48

Ondanks alle vooruitgang in de geneeskunde bestaat er tegen de gewone verjaardag nog steeds geen medicijn.

–John Glenn

‘Hé gozer, met Wills,’ hoorde hij de stem van zijn (voormalige) beste vriend langzaam en weifelend zeggen over de telefoon. Chase was erheen gerend om hem op te pakken toen hij zijn appartement binnenkwam in de hoop dat het Eden was, en had meteen spijt van zijn sprint toen ze het niet bleek te zijn.

      ‘Hai,’ antwoordde hij verbaasd. ‘Lang geleden. Hoe gaat-ie?’

      ‘Ja, zeg dat wel, man. Echt heel goed om je stem te horen...’ Wills’ stem stierf weg.

      Chase was ook blij om iets van hem te vernemen en besefte op dat moment hoever hij verwijderd was van zijn vroegere leven sinds hij met Eden ging.

      ‘Ja, vind ik ook.’

      ‘Eh, Chase, ik vind het echt heel erg hoe alles is gelopen. Het spijt me, voor alles...’

      ‘Maak je geen zorgen. Dat ligt allemaal achter ons. Ik ben gelukkig. Jij bent gelukkig en ik ben gelukkig en ik ben blij dat het zo is gelopen,’ zei Chase in alle oprechtheid.

      ‘Ik, eh, bel ook om je iets te vertellen,’ zei Wills schaapachtig. ‘Ik, eh, wíj hebben een nieuwtje.’

 

Toen Eden thuiskwam stond Chase voor haar deur met een dozijn pioenen.

      ‘Nou, dat is nog eens een aanblik die je op zo’n kille avond graag ziet,’ zei ze stralend en ze sloeg haar armen om hem heen om hem te kussen. ‘Kom, we gaan naar boven!’

      Ze liepen naar binnen door de dubbele deuren en de trap op. ‘Wat ben je stil. Is alles goed?’

      ‘Ja, alleen ik...’ zijn stem stierf weg. ‘Ik werd net gebeld door mijn beste vriend Wills. Hij en Liesel gaan trouwen.’

      Eden stond plotseling stil en draaide zich naar hem om.

      ‘Wat? Je maakt een geintje. Het is toch pas een maand of vier, vijf geleden?’

      ‘Ja, maar ik denk dat ze al zulke goede vrienden waren – via mij – dat ze de knoop snel hebben doorgehakt. Het is wel een beetje verrassend.’

      Ze liepen Edens appartement binnen en deden het licht aan.

      ‘Gaat het wel?’ vroeg ze terwijl ze zijn hand vastpakte.

      ‘Helemaal. Het is misschien raar, maar ik voel eerlijk gezegd niets behalve dan dat ik heel blij voor ze ben. Ik denk omdat ik blij ben dat ik nu met jou ben.’

      ‘Waarom trouwt iedereen toch zo jong? Ik zie het steeds in de krant, ze worden jonger en jonger!’

      Chase haalde zijn schouders op. ‘Het leven is kort. Waarom zou je je niet settelen? Mijn ouders zijn op hun vijfentwintigste getrouwd.’

      ‘Dat is iets totaal anders. Dat was een andere generatie,’ zei Eden met rollende ogen.

      ‘Waarom?’ vroeg Chase niet-begrijpend. ‘Waarom zouden we, bekeken op een schaal van duizenden jaren, dan ineens later moeten trouwen? Jong trouwen heeft millennia lang goed gewerkt. In vergelijking met de geschiedenis van de mens, zijn we pas twee seconden geleden ouder gaan trouwen.’

      ‘Ja, omdat ze op hun veertigste de pijp uit gingen!’ legde Eden uit. ‘En als dat niet gebeurde, leidden ze een erbarmelijk leven, de meesten tenminste. Hou op met dromen, Chase, het ging om de bruidsschat, niet het geklop van hun hartjes! Het ging erom dat je iemand vond die het meeste vee of schapen of geld had, niet iemand met wie je het meeste gemeen had.’

      ‘Denk je dat echt?’ Chase’ onschuldige hemelsblauwe ogen stonden gekrenkt.

      Tjonge, wat was hij jong. Eden begon nonchalant de woonkamer op de ruimen, kussens op te schudden en wijnglazen op te pakken en ze naar het keukentje te brengen terwijl Chase in de hal stond te wachten op een antwoord.

      ‘Dat is niet mijn mening, Chase. Het is een feit.’ Eden haalde haar schouders op terwijl ze door het huis fladderde. ‘In heel de historie werden in alle culturen huwelijken vaak door anderen bekokstoofd, niet op basis van chemie. Het ging niet om liefde met zingende engelen en trompetten en zo. Mensen werden constant uit elkaar gerukt om wat er gunstiger was. En ze deden wat mensen doen: verdergaan met hun leven.’

      Chase voelde opeens een enorme afstand tot haar, nu hij Edens afgestompte kant van dichtbij zag. Terwijl ze zo liefdevol en teder kon zijn in bed, lief voor hem was en voor hem zorgde, had ze ook een kant die bang leek te zijn voor echte tederheid en emotie. Misschien kwam het doordat ze gekwetst was door Otto, of misschien had ze altijd moeten opkomen voor zichzelf en kon ze het niet laten gebeuren dat ze zich te veel aan een man hechtte? Chase wist niet wat haar dreef, of wat ze zelfs maar wilde van het leven, maar hij wist één ding zeker: hij werd alsmaar verliefder op haar.

      Chase wist diep vanbinnen dat hij elke vrouw kon krijgen die hij maar wilde, maar hij wilde Eden. Met haar koos hij voor iemand die ontwikkelder, mondiger, sexyer en wereldwijzer was. Niet slechts een knappe vrouw die een echtgenoot aan de haak wilde slaan om vervolgens zwanger te worden en met hun blonde peuter in een Bugaboo door Madison te lopen. Chase wist dat een leven met Eden zijn droom was; haar pit, haar scherpte, haar onafhankelijkheid, haar strijdlust maakten haar allemaal nog aanlokkelijker voor hem.

      Chase keek toe hoe ze de bloemstelen afsneed en in een ouderwetse vaas schikte. De kloof tussen hen, besefte hij, was veel meer dan alleen jaren. Tot zijn verdriet voelde hij aan dat haar gedachten aan het afdwalen waren. Op dat moment, terwijl hij toekeek hoe ze de waterkoker vulde, begon Chase zich af te vragen of hij haar op een dag zou kwijtraken als ze in haar hoofd afreisde naar een ver weg tableau. Hij vroeg zich af hoe ze zichzelf zag, hoe toekomstige schilderijen van haar leven eruit zouden zien. En of hij erop zou voorkomen.