·83·

Hoewel het in Kansas nog maar nul twee uur in de ochtend was, klonk Robert Puller niet erg slaperig. De jongere Puller geloofde niet dat zijn broer in de usdb veel sliep. Hij was briljant, en briljante mensen sliepen niet veel in de buitenwereld, waar steeds weer een beroep op hun tijd en intellect werd gedaan, en nog minder als ze niets anders hadden om naar te kijken dan drie muren van beton en een metalen deur die drieëntwintig van de vierentwintig uur van elke dag dicht bleef.

‘Hoe gaat het, broertje?’ vroeg Robert.

‘Het is weleens beter gegaan, en ook slechter.’

‘Het is goed om evenwicht in je leven te hebben.’

‘Tweeënnegentig en vierennegentig. Wat betekenen die getallen voor jou?’

‘Het zijn even getallen.’

‘Vanuit een ander perspectief.’

‘Geef me de context.’

Zijn broer klonk nu echt geïnteresseerd in plaats van alleen maar nieuwsgierig.

‘Zuivere wetenschap. Jouw terrein.’

Er gingen twee tikken van de klok voorbij.

‘Tweeënnegentig is het atoomnummer van uranium. Vierennegentig is dat van plutonium.’

‘Dat had ik me ook herinnerd.’

‘Hoezo?’

‘Het is zuiver hypothetisch.’

‘En?’

‘Wat voor soort uranium en plutonium zou je nodig hebben om een atoombom te maken?’

‘Wat?’

‘Geef nou maar antwoord op de vraag.’

‘Waar ben je in godsnaam bij betrokken geraakt, John?’

Zijn broer noemde hem niet vaak John. Voor zijn oudere broer was Puller ‘broertje’ of soms ‘Junior’. Al gebruikte hij die laatste naam tegenwoordig niet vaak meer omdat die hem aan hun vader deed denken.

‘Geef me nou maar het beste antwoord dat je kunt bedenken.’

‘Je hebt veel nodig. Het meeste kun je kopen. De rest kun je maken. Als je tijd hebt en weet wat je moet doen, is het niet zo moeilijk. Het is wel moeilijk om aan de kernbrandstof voor het proces te komen. Daar zijn er maar twee van.’

‘Uranium en plutonium.’

‘Ja. En je hebt hoogverrijkt uranium, U-235, nodig om een kernbom te maken. Daarvoor heb je een heel complex nodig, veel geld, veel wetenschappers en een aantal jaren.’

‘En plutonium?’

‘Moeten we hier wel over praten? Ze luisteren dit gesprek af.’

‘Er luistert niemand mee, Bobby,’ zei Puller. ‘Daar heb ik voor gezorgd.’

Zijn broer zei een hele tijd niets.

‘Dan denk ik dat je bezig bent met iets wat veel verder gaat dan iets hypothetisch.’

‘En plutonium?’

‘Je krijgt plutonium-239 vooral door straling van uranium in een nucleaire kweekreactor. In feite verwijder je plutonium-240, dat veel voorkomt in reactorplutonium maar dat tot een fiasco kan leiden wanneer je het als nucleair wapen gebruikt.’

‘Maar ook dat is moeilijk te krijgen.’

‘Onmogelijk voor een gewone burger. Wie heeft een kweekreactor in zijn achtertuin?’

‘Maar hoe kun je eraan komen?’

‘Misschien kun je het stelen of op de zwarte markt kopen.’

‘En in de Verenigde Staten? Hoe maken die het?’

‘De enige gascentrifugefabriek die de Verenigde Staten hebben, staat in Paducah in Kentucky, maar die wordt alleen gebruikt om uranium te verrijken dat als brandstof in kernreactors wordt gebruikt. Dat is een heel ander proces.’

‘Maar kan het door dat proces ook hoogverrijkt worden? Om het als brandstof voor een nucleair wapen te gebruiken?’

‘Paducah is opgezet om uranium te verrijken dat in kernreactors wordt gebruikt, niet om brandstof voor bommen te produceren.’

‘Maar zou een fabriek als Paducah hoogverrijkt uranium kunnen produceren?’

‘In theorie wel.’ Hij zweeg even. ‘Wat wil je hier allemaal mee zeggen?’

‘Hoeveel U-235 zou je nodig hebben om een bom te maken?’

‘Dat hangt af van het type bom en van de methode die je gebruikt.’

‘Zo ongeveer,’ zei Puller.

‘Om een eenvoudige bom te maken, met een explosieve kracht die te vergelijken is met wat er op Nagasaki is gevallen, zou je tussen de vijftien en vijftig kilo hoogverrijkt uranium of zes tot negen kilo plutonium nodig hebben. Als je wapenprogramma heel geraffineerd is en als het ontwerp van je bom perfect is, kun je dezelfde knal krijgen met ongeveer negen kilo hoogverrijkt uranium of niet meer dan twee kilo plutonium.’

‘Dus Nagasaki?’

‘Het equivalent van meer dan eenentwintigduizend ton dynamiet plus de radioactieve neerslag. Dat is twintig miljoen kilo tnt. Massavernietiging.’

‘En een beetje meer hoogverrijkt uranium of plutonium?’

‘Dan gaan je resultaten exponentieel omhoog. Het ligt er maar aan hoe je bom in elkaar zit. Je kunt de kanonmethode gebruiken, die helemaal niet goed is, al werkte de eerste atoombom die ze op Japan lieten vallen daar wel mee. Het is in feite een lange buis. De helft van je nucleaire lading aan het ene eind, met een conventionele springstof, en de andere helft van je nucleaire brandstof aan het andere eind. De conventionele springstof wordt tot ontploffing gebracht, en die stuwt de brandstof door de buis, zodat hij tegen de andere helft van de brandstof botst en je je kettingreactie hebt. Het is primitief, heel inefficiënt, en je explosiebereik is heel beperkt. Met die methode kun je nooit een thermonucleaire reactie krijgen. Je zou een buis van oneindige lengte nodig hebben om de kettingreactie in stand te houden. En je kunt alleen uranium gebruiken, geen plutonium, vanwege de onzuiverheid. Daarom zijn ze overgegaan op de implosiemethode.’

Puller zei: ‘Leg me eens in het kort uit hoe die implosiemethode werkt.’

‘Je kunt uranium of plutonium gebruiken. In feite gebruik je conventionele explosieven, die explosielenzen worden genoemd, om de kern met je nucleaire brandstof samen te drukken tot een superkritische massa. De schokgolf waarmee het uranium of plutonium wordt samengedrukt, moet perfect bolvormig zijn, anders ontsnapt het kernmateriaal door een gat en krijg je wat ze een sisser noemen. Je hebt ook een initiator, stampers en duwers nodig, en het liefst ook een reflector om neutronen in de kern terug te duwen. Je moet voorkomen dat de kern te vlug uit elkaar vliegt, dus voordat je de optimale superkritische massa hebt bereikt. Hoe langer het splijtingsmateriaal mag reageren, hoe meer atomen er gesplitst worden en hoe groter de knal is. Als je ontwerp goed is, kun je je explosiekracht verdrievoudigen zonder dat je een grammetje nucleaire brandstof extra gebruikt.’

‘Kun je een paar elementen noemen die je nodig zou hebben?’

‘Wat bedoel je precies?’

‘Vertel me eens over goudfolie en wolfraamcarbide.’

Het bleef drie seconden stil. ‘Waarom die twee in het bijzonder? Weet je dat ze aanwezig zijn in de zaak die je onderzoekt?’

‘Ja.’

‘Jezus.’

‘Vertel, Bobby. Ik heb hier niet veel tijd meer.’

‘Goudfolie kan worden gebruikt voor de initiatorcomponent. Je gebruikt een kleine bol met lagen beryllium en polonium die door goudfolie van elkaar gescheiden zijn. Dat wordt midden in de kern gezet en vormt dan natuurlijk een kritiek onderdeel van de bom.’

‘En de wolfraamcarbide?’

‘Dat is drie keer stijver dan staal en verrekte dicht. Daarom is het heel geschikt om de neutronen weer in de kern te krijgen en zo de superkritieke fase te maximaliseren. Bedoel je dat... Waar zit je eigenlijk?’

‘In de Verenigde Staten.’

‘Hoe zijn ze aan de brandstof gekomen?’

‘Als ik je nu eens vertelde dat de overheid hier in de jaren zestig een geheim complex heeft gehad? Dat complex is lang geleden gesloten en er is een betonnen koepel van een meter dik overheen gebouwd. Daarna is er niets meer mee gedaan. Alle personeelsleden waren daar vanbuiten heen gehaald en woonden in huizen die er dichtbij stonden. Ze mochten niet met de plaatselijke bevolking omgaan, en toen het complex werd gesloten, hebben ze alle personeelsleden weggehaald. Komt dit je bekend voor? Je had met zulke dingen te maken toen je bij de luchtmacht zat.’

‘Beton van een meter dik?’

‘In koepelvorm.’

‘Ergens op een afgelegen plaats?’

‘Zo afgelegen als het maar kan. De hele bevolking daar bestaat uit minder mensen dan één blok in Brooklyn. Het complex had zijn eigen brandweer en ik heb daar een vel papier gevonden waarop de getallen 92 en 94 geschreven staan. En ik heb ook ontdekt dat er binnen een aantal kilometers van de koepels geen explosies voor de mijnbouw mogen plaatsvinden.’

‘Hebben ze daar in de buurt explosies? Meen je dat nou?’

‘Ja.’

‘Dat is bijna niet te geloven. Al zijn die explosies op kilometers afstand, dan nog kunnen barsten in het gesteente groter worden. Dat zou catastrofale gevolgen kunnen hebben.’

‘Wat deden ze in dat complex?’

‘Ik weet het niet. Ik leefde in de jaren zestig nog niet eens.’

‘Maar als je moest raden? Op grond van je ervaring?’

Er volgde een lange zucht. ‘Als ik nog in uniform was, zou ik je dit niet mogen vertellen.’ Hij zweeg even. ‘Dan kon ik voor hoogverraad worden veroordeeld. Maar omdat ik daar toch al voor ben veroordeeld, maakt het niet meer uit.’ Hij zweeg opnieuw. ‘Ik heb vroeger wel gehoord van verwerkings- en verrijkingsfabrieken die in afgelegen delen van Amerika werden gebouwd. Dat was na de Tweede Wereldoorlog, toen niets zo belangrijk was als dat we de Sovjets op hun donder gaven. Die faciliteiten werden gebouwd om uranium te verrijken en ook om aan plutonium te werken voor toepassing in kernwapens. De meeste of alle van die fabrieken zijn gesloten.’

‘Waarom?’

‘Hun technieken waren onstabiel of kostten te veel. Het was een heel nieuwe wetenschap. Mensen leerden met vallen en opstaan. Vooral met vallen.’

‘Oké. Ze gingen dicht. En dan namen ze al hun materiaal mee, nietwaar?’ Zijn broer gaf geen antwoord. ‘Bobby? Ja?’

‘Als ze al hun “materiaal” meenamen, waarom zouden ze er dan een betonnen koepel van een meter dik overheen bouwen om alles af te dekken?’

‘En niemand klaagde daarover? Omwonenden? Overheidsfunctionarissen?’

‘Je moet niet vergeten in welke tijd het was, John. De jaren zestig. De grote, lelijke Sovjets. Het nieuws had nog geen cyclus van vierentwintig uur. De mensen vertrouwden hun regering, al zouden Vietnam en Watergate daar gauw verandering in brengen. En omdat er intussen niets gebeurde, zal de plaatselijke bevolking wel hebben gedacht dat alles in orde was.’ Hij zweeg even. ‘Staat het in het open veld?’

‘Er staat hier niets in het open veld. En het bos is er voor een groot deel overheen gegroeid.’

‘Wat denk je dat er aan de hand is?’

‘Hetzelfde wat jij waarschijnlijk denkt.’

‘Je moet dit snel aan je superieuren doorgeven.’

‘Dat zou ik ook doen, als er niet een probleem was.’

‘Wat dan?’

‘Ik weet niet of ik mijn eigen mensen kan vertrouwen.’

‘Is er iemand die je kunt vertrouwen?’

‘Ja. Maar ik wil graag dat je nog iets voor me doet.’

‘Ik jou helpen? Ik zit in de gevangenis, John.’

‘Dat geeft niet. Je kunt me vandaaruit ook helpen. De cid steunt me hierbij. Ze kunnen je zelfs daar een beetje flexibiliteit geven. Maar ik heb je echt nodig, Bobby.’

Zijn broer gaf meteen antwoord. ‘Vertel me maar wat ik moet doen.’

 

 

De Provocatie
titlepage.xhtml
de_provocatie-ebook_split_000.xhtml
de_provocatie-ebook_split_002.xhtml
de_provocatie-ebook_split_003.xhtml
de_provocatie-ebook_split_004.xhtml
de_provocatie-ebook_split_005.xhtml
de_provocatie-ebook_split_006.xhtml
de_provocatie-ebook_split_007.xhtml
de_provocatie-ebook_split_008.xhtml
de_provocatie-ebook_split_009.xhtml
de_provocatie-ebook_split_010.xhtml
de_provocatie-ebook_split_011.xhtml
de_provocatie-ebook_split_012.xhtml
de_provocatie-ebook_split_013.xhtml
de_provocatie-ebook_split_014.xhtml
de_provocatie-ebook_split_015.xhtml
de_provocatie-ebook_split_016.xhtml
de_provocatie-ebook_split_017.xhtml
de_provocatie-ebook_split_018.xhtml
de_provocatie-ebook_split_019.xhtml
de_provocatie-ebook_split_020.xhtml
de_provocatie-ebook_split_021.xhtml
de_provocatie-ebook_split_022.xhtml
de_provocatie-ebook_split_023.xhtml
de_provocatie-ebook_split_024.xhtml
de_provocatie-ebook_split_025.xhtml
de_provocatie-ebook_split_026.xhtml
de_provocatie-ebook_split_027.xhtml
de_provocatie-ebook_split_028.xhtml
de_provocatie-ebook_split_029.xhtml
de_provocatie-ebook_split_030.xhtml
de_provocatie-ebook_split_031.xhtml
de_provocatie-ebook_split_032.xhtml
de_provocatie-ebook_split_033.xhtml
de_provocatie-ebook_split_034.xhtml
de_provocatie-ebook_split_035.xhtml
de_provocatie-ebook_split_036.xhtml
de_provocatie-ebook_split_037.xhtml
de_provocatie-ebook_split_038.xhtml
de_provocatie-ebook_split_039.xhtml
de_provocatie-ebook_split_040.xhtml
de_provocatie-ebook_split_041.xhtml
de_provocatie-ebook_split_042.xhtml
de_provocatie-ebook_split_043.xhtml
de_provocatie-ebook_split_044.xhtml
de_provocatie-ebook_split_045.xhtml
de_provocatie-ebook_split_046.xhtml
de_provocatie-ebook_split_047.xhtml
de_provocatie-ebook_split_048.xhtml
de_provocatie-ebook_split_049.xhtml
de_provocatie-ebook_split_050.xhtml
de_provocatie-ebook_split_051.xhtml
de_provocatie-ebook_split_052.xhtml
de_provocatie-ebook_split_053.xhtml
de_provocatie-ebook_split_054.xhtml
de_provocatie-ebook_split_055.xhtml
de_provocatie-ebook_split_056.xhtml
de_provocatie-ebook_split_057.xhtml
de_provocatie-ebook_split_058.xhtml
de_provocatie-ebook_split_059.xhtml
de_provocatie-ebook_split_060.xhtml
de_provocatie-ebook_split_061.xhtml
de_provocatie-ebook_split_062.xhtml
de_provocatie-ebook_split_063.xhtml
de_provocatie-ebook_split_064.xhtml
de_provocatie-ebook_split_065.xhtml
de_provocatie-ebook_split_066.xhtml
de_provocatie-ebook_split_067.xhtml
de_provocatie-ebook_split_068.xhtml
de_provocatie-ebook_split_069.xhtml
de_provocatie-ebook_split_070.xhtml
de_provocatie-ebook_split_071.xhtml
de_provocatie-ebook_split_072.xhtml
de_provocatie-ebook_split_073.xhtml
de_provocatie-ebook_split_074.xhtml
de_provocatie-ebook_split_075.xhtml
de_provocatie-ebook_split_076.xhtml
de_provocatie-ebook_split_077.xhtml
de_provocatie-ebook_split_078.xhtml
de_provocatie-ebook_split_079.xhtml
de_provocatie-ebook_split_080.xhtml
de_provocatie-ebook_split_081.xhtml
de_provocatie-ebook_split_082.xhtml
de_provocatie-ebook_split_083.xhtml
de_provocatie-ebook_split_084.xhtml
de_provocatie-ebook_split_085.xhtml
de_provocatie-ebook_split_086.xhtml
de_provocatie-ebook_split_087.xhtml
de_provocatie-ebook_split_088.xhtml
de_provocatie-ebook_split_089.xhtml
de_provocatie-ebook_split_090.xhtml
de_provocatie-ebook_split_091.xhtml
de_provocatie-ebook_split_092.xhtml
de_provocatie-ebook_split_093.xhtml
de_provocatie-ebook_split_094.xhtml
de_provocatie-ebook_split_095.xhtml
de_provocatie-ebook_split_096.xhtml
de_provocatie-ebook_split_097.xhtml
de_provocatie-ebook_split_098.xhtml
de_provocatie-ebook_split_099.xhtml
de_provocatie-ebook_split_100.xhtml
de_provocatie-ebook_split_101.xhtml
de_provocatie-ebook_split_102.xhtml