49

Het was nogal wat als je moeder blijer met de cijfers op je eindlijst was dan jij, vond Sophie.

Nadat Cass bij het ontbijt had ontdekt dat haar briljante dochter allemaal negens en tienen had, was ze niet meer te houden geweest. Sophie had zelfs niet met haar vriendinnen kunnen bellen om cijfers te vergelijken, omdat haar moeder de hele ochtend aan de telefoon had gezeten om het nieuws te vertellen aan iedereen die ze kende.

‘Waag het niet om er op de radio iets van te zeggen,’ waarschuwde Sophie toen Cass uiteindelijk had moeten ophangen omdat ze naar haar werk moest. ‘Dan schaam ik me echt dood. En het komt ook heel opschepperig over.’

‘Maar ik heb ook iets om over op te scheppen.’ Cass straalde. ‘En ik heb net besloten dat we ook een feest geven om het te vieren. Dan kan ik nog wat langer opscheppen.’

‘Wie nodig je dan uit?’ vroeg Sophie achterdochtig. ‘Jouw vrienden of de mijne?’

‘Kijk me niet zo boos aan, lieverd. Ik nodig iedereen uit!’

 

‘Zaterdagavond,’ peinsde Jack hardop toen Cass hem die avond belde. ‘Verdorie, dan hebben we iets. Dus ik denk dat ik dat dan maar moet afzeggen.’

‘Sophie wil je er natuurlijk graag bij hebben.’ Cass hield haar adem in. Sophie was niet de enige die dat wilde.

‘En ik wil er ook bij zijn.’ Hij klonk beledigd. ‘Sophie is mijn dochter, Cass. Natuurlijk komen we.’

We? Ze kromp ineen bij het horen van het gevreesde woord.

‘Eh, het is meer iets voor de familie,’ zei ze snel. Ze wilde beslist niet dat Imogen meekwam, dat zou de hele avond bederven.

‘Toe zeg.’ Jack sloeg zijn dat-hebben-we-allemaal-al-gehadtoontje aan, en er trok een onverwachte rilling over haar rug. ‘Niet zo flauw, Cass. We zijn al zo lang gescheiden. We zijn allebei volwassen. Jij hebt jouw leven en ik heb het mijne... Het wordt echt tijd dat je eens een punt zet achter die onnozele ruzie.’

‘Onnozele ruzie?’ Ze keek ongelovig naar het telefoontoestel.

‘Ach, je weet best wat ik bedoel. Wees nou eens redelijk,’ drong hij aan. ‘Het kan toch niet eeuwig zo blijven dat je mij wel uitnodigt voor familieaangelegenheden en Imogen niet. Dat slaat nergens op.’

Wat Cass betrof sloeg het wel ergens op, maar ze besefte dat ze deze strijd niet zou winnen. Als ze haar hakken in het zand zette, kon Jack wel eens helemaal niet komen.

‘Ooit waren jullie vriendinnen,’ vervolgde hij toen ze niets zei.

‘Dat maakt het er erger op, niet beter,’ verklaarde ze koeltjes.

‘Nou ja, in dat geval...’

‘Goed, goed,’ verzuchtte ze, voordat hij helemaal van het feest zou afzien. ‘Neem Imogen dan maar mee. Ik zal me beleefd gedragen, maar je kunt echt niet van me verwachten dat ik haar enthousiast met een dikke zoen zal begroeten.’

 

‘Oké.’ Op zaterdagmiddag kwam Cleo onaangekondigd Sophies slaapkamer binnenbenen en griste in één beweging het augustusnummer van de National Geographic uit de hand van haar zusje. ‘Tijd voor de voorjaarsschoonmaak.’ Ze smeet het tijdschrift tegen de muur waar het achter het bed viel. ‘En daar ga ik voor zorgen.’

‘Ten eerste is het geen voorjaar,’ wees Sophie haar erop. ‘Ten tweede doet Mrs. Bedford dat soort dingen, en ten derde lukt het jou al niet om je auto op te ruimen, laat staan dat je mijn hele slaapkamer doet.’

‘Ik heb het niet over slaapkamers. Jíj hebt een voorjaarsschoonmaak nodig.’

‘Bah.’ Met een snelle beweging wist Sophie te ontkomen aan Cleo’s greep. ‘Niet doen, dat mag niet! Dit is mijn dag en iedereen moet aardig tegen me doen. Zelfs jij.’

‘Sorry.’ Cleo koos voor een andere aanpak en liet zich op het smalle bed vallen dat bezaaid was met boeken. ‘Ik probeer juist aardig te zijn. En daarom wil ik je mooi maken voor vanavond. Toe nou,’ slijmde ze. ‘Vind je ook niet dat je het verplicht bent aan je gasten om iets aan je uiterlijk te doen? Je kunt toch moeilijk komen aanzetten in een of ander lelijk T-shirt en een vieze ouwe spijkerbroek?’

Sophie keek haar kwaad aan. Het was helemaal geen lelijk T-shirt, het was gewoon een keurig blauw-wit shirt van Save the Whale. Ze had er zelfs nog snel even de strijkbout overheen gehaald.

Cleo gaf echter niet op. ‘Toe nou,’ zei ze weer, terwijl ze Sophie aan haar armen en benen door de kamer sleurde. Nadat ze de kastdeur had opengedaan, wees ze naar de spiegel. ‘Zeg nou zelf, dat is toch nog wel voor verbetering vatbaar? Al zou je het alleen maar voor papa en mama doen...’

Sophie keek zelden in de spiegel, maar Cleo had haar in een ijzeren greep. Dus zei ze schouderophalend: ‘Oké, zo erg kan het ook weer niet zijn. Voor deze ene keer dan.’ Haar ogen boorden zich in die van haar zus. ‘Maar niks drastisch, hoor.’

 

Cleo voelde zich in de zevende hemel. Dit was nou wat je noemde een echte make-over, een betoverende transformatie waarbij je je ongelovig in je ogen wreef. Zelfs zij, met al haar ervaring, had nooit gedacht dat Sophie er zo goed kon uitzien. Het was echt overweldigend...

Natuurlijk had Sophie altijd al een goed figuur gehad, ze had het alleen verborgen onder die afschuwelijke kleren van haar. Het afgelopen jaar was ze echter ook de lucht in geschoten, waardoor er echt bijna niets meer op haar figuur aan te merken viel.

Bovendien had ze de juiste bottenstructuur, merkte Cleo. Ze had een hartvormig gezicht met hoge jukbeenderen. En dan die ogen van haar... Achter haar brillenglazen leken ze nooit veel soeps, maar nu, met de dik aangebrachte zwarte oogschaduw, de kohl en de mascara, glansden ze je tegemoet.

Cleo, tevreden neuriënd, was helemaal in haar element en wist van geen ophouden meer. Lippenpotlood, donkerroze lippenstift en wat lipgloss voor de mond. Nog wat blusher. Nog even wat aan de wenkbrauwen doen. En misschien nog een extra laagje mascara, zodat de lengte van haar wimpers nog beter uitkwam en dan...

‘Ben je nou nog niet klaar?’ mopperde Sophie.

‘Hou je mond. Je haar is een ramp.’

Cleo overdreef niet. Sophies haar was echt een ramp. Het enige wat erop zat, was het met heel veel gel naar achteren kammen en dan maar hopen dat het dan niet meer zo opviel dat Sophie het zelf had geknipt.

‘Nou, dat werd tijd,’ zei Sophie toen ze eindelijk mocht opstaan om zichzelf in de spiegel te bekijken. Zonder haar bril, die Cleo in beslag had genomen, was dat echter nog niet zo eenvoudig.

‘Het helpt ook als je probeert om niet te kijken alsof iemand je teennagels eruit staat te rukken,’ merkte Cleo op.

‘Het zou nog meer helpen als ik wat kon zien.’

‘Jezus.’ Cleo gaf haar bril terug. De bril paste natuurlijk voor geen meter bij het donkerblauwe jurkje van Hervé Leger waar ze Sophie in had gepropt, en ook niet bij de hoge hakken. Het was sowieso een godswonder dat ze Sophie daarin had weten te persen, want omdat ze altijd van die grote, dreunende Doc Martens droeg, had ze ontzettend brede voeten.

‘Getver,’ jammerde Sophie toen ze zichzelf eindelijk kon zien. Onder de lagen bruine poeder werd ze lijkbleek. ‘Wat is dit? Neem je me in de maling of zo?’

‘Doe normaal,’ protesteerde Cleo. Ze stond achter Sophie haar eigen werk te bewonderen. ‘Je ziet er fantastisch uit. Net een jonge Audrey Hepburn. Lieverd, je zou echt zo op de Vogue kunnen! Ik ken zat modellen die maar al te graag jouw figuur zouden willen hebben.’

‘Ik zie eruit als een hoer,’ zei Sophie bot.

‘Geen enkele hoer met een beetje zelfrespect zou zich met zo’n bril durven vertonen. Niet doen!’ Cleo gilde het uit toen Sophie, nog steeds haar spiegelbeeld bestuderend, voorzichtig met haar vingernagel over haar wang krabde. Als door een wonder verdwenen foundation, make-up, blusher en poeder, een witte streep achterlatend.

‘Dit is belachelijk.’ Sophie, die de smurrie onder haar nagel bekeek, begon te lachen. ‘Een travestiet is er niks bij. Hoe krijg je dat er weer af? Met een schuurspons?’

Het was zo jammer. Het enige wat er voor Cleo op zat, was languit op bed gaan liggen en naar het plafond staren, terwijl ze luisterde naar het geluid van harde douchestralen uit de badkamer. Toen Sophie een kwartier later weer tevoorschijn kwam, was er geen spoortje make-up meer te bekennen. Haar roze gezicht glansde, en ze droeg een witte badjas. De blauwe Hervé Leger die duizenden ponden had gekost, hield ze als een prop in haar hand.

‘Hier.’ Ze stak Cleo het jurkje toe. ‘Heel aardig van je, maar niet echt iets voor mij.’ Met een lachje voegde ze eraan toe: ‘Ik houd het maar gewoon bij mijn spijkerbroek.’

Het was meer dan alleen maar jammer. Cleo begreep nu hoe mensen zich voelden wanneer ze beweerden een ruimteschip te hebben gezien of te zijn ontvoerd door buitenaardse wezens. Je wist zelf dat het was gebeurd – ze had met haar eigen ogen Sophies transformatie gezien – maar je had geen bewijs, geen foto’s, geen getuigen, niets.