32
Ik wil door pret en lachen rimpelig worden.
–William Shakespeare
Een oranje licht brandde op de etage van de woonkamer. Chase zocht in de ruit naar haar perfecte silhouet, maar ze zat niet bij het raam. Hij zocht naar een schaduw op een aangrenzende muur of zelfs maar het plafond, slechts een vage strook licht dat een elleboog bescheen zou genoeg zijn. Maar er was niets, geen teken van haar aanwezigheid daarbinnen. Hij zette een paar stappen achteruit om zijn hals uit te rekken voor het geval ze langs de openslaande ramen liep. Hij was geobsedeerd; dacht steeds aan haar lichaam, haar lange haar, haar tomeloze zelfvertrouwen en duidelijk sexy maar evengoed mysterieuze uitstraling. In de voorafgaande dagen had hij zichzelf gedwongen al die gedachten uit zijn hoofd te bannen, maar ze braken uit, vrijgelaten door zijn nu verdwenen wroeging. Beelden van haar verschenen op het filmscherm in zijn hoofd. Haar dijen in dat korte jurkje. Haar huid, haar groene ogen.
De regen stortte over hem heen terwijl hij voor zijn gevoel wel een uur door het raam staarde. Zijn blauwe overhemd was een doorweekte tweede huid, de hoeken van zijn gezicht voelden als glijbaantjes voor water om vanaf te glijden. Hij rilde een beetje, betoverd door het gloeiende licht in het raam. En toen...
‘Chase?’ hoorde hij achter zich.
Hij draaide zich om en zag Eden op hem af lopen met een paraplu in haar handen die ze ooit in de Design Store van het MoMA had gekocht. Hij was aan de buitenkant helemaal zwart maar de binnenkant was een helderblauwe Magritte-lucht met een paar wolkjes. Chase wist niet wat hij moest zeggen. Hij had gehoopt haar te zien, maar had geen plan. Hij keek alleen maar naar haar en haalde adem terwijl de zware regendruppels hem bekogelden.
‘Wist je dat stalken erg onderschat wordt?’ zei Eden, die op haar doorweekte bewonderaar afstapte zodat ze samen onder de paraplu pasten, een gedeeld toevluchtsoord van zonnig hemelsblauw.
Zonder iets te zeggen greep Chase Eden als in slow motion vast. Hij overrompelde haar onder de paraplu en kuste haar wild, met zijn natte hand door haar lange haar, ogen gesloten, verblind door zijn eigen hartstochtelijke aanval. Het was wat hij dolgraag had willen doen bij hun vorige ontmoeting. Het stoplicht op die straathoek en het stoplicht in zijn hart hadden allebei op groen gestaan, maar in zijn hoofd was het felrood geweest omdat hij aan Liesel gebonden was. Maar nu in de regen was hij een vrij man en brandde hij van verlangen om die zoen te beantwoorden die hij zo abrupt had afgebroken.
Toen Eden zijn ademloze omhelzing beantwoordde, viel de paraplu naast hen op de grond. De blauwe lucht aan de binnenkant was nu naar boven gedraaid en de mensen die hij eerder had beschermd werden kleddernat van het genadeloze noodweer. Het kon hun niets schelen. Chase’ handen betastten haar warme nek en de zachte, warme huid van haar rug onder haar kasjmieren trui, terwijl hij haar doorweekte met zijn eigen natte lijf. Al gauw waren ze allebei helemaal doornat, maar ze voelden de warmte van de ander en het tromgeroffel in hun beider borstkassen door de kletsnatte vezels.
Er klonk een oorverdovende donderslag. Eden schrok, haalde haar lippen van de zijne en keek met wilde ogen naar hem op.
‘Zullen we naar binnen gaan?’ vroeg hij nerveus.
‘Is goed,’ zei ze en ze sloeg haar arm om hem heen. ‘Mijn huis... of het mijne?’
‘Dat van jou.’ Chase glimlachte. Hij volgde haar door de dubbele deur van haar enorme maar een beetje vervallen herenhuis dat ooit elegant moest zijn geweest. Hij rende de trap op van de lobby van haar smalle appartement alsof het roestbruine tapijt de gele klinkerweg was, maar dan zonder de dwergen. Chase keek op naar Eden, die droop van de regen en glimlachte. Betoverender kon niet. Zelfs als ze zich uren zou hebben opgedirkt, had ze er voor Chase niet beeldschoner uit kunnen zien toen ze haar appartement binnengingen. Ze hield zijn natte hand vast en leidde hem opgewonden de hal en de woonkamer door. Het was alsof het appartement warm water was en zij de thee; alles om hen heen was doortrokken van haar stijl, haar geur, haar magnetische aantrekkingskracht. Het was een eclectisch verlengstuk van de vrouw die hij naar de slaapkamer volgde. Er stonden hier en daar schalen met kralen sieraden, exotische snuisterijen, kleine fotolijstjes, kleine schilderijen zonder lijst die op planken vol boeken stonden, oude houten drukletters, kasjmieren spreien, overal kussentjes, chique geweven tapijten, schatten van over de hele aardbol. Het leek alsof Eden de hele wereld binnen de muren van haar appartement had. Haar geurende sachets en zoete parfums verwenden zijn zintuigen meer dan een kok van een viersterrenrestaurant, het getingel van haar dunne arm vol armbanden klonk beter dan een symfonie. De muren en bekleding waren bedekt met warme stoffen met knusse details, van kwastjes en warme dekentjes tot het fluwelen lint waarmee ze haar lange, woeste haar opbond.
Toen ze zich naar hem omdraaide, kwam er een blos op zijn vochtige wangen. Eden trok het lint uit haar haar en liet het los vallen. Chase greep haar, vrij en wild, badend in het warme gedimde licht. Hij betastte haar zo vurig dat ze een paar keer bijna omvielen terwijl ze richting het bed wankelden. Ze rolden naar elkaar toe op de wolk van het donzige dekbed en lieten regenvlekken in de vorm van mensen achter op de sprei. Chase’ adem was warm en koortsig terwijl hun zoenen intenser werden. Zijn ogen waren gesloten, zijn handen om haar heen alsof hij nooit meer los zou laten. Hij had zich niet eerder zo opgewonden gevoeld en alhoewel hij een paar mooie meiden in zijn armen had gehad, was daar nog nooit een echte vrouw geweest. De dame naast hem was een tijgerin en bij haar leek het alsof hij eindelijk tot leven was gekomen, energiek in elke vinger, elke haar. Voor het eerst in zijn hele leven had hij zichzelf niet in de hand, dronken van Edens sensualiteit. Hij zat op de seksuele passagiersstoel, onbekend met de opwindende bochten en kronkels van de gladde, natte weg.
Eden chauffeerde graag. Eindelijk weer. Na twintig jaar Clydes seksuele pion te zijn geweest, was ze nu de baas. In de wanhopige greep van Chase bemerkte ze dat bekende gevoel dat ze niet alleen gewenst was, maar begeerd. Het was vertederend hoe Chase haar zo vaak over haar hele lichaam kuste, alsof hij elke porie met zijn lippen wilde markeren terwijl hij haar zwarte trui over haar hoofd trok. Ze deed haar kanten beha uit, smeet die opzij en pakte hem weer beet. Hij hunkerde naar haar en was tegelijkertijd ongelooflijk teder in zijn aanraking, en terwijl hij haar handen in de zijne hield en ademloos hun twintig vingers in elkaar strengelde, schortte ze al haar zorgen over hun enorme leeftijdsverschil op. Ze sloot haar ogen en ging met haar handen door Chase’ haar, gleed daarna over elke wervel.
Ze stond op en trok haar rok en slipje uit terwijl Chase wat afstand nam om zich over haar naakte lichaam te verwonderen. Ze ging elke fantasie te boven en overtrof zijn wildste ideeën van wat het betekende om echt door een ander menselijk wezen te worden verzwolgen. Hij zou op dat moment zijn leven kunnen opgeven om zijn laatste minuten verstrengeld in haar ledematen door te brengen.
‘Kom op,’ fluisterde Eden, met haar handen in zijn broek. Hij stortte zich op haar met een kracht die zo intens was dat hij zichzelf niet herkende. Hij legde zijn handen op haar borsten en viel aan op haar hals terwijl zij zijn overhemd losknoopte en zijn broek uittrok. Hij verkeerde in een extatische shock toen ze hem tegen het bed pinde en boven op hem klom. Ze kromde haar rug terwijl ze hem in zich liet glijden. Hij dacht dat hij in een nanoseconde klaar zou komen, maar ze stopte en plaagde hem, verleidelijk. Hij keek naar haar lichaam boven hem en strekte zijn armen om haar borsten aan te raken terwijl ze hem naar vuurwerk leidde dat uitgroeide tot een hoogtepunt van zo’n lichamelijk delirium dat Chase bijna een black-out kreeg en even dacht dat hij dood zou gaan.
De twee lieten zich in een hoop van klamme gelukzaligheid neervallen, allebei gloeiend met blozende vlekkerige appelwangen, bekraste ruggen, zuigzoenen en blauwe lustplekken die bij zonsopgang zouden verschijnen. Niet slecht voor een avond die begon met een etentje met een ander. Een lieve meid die lijnrecht het tegenovergestelde was van de sexy vrouwelijke icoon naast wie Chase ontwaakte. Hij had met Betty Draper gedineerd maar met Bettie Page geslapen.