53
Vijfendertig is een zeer aantrekkelijke leeftijd. In Londen zijn er talloze vrouwen van de beste komaf die, uit vrije wil, jarenlang vijfendertig zijn gebleven.
–Oscar Wilde
Staand naast Susan veegde Penelope een traan uit haar oog terwijl de zachte tule van Susans sluier wapperde in de bries van de baai. Jonathan trapte op het glas en de rabbijn verklaarde hen tot man en vrouw, en de vierjarige Wes marcheerde vrolijk het gangpad door om een leeg fluwelen ringkussen op te houden voor het getrouwde stel, zijn geliefde peetouders. Hoewel Penelope een eigenzinnige vrouw was die heel wat tradities van haar ouders met voeten had getreden, werd ze verbazingwekkend emotioneel van Susans witte huwelijksceremonie, de dwarrelende roze bloemblaadjes en de eerste dans als bruid en bruidegom. Maar ze werd vooral emotioneel toen ze de blik in Jonathans ogen zag toen hij zijn kersverse vrouw na een draai waardoor ze een hele meter bij hem vandaan was geweest weer naar zich toe zag glijden. Terwijl hij haar terug in zijn armen trok, wist Penelope dat ze nu officieel haar beste vriendin kwijtraakte.
Het viertal was als een gezin geweest, ze kookten samen en dekten de tafel met drie wijnglazen en een plastic beker. En nu viel hun kleine eenheid uit elkaar. Ze bleven in dezelfde straat, maar toch.
Een paar weken na hun huwelijksreis aan de Californische kust kwamen Susan en Jonathan eten. Ze hadden nieuws.
Nadat hij twee jaar had gejongleerd met zijn andere (betaalde) klussen, had Jonathan een doorbraak in zijn zoektocht naar Wesley. Hij gaf Penelope een kleine systeemkaart met een adres in Tennessee en een telefoonnummer. Ze staarde ernaar terwijl ze de tafel afruimde en de afwas deed. Ze keek ernaar terwijl ze een gat in Wes’ broek naaide. Ze vouwde het open en dicht terwijl ze in haar eentje aan tafel zat met een fles merlot die Susan had meegebracht. Penelope dronk een groot glas wijn en draaide het kengetal op haar kiesschijf. Toen de kleine ronde vingergaten tegen de klok in draaiden, bonsde haar hart zo hard dat ze dacht dat de Schaal van Richter uit zou slaan. Ze hing op. Ze kalmeerde en probeerde het nog een keer. En nog eens. Uiteindelijk, na een dag, was ze in staat om alle tien de cijfers te draaien. Wes lag naast haar in het bed te slapen toen ze de stem van zijn vader hoorde.
‘Hallo?’
Ze schraapte haar keel maar er kwam geen geluid uit. Het was als een nachtmerrie waarin de moordenaar met een mes boven je hangt en er geen schreeuw uit je verlamde strottenhoofd komt.
‘Hallo? Is daar iemand?’
Ze worstelde om een woord uit te brengen, maar slaagde daar niet in.
Klik.
Trillend hing Penelope op. Ze was gegrepen door een paniekaanval. Die nacht werd ze wakker en lag naar het plafond te staren, waar de koplampen van langsrijdende auto’s over de balken en de witte verf bewogen. Uiteindelijk, toen de zon net begon op te komen en Wes in zijn blauwe ogen wreef met zijn kleine vuistjes, deed Penelope iets wat aan gekte grensde: ze smeet zijn T-shirts in een tas, stopte er wat speeltjes bij in en jurken en tandenborstels, zette hem in de auto en stapte zelf achter het stuur. Ze vouwde een slecht opgevouwen kaart van de Verenigde Staten open en begon te rijden. En te rijden. En terwijl de kronkelige gekleurde lijntjes op de wegen van de kaart krulden en slingerden als aders, hield Penelope gewoonweg het gaspedaal ingedrukt en reed richting het oosten.