’
Otto zweeg. Een stille bevestiging van Edens vermoedens die over de telefoon oorverdovend klonk.
‘Ik mis je soms gewoon,’ zei hij bedroefd.
‘Nou, misschien wil ik altíjd gemist worden,’ zei ze. ‘Er is een tijd geweest dat ik niet naar de supermarkt kon zonder dat je twintig keer vroeg wanneer ik terugkwam.’
‘Waarom heb je die Rory een blauwtje laten lopen? Hij leek me wel aardig. Veel dukaten op de bank.’
‘Ik ben niet op zoek, Otto. Vanavond nemen Allisons vriendinnen Callie en Sara me trouwens mee naar Cipriani.’
‘Niet te veel Bellini’s drinken,’ plaagde hij.
‘PROOST!!’ De derde ronde prosecco met perziksap ging de lucht in.
‘O god, we zijn net The First Wives Club, maar dan zonder ringen op de bodem van onze glazen!’ zei Sara.
‘Ja, en ik ben nooit getrouwd,’ zei Eden.
‘Oooooh, lekkers op drie uur,’ fluisterde Sara. Een groepje Wall Streeters in blauw overhemd kwam binnen na een lang potje squashen bij de Racquet Club gevolgd door ‘speciale’ Chinese massages in de hoerenkast op een eerste verdieping aan Third Avenue, waar ze je voor de goede afloop zeiden te ‘dlaaien’ (zoals in ‘omdraaien’). De mannen waren voor het moment uitgeleuterd (daar hadden Li en Ling wel voor gezorgd) en helemaal toe aan een Italiaans maaltje. Die avonden waren een kakkertraditie – Pezen en Vlezen – ‘dlaai’-massages en een hapje eten.
‘Moet je kijken, mannen, moet je de koplampen van die mokkels zien,’ zei een van hen tussen de happen kalfsvlees met Parmezaanse kaas door.
‘Halleluja, wat een meloenen!’
‘Da’s pas een flinke stapel hout voor de deur,’ voegde een ander eraan toe.
‘Een stapel, zeg maar gerust een heel bos!’
Callie had genoeg kunnen horen om te weten wat het gespreksonderwerp van de mannen was en ze straalde. ‘Ze kijken naar onze tieten,’ zei ze trots rechtop zittend.
Eden keek naar de mannen en toen weer naar haar vriendinnen. Het waren net twee groepen Grote Boze Wolven die hun lippen likten, en zij was het onschuldige Roodkapje ertussenin.
Een van de ballen hief zijn glas naar de tafel van de vrouwen.
‘Wat gebeurt er?’ vroeg Eden.
‘Dat heet flirten. Jeez, jij moet echt vaker de deur uit. Je bent het kwijt, meid!’ plaagde Sara.
‘Mesdames,’ zei de kelner die bij hun tafel kwam staan. ‘De heren daar willen jullie een fles wijn aanbieden.’
‘O, super!’ kirde Callie met haar roodgelakte hand op haar hart terwijl ze haar hoofd uit dankbaarheid naar hun tafel boog. De kelner schonk de wijn in en de twee vrijpostige vrouwen nipten er verleidelijk aan en hieven het glas.
‘Proost,’ zei Callie.
‘Op een wilde nacht,’ lachte Sara.
‘Jullie zijn net een stel roofdieren,’ zei Eden.
‘En waarom niet?’ vroeg Callie lichtelijk defensief. ‘Waarom mogen alleen mannen lol maken?’
‘Nee, nee, ik bedoelde het niet slecht. Ik... ik denk dat jullie gelijk hebben. Ik ben de instrumenten kwijt, denk ik.’
‘Het zijn geen instrumenten,’ legde Sara uit en ze raakte haar decolleté subtiel aan terwijl de mannen toekeken. ‘Het zijn wapens.’
‘Zou jij nooit een borstliftje overwegen?’ vroeg Sara terwijl ze naar Edens pronte maar ietwat hangende exemplaren keek.
‘Ik heb nu betere tieten dan toen ik in de dertig was en twee baby’s voedde,’ gaf Callie toe. ‘Déze baby’s tarten de zwaartekracht!’ zei ze trots. ‘Met dank aan dokter Baker.’
‘Die van mij zijn van Hidalgo.’ Sara schudde haar boezem.
Eden had wel gemerkt dat de zwaartekracht grip had gekregen op haar borsten, maar ze kon het zich niet voorstellen dat ze ze open zou laten snijden om er een lichaamsvreemd object in te laten zetten. Ze was zo’n watje dat als ze zich aan papier sneed ze het al uitkermde en er een pleister op moest.
Na een tijdje werd het minder druk en kwam de tafel naast hen vrij. De drie mannen drentelden hun kant op.
‘Mogen we bij jullie komen zitten, dames?’ vroeg een van hen.
‘Natuurlijk,’ zei Callie, en ze draaiden de stoelen hun kant op.
‘En,’ vroeg Sara. ‘Hoe heten jullie? Chip? Biff? Chad?’
‘Ik ben Bill,’ zei de knapste met een grote glimlach.
Eden lachte. Dat kwam op hetzelfde neer.
‘Dan heb je vast lekkere billen?’ vroeg Callie terwijl hij knikte.
Eden spoog het slokje wijn uit dat ze net had genomen en wist dat dit het moment was.
‘Eh, het spijt me heel erg, mijn excuses, maar ik moet gaan,’ zei ze. Ze stond abrupt op en zocht naar haar clutch.
‘Je gaat toch niet nu al weg?’ smeekte een van Bills gabbers. Shit, drie kerels en nog maar twee lekkere wijven over. Het was net stoelendans. En de geilste ging ervandoor.
‘Ja, sorry, ik voel me niet zo lekker,’ verontschuldigde Eden zich.
‘Je ziet er anders erg lekker uit,’ zei de andere vent.
‘O, eh, dank je. Sorry – Doeg, meiden – doeg, veel plezier.’
Eden was nog nooit zo snel thuis geweest. Jakkes. Sara en Callie waren wel vermakelijk met al hun penispraat, maar het was niets voor haar. Ze had samengeleefd met een volwassen man van vijfenvijftig; ze kon nu niet gaan jagen op ballen met de verstandelijke leeftijd van een Dora-kijker. Zíj wilde het knappe jonge ding zijn. Ze wilde zich nieuw en begeerd voelen, niet versleten en dankbaar. Shit, oud worden was klote.