·56·

‘John Puller?’

De vier mannen doken bij Pullers auto in de parkeergarage op. Hij zag twee gelijke zwarte suv’s met draaiende motor in de buurt staan.

‘Wat wil het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van mij?’

De leider van het stel, een kleine, slanke man met donker krulhaar en diepe rimpels in zijn voorhoofd, zei: ‘Hoe weet je dat we van Binnenlandse Veiligheid zijn?’

Puller wees naar de taille van een van de mannen. ‘Hij heeft de sig 9.’ Hij wees naar een andere man. ‘En hij heeft de sig .40. Binnenlandse Veiligheid is een van de weinige diensten die hun mensen zelf laten kiezen. En verder heb jij een bv-speld op je jasje. Ten slotte zit er een parkeersticker van Binnenlandse Veiligheid op een van jullie auto’s daar.’

De man keek om zich heen en glimlachte. ‘Je hebt goede ogen. Moeten we ons ook nog legitimeren?’

‘Ja. En dan doe ik dat ook. Ik ben van de cid.’

‘Ja, dat weet ik.’

‘Ik weet dat je het weet.’

‘Je moet met ons meekomen.’

‘Waarheen en waarom?’

‘Het “waarom” wordt je uitgelegd door anderen. Wat het “waarheen” betreft: het is niet ver.’

‘Heb ik een keus?’

‘Nee, eigenlijk niet.’

Puller haalde zijn schouders op. ‘Laten we dan maar gaan.’

 

De rit duurde tien minuten. Ze kwamen in een andere parkeergarage, reden twee verdiepingen naar beneden, lieten de auto’s achter en gingen met een lift vijf verdiepingen omhoog. Puller werd door een gang geleid waar alle deuren afgesloten waren met sleutel- en cijfersloten. Aan niets was te zien dat dit een gebouw van de federale overheid was, en dat was niet ongewoon, wist Puller. Vooral het ministerie van Binnenlandse Veiligheid had in het hele land zulke onopvallende kantoorruimten. Toch kon iemand die wist waarop hij moest letten wel zien dat dit een federaal kantoor was. De vloerbedekking was overheidsbeige, de muren waren overheidsbeige, en de deuren waren van metaal. De overheid gaf veel geld uit, wist Puller, maar niet aan de afwerking van haar kantoorgebouwen.

Hij werd naar een kamer gebracht en daar aan een tafeltje achtergelaten, met de deur aan de buitenkant op slot. Hij telde in zijn hoofd vijf minuten af en begon zich al af te vragen of iemand was vergeten dat hij daar zat, toen de deur openging.

De man was in de vijftig en bezat de soliditeit en ernst van iemand die jarenlang voor de overheid had gewerkt, en dan niet op een plaats met veel papieren en paperclips. Hij had een dossier in zijn handen. Hij ging zitten. Nadat hij in het dossier had gebladerd, keek hij Puller eindelijk aan.

‘Wil je iets te drinken hebben?’ vroeg de man. ‘We hebben koffie, al is het geen goeie. We hebben water. Alleen kraanwater. Het dure mineraalwater is vorig jaar uit het budget gehaald. Die bezuinigingen zijn pure ellende. Straks pakken ze ook nog onze wapens af.’

‘Ik hoef niets.’ Hij keek naar de map. ‘Gaat dat over mij?’

‘Nee, niet echt.’ Hij tikte op de map. ‘Ik ben trouwens Joe Mason. Hij reikte over de tafel om Puller een hand te geven.

‘John Puller.’

‘Daar was ik al achter,’ zei Mason. Hij friemelde aan de nagelriem van een van zijn vingers. ‘Hoe gaat het in West Virginia?’

‘Ik dacht al dat het daarover ging. Eigenlijk niet zo goed. Ik neem aan dat je op de hoogte bent?’

‘Je mag je sac bellen, als je wilt. Don White is een beste kerel.’

‘Ik wil mijn sac bellen.’

Mason haalde zijn telefoon tevoorschijn. ‘Laten we de formaliteiten snel afhandelen, dan kunnen we ter zake komen. Bel hem nu.’

Puller voerde het telefoongesprek. Don White vertelde hem over Joe Mason van Binnenlandse Veiligheid en zei tegen Puller dat hij met de man moest samenwerken.

Puller schoof de telefoon naar Mason terug en keek weer naar de map. ‘Dus ik ben degene die op de hoogte moet worden gesteld?’

‘Ik dacht net hetzelfde, Puller.’

‘En ben je tot een besluit gekomen?’

‘Uit alle informatie over jou blijkt dat je een kei bent in je werk. Vaderlandslievend tot op het bot. Zo hardnekkig als een buldog, en als je achter iets aan gaat, krijg je het altijd te pakken.’

Puller zei niets. Hij keek de man alleen maar aan. Hij wilde dat hij bleef praten. Hij wilde blijven luisteren.

Mason ging verder: ‘We zitten met een probleem. Dat klinkt afgezaagd, hè? We zitten met een probleem. Hoe dan ook, het probleem is dat we niet weten wat het probleem is.’ Hij keek op van de map. ‘Kun je ons daarmee helpen?’

‘Is de minister van de Strijdkrachten daarom zo geïnteresseerd in de zaak? Hebben ze me daarom in mijn eentje daarheen gestuurd?’

‘De minister van de Strijdkrachten interesseert zich voor de zaak omdat wij ons ervoor interesseren. En hoewel jij op dit moment de enige zichtbare onderzoeker bent, hebben we hier meer mensen op gezet. En niet alleen van Binnenlandse Veiligheid.’

‘Ik heb begrepen dat de dia hier niet in geïnteresseerd is.’

‘Zo zou ik het niet stellen.’

‘Is de fbi erbij betrokken?’

‘De fbi is bij alles betrokken, of we dat nu willen of niet. Maar omdat we niet willen dat je allerlei diensten met afkortingen over je heen krijgt, ben ik uitgekozen om het contact te onderhouden.’

‘Oké, er is een probleem, alleen weet je niet wat het is. Ik zou toch denken dat Binnenlandse Veiligheid wel iets beters te doen heeft dan zich hier druk over te maken.’

‘Dat zou ik met je eens zijn, als onze aandacht niet door nog iets anders was getrokken.’

‘Wat dan?’

‘Een telefoongesprek dat de nsa zes weken geleden heeft opgepikt. Drie keer raden waar het vandaan kwam.’

‘Drake, West Virginia.’

‘Zo is het.’

‘Ik dacht dat de nsa alleen naar het buitenlandse deel van telefoongesprekken kon luisteren. Dat ze niet naar de gesprekken van Amerikanen konden luisteren en ook hun e-mails en sms’jes niet konden lezen.’

‘Tot op zekere hoogte is dat meestal wel zo.’

‘Wat werd er in dat gesprek gezegd?’

‘Nou, het was in een taal die je niet in een landelijk deel van West Virginia zou verwachten.’

Toen de man hem niet vertelde welke taal het was geweest, ergerde Puller zich een beetje en zei hij: ‘New Jersey? De Bronx?’

‘Probeer het nog eens, en ga dan wat meer naar het oosten.’

‘Arabisch?’

‘Dari. Zoals je weet, is dat een van de belangrijkste dialecten die in Afghanistan worden gesproken.’

‘Ja, dat weet ik. Dus Afghanistan. Is het vertaald?’

‘Ja. Er werd gezegd: ‘‘De tijd komt gauw.’’ En ze zeiden dat iedereen voorbereid moest zijn. En dat ze gerechtigheid zouden krijgen.’

‘En jullie dachten dat het over een aanval op de Verenigde Staten ging?’

‘Ik word ervoor betaald om dat te denken, Puller. En ook om het te voorkomen.’

‘Waarom was dit zo bijzonder? Mensen zeggen zo vaak domme dingen die tot niets leiden. Zelfs in het Dari.’

‘Het was geen gewoon gesprek. Het was versleuteld. En niet met een of ander ingewikkeld computeralgoritme. Het was in code. Mijn mensen zeggen dat die code in de tijd van de Koude Oorlog heel populair was bij de oude kgb. We weten tegenwoordig ook dat de taliban oude kgb-codes is gaan gebruiken om met cellen in andere landen te communiceren. Dat zal wel teruggaan tot de tijd dat het Rode Leger daar in tanks rondreed.’

‘De taliban die in West Virginia een kgb-code in het Dari gebruikt. Dat is nog eens wat anders. Maar ze hebben die code gebroken?’

‘Blijkbaar, anders zat ik hier nu niet met jou te praten. Ironisch genoeg komen die oude codes weer in de mode, Puller, omdat we zo goed zijn geworden in het kraken van gecomputeriseerde encryptie. In elk geval waren we meteen alert.’

‘Ik heb in Drake niet één tulband gezien. Alleen een stel trotse Amerikanen met rode nekken. Hoe kunnen jullie er zeker van zijn dat het plan in Drake wordt uitgevoerd? Misschien houden de terroristen zich daar alleen maar schuil en is hun doelwit heel ergens anders.’

‘Andere delen van het gesprek maken aannemelijk dat het doelwit zich in de buurt van Drake bevindt.’

Puller leunde achterover en dacht erover na. ‘Nou, er is daar een grote betonnen koepel waar in de jaren zestig geheim werk voor de overheid werd gedaan. Waarschijnlijk is het goed om daarmee te beginnen. Het is trouwens het enige bijzondere daar in de buurt. Afgezien van een stel lijken.’

‘Was het maar zo gemakkelijk.’ Mason haalde een stel papieren uit zijn map en schoof ze naar Puller toe. Hij zei: ‘We hebben uitgezocht waar dat complex voor werd gebruikt. Dat helpt ons niet veel verder.’

Puller keek de papieren door. Het was een geheim document, maar hij was bevoegd om het te lezen. Het kwam uit de jaren zeventig. Hij zei: ‘Maakten ze daar onderdelen van bommen?’

‘Essentiële onderdelen. Niet het plofgedeelte. De betonnen koepel is gebouwd omdat een deel van het materiaal waarmee ze daar werkten radioactief was. In die tijd zwom het ministerie van Defensie in het geld. En er was nog geen Milieudienst. Dus in plaats van de boel schoon te maken hebben ze er gewoon een koepel overheen gebouwd.’

‘Vormt het complex een bedreiging?’

‘Voor het milieu? Wie zal het zeggen? Misschien wel. Maar daar hoeven wij ons niet druk om te maken. In het rapport staat duidelijk vermeld dat alle materialen en apparatuur uit het complex verwijderd zijn. En je maakt geen gat in een meter beton om te kijken of je geigerteller helemaal wild wordt.’

‘En stel dat iemand het gebouw opblaast en de radioactiviteit vrijkomt, als daar tenminste nog een restant van is achtergebleven?’

‘Tuurlijk, Puller. Je zou een vrachtwagenlading explosieven nodig hebben, en een heleboel mensen, terwijl je niet eens weet of er daarbinnen iets is wat het de moeite waard maakt. En gesteld dat er een beetje radioactiviteit vrijkomt in Drake, wie kan dat dan wat schelen?’ Mason leunde achterover in zijn stoel. ‘Nee, het antwoord moet ergens anders te vinden zijn.’

Puller schoof de papieren terug. ‘Oké. Wat nog meer?’

‘We weten dat je met generaal Carson hebt gepraat.’

‘Ze werkte goed mee.’

‘Reynolds wist iets. Daarom is hij vermoord. Hij wist dat er iets in Drake te gebeuren stond.’

‘Daar ben ik net achter gekomen. Als jullie het al een tijdje wisten, hadden jullie het me eerder kunnen vertellen.’

‘Drake bestond voor mij niet totdat we dat telefoongesprek hadden ontcijferd. En dat was nog maar twee dagen geleden. Jij ligt waarschijnlijk ver op ons voor.’

‘Omdat jullie daar niet zijn. Jullie hebben het aan mij en de plaatselijke politie overgelaten. Twee dagen geleden – dat was kort na de moorden. Er moet een verband zijn. Jullie hadden daar een team naartoe kunnen sturen. Waarom hebben jullie dat niet gedaan?’

‘Moeilijke vragen, nog moeilijker antwoorden.’

‘Ik ben aan beide gewend.’

Mason glimlachte. ‘Dat denk ik ook. Het soldatenleven is veel ingewikkelder dan het eruitziet.’

‘Het soldatenleven is gemakkelijk in vergelijking met alle andere onzin. Als je goed wilt leren schieten, is dat alleen een kwestie van oefenen. Maar geen enkele oefening op de wereld bereidt je voor op de spelletjes die in achterkamers worden gespeeld.’ Hij zweeg even. ‘Ben je ooit in het leger geweest? Je lijkt me het type.’

‘Bij de mariniers. Ik heb niet mijn hele termijn uitgediend. Ik stapte eruit, ging studeren en liep uiteindelijk toch in overheidsdienst met een pistool rond. Alleen draag ik een pak in plaats van een uniform.’

‘Mariniers hebben me vaak het leven gered.’

‘En jij hebt ongetwijfeld vaak hetzelfde voor hen gedaan. Maar om op je vraag terug te komen: we zijn het er hier over eens dat we deze zaak een beetje moeten laten begaan. Als we met zwaar geschut komen, schrikken we die mensen af.’

‘Afschrikken is misschien niet zo’n slecht idee. Vooral wanneer ze een tweede 11 september aan het plannen zijn. Maar ik weet niet waarom ze na New York deze keer voor Drake hebben gekozen. Je kunt daar gewoon niet zoveel schade aanrichten.’

‘Daarom maken we ons zorgen. Als we er met zwaar geschut op afgaan, verspreiden ze zich om zich daarna te hergroeperen en later op een even onwaarschijnlijke plaats toe te slaan. En dan zouden ze die fout met de telefoon niet opnieuw maken. We maken ons zorgen over hun locatiekeuze, Puller. Het is geen traditioneel doelwit. Het heeft geen enorme impact. Als je een aanslag pleegt op een vliegveld, winkelcentrum of station, gaan ze in het hele land dicht en is iedereen in rep en roer.’

‘Maar als je een aanslag pleegt op een provinciegat, gebeurt dat niet.’

‘Dat betekent dat zij iets weten wat wij niet weten. Dit zit niet in ons tactische of strategische systeem. We hebben hier geen handboek voor. Eerlijk gezegd zijn wíj degenen die worden afgeschrikt.’

‘Jullie strategie kan betekenen dat jullie met de levens van iedereen in Drake spelen.’

‘Ja, dat zou kunnen.’

‘Maar aangezien het er zo weinig zijn en de meesten straatarm zijn, zou het niet zo erg zijn, hè?’

‘Zo ver zou ik niet willen gaan. Het zijn nog steeds Amerikanen, of ze nu arm zijn of niet.’

‘Maar als we het nu over New York zouden hebben, of over Houston, Atlanta of Washington?’

‘Elke situatie is anders, Puller.’

‘Hoe meer verschillen er zijn, hoe meer overeenkomsten er evengoed zijn.’

‘Een militair die ook filosoof is. Ik ben onder de indruk. Maar serieus: ik wil niet dat er onschuldige burgers doodgaan. Toch is het een lastig geval. Maar als het om New York, Chicago, Los Angeles of zeker Washington ging, zouden we er met groot geschut op afgaan.’

‘Dus Drake is een gelegenheid om met tactieken te experimenteren?’

‘Drake biedt een kans.’

‘Oké, Reynolds was een militair, en misschien was dat genoeg om hem tot een doelwit te maken. Maar Molly Bitner en Eric Treadwell?’

‘Die woonden aan de overkant van de straat.’

‘Zou een van hen degene kunnen zijn op wie Reynolds is gestúít? Dat woord gebruikte Carson.’

‘Waarom zeg je dat?’ vroeg Mason.

‘Voor zover ik kan nagaan, gingen de Reynolds’ nooit ergens anders heen dan het verpleegtehuis of het ziekenhuis, dat niet eens in Drake staat. De enige mensen met wie ze automatisch in contact zouden komen, zouden de buren zijn. Natuurlijk concentreer ik me op de enige buren die ook vermoord zijn.’

‘Ik begrijp waar je heen wilt, en ik zie er wel wat in. We weten niets concreets over hen, maar het zou een spoor kunnen zijn.’

‘Nou, wat willen jullie van mij?’

‘Dat je blijft doen wat je doet. Dat je blijft zoeken. Er verandert maar één ding: voortaan rapporteer je niet meer aan je sac, maar rechtstreeks aan mij. Jij fungeert als onze ogen en oren ter plaatse, Puller.’ Mason stond op. ‘Ik weet dat je terug wilt.’

‘Ik wilde nog even bij het huis van de Reynolds’ in Fairfax City gaan kijken.’

‘Dat hebben wij al gedaan. We zijn daar niets te weten gekomen. Als je daarheen wilt, kun je dat gerust doen.’

Puller aarzelde niet. ‘Ik ga liever zelf kijken.’

‘Ik wist wel dat je dat zou zeggen. Je hebt volledige toegang. Je kunt er meteen naartoe gaan als je hier weggaat.’

‘Bedankt.’

‘Nou, nu we dit hebben afgehandeld, kun je me over je onderzoek vertellen.’

Puller gaf hem een samenvatting. Mason keek op toen Puller zei dat er waarschijnlijk video-opnamen van de familie Reynolds waren gemaakt.

‘Dat klinkt onheilspellend,’ zei hij.

‘Inderdaad,’ zei Puller.

Toen hij over het bodemmonster vertelde, onderbrak Mason hem. ‘Ik wil dat rapport graag zien.’

‘Jazeker.’

‘Waarom een bodemmonster?’

‘Het moet op de een of andere manier belangrijk zijn geweest.’

‘En we weten niet waar het is genomen?’

‘Nee.’

‘Als je bij het huis van de Reynolds’ bent geweest, moet je naar Drake terug. Ik zou je een vliegtuig van Binnenlandse Veiligheid ter beschikking kunnen stellen, maar je weet nooit wie er meekijkt. Op dit moment vertrouw ik veel mensen niet.’

‘Geen probleem. Ik ga terug zoals ik hier gekomen ben.’

Toen ze door de gang liepen, vroeg Mason: ‘Is Samantha Cole een aanwinst of een risicofactor?’

‘Een aanwinst.’

‘Goed om te weten.’

‘Wat geeft je gevoel je in?’

Mason keek recht voor zich uit. ‘Dat dit veel mensen 11 september zal doen vergeten.’

Mason sloeg links af, een andere gang in.

Puller liep rechtdoor.

Op dat moment was dat de enige richting waarin hij kon gaan.

 

De Provocatie
titlepage.xhtml
de_provocatie-ebook_split_000.xhtml
de_provocatie-ebook_split_002.xhtml
de_provocatie-ebook_split_003.xhtml
de_provocatie-ebook_split_004.xhtml
de_provocatie-ebook_split_005.xhtml
de_provocatie-ebook_split_006.xhtml
de_provocatie-ebook_split_007.xhtml
de_provocatie-ebook_split_008.xhtml
de_provocatie-ebook_split_009.xhtml
de_provocatie-ebook_split_010.xhtml
de_provocatie-ebook_split_011.xhtml
de_provocatie-ebook_split_012.xhtml
de_provocatie-ebook_split_013.xhtml
de_provocatie-ebook_split_014.xhtml
de_provocatie-ebook_split_015.xhtml
de_provocatie-ebook_split_016.xhtml
de_provocatie-ebook_split_017.xhtml
de_provocatie-ebook_split_018.xhtml
de_provocatie-ebook_split_019.xhtml
de_provocatie-ebook_split_020.xhtml
de_provocatie-ebook_split_021.xhtml
de_provocatie-ebook_split_022.xhtml
de_provocatie-ebook_split_023.xhtml
de_provocatie-ebook_split_024.xhtml
de_provocatie-ebook_split_025.xhtml
de_provocatie-ebook_split_026.xhtml
de_provocatie-ebook_split_027.xhtml
de_provocatie-ebook_split_028.xhtml
de_provocatie-ebook_split_029.xhtml
de_provocatie-ebook_split_030.xhtml
de_provocatie-ebook_split_031.xhtml
de_provocatie-ebook_split_032.xhtml
de_provocatie-ebook_split_033.xhtml
de_provocatie-ebook_split_034.xhtml
de_provocatie-ebook_split_035.xhtml
de_provocatie-ebook_split_036.xhtml
de_provocatie-ebook_split_037.xhtml
de_provocatie-ebook_split_038.xhtml
de_provocatie-ebook_split_039.xhtml
de_provocatie-ebook_split_040.xhtml
de_provocatie-ebook_split_041.xhtml
de_provocatie-ebook_split_042.xhtml
de_provocatie-ebook_split_043.xhtml
de_provocatie-ebook_split_044.xhtml
de_provocatie-ebook_split_045.xhtml
de_provocatie-ebook_split_046.xhtml
de_provocatie-ebook_split_047.xhtml
de_provocatie-ebook_split_048.xhtml
de_provocatie-ebook_split_049.xhtml
de_provocatie-ebook_split_050.xhtml
de_provocatie-ebook_split_051.xhtml
de_provocatie-ebook_split_052.xhtml
de_provocatie-ebook_split_053.xhtml
de_provocatie-ebook_split_054.xhtml
de_provocatie-ebook_split_055.xhtml
de_provocatie-ebook_split_056.xhtml
de_provocatie-ebook_split_057.xhtml
de_provocatie-ebook_split_058.xhtml
de_provocatie-ebook_split_059.xhtml
de_provocatie-ebook_split_060.xhtml
de_provocatie-ebook_split_061.xhtml
de_provocatie-ebook_split_062.xhtml
de_provocatie-ebook_split_063.xhtml
de_provocatie-ebook_split_064.xhtml
de_provocatie-ebook_split_065.xhtml
de_provocatie-ebook_split_066.xhtml
de_provocatie-ebook_split_067.xhtml
de_provocatie-ebook_split_068.xhtml
de_provocatie-ebook_split_069.xhtml
de_provocatie-ebook_split_070.xhtml
de_provocatie-ebook_split_071.xhtml
de_provocatie-ebook_split_072.xhtml
de_provocatie-ebook_split_073.xhtml
de_provocatie-ebook_split_074.xhtml
de_provocatie-ebook_split_075.xhtml
de_provocatie-ebook_split_076.xhtml
de_provocatie-ebook_split_077.xhtml
de_provocatie-ebook_split_078.xhtml
de_provocatie-ebook_split_079.xhtml
de_provocatie-ebook_split_080.xhtml
de_provocatie-ebook_split_081.xhtml
de_provocatie-ebook_split_082.xhtml
de_provocatie-ebook_split_083.xhtml
de_provocatie-ebook_split_084.xhtml
de_provocatie-ebook_split_085.xhtml
de_provocatie-ebook_split_086.xhtml
de_provocatie-ebook_split_087.xhtml
de_provocatie-ebook_split_088.xhtml
de_provocatie-ebook_split_089.xhtml
de_provocatie-ebook_split_090.xhtml
de_provocatie-ebook_split_091.xhtml
de_provocatie-ebook_split_092.xhtml
de_provocatie-ebook_split_093.xhtml
de_provocatie-ebook_split_094.xhtml
de_provocatie-ebook_split_095.xhtml
de_provocatie-ebook_split_096.xhtml
de_provocatie-ebook_split_097.xhtml
de_provocatie-ebook_split_098.xhtml
de_provocatie-ebook_split_099.xhtml
de_provocatie-ebook_split_100.xhtml
de_provocatie-ebook_split_101.xhtml
de_provocatie-ebook_split_102.xhtml