·35·

Eén roestige, scheefgezakte brievenbus.

Puller reed de brievenbus voorbij en nam de zandweg die daarop uitkwam.

Aan weerskanten bos.

Het verbaasde hem dat dit adres op de gps te vinden was geweest. Big Brother beschikte echt over alle informatie.

Hij parkeerde een halve kilometer verder, stapte uit en liep het bos in. Vervolgens liep hij naar het westen terug. Van achter een groepje bomen keek hij naar het kleine huis. In de verte hoorde hij duidelijk het geluid van een ratelslang die iemand liet weten dat hij er was.

Puller kwam niet in beweging. Hij bleef daar gehurkt zitten en keek naar het huis.

Een oude pick-uptruck aan de voorkant. Het karkas van nog een pick-up aan de andere kant van het huis. Achter het huis iets wat op een garage leek. De ene deur was dicht. Het zag er niet naar uit dat het huis de laatste tijd bewoond was geweest. Het was nog niet zo donker dat er licht in het huis zou moeten branden, al wierp het bos dat eromheen stond al veel schaduw.

Geen geluiden. Geen mensen.

Hij bleef gehurkt zitten en vroeg zich af wat hij moest doen.

Iemand die zo ver bij de moorden vandaan woonde, had waarschijnlijk niets gezien. Aan de andere kant wísten ze misschien wel iets. Zoals in het briefje stond.

Dus óf iemand wilde hem op een spoor brengen, óf iemand wilde hem kwaad doen. In het laatste geval kon het om wraak van Dickie en zijn kornuiten gaan of om een tegenaanval van iemand die zijn onderzoek wilde dwarsbomen.

Hij had zijn telefoon op de trilstand gezet. Het apparaatje trilde nu.

Hij keek naar het schermpje en antwoordde zachtjes.

‘Waar ben je, Puller?’ vroeg Cole.

‘Op het adres. In het bos ten oosten van het huis. Waar ben jij?’

‘Ten westen van het huis. In het bos.’

‘Grote geesten denken hetzelfde. Zie je iets? Ik zie hier niets.’

‘Nee.’

‘Weet je wie daar woont?’

‘Nee.’

‘Er stond geen naam op de brievenbus.’

‘Wat wil je doen?’

‘Uitzoeken waarom we hier zijn.’

‘Hoe wil je dat doen?’

‘Laten we het simpel houden. Ik ga er vanuit het oosten op af en jij komt vanuit het westen. We blijven bij de boomgrens staan en nemen dan weer contact op.’

Hij stopte zijn telefoon weg en liep naar voren, waarbij hij zijn M11 voor zich uit hield. Hij nam aan dat Cole hetzelfde met haar Cobra deed vanuit het westen.

Een minuut later trilde zijn telefoon.

‘Ik ben er,’ zei Cole. ‘Wat nu?’

Puller gaf niet meteen antwoord. Hij nam zijn omgeving systematisch in zich op. De taliban en Al Qaida waren er heel handig in geweest Amerikaanse soldaten in de val te lokken. Ze zagen steeds weer kans iets wat dodelijk gevaarlijk was een volkomen onschuldig aanzien te geven. Kinderen, vrouwen, huisdieren.

‘Puller?’

‘Wacht even.’

Hij deed een paar stappen naar voren en riep: ‘Hallo? Is daar iemand?’

Geen antwoord. Dat had hij ook niet verwacht.

Hij deed nog twee stappen naar voren, tot hij de boomgrens helemaal voorbij was. Maar hij hield de oude pick-up tussen hemzelf en het huis.

Hij sprak in zijn telefoon. ‘Kun je me zien?’

‘Ja, maar amper.’

‘Zie je iets aan jouw kant?’

‘Nee, ik geloof niet dat het huis bewoond is. Het ziet eruit alsof het op instorten staat.’

‘Ben je ooit hier in de buurt geweest?’

‘Alleen als ik op weg was naar iets anders. Dit weggetje is me nooit opgevallen. Wat denk je dat er aan de hand is?’

‘Blijf waar je bent. Ik ga iets proberen.’

Hij liet de telefoon in zijn zak glijden en schuifelde naar voren tot hij de veranda aan de voorkant goed kon zien. Hij keek op en neer, heen en weer. Toen keek hij nog eens omlaag. Uit de zak van zijn jasje haalde hij een vizier dat in zijn rugzak had gezeten.

Hij keek erdoor en stelde de lenzen bij tot hij een goed zicht op de veranda had. Hij keek weer omhoog en omlaag, naar links en naar rechts. En toen keek hij weer omlaag.

Hij pakte zijn telefoon en drukte hem tegen zijn oor. ‘Blijf waar je bent en blijf in dekking.’

‘Wat zie je? Wat ga je doen?’

‘Dat hoor je luid en duidelijk over ongeveer vijf seconden, als het is wat ik denk dat het is.’

‘Puller...’

Maar hij had de telefoon al weggestopt.

Hij had het vizier op zijn M11 gezet.

Hij keek nog eens om zich heen. ‘Hallo, ik ben John Puller. Je hebt me gevraagd hierheen te komen. Ik wil graag praten.’

Hij wachtte nog vijf seconden. Dachten ze dat hij gewoon naar de voordeur zou lopen?

Hij bracht zijn wapen omhoog en keek door het vizier. Zijn loop was gericht op de vloerplanken van de veranda.

Hij loste drie schoten snel achter elkaar. Stukken van de veranda vlogen de lucht in. Hij hoorde het pinggeluid van metaal op metaal.

Dat kon maar één ding betekenen. Hij had gelijk gehad. Hij hurkte neer.

De voordeur vloog open. Het schot hagel ging finaal door het oude kwetsbare hout heen. Iemand die ervoor had gestaan, zou letterlijk aan flarden zijn geschoten.

Iedereen behalve ik, dacht Puller.

‘Jezus!’

Hij keek naar links en zag dat Cole eerst naar hem keek, toen naar het grote gat in de voordeur en toen weer naar hem.

‘Hoe wist je dat daar een boobytrap was?’ riep ze.

‘Nieuwe planken voor de deur. Ze hebben de drukplaat eronder gezet, een draad het huis in geleid en die draad verbonden met de trekker van het geweer dat ze op iets ter hoogte van je maagstreek hadden vastgemaakt. Ik hoorde dat mijn kogels tegen de plaat sloegen.’ Hij liep bij de pick-uptruck vandaan. ‘Toch snap ik niet waarom ze dachten dat ik gewoon naar de deur zou lopen om mijn kop van mijn romp te laten schieten.’

‘Ik ben blij dat je slimmer bent dan zij dachten.’

Zij kwam ook naar voren.

Puller zag het en dook op haar af. Hij trof Cole in haar buik en tilde haar van de grond. Ze vielen naar de boomgrens terug, en twee seconden later ontplofte de pick-uptruck. Een voorwiel landde op vijftien centimeter afstand van hen. Brokstukken regenden om hen heen. Puller bedekte Cole met zijn lichaam. Een lange strook rubber kwam op de achterkant van zijn benen terecht. Het deed pijn, maar richtte geen blijvende schade aan. Hij zou daar een striem aan overhouden, maar dat was alles.

Terwijl de vlammen over de pick-up renden, wist Puller dat hij een tweede probleem had. Hij pakte Cole bij haar arm vast, tilde haar over zijn schouder en rende het bos in. Enkele ogenblikken later explodeerde de benzinetank en vloog er een tweede golf brokstukken in alle richtingen.

Puller zette Cole achter een boom neer en knielde in het zand neer, een heel eind bij de restanten van de pick-up vandaan. Hij liet de brokstukken neerkomen en gluurde toen langs de boom.

‘Hoe wist je dat?’ zei Cole met een zucht, terwijl ze rechtop ging zitten.

‘Er was een draad gespannen tussen twee struiken.’

‘Iemand wilde je duidelijk dood hebben. Met de deur en met de pick-up. Als het ene mislukte, kon het andere je nog te pakken krijgen.’ Ze keek om zich heen en huiverde. En dat deed ze niet alleen omdat de avondlucht was afgekoeld. ‘Mijn oren galmen als een kerkklok.’

Puller keek haar niet aan. Hij keek naar de verwoeste pick-up.

‘Ben jij ongedeerd, Puller? Ben je geraakt?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Wat is er dan?’

‘Ik had die draad moeten zien voordat jij ertegenaan liep.’

‘Maar je zag hem op tijd.’

Hij keek haar aan. ‘Dat is niet goed genoeg.’

‘Ik moet een team laten komen om dit te onderzoeken,’ zei ze. ‘En ook de brandweer. Als deze bossen in brand vliegen, is het vuur bijna niet te bedwingen.’

‘Er is een tuinslang bij het huis. Als er nog water in de put zit, kan ik het vuur blussen.’

‘En als er nog meer boobytraps zijn?’

‘Als ik ze weer over het hoofd zie, verdien ik wat me overkomt.’

‘Puller, je hebt niets over het hoofd gezien.’

Hij negeerde dat. ‘Heb je bomspecialisten in huis?’

‘Lan Monroe weet er iets van. Maar er woont een gepensioneerde atf-agent in de buurt van de stad. Ik kan hem tijdelijk tot politieagent aanstellen.’

‘Doe dat maar. We hebben zoveel expertise nodig als we maar kunnen krijgen.’

Terwijl Cole ging bellen, pakte Puller de tuinslang en besproeide hij het autowrak en de vlammen. Binnen tien minuten kwamen er twee politiewagens en twee brandweerwagens aanrijden. Lan Monroe belde om te zeggen dat hij onderweg was. Cole bereikte de voormalige atf-agent en sprak met hem af dat hij ook zou komen.

Terwijl de brandweermannen zich over de resterende vuurtjes ontfermden en de restanten van de pick-up nathielden, trok Puller de aandacht van de politieagenten en wees hij naar het huis. ‘Ik zou daar nu niet in de buurt komen. Ik zou een gemotoriseerde robot zoeken en die naar binnen sturen voordat een levend mens daar in de buurt komt.’

‘De staatspolitie heeft zo’n robot. Ik ga bellen,’ zei Cole.

Nadat ze dat had gedaan, zei Puller: ‘Nou, ik denk dat we naar een diner moeten.’

‘Wil je nog steeds gaan?’

‘Ja.’

‘Heb je schone kleren in je auto?’

‘Altijd.’

‘Dan kunnen we naar mijn huis gaan en douchen. En dan kan ik me ook omkleden. Mijn huis is dichter bij het huis van Trent dan jouw motel.’

Ze liepen naar hun auto’s terug, terwijl het onderzoeksteam zo ver bij het huis en de ontplofte pick-uptruck vandaan bleef als mogelijk was.

Toen ze bij de weg kwamen, leunde sheriff Pat Lindemann daar tegen het passagiersportier van zijn Ford. Hij veegde met een zakdoek over zijn gezicht en spuwde in het zand.

‘Spannende tijden in Drake,’ zei hij toen ze naar hem toe kwamen.

‘Te spannend,’ zei Cole.

‘Dankzij jou hoef ik geen nieuwe brigadier te zoeken, Puller. Ik sta bij je in het krijt.’

‘Het ging bijna mis.’

‘Het gaat om wat er is gebeurd,’ zei Lindemann. Hij keek naar het pad door het bos. ‘Iemand heeft grote moeite met wat je doet. Hebben ze dat briefje in je motel achtergelaten?’

‘Het is onder de deur door geschoven terwijl ik stond te douchen.’

‘Dus ze houden je in de gaten?’

‘Blijkbaar.’

‘Hebben jullie twee enig idee wat hier in godsnaam aan de hand is?’

‘Nog niet,’ zei Cole, ‘maar ze hebben het nu tot iets persoonlijks gemaakt. Ik ga hier al mijn tijd aan wijden, sheriff.’

Hij knikte en spuwde weer. ‘Allergie. Nooit eerder last van gehad.’ Hij keek Puller aan. ‘Wil je bescherming van ons korps?’

‘Nee, ik red me wel.’

‘Wat jij wilt. Nou, dan ga ik maar. Mijn vrouw houdt het eten voor me warm.’

‘Pas goed op jezelf, sheriff,’ zei Cole.

Toen hij was weggereden, zei Puller: ‘Heb jij het op zijn baan voorzien? Zo te zien is hij al bezig te vertrekken.’

‘Hij is een goede politieman, maar hij doet dit al meer dan dertig jaar en hij heeft vast niet verwacht dat hij helemaal aan het eind van zijn carrière nog zoiets zou meemaken als dit.’

Toen ze haar portier openmaakte, zei Cole: ‘Ik heb gehoord wat je in Annie’s Motel voor Louisa hebt gedaan. Dat was heel goed van je.’

‘Ze had hulp nodig, en dus hielp ik. Het stelde niets voor. Hoe gaat het met haar?’

‘Dat weet ik niet. Ik heb nog geen gelegenheid gehad om naar het ziekenhuis te bellen. Maar zonder jou zou ze zeker dood zijn geweest.’

‘Ken je haar?’

‘Iedereen kent Louisa. Ze is het zout der aarde.’

‘Altijd prettig om het zout der aarde te helpen,’ zei Puller zacht. ‘Meestal krijgt het op zijn kop.’

Ze legde haar hand op zijn schouder. ‘Je moet niet kwaad op jezelf zijn vanwege die struikeldraad, Puller.’

‘Als ik dat in een oorlogsgebied had gedaan, zou mijn hele eenheid dood zijn geweest.’

‘Maar we zijn niet dood.’

‘Nee,’ zei hij met doffe stem.

Puller stapte in zijn auto en reed achter haar aan.

 

De Provocatie
titlepage.xhtml
de_provocatie-ebook_split_000.xhtml
de_provocatie-ebook_split_002.xhtml
de_provocatie-ebook_split_003.xhtml
de_provocatie-ebook_split_004.xhtml
de_provocatie-ebook_split_005.xhtml
de_provocatie-ebook_split_006.xhtml
de_provocatie-ebook_split_007.xhtml
de_provocatie-ebook_split_008.xhtml
de_provocatie-ebook_split_009.xhtml
de_provocatie-ebook_split_010.xhtml
de_provocatie-ebook_split_011.xhtml
de_provocatie-ebook_split_012.xhtml
de_provocatie-ebook_split_013.xhtml
de_provocatie-ebook_split_014.xhtml
de_provocatie-ebook_split_015.xhtml
de_provocatie-ebook_split_016.xhtml
de_provocatie-ebook_split_017.xhtml
de_provocatie-ebook_split_018.xhtml
de_provocatie-ebook_split_019.xhtml
de_provocatie-ebook_split_020.xhtml
de_provocatie-ebook_split_021.xhtml
de_provocatie-ebook_split_022.xhtml
de_provocatie-ebook_split_023.xhtml
de_provocatie-ebook_split_024.xhtml
de_provocatie-ebook_split_025.xhtml
de_provocatie-ebook_split_026.xhtml
de_provocatie-ebook_split_027.xhtml
de_provocatie-ebook_split_028.xhtml
de_provocatie-ebook_split_029.xhtml
de_provocatie-ebook_split_030.xhtml
de_provocatie-ebook_split_031.xhtml
de_provocatie-ebook_split_032.xhtml
de_provocatie-ebook_split_033.xhtml
de_provocatie-ebook_split_034.xhtml
de_provocatie-ebook_split_035.xhtml
de_provocatie-ebook_split_036.xhtml
de_provocatie-ebook_split_037.xhtml
de_provocatie-ebook_split_038.xhtml
de_provocatie-ebook_split_039.xhtml
de_provocatie-ebook_split_040.xhtml
de_provocatie-ebook_split_041.xhtml
de_provocatie-ebook_split_042.xhtml
de_provocatie-ebook_split_043.xhtml
de_provocatie-ebook_split_044.xhtml
de_provocatie-ebook_split_045.xhtml
de_provocatie-ebook_split_046.xhtml
de_provocatie-ebook_split_047.xhtml
de_provocatie-ebook_split_048.xhtml
de_provocatie-ebook_split_049.xhtml
de_provocatie-ebook_split_050.xhtml
de_provocatie-ebook_split_051.xhtml
de_provocatie-ebook_split_052.xhtml
de_provocatie-ebook_split_053.xhtml
de_provocatie-ebook_split_054.xhtml
de_provocatie-ebook_split_055.xhtml
de_provocatie-ebook_split_056.xhtml
de_provocatie-ebook_split_057.xhtml
de_provocatie-ebook_split_058.xhtml
de_provocatie-ebook_split_059.xhtml
de_provocatie-ebook_split_060.xhtml
de_provocatie-ebook_split_061.xhtml
de_provocatie-ebook_split_062.xhtml
de_provocatie-ebook_split_063.xhtml
de_provocatie-ebook_split_064.xhtml
de_provocatie-ebook_split_065.xhtml
de_provocatie-ebook_split_066.xhtml
de_provocatie-ebook_split_067.xhtml
de_provocatie-ebook_split_068.xhtml
de_provocatie-ebook_split_069.xhtml
de_provocatie-ebook_split_070.xhtml
de_provocatie-ebook_split_071.xhtml
de_provocatie-ebook_split_072.xhtml
de_provocatie-ebook_split_073.xhtml
de_provocatie-ebook_split_074.xhtml
de_provocatie-ebook_split_075.xhtml
de_provocatie-ebook_split_076.xhtml
de_provocatie-ebook_split_077.xhtml
de_provocatie-ebook_split_078.xhtml
de_provocatie-ebook_split_079.xhtml
de_provocatie-ebook_split_080.xhtml
de_provocatie-ebook_split_081.xhtml
de_provocatie-ebook_split_082.xhtml
de_provocatie-ebook_split_083.xhtml
de_provocatie-ebook_split_084.xhtml
de_provocatie-ebook_split_085.xhtml
de_provocatie-ebook_split_086.xhtml
de_provocatie-ebook_split_087.xhtml
de_provocatie-ebook_split_088.xhtml
de_provocatie-ebook_split_089.xhtml
de_provocatie-ebook_split_090.xhtml
de_provocatie-ebook_split_091.xhtml
de_provocatie-ebook_split_092.xhtml
de_provocatie-ebook_split_093.xhtml
de_provocatie-ebook_split_094.xhtml
de_provocatie-ebook_split_095.xhtml
de_provocatie-ebook_split_096.xhtml
de_provocatie-ebook_split_097.xhtml
de_provocatie-ebook_split_098.xhtml
de_provocatie-ebook_split_099.xhtml
de_provocatie-ebook_split_100.xhtml
de_provocatie-ebook_split_101.xhtml
de_provocatie-ebook_split_102.xhtml