17
Sophie was op het idee gekomen door de laatste woorden van haar moeder over haar vaders ijdelheid.
‘Het punt met dat Moon-gedoe, is dat die echtgenoot er best sexy door werd,’ had ze Cleo uitgelegd nadat Cass naar bed was gegaan. ‘Als hij niet zo oud was geweest dan.’
‘Jij vindt zeventien al oud.’
‘Oké, maar je begrijpt best wat ik bedoel,’ reageerde Sophie schouderophalend. ‘Hij mag dan wel oud zijn, maar hij draagt mooie pakken, rijdt in een flitsende auto rond en drinkt hartstikke goede wijn. Een soort James Bond dus.’
Cleo had met haar vingers zitten wriemelen. Het was bijzonder irritant als een kind van veertien het beter dacht te weten dan jij. ‘En dus?’
‘Dus waar je papa echt kwaad mee zou maken, is hem afschilderen als een of andere idioot – meer Mr. Bean dan Bond – zodat ze hem allemaal uitlachen...’
Zonder al te veel moeite wisten ze Imogens huis te vinden, het enige in de stille, smalle straat met lege bloembakken en met zakelijk uitziende luxaflex in plaats van gordijnen, zoals Sophie al had gezien op een van de foto’s in de Express van zaterdag. Nadat ze de auto aan het eind van de straat hadden geparkeerd, haalden ze alles uit de kofferbak en liepen zo zacht mogelijk naar hun doel.
‘Is hij hier?’ vroeg Sophie fluisterend.
‘Natuurlijk is hij hier.’ Cleo liet de tassen op de stoep vallen, zette de ladder stilletjes tegen de garagedeur en stroopte de mouwen van haar zwarte sweatshirt op. Gelukkig regende het niet.
‘Maar wat als ze ons arresteren?’
Cleo grinnikte. Ze bezat de gave om politiemannen om haar vinger te winden, wat maar goed was ook, gezien haar rijstijl. Zelfs de meest lompe agent streek met zijn hand over zijn hart zodra hij in haar grote kastanjebruine ogen keek en haar verontschuldigende glimlach zag. Bovendien, zo erg was het nu toch ook weer niet wat ze deden?
‘Ze kunnen ons niet arresteren.’ Vol zelfvertrouwen klom ze de ladder op. ‘We halen gewoon een geintje uit met papa, meer niet. Stelt niks voor.’
‘Maar zij daar kan dat vast niet waarderen.’ Sophie keek omhoog naar de donkere ramen van Imogens huis.
‘Dan dient ze maar een aanklacht in.’ Cleo zat er echt niet mee. ‘Ik wens haar veel succes. Vooruit, blijf daar nou niet als een sukkel staan, geef me dat touw aan.’
Om halfzeven ’s ochtends schrok Jack wakker. Imogen had het gele dekbed opzij geslagen en was uit bed gestapt. Terwijl ze naar het raam liep, vroeg hij: ‘Wat is er?’
‘Ik hoor wat buiten.’ Bij het raam dook ze weg, bang dat iemand haar naakt zou zien. ‘Ik hoor mensen lachen.’
‘Toch niet zo vroeg al.’
Het was als grapje bedoeld, maar meteen toen hij het zei, besefte hij met een steek van berouw dat Cass vanochtend in elk geval niet zou lachen. Hij had niet eens het lef gehad om haar gisteravond nog te bellen. Maar hij was gewoon wanhopig geweest; het enige wat hij wist, was dat hij het niet lang meer volhield op deze manier. Hij hield van Imogen. Hij hield ook van Cass, maar het waren twee heel verschillende soorten liefde. Het was net alsof je werd gevraagd om te kiezen uit twee verrukkelijke gerechten in een restaurant met Michelin-sterren. Jack wilde allebei, maar dat mocht niet. En dit ging niet om een menukaart. Hij moest kiezen welke richting zijn leven zou nemen...
‘Shit!’ Imogen dook nog dieper ineen. Nadat ze de luxaflex helemaal dicht had getrokken, schuifelde ze als een krab weg bij het raam. ‘Ik weet niet wat er aan de hand is, maar er staan wel vijftig fotografen buiten. Die stomme Cass heeft natuurlijk aan iedereen doorverteld dat je vannacht bij mij was.’
Jack werd misselijk. ‘Nee. Waarom zou ze? Wat heeft zij daar nou aan?’
‘Nou ja, iemand moet het hun hebben verteld.’ Imogen wist dat bedrogen vrouwen heus niet altijd een goede reden nodig hadden. Bedrogen vrouwen hadden er een handje van om zich irrationeel te gedragen. Met een zuinig mondje van ergernis trok ze een oversized oranje T-shirt aan. Die bekrompen bazen van haar bij Hi! waren er sowieso al niet zo blij mee dat ze ervandoor was gegaan met de echtgenoot van een vrouw die ze recentelijk had geïnterviewd; ze waren de mening toegedaan dat ze het blad daarmee een slechte naam bezorgde en ook dat ze hiermee kandidaten voor toekomstige interviews afschrikte. Het vooruitzicht haar enorm goed betaalde baan kwijt te raken, was niet erg grappig, en nu leek die kans met de minuut nog groter te worden ook. Want waarom stonden er anders op dit godverlaten tijdstip zoveel fotografen bij haar voor de deur? En waarom stonden ze allemaal te lachen?
Nog geen tien minuten later werd er aangebeld.
‘Toe Jack, we weten dat je daar bent,’ riep een schorre stem door de brievenbus. ‘We gaan echt niet weg, dus je kunt net zo goed meteen naar buiten komen.’ De man verslikte zich bijna van het lachen. ‘Kleed je aan en kom kijken wat er hier is gebeurd terwijl jij je... je met andere zaken bezighield.’
‘Ga jij maar kijken.’ Hij wou dat hij hier niet was gekomen. Als er iets was waar hij een hekel aan had, dan was het wel uitgelachen te worden zonder te begrijpen waarom.
Imogen, die die dag niet hoefde te werken, wilde daar niets van weten. ‘Nee, ze willen jou,’ zei ze afwerend, terwijl ze in haar klerenkast begon te rommelen. ‘Ga jij maar.’
Zodra Jack de voordeur opende, werd hij verblind door een waar vuurwerk aan geflits. Sommige fotografen begonnen zelfs te juichen; de hooghartige, geïrriteerde uitdrukking op Jacks gezicht was volmaakt. Hun dag kon niet meer stuk.
Toen Jack zich omdraaide, zag hij waarom.
Hij begreep meteen dat Cleo hierachter zat; dit was niets voor Cass. Nee, het moest beslist Cleo zijn geweest die op zolder had gezocht naar alles waarmee een intellectuele man van veertig, een man die zijn imago zeer goed in de gaten hield, beslist niet mee geassocieerd wilde worden.
Langs de gevel van het huis waren twee waslijnen gespannen en daaraan hingen Jacks oude lp’s van Showaddywaddy, The Rubettes en The Osmonds, een roze broek met wijde pijpen, een paar gebloemde overhemden met puntige jarentachtig-kraag, gele schoenen met plateauzolen, een felgroen T-shirt van The Partridge Family en een das van de Bay City Rollers. Verder hing er nog een kreukelige oude foto uit zijn studententijd waarop hij straalbezopen met een rood slipje met frutsels stond te zwaaien en tegelijkertijd deed alsof hij een buldog wilde kussen.
Voor de garage hing een groot doek met daarop een handgeschilderde boodschap: Soms heb ik geen smaak...
Het waren allemaal spullen van Jack, die ze op zolder hadden opgeslagen omdat Cass nooit dingen kon weggooien. Wat hij echter oneerlijk vond, was dat Cleo ook een flesje bruiningsmiddel had opgehangen, een gigantische medaille en een nylon pruik die over was van afgelopen kerst, allemaal dingen die niet van hem waren. Maar dat wisten de fotografen niet. Die bleven maar plaatjes schieten en grapjes maken over de knalgele plateauzolen. Jack wist niet of hij dit ooit zou overleven.
‘Vooruit Jack, heb je er nog iets over te melden?’ schreeuwde een van de journalisten die achteraan stonden. ‘Je wilt toch niet ontkennen dat dit van jou is, hè?’ Hij grijnsde naar zijn maten. ‘En die lp van Donny Osmond? Waarom zing je niet even “Puppy Love” voor ons? Zodat we weten hoe het ook alweer ging?’
Later die middag merkte Cass dat ze er niks voor voelde om het script voor de uitzending van de volgende dag door te lezen, en even later zat ze op haar knieën als een gek alle keukenkastjes uit te ruimen en schoon te maken. Het had helemaal geen zin om een beetje voor zich uit te gaan zitten staren en alles wat er de afgelopen week was gebeurd, weer de revue te laten passeren; veel beter om jezelf lichamelijk af te matten en iets te doen waar je na afloop trots op kon zijn – al waren het dan alleen supersteriele keukenkastjes.
Net toen ze de inhoud van de provisiekast op de keukenvloer had gezet, ging de telefoon. Om op te kunnen nemen moest ze zich voorzichtig een weg banen tussen de pakken suiker, rijst en pasta door.
‘Hoi, met mij. Imogen.’
‘O.’ Cass had er meteen spijt van dat ze had opgenomen.
‘Ben je alleen thuis?’
‘Hoezo?’
Imogen zuchtte. ‘Toe zeg, de boel dreigt behoorlijk uit de hand te lopen. We moeten praten.’
Cass vroeg zich af of je het einde van een volmaakt goed huwelijk na meer dan twintig jaar kon karakteriseren als ‘boel die uit de hand liep’. De afgelopen dagen had ze in haar hoofd gesprekken met Imogen gevoerd, maar ze had geen flauw idee hoe het zou zijn om haar in levenden lijve te zien. Imogen had wel lef, maar ja, dat wist ze al.
‘Oké.’ Cass keek naar al het eten op de grond. Hoe hadden ze het in godsnaam voor elkaar gekregen om zeventien blikken ananas te verzamelen?
‘Als je alleen bent, dan kom ik meteen.’
‘Oké.’
‘Ik zit in een taxi aan het eind van de straat,’ vertelde Imogen. ‘Ik wilde weten of er geen journalisten op de loer lagen, maar de kust is veilig.’
Wat bijzonder, dacht Cass. Tweeëntwintig blikken gepelde tomaten. Ze knikte in de telefoon. ‘Oké.’
Precies zoals ze had aangekondigd, stond Imogen nog geen minuut later voor de achterdeur. Terwijl Cass haar binnenliet, vroeg ze zich af of Imogen dat soms expres had gedaan, zodat Cass geen tijd had om even een borstel door haar haren te halen of de Ajax-geur van haar handen te wassen. Maar in elk geval had Imogen de keuken al eerder in een rommelige toestand gezien.
‘Ik kan het maar net zo goed meteen zeggen.’ Imogen pakte een stoel, ging zitten en streek haar blauwe rokje zorgvuldig glad. Ze droeg een zwarte panty. ‘Het spijt me dat je het te weten bent gekomen, dat was niet de bedoeling. Wat mij betreft was die hele verhouding geheim gebleven.’ Zwijgend speelde ze even met het gouden kettinkje om haar hals. ‘En mocht je je dat soms afvragen, ik heb hier niet op aangestuurd. Het was niet de bedoeling dat dit zou gebeuren.’
‘O,’ zei Cass, met heel even iets van ironie in haar stem. ‘Dan is het goed.’
‘Ik weet het, ik weet het.’ Imogen klonk ongeduldig. ‘Maar het ís gebeurd, dus dan kunnen we de zaken maar beter goed regelen. Dat is beter voor jou en voor ons.’
‘Ons,’ herhaalde Cass, zich verbazend over het gemak waarmee Imogen dat woord gebruikte. ‘Je bedoelt jij en Jack?’
Imogens ogen schoten heen en weer. ‘Voor ons allemaal. Die voorstelling van vanochtend bijvoorbeeld. Heeft je dochter ook maar één seconde nagedacht over het feit dat het zijn weerslag zou kunnen hebben op Jacks carrière?’
‘Dochters. Ze hebben het samen gedaan,’ zei Cass ijzig. ‘En nee, daar hebben ze waarschijnlijk niet over nagedacht. Maar dat hij een jonge bimbo van een journaliste neukt? Zou dat wel goed zijn voor zijn carrière, denk je?’
Imogen bloosde, want deze sneer had ze niet verwacht. ‘Ik ben geen bimbo. En ik ben niet gekomen om ruzie te maken.’
Nee, maar wel om je te verkneukelen, dacht Cass verbitterd, terwijl ze weer ging zitten tussen de blikken Schotse frambozen en de blikken rijstepap van Ambrosia waar Sophie zo dol op was. Ze keek naar Imogen, chic en zakelijk met haar opgestoken haren, die bijeen werden gehouden door een bronskleurige haarkam.
‘Waarom ben je hier dan wel?’
‘Het gaat om Jack. Dit is niet gemakkelijk voor hem.’
Cass knipperde met haar ogen. ‘Maak je nou een grapje of niet?’
‘Hij voelt zich verscheurd.’ Imogen wond er geen doekjes om. ‘Hij is bang om bij je weg te gaan omdat hij denkt dat je het niet redt zonder hem, maar ik ben degene bij wie hij eigenlijk wil zijn. Dit is niet zomaar een tijdelijke bevlieging, Cass. We hebben dit geen van beiden gewild... maar het is nu eenmaal gebeurd. Jack hield eerst van jou en nu houdt hij meer van mij.’ Met een bleek gezicht en ogen die vlamden van hartstocht leunde ze naar voren. ‘En als je echt van Jack houdt, dan moet je hem loslaten. Als je je aan hem vastklampt, zal dat voor hem zo’n kwelling worden dat hij er misschien wel aan onderdoor gaat.’
Dit was werkelijk schandalig. Maar het was nog vernederender wanneer Cass eraan dacht dat ze Imogen eerst juist zo leuk had gevonden. Ze had Jack zelfs nog aan zijn kop gezeurd om aardig tegen haar te doen toen hij er bezwaar tegen had gemaakt dat ze op zijn feest kwam.
Misschien had Jack wel gelijk en was het allemaal haar eigen schuld.
Plop, plop. Cass’ ruw geworden nagels prikten door het plastic van een zak basmatirijst heen. Ze had zin om Imogen iets naar haar hoofd te smijten, maar als ze met rijst gooide, leek het net een bruiloft, en als ze haar een klap op de kop zou geven met een blik tomaten, zou er bloed vloeien en dan zou Imogen waarschijnlijk van haar stoel vallen, buiten bewustzijn raken en doodgaan, alleen maar om haar te pesten.
‘Goed, je hebt je zegje gedaan.’ Cass veegde haar bezwete handen af aan haar oude Levi’s. ‘Je kunt gaan.’
Imogen stond op. ‘Het spijt me, maar als je huwelijk echt zo goed was als je dacht, dan was dit niet gebeurd. Je kunt niet mij overal de schuld van geven, Cass. Ik heb Jack niet ontvoerd. Hij wilde mij net zo graag als ik hem. Maar toch spijt het me. Ik ben echt niet zo vreselijk als je denkt.’
‘O ja, dat ben je wel,’ fluisterde Cass.