8

‘JE HEBT VERSCHRIKKELIJK VEEL PECH GEHAD,’ ZEI MARLA AUSTIN TEGEN Kerry. Ze waren in de viphut van de Scimitar, ver van de bibliotheek waar Ben en Paxton zaten te praten. ‘San Remo is normaal gesproken een veilige stad. Je hoort zelden dat er vrouwen worden overvallen.’

Kerry lag op een enorm bed terwijl Paxtons assistent druk in de weer was. ‘Ik kan het nog steeds niet geloven hoe hij die mannen aanpakte,’ mompelde ze met half gesloten ogen. ‘Hij was zo…’ Haar stem stierf weg.

Marla glimlachte haar vanaf het voeteneind toe. ‘Hij lijkt me inderdaad heel wat mans,’ zei ze. ‘Maar nu moet je even rusten. Je bent lelijk geschrokken. Ik denk dat je nieuwe vriend en meneer Paxton nog wel even bezig zullen zijn. Ik kom over een uur of zo terug om te kijken hoe het is.’

Bedankt,’ brabbelde Kerry slaperig.

‘En ik denk dat je misschien naar een dokter moet gaan als je weer in de haven bent. Voor de zekerheid. Goed?’

‘Dat zal ik doen.’

‘Tot straks dan. Rust wat uit, oké?’ Marla vouwde een deken open die in een fauteuil lag. Ze legde hem over Kerry heen. ‘En als je het koud krijgt, daar ligt een trui voor je.’

‘Bedankt,’ mompelde Kerry nogmaals. ‘Tot straks.’

Marla liep op haar tenen over het grote oosterse tapijt en glipte de hut uit. Ze deed de deur zacht achter zich dicht en ging verder met haar werk.

In de enorme, weelderig ingerichte hut lag Kerry met gesloten ogen op het bed. Ze luisterde naar het geluid van Marla’s voetstappen die zich in de gang verwijderden.

Zodra ze wist dat ze alleen was, opende ze haar ogen, kwam overeind en gooide de deken van zich af.

Waakzaam en geconcentreerd keek ze het vertrek rond. De slaperige blik was verdwenen. Ze zwaaide haar benen van het bed en stond op. Liep naar de plek waar Marla haar schoenen en haar handtas had achtergelaten. Ze pakte de tas, opende die en haalde er haar astma-inhaler uit.

Ze keek een seconde lang naar het blauwe plastic pompje. Haar blik gleed naar het aluminium buisje aan de bovenkant. Ze pakte het uiteinde ervan tussen vinger en duim, trok eraan en maakte het los van het plastic gedeelte. Dat legde ze op de stoel naast zich en draaide het aluminium gedeelte toen rond in haar vingers.

Het had exact dezelfde afmetingen als het medische product waarvoor het moest doorgaan. Het enige verschil was dat het buisje geen Salbutamol-oplossing bevatte, maar hol was en plaats bood aan een klein elektronisch apparaatje. Ze schudde het eruit. Eromheen zat een miniatuur oortje aan het eind van een dun snoertje. Ze stopte het in haar oor en activeerde het apparaatje.

Ergens kilometers boven de aarde werd het gps-signaal onmiddellijk omgeleid.

Ze wist dat haar medewerkers aan de andere kant al zaten te luisteren, ongeduldig wachtend op haar verslag. Tot dusver liep alles gesmeerd.

‘Ik ben aan boord,’ fl uisterde ze.

‘Begrepen,’ zei een mannenstem.

‘Ik ga een kijkje nemen.’

‘Wees voorzichtig,’ zei de stem. ‘Zorg dat je niet betrapt wordt.’

‘Gebeurt niet,’ zei ze zacht. ‘Sluiten.’

Ze schakelde het apparaatje uit, trok het oortje los en wond het snoertje om twee vingers. Ze stopte alles terug in het holle Salbutamol-buisje en plaatste dat weer in het plastic omhulsel van de astma-inhaler. Ze stopte het pompje in haar zak, liep naar de deur en opende die op een kier. Ze gluurde de gang in, keek heen en weer. Niemand te bekennen. Ze glipte de gang op. Haar hart bonsde.

Ze wist dat ze moest opschieten. Maar ze wist precies waar ze moest zijn.