19
Hoewel Cleo wist dat het een goede beslissing was geweest om Linda te laten zien dat Colin maar al te graag overspel zou plegen, was het toch een deprimerende ervaring. Ze vroeg zich af of echt alle mannen zo onbetrouwbaar waren. Waren mannen soms lichamelijk niet in staat om trouw te blijven aan één vrouw?
Toen Maisie, haar agente bij het modellenbureau, haar voorzichtig vragen begon te stellen over hoe ze dat met Colin had aangepakt, schudde Cleo wanhopig haar hoofd. ‘O Maisie, toch niet Tom? Dat kan ik echt niet aan.’
‘Nee, niet Tom.’ Maisie onderdrukte een giechel. Ze was veertig en het tegenovergestelde van de slanke, blonde Cass, maar Tom aanbad zijn geliefde vrouw, ondanks haar vormeloze gestalte en grijze haren. ‘Nee, het gaat om de nieuwe vriend van mijn moeder. Ik weet bijna zeker dat hij zo fout is als maar kan, maar mijn moeder is stapelverliefd. Volgens mij is hij alleen maar op haar geld uit.’
‘Hm. Dus dan is het voor een goed doel.’ Cleo, die op de rand van Maisies bureau zat, bedachtzaam met haar hakjes tegen de prullenbak tikkend, vrolijkte meteen op. ‘Is hij oud?’ Ze had Maisies moeder een paar keer ontmoet, een levendige weduwe van in de zestig, en Cleo mocht haar graag. ‘Zeker een of andere proleet met een vette grijns en een gestreken snor?’
‘Mis,’ zei Maisie droog. ‘Hij heet Damien en hij is jonger dan ik.’
Na één blik op Damien Maxwell-Horne met zijn dure, geblondeerde kapsel, zijn overweldigend aanwezige aftershave en de jongensachtige kraaienpootjes bij de ogen, wist Cleo al dat hij schuldig was. Zulke verdacht blauwe ogen konden alleen maar het resultaat zijn van gekleurde contactlenzen.
En bovendien was het onmogelijk dat iemand die rode sokken droeg niet fout was.
Damien, die tegen een van de zwartmarmeren pilaren in de Kellaway-wijnbar in Fulham aan hing, precies waar Maisie had gezegd dat hij zou zijn, was gewoon zielig eenvoudig te versieren. Het enige wat Cleo ervoor hoefde te doen, was naar de bar lopen, een glas fris bestellen en aan een leeg tafeltje voor twee aan het raam gaan zitten.
Nog sneller dan het licht was hij al bij haar. ‘Jij bent toch Cleo Mandeville?’
Cleo zette grote ogen op en glimlachte naar hem. God, wat was die man origineel, zeg. ‘Inderdaad.’
‘Ik ben Damien Maxwell-Horne. Het moet gezegd, in het echt ben je nog mooier dan op je foto’s.’ Hij had Cleo’s hand beetgepakt en maakte geen aanstalten om hem weer los te laten. ‘Ik ben een grote fan van je.’ Zijn kraaienpootjesgrijns verbreedde zich. ‘En ik ben ook allergisch voor de aanblik van beeldschone jonge vrouwen die hun eigen drankje betalen. En trouwens, dat spul is toch niet te drinken? Laat me iets fatsoenlijks voor je bestellen.’
Ze aarzelde. ‘Nou...’
‘Toe.’ Hij wierp haar een samenzweerderig lachje toe. ‘Wat dacht je van een glas gekoelde chardonnay?’
‘Dat zou lekker zijn. Dank u, Mr. Maxwell-Horne, erg aardig van u. Ik had eigenlijk afgesproken met een vriendin, maar ik ben een halfuur te laat.’ Met een blik op haar horloge haalde ze berustend haar schouders op. ‘Zo te merken heeft ze me laten zitten.’
‘Jammer voor haar dan,’ merkte Damien zelfgenoegzaam op. ‘Maar fijn voor mij. Ik kan je één ding vertellen, Cleo, iemand die jou laat zitten, of het nou een vrouw of een man is, is niet goed bij zijn hoofd. En nu ga ik die chardonnay voor je bestellen.’ Met gespeelde ernst voegde hij er nog aan toe: ‘En zeg alsjeblieft gewoon Damien.’
Het vervelende was dat Damien iedere bekende die de wijnbar betrad, begroette, opdat ze maar vooral zouden zien met wie hij hier was, en daardoor vergat hij helemaal iets te doen waardoor ze hem aan de schandpaal kon nagelen. Cleo, die met hem zat opgescheept tot hij een misstap zou begaan, moest haar best doen om niet te gapen. Harriet, Maisies moeder, moest inderdaad wel stapelverliefd zijn, want wie kon er nu tegen een man die om het kwartier dezelfde grapjes maakte? Oké, Damien zag er goed uit, op een soort Baywatch-manier, maar als Harriet dacht dat een man als hij op haar zou vallen vanwege haar gerijpte geest, dan hield ze zichzelf behoorlijk voor de gek. Harriets laatste facelift was haar duidelijk naar het hoofd gestegen.
Cleo hield echter dapper stand. ‘Dus je bent twee jaar gescheiden,’ zei ze, terwijl ze haar hand op haar glas legde, dat Damien al voor de vierde keer wilde bijschenken. ‘Plannen om het nog eens te proberen of was één keer genoeg?’
‘Twee keer,’ zei hij grijnzend. ‘En dat was meer dan genoeg. Ik laat me echt niet meer strikken. Gewoon een beetje lol trappen, dat is mijn motto. Tenzij jij je aanbiedt natuurlijk...’
Hoewel ze zin had om hem onder de tafel een schop te verkopen, glimlachte ze slechts. Vorige week had hij Harriet nog voorgesteld dat ze misschien maar moesten gaan trouwen. En dat had natuurlijk niets te maken met het feit dat hij geld nodig had voor een of ander project op Baltic Wharf, of met het feit dat Harriet een enorm kapitaal had geërfd van haar geliefde overleden echtgenoot.
De deur zwaaide echter opnieuw open, en Damien kreeg zijn zoveelste kans om met haar te showen.
‘Hé, daar heb je de jongens.’ Hij kneep even in Cleo’s hand. Toen hij zich verrukt omdraaide om wuivend de aandacht van ‘de jongens’ te trekken, gooide hij bijna de volle asbak in haar schoot. ‘Sorry, sorry. Een heel leuk stel, allemaal kerels van mijn rugbyclub. Hé jongens, ik trakteer... wat willen jullie hebben? En jij, schatje, nog een chardonnay?’
Cleo had er langzamerhand spijt van dat ze was gekomen. Het was één ding om Harriet een plezier te doen, maar dit was echt te vreselijk. Haar eigen goede naam stond op het spel. Misschien zat iedereen haar al wel stiekem uit te lachen.
Slechts de gedachte aan Maisie, met haar droevige blik, niet in staat om zelf iets te ondernemen, weerhield haar ervan weg te gaan. Maisie was een schat, die haar de afgelopen drie jaar talloze keren een dienst had bewezen. Nee, ze kon Maisie niet in de steek laten.
Ze kreeg even een korte adempauze toen Damien aan de bar opzichtig met geld ging staan zwaaien. Helaas was die van korte duur, want ze zag een van ‘de jongens’ naar haar toe komen. Met zijn door de zon gebleekte haar en indrukwekkende lichaam mocht de man er dan goed uitzien, Cleo maakte zich geen enkele illusie. Als hij een vriend van Damien was, kon hij gewoon niet deugen. Dat soort mannen deed altijd alles in groepsverband.
‘Hoi. Ik ben Joel Grant.’ Zijn zachte stem was nauwelijks hoorbaar in het geschreeuw en gejoel dat bij de bar opsteeg. Met een glimlachje naar Cleo ging hij op Damiens stoel zitten. ‘Ik heb een paar weken geleden toevallig je broer leren kennen. Hij is een paar keer met mijn zusje uit geweest.’
Goh, meneer kende ook een beroemdheid. Aangezien Sean ongeveer met de helft van alle meisjes in Engeland uit was geweest, had zijn opschepperij weinig te betekenen. Cleo kon alleen maar hopen dat hij haar niet zou vergasten op grapjes à la Sean.
Omdat Seans fans daar echter een handje van hadden, zei ze behoedzaam: ‘O.’
Het enige wat Joel Grant echter deed, was dichterbij gaan zitten en nog zachter praten. ‘Hoor eens, we kennen elkaar niet, en het is waarschijnlijk ook niet aan mij om het te zeggen, maar ik weet niet of het wel zo’n goed idee is om iets met Damien te beginnen. Jij kunt heel wat beters krijgen,’ eindigde hij.
Iemand als jij, bedoel je zeker, dacht ze. Het was wel duidelijk waar hij mee bezig was. Damiens vrienden waren dus echt net zo vervelend als ze wel had verwacht.
Omdat ze het niet erg chic vond dat hij kwaadsprak over iemand die er niet bij was, wierp ze hem een koele blik toe. ‘Ben je altijd zo loyaal aan je vrienden?’
Hij zuchtte. ‘Hoor eens, ik ben geen...’
‘Bespaar je de moeite.’ Cleo stond op. ‘Het is waar wat je zei, het is niet aan jou om iets te zeggen over Damien en mij. En ik neem liever mijn eigen beslissingen dan dat ik de raad opvolg van iemand als jij.’
‘Hé, alles goed hier?’ Grijnzend, met de andere rugbyspelers in zijn kielzog, kwam Damien weer bij hun tafeltje staan. ‘Handjes thuis, hè? Ik heb haar het eerst gezien!’
‘Maak je geen zorgen, je mag haar hebben.’ Met een spottend lachje maakte de blonde reus de stoel voor hem vrij. ‘Volgens mij passen jullie heel goed bij elkaar.’
Damien straalde van trots. ‘Dat dacht ik ook. Liefje?’ Toen hij Cleo’s gezicht zag, raakte hij even haar arm aan. ‘Hé schatje, alles goed?’
Hij had haar schatje genoemd. Bah.
‘Ik heb gewoon honger. Eigen schuld, had ik maar moeten lunchen.’ Ze wist dat ze een van haar eigen regels brak, maar als ze niet gauw maakte dat ze hier wegkwam, zou ze nog ontploffen.
‘Honger? Geen probleem, we drinken onze glazen leeg en dan gaan we. Ik weet een fantastisch Mexicaans restaurantje hier...’
Ze klemde haar kaken op elkaar. ‘Ik heb nú honger.’
Doodsbang dat hij haar zou kwijtraken, schoof hij zijn halfvolle glas opzij. ‘Geen probleem, dan gaan we nu meteen wat eten. Jongens, sorry, maar ik moet ervandoor! Kom schatje, dan gaan we.’
Het was de bedoeling dat de man de vrouw uitnodigde voor een etentje. Dat was waar het allemaal om draaide; de man moest het initiatief nemen. Cleo, die in de verste verte geen honger had, wist dat ze het had verknald. Bovendien spookte de blik waarmee de blonde reus haar had nagekeken nog door haar hoofd, een blik van totale afkeer. Boos op zichzelf dat ze hem niet uit haar hoofd kon zetten, schoof ze haar bord opzij en slaakte een zucht.
‘Ik weet precies wat jij nodig hebt.’ Zonder te hebben gemerkt dat hij guacamole op zijn toch al spuuglelijke drukke roze-met-gele overhemd had geknoeid, keek hij haar glimlachend aan en besloot het erop te wagen. ‘Jij moet nodig eens worden opgevrolijkt. Luister, een maat van me heeft een villa in Portugal, en daar mag ik gebruik van maken wanneer ik maar wil. Wat dacht je ervan, heb je zin om een paar daagjes weg te gaan?’
Ze keek op. Haar bloed begon sneller te stromen. ‘Weggaan? Met wie?’
‘Met mij natuurlijk!’ Hij bulderde van het lachen. ‘Schatje, ik meen het, zo te zien moet je er echt even tussenuit. Wat dacht je van volgende week? Echt, die man vindt dat prima. Ik weet dat hij de eerstkomende twee weken hier niet weg kan,’ voegde hij er op vertrouwelijke toon aan toe. ‘Dus dan zijn we fijn met zijn tweetjes. Nou, hoe klinkt dat?’
Het was bijna te mooi om waar te zijn, dacht Cleo blij. Hardop vroeg ze: ‘Waar ergens in Portugal?’
‘Aan de Algarve. Een leuk dorp in de buurt van Albufeira.’ Gretig boog hij zich over de tafel naar haar toe. ‘Eigen tuin, eigen zwembad, personeel... hé, wat doe je?’
‘Dat heet geld.’ Cleo trok wat briefjes van tien uit haar portemonnee. ‘Mijn geld.’
‘Maar je hoeft niet te betalen!’ Glimlachend, maar duidelijk in de war probeerde hij de briefjes terug te stoppen in haar portemonnee. ‘Ik zei toch dat die villa van een maat van me was... we hoeven er niks voor te betalen.’
‘Dit is mijn aandeel in het eten,’ zei ze, opgelucht dat ze eindelijk naar huis kon. ‘En die villa is niet van een maat van je, maar van een erg aardige dame die Harriet Coburn heet en die veel beter verdient dan zo’n smerige achterbakse leugenaar als jij.’