9 december
'Ik geloof dat ik van mijn leven nog niet zo
vroeg ben opgestaan. Maar ik wou je nog groeten, hè, wantje gaat
toch pleite na die nachtdienst? Verdomme, wat zie je d'r uitgepoept
uit, ik zou maar gauw gaan pitten als ik jou was. Of zal ik nog
effe een bakkie koffie voor je maken? Hé . . . om tien uur brengt
Bas me naar die hondetrimmer toe. Hij mag wel uitkijken, dat ze hem
daar niet houden om een nieuw model poedel op hem te proberen . . .
ha-ha. Zèg ... ik heb een doosje thee uit de keukenkast gejat, bij
wijze van aardigheidje voor m'n nieuwe moeder, want ik kan toch
niet met lege handen komen ... en ja, da's waar, ik heb de shampoo
meegenomen, dat is wel goed, hè, want m'n haren zijn zo vet, datje
d'r zelfs met een sneeuwketting in uit kan glijen. Nou, Yvonne,
meid, moet ik je nog helpen met je fietsje? Ik zie je wel weer,
want ik kom nog wel langs of misschien kom ik je ergens tegen.
Saluut hè . . . tabé hè . . . de mazzel. . . kom hier meid, je
krijgt nog een zoen . . . gedverdemme, straks sta ik nog te grienen
. . . want dat is zo gek hè met mij, ik ken geen afscheid nemen ...
Nou saluut hè . . . tabé ... ik bel nog wel. . .
O ja, ik heb het rooster uit de gang maar
meegenomen, dan weet ik wie er dienst heeft en als ik dan kom, dan
kien ik dat een beetje uit. . .Nou saluut hè . . . hier, krijg je
nog een zoen ... O ja, da's waar, ik heb wat koppies meegenomen,
voor op mijn kamer daar, dan heb ik voor m'n eigen wat, ja, ik heb
ook eigen televisie ... en als ik jarig ben eind
volgende maand, dan moeten jullie es met z'n allen komen, dan
geef ik een feesie want ik ben daar helemaal thuis en eigen
vrienden mag ik ook ontvangen . . . Nou meid, het ga je goed ...
tot ziens hoor, dag . . . dag . . .dag . . -dag . . . tabé . . .
saluut. . . dag . . . dag . . . tot ziens . . . dat is zo gek hè
... ik kèn geen afscheid nemen . . .'