·81·

Puller en Cole liepen naar de rand van het bos, knielden neer en keken vlug naar voren. Puller verplaatste de plunjezak van zijn linker- naar zijn rechterschouder.

Hij keek nog eens om zich heen. Ze mochten absoluut geen fouten maken. Het begon al licht te worden.

Cole volgde zijn voorbeeld en keek ook een hele tijd om zich heen.

Geen lichten.

Donkere huizen.

Geen auto’s die voorbijkwamen.

Het leek wel alsof ze de enigen op de planeet waren.

Hij keek naar rechts, naar links en naar zijn doelwit. Toen knikte hij Cole toe.

Ze kwamen tussen de bomen vandaan.

Puller droeg zijn gevechtsuniform en had zijn gezicht zwart gemaakt. Zijn beide M11-pistolen zaten in hun holsters en zijn MP-5 hing aan een riem voor zijn borst.

Cole droeg een zwarte broek en een donker shirt. Haar gezicht was ook zwart gemaakt. Ze had haar Cobra en nog een klein pistooltje in een riemholster.

Het zweet maakte vlekken op Pullers hemd. De luchtvochtigheid was ongelooflijk. De combinatie van hitte en luchtvochtigheid was verlammend. Puller kon zich voorstellen hoe benauwd de mensen het in die oude huizen zonder elektriciteit hadden. Maar misschien waren ze al blij dat ze een dak boven hun hoofd hadden.

Hij keek naar de betonnen koepel. Die verhief zich in de nachtelijke hemel als een grote tumor tussen organen die verder nog helemaal gezond waren. Hij gebruikte een draadschaar om een gat in de omheining te maken en stond tien stappen later naast de tumor.

Cole haalde papieren uit haar plunjezak en ze bekeken ze in het schijnsel van een penlight die Puller in een van zijn broekzakken had meegenomen.

‘We moeten ongeveer weten hoe groot dat ding is,’ zei hij, en ze knikte.

Terwijl Cole op diezelfde plaats bleef wachten, draaide hij zich naar het westen en liep in die richting. Honderd lange stappen verder bleef hij staan. Hij had overdreven grote stappen van meer dan een meter gemaakt. Met al die struiken viel dat niet mee, maar het was hem min of meer gelukt. Honderdtwintig meter. Langer dan een voetbalveld.

Vervolgens paste hij de breedte van de koepel af.

Tweehonderd stappen later bleef hij staan. De breedte was tweehonderdveertig meter. Bijna een kwart van een kilometer. Hij rekende de oppervlakte binnen de koepel uit en was onder de indruk. De federale overheid deed bijna nooit iets in het klein, zeker niet in de tijd dat ze nog flink wat geld te besteden had.

Een groot complex. Groot genoeg waarvoor?

Dat hadden de blauwdrukken die hij in Strauss’ kluis had gevonden niet helemaal duidelijk gemaakt.

Op die blauwdrukken had ook een waarschuwing van de federale overheid gestaan: binnen drie kilometer van de koepel mochten geen explosies plaatsvinden. Bovendien waren verschillende punten op de blauwdrukken van een gevarenteken voorzien. Er had geen datum op het papier gestaan. Er hadden geen verklarende briefjes bij gezeten. Puller en Cole hadden naar elke vierkante centimeter van de plattegronden gekeken en wisten nog steeds niet waarvoor het complex was gebruikt.

Clandestien. Topgeheim. Dat was waarschijnlijk de reden dat ze Drake hadden uitgekozen. Het was een klein plaatsje, ver van de bewoonde wereld.

Puller liep naar Cole terug. ‘Hoe groot?’ vroeg ze.

‘Groter dan het lijkt,’ antwoordde hij zachtjes.

Hij keek door het bos terug naar de woonwijk. De stijl van het eind van de jaren vijftig. Meer dan een halve eeuw oud. In die tijd gebeurde er van alles in de wereld.

Hij keek haar aan. ‘Wat hebben je ouders je hier nog meer over verteld?’

‘Niet veel. Er ging een keer een sirene af. Niemand kreeg te horen wat er was gebeurd, zei mijn vader. Voor zover ik weet, werd de politie hier nooit heen gestuurd. In die tijd was de voorganger van Lindemann nog sheriff. Ik heb lang na zijn pensionering met hem gesproken. Dit complex viel ver buiten zijn bevoegdheden, zei hij.’

Puller haalde het papier dat hij uit het brandweergebouw had meegenomen uit zijn zak. Een schema voor als er brand uitbrak. In de marge stonden de getallen 92 en 94.

‘Weet je wat die getallen betekenen?’ vroeg Cole.

‘Misschien.’

‘Wat dan?’

Als hij het bij het rechte eind had, stond deze zaak op het punt een geheel nieuwe en mogelijk catastrofale richting in te slaan.

‘Ik vertel het je als ik er zeker van ben.’

‘Waarom niet nu? Je hebt me wel vaker iets verteld waar je niet zeker van was.’

‘Dat was anders. Ik wil zekerheid hebben. Ik wil geen paniek veroorzaken als ik het mis heb.’

Ze likte over haar lippen. ‘Ik ben al in paniek, Puller. Ik bedoel: gaspijplijn, kernreactor. Hoeveel erger kan het nog worden?’

‘Het kan nog veel erger worden.’

‘Oké, je hebt me nu officieel tot boven mijn uiterste paniekgrens gebracht.’

Hij knielde in het bos neer en luisterde naar de geluiden van het wild dat dicht bij hem in de buurt was. Het werd ochtend. Hij hoorde het ratelen van een slang. Hij wist dat er daar ook koperkoppen zaten. In de moerassen van Florida had het gewemeld van de agressieve mocassinslangen. In de laatste fase van de Rangertraining waren de meeste verwondingen het gevolg van slangenbeten. Sommigen van zijn mede-Rangers waren bang geweest voor slangen, maar ze mochten nooit iets van die angst laten blijken. Een van hen was bijna door de beet van een dodelijke koraalslang gestorven, maar hij was erbovenop gekomen – om vier jaar later te sterven in Afghanistan, toen een bermbom onder zijn voeten explodeerde.

Slangenbeten waren erg. Bermbommen waren nog erger.

Puller luisterde en dacht na over wat hij kon doen. Daar had hij niet veel tijd voor nodig. Hij had niet veel mogelijkheden. Hij liep naar de betonnen muur aan de achterkant. Hij baande zich een weg door de dichte ranken waarmee het oppervlak was begroeid en raakte de ruwe buitenkant van het ding aan.

‘Weet je zeker dat je vader zei dat dit een meter dik was?’

‘Ja. Hij heeft het gebouwd zien worden.’

Omdat het zo’n groot bouwwerk was, moest er wel een zee van beton voor nodig zijn geweest. Alleen een federale dienst kon zoiets voor elkaar krijgen. In zekere zin was het net zoiets als het bouwen van de Hoover Dam.

En waarvoor?

‘We moeten in dat ding zien te komen,’ zei hij.

‘Oké. Hoe?’

Hij raakte het oppervlak aan. In tegenstelling tot hout werd beton geleidelijk zwakker, vooral wanneer het werd blootgesteld aan de elementen. Evengoed was het een meter dik en zou het lang duren voordat het verval ver genoeg gevorderd was. Puller keek omhoog langs de zijkant, die tien verdiepingen hoog was. Een paar bomen waren hoger, maar niet veel. Hij zou misschien over de ranken naar de top kunnen klimmen, maar wat dan?

Een meter dik. Daar kon hij niet doorheen hakken. Tenminste niet zonder dat iemand het merkte. Hij zou een pneumatische boor en dynamiet nodig hebben. Hij keek omlaag naar de plaats waar het beton de grond in ging. Eronderdoor graven?

Hij haalde een inklapbare schop uit zijn plunjezak en begon te graven. Op een halve meter diepte kwam hij tegen iets aan. Hij haalde nog wat aarde weg en scheen met zijn zaklantaarn in het gat.

‘Dat lijkt ijzer,’ zei Cole.

‘Ja, roestig, maar nog intact.’

Hij vroeg zich af tot hoe ver van de rand het zich uitstrekte. Waarschijnlijk heel wat meters. Mensen die gigantische koepels lieten bouwen, bezuinigden vast niet op de details.

Hij kon er niet onderdoor. En er ook niet overheen.

Toch moest er een manier zijn om binnen te komen. Je bouwde zoiets niet zonder een achterdeur te maken, want het was altijd mogelijk dat er iets gebeurde en je toch naar binnen moest.

Er schoot hem iets te binnen. ‘Laat me de plattegronden nog eens zien.’

Ze gaf hem het pak. Hij bladerde het door tot hij de plattegrond vond die hij zocht. Hij keek naar de bijschriften. Het was duidelijk. Hij had er alleen niet eerder op gelet. Dat was het.

Hij keek Cole aan. ‘We hebben je broer nodig.’

‘Randy? Wat heeft hij hiermee te maken?’ Ze trok een kwaad gezicht. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat hij hierbij betrokken is? Eerst denk je dat mijn zus een bomaanslag op je probeerde te plegen en...’

Hij pakte haar arm vast. ‘Nee, ik denk niet dat je broer hierbij betrokken is, maar wel dat hij kan helpen. We moeten hem vinden.’

 

De Provocatie
titlepage.xhtml
de_provocatie-ebook_split_000.xhtml
de_provocatie-ebook_split_002.xhtml
de_provocatie-ebook_split_003.xhtml
de_provocatie-ebook_split_004.xhtml
de_provocatie-ebook_split_005.xhtml
de_provocatie-ebook_split_006.xhtml
de_provocatie-ebook_split_007.xhtml
de_provocatie-ebook_split_008.xhtml
de_provocatie-ebook_split_009.xhtml
de_provocatie-ebook_split_010.xhtml
de_provocatie-ebook_split_011.xhtml
de_provocatie-ebook_split_012.xhtml
de_provocatie-ebook_split_013.xhtml
de_provocatie-ebook_split_014.xhtml
de_provocatie-ebook_split_015.xhtml
de_provocatie-ebook_split_016.xhtml
de_provocatie-ebook_split_017.xhtml
de_provocatie-ebook_split_018.xhtml
de_provocatie-ebook_split_019.xhtml
de_provocatie-ebook_split_020.xhtml
de_provocatie-ebook_split_021.xhtml
de_provocatie-ebook_split_022.xhtml
de_provocatie-ebook_split_023.xhtml
de_provocatie-ebook_split_024.xhtml
de_provocatie-ebook_split_025.xhtml
de_provocatie-ebook_split_026.xhtml
de_provocatie-ebook_split_027.xhtml
de_provocatie-ebook_split_028.xhtml
de_provocatie-ebook_split_029.xhtml
de_provocatie-ebook_split_030.xhtml
de_provocatie-ebook_split_031.xhtml
de_provocatie-ebook_split_032.xhtml
de_provocatie-ebook_split_033.xhtml
de_provocatie-ebook_split_034.xhtml
de_provocatie-ebook_split_035.xhtml
de_provocatie-ebook_split_036.xhtml
de_provocatie-ebook_split_037.xhtml
de_provocatie-ebook_split_038.xhtml
de_provocatie-ebook_split_039.xhtml
de_provocatie-ebook_split_040.xhtml
de_provocatie-ebook_split_041.xhtml
de_provocatie-ebook_split_042.xhtml
de_provocatie-ebook_split_043.xhtml
de_provocatie-ebook_split_044.xhtml
de_provocatie-ebook_split_045.xhtml
de_provocatie-ebook_split_046.xhtml
de_provocatie-ebook_split_047.xhtml
de_provocatie-ebook_split_048.xhtml
de_provocatie-ebook_split_049.xhtml
de_provocatie-ebook_split_050.xhtml
de_provocatie-ebook_split_051.xhtml
de_provocatie-ebook_split_052.xhtml
de_provocatie-ebook_split_053.xhtml
de_provocatie-ebook_split_054.xhtml
de_provocatie-ebook_split_055.xhtml
de_provocatie-ebook_split_056.xhtml
de_provocatie-ebook_split_057.xhtml
de_provocatie-ebook_split_058.xhtml
de_provocatie-ebook_split_059.xhtml
de_provocatie-ebook_split_060.xhtml
de_provocatie-ebook_split_061.xhtml
de_provocatie-ebook_split_062.xhtml
de_provocatie-ebook_split_063.xhtml
de_provocatie-ebook_split_064.xhtml
de_provocatie-ebook_split_065.xhtml
de_provocatie-ebook_split_066.xhtml
de_provocatie-ebook_split_067.xhtml
de_provocatie-ebook_split_068.xhtml
de_provocatie-ebook_split_069.xhtml
de_provocatie-ebook_split_070.xhtml
de_provocatie-ebook_split_071.xhtml
de_provocatie-ebook_split_072.xhtml
de_provocatie-ebook_split_073.xhtml
de_provocatie-ebook_split_074.xhtml
de_provocatie-ebook_split_075.xhtml
de_provocatie-ebook_split_076.xhtml
de_provocatie-ebook_split_077.xhtml
de_provocatie-ebook_split_078.xhtml
de_provocatie-ebook_split_079.xhtml
de_provocatie-ebook_split_080.xhtml
de_provocatie-ebook_split_081.xhtml
de_provocatie-ebook_split_082.xhtml
de_provocatie-ebook_split_083.xhtml
de_provocatie-ebook_split_084.xhtml
de_provocatie-ebook_split_085.xhtml
de_provocatie-ebook_split_086.xhtml
de_provocatie-ebook_split_087.xhtml
de_provocatie-ebook_split_088.xhtml
de_provocatie-ebook_split_089.xhtml
de_provocatie-ebook_split_090.xhtml
de_provocatie-ebook_split_091.xhtml
de_provocatie-ebook_split_092.xhtml
de_provocatie-ebook_split_093.xhtml
de_provocatie-ebook_split_094.xhtml
de_provocatie-ebook_split_095.xhtml
de_provocatie-ebook_split_096.xhtml
de_provocatie-ebook_split_097.xhtml
de_provocatie-ebook_split_098.xhtml
de_provocatie-ebook_split_099.xhtml
de_provocatie-ebook_split_100.xhtml
de_provocatie-ebook_split_101.xhtml
de_provocatie-ebook_split_102.xhtml