12 maart
De hele dag stond in het teken van het circus. Het krantenwijkje van Hannes werd door Derek snel afgeraffeld, want hij moest aan de gang met zijn nieuwe föhn. Thomas was de enige, die niet in staat was mee te gaan, Ina zou de avond bij hem blijven. Alle anderen: Charrie, Hannes en Hanneke, Pieter, Ali, Klaasje, Lenny, Louis, Maaike en Laura (want die hoorde er ook nog bij!) werden gewassen, gespoeld of geverfd en geföhnd. De hotline naar Bloemendaal stond roodgloeiend, want Gemma liet zich door Charrie goed op de hoogte houden.
Even dreigde de zaak uit de hand te lopen, omdat Charrie zich bewust van het feit, dat hij de geestelijke vader van het circus was iets te veel praatjes ging krijgen. 'Da-da-dan gga je mmmaar nniet mmee va-va-va-na-vond,' zei hij tegen Klaasje, toen die het vertikte mee te helpen met afwassen. 
Klaasje sloeg agressief om zich heen en riep: 'Ik werk de hele week en jullie zitten op je reet en dan mij laten afwassen ja . . . Bovendien, jij hebt hier niks te vertellen, jij was allang weg, dus jij bent er niet eens .. .'
'Jjij be-bent er anders ook nniet, jjij hoort in het wwww-itte hhhhuis.'
'Ach, jij bent een grote zak met je rotcircu-cu-cus . . .' 
'Nnnou ga je h-h-h-he-le-maal niet mmmee . . .' 
'En wie zegt dat?'
'Da-da-dat zeg ik, wwwant ik hheb hhet verzononne.'
'Verzononne, ha-ha ... ik wil niet eens mee naar dat klote-circus, en als ik niet ga, gaat Lenny ook niet en dan moet er iemand thuisblijven voor ons, want Ina moet bij Thomas blijven en als er dan nog iemand blijven moet, dan zitten jullie lekker met de auto's, want dan kom je een auto te kort. . . ha-ha ... zie maar hoe je er dan komt bij dat klotecircus ...'
Charrie dacht even na en kwam kennelijk tot de conclusie, dat Klaasje wel eens gelijk kon hebben. Hij bond ogenblikkelijk in. 'Nnnou joh, zo be-doel ik het ttoch nniet... je mmag nat-tuurlijk best mmee . . . nat-tuurlijk mmag je mmee . . . da-dat zei ik ttoch zommmaar, ik vind het ha-hart-st-stikke leuk als je mmeegaat. . .'
'Ik zal nog wel zien of ik meega,' mokte Klaasje door. 
'A-ah, joh, d-doe niet zo rot.. .' 
'Ik zal nog wel zien . . .'
'Is leuk h-hoor zo'n circus. .. pppaa-paardendr-dr-dres- suur . . . mmet pppaa-paarden . . . mijn echte vader die dee-deed ook iets mmmet ppppaa-paarden ... en da-dat wil ik ook, hè, iets met pppaarden . . . doe nnou nniet zo rot, hè .. . je-je gaat ttoch wwel mee . . .?'
Tegen de tijd dat we vertrokken had iedereen al een keertje ruzie gehad met iedereen. Met Charrie en Derek ging ik iets eerder weg dan de anderen, omdat ik Gemma zou ophalen. Ik maakte nog net mee, hoe de rest zich als een stel kwetterende mussen in de gang verzamelde, waar de indeling van de auto's bekend werd gemaakt. Bas nam Hannes, Hanneke, Pieter en Ali mee. Lenny, Klaasje en Louis konden bij Chiel in de auto en Maaike en Laura bij Elly en Rem.
In Ina's eendje kwam ik aan in Bloemendaal. Zodra Gemma ons zag, ze stond al klaar op de stoep, begon ze uitbundig te springen en te zwaaien.
'Jjjje-zus, wa-wat heeft ze nnou weer aan . ..' zei Charrie. Gemma had kennelijk van alles bij elkaar geleend. Gekleurde doeken hingen om haar hoofd en hals. Over een lange zwarte rok had ze een iets kortere gebloemde aangetrokken, om haar heupen hing een lichtgrijze gehaakte stola en bij elke beweging rinkelde ze van de kettingen.
'Creatie . . . creatie!' jubelde Derek, hij klapte in zijn handen en trok vervolgens van Gemma's hoofd een doek, die hij met een sierlijke zwaai om zijn hals drapeerde. Scheldend en schreeuwend liet Gemma zich bovenop hem op de achterbank vallen.
'Re-re-rijen!' riep Charrie.
Ik gaf een dot gas en zwenkte blindelings de poort van Bloemendaal uit. 'God sta me bij,' dacht ik. 'Ze denken nog, dat ik er een paar ontvoerd heb.'
'Ha-ha-harder,' riep Charrie, 'want anders komen we te laat in het circus!' Alsof ik achter me al niet genoeg circus had . . . 
Hanneke werd tussen de meegebrachte kussens op een hoekplaatsje gezet. Voor het eerst zag ik haar ronde, rode gezichtje stralen van kinderlijke blijheid. Om alles wat ze te zien zou krijgen, om het zorgeloze samen uit zijn. Over een week zou ze moeder zijn, misschien, over een week zou ze misschien gaan beseffen waarom haar ouders verdriet om haar hadden. Ik had al een paar maal een toenadering voorgesteld, maar Margriet weigerde pertinent. 'Dat moet uit de kinderen zélf komen,' zei ze, 'en de ouders hebben ook veel meer tijd nodig. Als de baby er eenmaal is, dan zul je zien, dan loopt het allemaal veel soepeler.' Geen enkele maal sprak Hanneke over haar ouders. We wisten niet of ze naar hen verlangde, ze gaf ons de indruk aan Hannes genoeg te hebben. Zelfs Lissy had nog nooit een gesprek met Hanneke alleen gehad. Hannes zat er bij en Hannes gaf antwoord. De enkele keer, dat Hanneke antwoord gaf, voegde Hannes daar een extra uitleg aan toe. 'Ze bedoelt. . .,' zei hij, waarna Hanneke heftig begon te knikken.
Zo tussen haar kussentjes gaf ze mij ineens het gevoel, dat ze toch een eigen individuutje was. Niet de Hanneke van Hannes en Hanneke maar de Hanneke die zelf plezier kon hebben, die zelf een kind kon krijgen en die ook uit zichzelf zou kunnen zeggen: 'En nou wil ik mijn ouders zien . . .' En als Hannes dan uit ging leggen: 'Ze bedoelt. . .' dan zou ze rustig haar hoofdje schudden: 'Nee Hannes, ik bedoel gewoon, dat ik mijn ouders wil zien . . .'
In de pauze ging ik met haar mee naar de WC. Het was er druk en we moesten even wachten. 
'Het is zo gek,' zei ik tegen haar, 'maar toen ik zonet naar je keek, vond ik je ineens zo los van Hannes staan, ik geloof, dat er veel met je gebeurd is.' 
Ze keek me lang aan en glimlachte. 'Dat is ook zo,' zei ze, 'ik heb hier zoveel mensen ontmoet. Vroeger kende ik alleen maar Hannes, en het draaide alleen om Hannes en mij . . . Maar sinds ik jullie ken ... ik weet nu, dat het fijn is om met mensen bij elkaar te horen. Derek bijvoorbeeld, en Maaike .. . die horen nu ook bij Hannes en mij ... en Lissy . . . ach, eigenlijk wel jullie allemaal... Ik ben verschrikkelijk blij, dat ik de baby bij jullie kan krijgen.'
Toen tenslotte het paardennummer kwam, was Charrie door het dolle heen. Hij probeerde steeds weer iemand te strikken, aan wie hij zijn relatie met paarden uit kon leggen. Maar hij deed dat zo ingewikkeld ('Mmijn échte va-vader, hè, dus nniet mmijn tweede v-vader, wa-wa-want die is ddus mmmet mmijn moe-moe-moeder getrouwd, mmijn échte va-vader dus, die-die dus in Dui-Duitsland woont en da-daardo-door kkomt die du-dus nnooit, a-a-anders was die wwel geko-ko- men . . .') dat niemand interesse voor hem toonde. 
'Hou nou es je snavel met je echte vader,' riep Gemma, 'ik heb zo langzamerhand mijn buik vol van die zeikerd.' 
Onverwoestbaar probeerde Charrie bij Derek. 
'Ja schat,' zei Derek, 'dat weten we nou wel... je echte vader ja . . . nou, maar die houdt toch mooi meer van paarden dan van jou . . .' 
Aan het eind van het nummer tevens het eind van de avond kon Charrie zijn opwinding niet meer de baas. Wild klappend barstte hij in tranen uit. Chiel sloeg zijn arm om Charrie heen en ging alvast met hem naar buiten. 
Gemma keek ze verbaasd na. 'Nou moe,' zei ze, 'begrijp je daar iets van . . .? Nou, ik blijf nog effe klappen hoor, en je moet bies roepen ... Jongens, allemaal bies roepen ... zó, met je jatten als een toeter om je snufferd heen . . . Bies roepen, toe nou, want dan komen ze weer terug met die gekke apies . ..'
'Edje staat onder de douche,' zei Ina.
'Ja, leuk geintje,' zei ik en liep door naar de stafkamer.
'Nee, echt waar, ga maar kijken. Hij staat al de hele avond onder de douche. Jullie waren net weg en toen kwam die. Nou ja ... en op een gegeven moment, ik was met Thomas bezig, toen stond hij weer onder de douche.'
'En heb je hem laten staan?'
'Ja, wat moet ik dan? Ik ben een paar keer gaan kijken, nou, hij stond er lekker. Als ik hem weg ga slepen, word ik zelf drijfnat. . .'
'En wie is er nu naar toe?'
'Rem, want die kwam het eerste thuis.. . Nou nog Cor en Nico en Arnold en we zijn weer compleet geloof ik .. .' 
Ik werd er helemaal moedeloos van. Raakten we ooit nog iemand kwijt? 
'Maar hoe komt dat dan?' vroeg ik, 'Wat is er dan gebeurd, waarom loopt hij weer hier naar toe?' 
'Hij kan het niet uithouden, zegt hij, op dat internaat, hij is gister al weggelopen. Eerst naar een vriendje gegaan, maar daar kon hij niet blijven, toen naar zijn moeder, maar die is als de dood voor hem en toen vanavond hier naar toe. En om er zeker van te zijn, dat wij hem niet wegsturen, is hij maar meteen onder de douche gaan staan, met z'n kleren aan, en andere kleren heeft hij niet, dus hij zal wel moeten blijven.' 
'Ina,' zei ik, 'over een jaar zitten hier honderd kinderen, weet je dat, en de helft staat onder de douche . . .' 
Edje's kleren lagen te drogen op de verwarming. 
'Morgen moet hij ze weer aan, want dan breng ik hem terug. Als we hem nu hier houden,' zei Rem, 'dan raken we hem niet meer kwijt. Hij is vorige keer overgeplaatst naar de afdeling metselen, dus hij heeft zijn zin gekregen. Ik ga daar nou zelf eens kijken, wat er precies met hem is, aan zijn verhalen kan ik geen touw vastknopen.'
'Wee-weetje wwaar mijn e-ene broek is?' vroeg Charrie. Zwijgend keek ik Ina aan.
'E-e-en mijn nieuwe rruiten hhemd . . .? Zo-zonet llag-ie er nnog.'
'Ga es bij Edje kijken,' zei ik. Charrie ging bij Edje kijken en was binnen de minuut weer terug. 
'Die-die-die is er nniet.' 
'Rem, heb jij aan Edje verteld, datje hem morgen terug gaat brengen?'
'Ja, natuurlijk heb ik dat,' zei Rem. 
Ik begon te lachen. 'Dan is hij er nu vast vandoor.' 
'Mooi zo,' zei Rem, 'dan hoef ik hem ook niet te brengen.' 
Bas kwam binnen. 'Zeg, ik leg op de trap mijn cassetterecorder neer en nou is die weg . . .'
'K-k-klotestreek van Edje, da-dat die-die mmijn bbroek en mmijn he-hemd . . .'
'Van Edje .. .?' zei Bas en zijn mond viel open. 
'JJjja-jjoh . . . k-klotestreek wan hhem . . .'