26
Pandora wist dat ze niet lang meer kon blijven werken. De tafels in The Moon and Sixpence leken iedere week dichter bij elkaar te staan. Met haar uitdijende buik werd het een steeds riskantere onderneming om er met de stoofpotjes hoog in de lucht tussendoor te laveren. Ze had ook last van rugpijn, meer dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. Ze voelde zich net een vrouw die in tweeën was gezaagd.
‘Ik vind het heel erg om je kwijt te raken.’ Maurice, haar baas, meende het oprecht.
‘Ik zal jullie ook missen.’ Terwijl ze haar rug masseerde, schonk ze hem een spijtig lachje. ‘Maar zoals ik me nu voel, vind ik het helemaal niet erg om te moeten stoppen.’
Dinsdag was altijd al een rustige avond, maar het bar slechte weer en het feit dat het aanstaande donderdag Valentijnsdag was, betekende dat de bistro vanavond gelukkig zo goed als leeg was. Pandora zat achter de bar met haar voeten op een krat wijn uit te rusten toen de deur openging en Cleo wankelend binnenkwam.
‘Kutweer,’ zei ze hijgend, terwijl ze een stuk of vijf tassen van Harrods op de grond liet vallen. ‘Degene die de winter heeft uitgevonden, moesten ze doodschieten.’ Zonder een spoortje van schuldgevoel vervolgde ze grijnzend: ‘Gelukkig vertrek ik morgen naar Hawaï.’
Pandora, die blij was om Cleo te zien, liet zich voorzichtig van de barkruk zakken. ‘Wat een rotleven heb je toch.’ Ze wees naar de groen-met-gouden tassen. ‘En wat is dat allemaal? Heb je een voorraadje zonnebrandcrème aangelegd?’
‘Ik heb vanochtend een dikke cheque van mijn agent gekregen,’ antwoordde Cleo met een zelfvoldane blik. ‘Voor die yoghurtcampagne van vorig jaar. Smerige troep trouwens. Maar hoe dan ook, ik dacht, als ik dan toch een liefhebbende tante wil zijn, dan kan ik het maar beter goed doen. Dus dat is allemaal voor jou.’ Ze verbeterde zichzelf. ‘Nou ja, voor de baby dan.’
Pandora staarde naar de tassen. ‘Echt waar?’
‘O, dank je wel.’ Dankbaar nam Cleo een glas chablis aan van Maurice, die diep onder de indruk was van de aanwezigheid van zo’n glamoureuze beroemdheid in zijn eenvoudige zaak. De rest van het land mocht zich dan in winterse kleren hebben gehuld, Cleo deed niet aan die nonsens mee. In haar felroze jasje en paarse broek zag ze er net zo exotisch uit als haar naamgenote. Toen ze haar betoverende lach naar hem lachte, viel hij bijna flauw.
‘Het was eigenlijk heel komisch,’ vertelde Cleo. ‘Alle verkoopsters op de babyafdeling deden hun best om niet naar mijn buik te kijken. Ik zei steeds: “Het is niet voor mij, het is voor een vriendin van me”, maar ik zag dat ze me voor geen meter geloofden. Ik durf te wedden dat het binnen een paar dagen wel in alle kranten zal staan.’ Toen ze merkte dat Pandora geen aanstalten maakte om in de tassen te kijken, zei ze: ‘Maak nou open.’
‘Maar het is veel te veel... Dat had je echt niet hoeven doen.’ Pandora kon haar ogen niet geloven; Cleo moest een kapitaal hebben uitgegeven. Geborduurde sokjes, gebreide babyvestjes met ingewikkelde patronen, lakentjes met kanten biesjes en een prachtige babymand met witte zijden lintjes kwamen uit de tassen tevoorschijn, als konijnen uit de hoed van een goochelaar. Verder nog een ivoorkleurige kasjmieren sjaal, een set ingelijste tekeningen van Beatrix Potter en het allermooiste muziekmobiel dat Pandora ooit had gezien. Overweldigd zei ze: ‘Ik meen het. Dit is veel te veel. Dat moet je... honderden ponden hebben gekost!’
De totale rekening was in de paar duizend gelopen. Cleo, blij dat Pandora dat niet wist, zei: ‘Het is niet voor jou. Het is voor mijn nieuwe nichtje of neefje dat ik van plan ben heel erg te gaan verwennen.’ Tevreden haalde ze haar schouders op. ‘Dus.’
‘Nou, dank je wel.’ Zich bewust van Maurice die zich op de achtergrond ophield en hopend dat zijn tong niet op zijn schoenen hing, zei Pandora: ‘Nou, het minste dat ik voor je kan doen, is je nog iets te drinken aanbieden.’
Cleo schudde haar hoofd. ‘Sorry, maar ik moet er snel weer vandoor. Daarom kwam ik het hier ook afgeven... Ik ben eigenlijk op weg naar het vliegveld.’
‘Wat een schoonheid,’ zei Maurice ademloos, nadat Cleo was vertrokken. ‘Nou, als die me om een baan kwam vragen...’
Pandora lachte. ‘Cleo komt niet uit bed voor minder dan tienduizend pond per dag.’
‘Nou en?’ Vol bewondering rolde hij met zijn ogen. ‘Dat verwacht niemand toch ook van haar?’
Tegen de tijd dat Joel kwam om Pandora op te halen, waren er geen klanten meer in de bistro. Hij zag er zeer in zijn nopjes uit toen hij de zaak binnenkwam, zwaaiend met drie witte tassen van Mothercare. ‘Moet je eens zien wat ik vandaag heb gekocht!’
Voordat Pandora iets kon zeggen, begon Joel de aankopen al als een vertegenwoordiger op de bar uit te stallen. Pandora durfde niet naar Maurice te kijken, wiens mond al begon te trillen onder zijn snor. ‘Ik vind het ongelooflijk dat je echt bij Mothercare naar binnen bent gegaan,’ zei ze. ‘Ik vind het vooral ongelooflijk dat je wist dat er zoiets als Mothercare bestond.’
Alsof hij zelf de kersverse vader was, straalde Joel van trots. ‘Ik heb alles zelf uitgekozen. Het duurt nu toch ook niet zo lang meer? We kunnen toch niet hebben dat de baby komt en dan niets om aan te trekken heeft?’
Pandora was te bijgelovig geweest om zo vroeg al iets te kopen, maar hij had natuurlijk gelijk. Ze was inmiddels zeven maanden zwanger; het was hoog tijd om babyspullen aan te schaffen.
En dat had Joel uitbundig gedaan. Ze telde minstens tien handige kruippakjes, zes witte lakentjes, tien hemdjes, drie gele geweven dekentjes en een potje in de vorm van een olifant.
‘Er komt muziek uit als je erin plast,’ vertelde Joel grijnzend. ‘Tenminste, dat zeiden ze.’
‘Fantastisch allemaal.’ Zich met moeite over de bar hijsend, gaf ze hem een kus. ‘Echt precies wat ik nodig heb.’
‘Vooruit jongens.’ Maurice, die Pandora’s gedachten had gelezen, hield de deur open. ‘Ik wil afsluiten.’
Joel liep met de tassen van Mothercare naar buiten, en Pandora stond al in de deuropening toen Molly, de Schotse afwashulp, als een nijlpaard de keuken uit kwam stormen. ‘Wacht! Die jeugd van tegenwoordig ook... een geheugen als een zeef.’ Hijgend duwde ze Pandora de glanzende Harrods-tassen in de armen. ‘Die was je vergeten.’
‘Nou,’ zei Joel stijfjes. ‘Daar steken mijn spullen wel een beetje magertjes bij af.’
Zodra ze thuis waren, hadden ze van hem de rivaliserende cadeaus naast elkaar op de vloer van de huiskamer moeten uitstallen. Dat Pandora Cleo’s cadeaus zogenaamd had willen vergeten mee te nemen uit de bistro, was voor hem het bewijs dat ze die van hem lang niet zo mooi vond.
Het verbaasde Pandora dat hij dat zo belangrijk vond. ‘Maar dit is juist stom!’ protesteerde ze, wapperend met een piepklein perzikkleurig satijnen tuinbroekje met smokwerk. ‘En jij doet ook stom. Natuurlijk was het heel aardig van Cleo om al die dingen te kopen, maar echt praktisch kun je ze niet noemen. Wat ik nodig heb, zijn kruippakjes en hemdjes, want dat zal de baby iedere dag aanhebben.’
Joel liet zich niet zo gemakkelijk sussen. ‘Ze heeft het expres gedaan. Ze wilde gewoon met geld smijten om ons te laten zien dat ze beter is dan wij. Dat denkt ze tenminste,’ voegde hij er somber aan toe.
‘Cleo heeft het echt niet expres gedaan. Zo is ze niet.’
‘Ha.’
‘Luister.’ Met haar donkere ogen keek ze hem vertwijfeld aan. ‘Ze kent je niet eens, dus hoe kan ze het nou expres doen? Ik wou dat je hier eens mee ophield en haar echt probeerde te leren kennen.’
‘Nee, bedankt. Ik heb haar al echt genoeg leren kennen, die keer.’ Joel begon de kruippakjes weer in de tassen te proppen. ‘Zelfs Maxwell-Horne is zo verstandig geweest om haar te dumpen. Hij zei dat ze een verwende, rijke trut was.’ Hij kneep zijn lippen even op elkaar. ‘En nog frigide ook.’
‘Aardig van hem.’
‘Ja, nou.’ Joel, die Damien Maxwell-Horne niet kon uitstaan, was druk bezig de hemdjes te verzamelen. ‘Hij is een klootzak, maar voor deze ene keer heeft hij echt gelijk.’
Pandora glimlachte. ‘Ah, een echte klootzak dus.’