37

Uiteindelijk bleek het San Carlo van de hele reis nog het enige dat ermee door kon. Het van oorsprong vijftiende-eeuwse paleis dat nu een stijlvol crèmekleurig hotel was en zich op loopafstand van het Piazza San Marco bevond, viel Cleo zo mee dat ze zichzelf de eerste paar uur kon wijsmaken dat ze het misschien toch nog leuk zou hebben in Venetië.

Maar zelfs het Cipriani had niet kunnen opwegen tegen de verschrikking van het Visa-gezelschap, het deprimerende weer en de nog deprimerender onverwachte komst van Anton Visa zelf.

Visa, het bedrijf waarvoor de shoot was, was bekender om zijn degelijkheid dan om zijn glamour. Het was beslist geen Donatella Versace, maar dat was nu net wat hun trouwe klanten in hen waardeerden. Visa-wear was enorm succesvol, in zowel Europa als Amerika, en voor hun tweejaarlijkse advertentiecampagnes werd altijd echt alles uit de kast gehaald. Er was niemand die hun glanzende advertenties over twee pagina’s nog nooit onder ogen had gehad.

Die mensen moesten eens weten, dacht Cleo vermoeid aan het eind van de eerste slopende dag, hoeveel ellende er kwam kijken bij het maken van zulke ogenschijnlijk idyllische advertenties.

Merry, de styliste, was een ramp. Haar vriend had haar onlangs in de steek gelaten voor een ander meisje, en Merry leefde haar chagrijn uit op iedereen die maar bij haar in de buurt kwam.

De fotograaf heette Pierre. Zijn vriend was er ook net vandoor, met een Australische surfer. Pierre troostte zichzelf met handenvol coke. Hij praatte niet tegen je, maar hij gromde vooral, en hij snufte voortdurend luidruchtig, wat Cleo ontzettend irritant vond.

Vergeleken bij Jina en Donna, verantwoordelijk voor respectievelijk make-up en haar, was Pierre echter een schatje. Jina en Donna waren bitches die maar op één ding uit waren: het bed delen met Murphy Mackay. Wie het eerst was, had gewonnen. Wat Cleo betrof mocht Murphy ze hebben. Hij verdiende niet beter.

Bij de vrolijke club hoorde verder nog Violette, een gereserveerd Frans model dat bijna geen woord zei en non-stop rookte, Martine, de bazige assistente die net als Heidi haar haren in vlechten om haar hoofd droeg, en Anton Visa zelf.

Anton Visa leidde een zeer teruggetrokken leven, en bijna niemand wist dan ook hoe hij eruitzag. Cleo vond dat een heel slimme zet van hem; als zij eruitzag zoals Anton Visa, zou ze ook kluizenaar worden. Waarom hij zich nu wel in Venetië vertoonde, was haar een raadsel. Hij mocht dan nog zo’n getalenteerd ontwerper zijn, ze kreeg de kriebels van hem.

‘Misschien is hij wel het monster uit de lagune,’ had ze tegen Pierre gefluisterd, maar Pierre had alleen maar gegromd, gesnuft en zijn hoofd geschud naar de grauwe lucht.

Venetië was een mooie stad, maar het weer werkte niet echt mee. Cleo, die als eerste beneden was voor het diner, omdat ze van verveling meer honger had dan anders, zat op een kruk aan het uiteinde van de verlaten bar en keek sombertjes naar de stromende regen, het kolkende loodgrijze water van het Canal Grande en de aangemeerde werkloze gondola’s, die als badeendjes aan de overkant van het kanaal dobberden.

De sierlijke dubbele deuren van het restaurant gingen open, en de kibbelende Jina en Donna kwamen bij Cleo aan de bar zitten.

‘... maar waarom zou hij überhaupt belangstelling voor jou moeten hebben?’ sneerde Donna. ‘Met die dikke puist op je kin?’

‘Beter puisten dan herpes,’ zei Jina zoetsappig.

‘Vuile leugenaar! Ik had gewoon koortsuitslag, meer niet...’

Jina’s felgroene laag uitgesneden jurk benadrukte haar ronde schouders en hangborsten. Donna droeg een zwart glittertopje en een bijna doorzichtig minirokje. Ze roken allebei hevig naar parfum. Cleo, die probeerde te kijken alsof ze niet bij hen hoorde, glimlachte naar de barkeeper en bestelde een jus d’orange.

Jina keek haar geschokt aan. ‘Ga je die troep drinken? Visa betaalt, neem toch gewoon een bellissima – dat kan die dikzak zich gemakkelijk veroorloven! Drie bellissima’s, oké?’ Ze knipte in haar vingers tegen de barkeeper. ‘Dubbele.’

‘Bellini’s?’ De jonge Ierse barkeeper had bijna iets verontschuldigends over zich. ‘Perziksap met champagne, bedoelt u?’

‘Ja, die.’ Jina wees onverstoorbaar naar de grote glazen. ‘Maakt dat nou uit hoe het heet. Zolang het maar werkt.’

De rest van het gezelschap voegde zich vlak daarna ook bij hen. Anton Visa, die iets van een made had, legde zijn witte, klamme hand op Cleo’s arm. ‘Je ziet er een beetje bedroefd uit, liefje.’

En jij ziet eruit als een slak in smoking, dacht Cleo, achteruitdeinzend toen de hand de binnenkant van haar elleboog begon te masseren. Ze wou dat ze in Londen was, bij Joel. ‘Dat komt gewoon door het weer.’

Anton Visa knikte meelevend. ‘Tja, dat is het enige waar ik niets over te zeggen heb.’

De eerste dag was een complete flop geweest. Hoe eerder ze klaar waren met deze shoot, hoe beter, vond Cleo. Ze perste er een flauw lachje uit. ‘Misschien dat het morgen droog is. Laten we het hopen. Pierre wil ons graag voor het Dogenpaleis fotograferen.’

‘Pierre zal altijd je ware schoonheid naar boven weten te halen, waar hij je ook fotografeert,’ zei Anton Visa met een verlekkerde blik.

Geschrokken vroeg ze zich af of het normaal was voor kluizenaars om zo verlekkerd naar je te kijken. Om zo verlekkerd naar je te kijken en je te betasten. Achter zich hoorde ze Martine, de assistente, Pierre een standje geven omdat hij te laat was. Merry, de ongelukkige styliste, zeurde tegen Violette over het aantal tranquillizers dat ze nam. Murphy Mackay, wiens obsceen strakke, zwarte leren broek grote bewondering oogstte bij Jina en Donna, stond Donna’s kontje te strelen en zich te bescheuren om zijn eigen grapjes.

Anton Visa zat ondertussen nog steeds verlekkerd naar Cleo te kijken. Hij maakte geen aanstalten om ergens anders te gaan zitten. Cleo, die zich altijd liet voorstaan op haar professionaliteit, voelde zich misselijk worden. Het liefst was ze naar boven gerend en had ze haar spullen gepakt. Dat zou de eerste keer zijn dat ze de handdoek in de ring gooide. Die stomme professionele houding van haar ook, dacht ze, walgend van de nabijheid van Anton Visa. Zo’n rotklus had ze nog nooit gehad.

‘O, sorry,’ mompelde de barkeeper. Zijn ijstang was uitgegleden, waardoor er wat ijsklontjes in Anton Visa’s schoot belandden.

Anton liet zich luid vloekend van zijn barkruk glijden. ‘Imbecile!’ beet hij de barkeeper toe.

De barkeeper, die een Dublins accent had, zei: ‘Het spijt me vreselijk, sir.’

‘Het ging per ongeluk,’ zei Cleo snel.

Toen de barkeeper een paar seconden later echter even tegen haar glimlachte, vroeg ze zich af of het wel per ongeluk was geweest.

 

Madam, kan ik iets voor u doen?’ vroeg hij met een knikje toen ze twee uur later weer de bar in kwam.

‘Volgens mij heb je al iets voor me gedaan.’ Ze keek hem aan. ‘Die ijsklontjes. Liet je die expres vallen?’

Weer dat betoverende, geheimzinnige lachje achter de professionele façade. ‘Om hem iets te laten afkoelen, bedoelt u?’

‘Ja, was dat expres?’

Hij keek haar onschuldig aan. ‘Ach, laten we het erop houden dat ik normaal gesproken niet zo onhandig ben. En dat die viespeuk u daardoor losliet, was mooi meegenomen.’ Hij leunde over de bar en vervolgde wat zachter: ‘Hoewel u volgens mij best uw eigen boontjes kunt doppen. Misschien is het een impertinente vraag, maar had u zelf niet kunnen ingrijpen?’

‘Natuurlijk wel.’ Ze wilde niet dat de barkeeper dacht dat ze een sukkel was. ‘Maar ik had het helemaal niet van hem verwacht. Hij overviel me.’ Ze huiverde. ‘Wat een vieze gladjanus.’

‘Maar u moest aardig blijven omdat hij de baas is.’

Was deze jonge Ier haar soms aan het plagen?

‘Ik ben zijn secretaresse niet,’ zei ze een tikje hooghartig.

Hij grinnikte. ‘Natuurlijk niet. U bent dat beroemde model, van al die yoghurtreclames vorig jaar.’

Meteen weer opgevrolijkt zei ze: ‘Ja, zo beroemd dat je niet eens weet hoe ik heet.’

Zijn grijns werd nog breder. ‘Dat moet u maar niet persoonlijk opvatten. Soms heb ik al moeite om mijn eigen naam te onthouden.’

‘En die is?’

‘Wacht even... eh... o ja, Declan Mulcahy. Zeg maar Declan.’

‘Declan. Oké. Nou, in elk geval bedankt voor je hulp.’ Cleo, die had besloten dat ze de barkeeper met de blauwe ogen en het leuke lachje wel mocht, gaf hem een hand. ‘Cleo Mandeville. Zeg maar gewoon Cleo. Anton Visa is dan wel niet mijn baas, maar ik kan hem beter niet tegen me krijgen.’ Droog voegde ze eraan toe: ‘In mijn vak is het niet zo slim om de reputatie te hebben dat je moeilijk bent om mee samen te werken. Dat merk je meteen op je bankrekening. Het is gewoon beter om de mensen die ertoe doen te vriend te houden.’

Niet dat ze veel hoop koesterde voor de rest van de week.

‘En waar zijn de anderen nu?’ Declan trok speels een wenkbrauw op.

‘Naar een of andere nachtclub. Ik heb gezegd dat ik een migraine voelde komen opzetten.’

‘Nou, daar mis je niet veel aan,’ zei hij, nadat ze hem had verteld hoe de nachtclub heette. ‘Toch is het jammer om niets van het nachtleven in Venetië mee te maken nu je hier toch bent.’ Hij keek aarzelend op zijn horloge. ‘Ik heb over bijna een halfuurtje vrij, als je een gids nodig hebt... Ik weet niet hoe het ervoor staat met die migraine van je... Denk je dat die over een halfuurtje is weggetrokken? Misschien dat een gin-tonic daarbij kan helpen?’

‘Maak er maar een dubbele van,’ zei ze stralend. ‘Dat werkt vast wel.’

 

Het was eindelijk opgehouden met regenen; aan de inktzwarte hemel stond een bijna volle maan, en Cleo vermaakte zich beter dan ze ooit voor mogelijk had gehouden.

Declan Mulcahy was hartstikke leuk gezelschap en de aangewezen persoon om haar de stad te laten zien. Hij kende de beste cafés, de meeste eigenaren ervan en wist allerlei opwindende roddels. Onderweg van café naar café vergastte hij Cleo op een niet-aflatende stroom grappen en grollen.

Om twaalf uur liepen ze bijna de rest van het Visa-gezelschap tegen het lijf, dat op de terugweg was naar het Piazza San Marco.

‘Snel.’ Declan duwde Cleo een donker portiek in en kneep hard in haar pols toen haar gegiechel hen dreigde te verraden. ‘Jezus, denk je soms dat ik persoonlijk verantwoordelijk wil worden gehouden voor de ondergang van Engelands eigen superyoghurtmodel?’

‘Ik kan er niks aan doen.’ Cleo hapte naar adem. ‘Ik voel me net een meisje van vijftien dat is weggelopen van kostschool. Misschien had ik wat kussens onder mijn laken moeten leggen, voor het geval ze in mijn kamer kijken.’

Declan kneep haar in haar niet-bestaande taille, in het blote stukje tussen haar korte topje en de bovenkant van haar spijkerbroek. ‘Servetten zul je bedoelen. Je hebt helemaal niks weg van een kussen.’

Cleo kreeg opnieuw een lachstuip. Ze sloeg een hand voor haar mond, terwijl Murphy, Jina en Donna – het eeuwige trio – op nog geen zes meter afstand langsliepen. Donna, die door de plassen klikklakte, spatte met haar hoge hakken modder op Jina’s lichtgele trenchcoat. Om het haar betaald te zetten sloeg Jina haar met haar namaak-Chanel-tas hard tegen haar rug. Murphy, die het heerlijk vond als er dames om hem vochten, wapperde verzoenend met zijn handen en zei grijnzend: ‘Meisjes toch. Rustig een beetje. Er is genoeg voor allemaal...’

Achter hen staarde Merry verlangend naar het dichtstbijzijnde diepe kanaal. Pierre, die nauwelijks meer zijn ene voet voor de andere kon zetten, klonk als een hasjhond. De bemoeizieke Martine blafte instructies over het tijdschema van de volgende dag. Anton de pad was er niet bij; blijkbaar had hij ervoor gekozen om zich weer terug te trekken.

‘Mijn held,’ fluisterde Cleo in Declans oor toen het gezelschap uit zicht was verdwenen. ‘Je hebt me behoed voor de allerergste avond van mijn leven.’

‘Ja, ik wilde je laten zien dat ik geen enkele wrok koester.’ Hij glimlachte.

Ze zag zijn witte tanden glanzen in het donker. ‘Hoe bedoel je? Waarom zou je een wrok koesteren?’

Hij draaide haar om zodat ze hem aan moest kijken. ‘Jij bent degene die me zover heeft weten te krijgen dat ik zes van die oneetbare yoghurtjes heb gekocht. Echt, het was ontzettend vies. Vind je niet dat de consumenten daarvoor een of andere genoegdoening verdienen?’

‘Zoals?’ vroeg ze glimlachend, want in zijn uitdagende woorden had niets seksueels doorgeklonken.

‘Morgenavond ben ik om acht uur vrij,’ zei hij. ‘En ik ken een paar fantastische restaurants. Denk je dat het je lukt om nog een keer aan je gezelschap te ontsnappen?’

Verrukt omhelsde ze hem even. Hij was echt het antwoord op al haar gebeden. Dankzij hem werd het misschien toch nog leuk in Venetië. ‘Je bent echt te gek,’ zei ze vrolijk. ‘We gaan lekker ergens eten. Ik trakteer.’