34

VALENTINE, HARRISON EN WOLFF STAARDEN HEM VANUIT DE KAMER aan. Hun monden hingen open, maar ze zeiden niets. Hun drie afgehakte hoofden stonden netjes naast elkaar op de provisorische salontafel. Het formicablad was bedekt met half geronnen bloed, dat in de doorweekte vloerbedekking droop.

De rest van hun lichamen was door de kamer verspreid. Het was moeilijk te zien welke delen aan wie toebehoorden. Hier een arm, daar een been. Het leek wel een abattoir. Het deed denken aan de foto van Linda Downey. Erger nog.

Ben kokhalsde. ‘Zara…’ zei hij hardop.

Op dat moment hoorde hij zachte voetstappen achter zich en hij draaide zich om. Er stond iemand achter hem in de gang, afgetekend tegen het bleke vierkant van licht dat door het figuurglas van het raam in de voordeur viel.

De gedaante kwam dichterbij.

‘Hallo, Benedict,’ zei Harry Paxton. Maar de korte, zwarte vorm van de 9-mm Sig Pro in zijn hand maakte hem minder verwelkomend. Het wapen was op Bens borst gericht.

‘Wat heb je met Zara gedaan?’ vroeg Ben.

‘Je bedoelt mijn lieve, trouwe echtgenote?’ antwoordde Paxton.

‘Als je haar een háár hebt gekrenkt…’

‘Wat dan? Dood je me dan? Dat denk ik niet.’

‘Geloof me maar,’ zei Ben.

Paxton grijnsde. ‘Ze leeft. Nog wel tenminste.’

‘Ik wil haar zien,’ zei Ben.

‘Ze is niet ver weg,’ zei Paxton. Hij knipte met zijn vingers. Ben hoorde een deur achter zich opengaan en draaide zich om. Aan de andere kant van de kamer, achter de ijzingwekkende rij hoofden, verscheen een man in de deuropening waar Zara daags tevoren doorheen was gekomen.

Ze was bij hem. Hij drukte een fileermes tegen haar keel en haar mond was dichtgeplakt met een reep zilverkleurig tape. Haar ogen waren groot van angst.

Ben staarde de man die haar vasthield aan. Hij had hem eerder gezien.

‘Dit is Berg,’ zei Paxton. ‘Een van mijn compagnons.’

Het was Thierry, de stuurman van de sloep die Ben en Kim Valentine van San Remo naar het jacht had gebracht. Ben sloeg hem gade en het enige wat hij op zijn gezicht zag was de onbewogen, ijzige leegte van achteloze wreedheid.

‘Zie je wel,’ zei Paxton tegen Zara. ‘Ik zei toch dat hij zou komen. Hij houdt tenslotte van je.’ Hij wendde zich weer tot Ben. ‘Je denkt toch niet dat ik niet vanaf het begin wist over agent Valentine en haar vrienden? En over de kleine Miss Loyalty hier, die ervoor zorgde dat ze me konden bespioneren? O ja. Ik wist er alles was. Ik hoefde mijn onverschrokken vrouw alleen maar van een gps-zendertje te voorzien toen ze wegging met het smoesje dat ze naar een zieke vriendin ging. Ze bracht me regelrecht naar hen toe.’

‘Je bent er geweest,’ zei Ben. ‘Geen enkele twijfel. Je hebt net je eigen graf gegraven en je staat er met één been in.’

‘Neem niet te veel hooi op je vork, majoor. Vergeet niet met wie je te maken hebt. Er staat niet één kunstje in je boek dat ik er niet voor je in heb geschreven. En vergeet niet dat het dankzij mij is dat je nog leeft .’

‘14 mei 1997,’ zei Ben. ‘Wie denk je dat je voor je hebt?’

‘Een leven sparen staat gelijk aan een leven redden, Benedict. Weet je nog dat je in het ziekenhuis bijkwam? Dat ik aan je bed zat? Ik zat klaar om je in je kussen te smoren als je je iets zou herinneren van wat er gebeurd was. Dus wat er die dag ook is gebeurd, je hebt je leven aan mij te danken.’

Ben kon nauwelijks woorden vinden. ‘Waarom heb je het gedaan, Harry? Hoe kón je? Het waren jouw mensen.’

Paxton haalde zijn schouders op. ‘Smith verdacht me. Ik deed wat ik moest doen, voordat hij het doorvertelde. Ik moest mijn bedrijf beschermen. Jij zou hetzelfde hebben gedaan. Dat noemen ze overleven.’

‘Je bedrijf. Je bedoelt je handel in de dood.’

‘Ik doe wat mijn klanten van me vragen, dat is alles. Wat ze met mijn producten doen is wat de mens al vanaf het begin van de geschiedenis doet. Zo gaat het nu eenmaal, en zo is het altijd gegaan. “Alleen de doden hebben het eind van de oorlog meegemaakt.”’

‘Plato,’ zei Ben. ‘Probeer wat je doet niet mooier te maken door klassieke filosofen te citeren. Je bent niet meer dan een goedkope wapensmokkelaar.’

‘Doe niet zo naïef. Als het niet mijn wapens zijn die worden gebruikt om mensen te doden, zijn het die van anderen wel.’

‘Er is een gezegde, Harry. “Je bent wat je doet.”’

‘Ik ben een noodzakelijk kwaad.’

‘Maar hoe dan ook een kwaad.’

‘Jij bent wel de laatste van wie ik een les in moraliteit verwacht,’ zei Paxton. ‘Kleeft er geen bloed aan jouw handen? Denk je dat jij iets anders deed? En je was er een van de besten in. Maar ik denk dat je dat weet.’

‘Ik ben weggegaan, Harry. Ik voer niet langer smerige oorlogen voor corrupte mannen. Ik ben eruit gestapt, maar jij stapte er nog dieper in. Dat is het verschil tussen jou en mij.’

‘We zijn niet zo verschillend als je graag denkt,’ zei Paxton. ‘Daarom is niemand beter geschikt om iets voor me te doen.’

‘Ik heb het gedaan. Het is voorbij.’

‘Het is niet voorbij. Ik heb nog een klus voor je en ditmaal zul je precies doen wat ik wil.’

Ben antwoordde niet.

Paxton glimlachte. ‘Inderdaad. Je gaat terug naar Egypte. Je gaat Morgans schat voor me vinden.’ Hij lachte om de blik op Bens gezicht. ‘Ja, uiteraard wist ik waar hij mee bezig was. Je denkt toch niet dat ik je helemaal naar Caïro stuurde om de dood van mijn zoon te wreken? Ik zou het misschien gedaan hebben als hij mijn eigen vlees en bloed was geweest. Maar ik ben bang dat hij slechts een van Helens kleine “ongelukjes” was. Ik hou niet van mensen die me verraden.’

Het duurde even voordat de betekenis van zijn woorden tot Ben doordrong. ‘Je hebt haar vermoord,’ zei hij zacht. ‘Je hebt je eigen vrouw vermoord.’

Paxton glimlachte vaag en knikte. ‘Nog in dezelfde week waarin ik ontdekte dat ze me al die jaren had bedrogen. Ik zorgde dat het eruitzag als een hartinfarct. Enorme overdosis adrenaline. Ze ging uit als een nachtkaars.’ Hij grinnikte. ‘En ik wilde ook haar bastaardzoon vermoorden. Ik had moeten weten dat hij niet mijn kind was. Ik kon zijn aanwezigheid niet meer verdragen. Ik wachtte mijn kans af, wachtte op het juiste moment om me van hem te ontdoen. Hij hoefde alleen maar één glas te veel aan boord van het jacht te drinken en in zee te vallen. Een tragisch ongeval. Maar toen vertelde hij me over de dingen waarop hij was gestuit, dingen die een heleboel geld konden opleveren. Dat was het enige wat hem in leven hield. Denk je dat het me verdriet deed toen hij vermoord werd? Ik wilde gewoon de schat niet kwijtraken.’

‘Dus besloot je me in de val te lokken,’ zei Ben. ‘Als ik die twee junkies voor je had gedood, zou je geprobeerd hebben me ermee te chanteren, me achter het geld aan te sturen.’

‘Ik geef toe dat het geen waterdicht plan was,’ antwoordde Paxton. ‘Toen je het verpestte door het op jouw manier te doen, realiseerde ik me al heel snel dat ik een andere manier moest vinden om je over te halen. Ik ben niet blind. Ik zag wat zich tussen jou en mijn vrouw ontwikkelde. Dus dankzij jouw amoureuze opwellingen heb je me de perfecte oplossing gegeven.’

Ben keek naar Zara, probeerde geruststelling in zijn blik te leggen. Ze beantwoordde zijn blik, maar hij betwijfelde of ze hem zelfs maar zag. Ze was verlamd van schrik en afgrijzen. Ze hadden haar vast gedwongen toe te kijken hoe de drie agenten werden afgeslacht. Ze moest gedacht hebben dat zij de volgende was.

‘Dus nu is het aan jou, majoor. Je hebt een missie. Als je slaagt, mag je haar hebben. Als je faalt, sterft ze op een gruwelijke manier. Jij bent aan zet.’

‘Je begaat een enorme vergissing, Harry. Je kunt nog terug. Verdwijn en laat haar gaan, en ik zal niet achter je aan komen.’

‘Het zou een vergissing zijn mij te onderschatten,’ zei Paxton. ‘Eén kunstje van jou en Berg heeft toestemming om met haar te doen wat hij wil. Probéér zelfs niet haar te vinden. Het zal je niet lukken. Ze kan aan boord van wel tien schepen overal ter wereld zijn. Als je binnen een afstand van een kilometer van een van mijn schepen komt, weet ik het.’

Ben zweeg.

Paxton stak zijn hand in zijn jaszak en haalde er iets kleins uit. Hij gooide het op en Ben ving het. Hij legde het in zijn handpalm en bekeek het. Het was vier centimeter lang en de merknaam stond met witte letters op het lichtblauwe plastic: een usb-stick.

‘Morgans research,’ zei Paxton. ‘Het bestand dat je me toestuurde. Nog steeds gecodeerd natuurlijk, maar dat is nu jouw probleem.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Nou, majoor, ik stel voor dat je begint. Je hebt zeven dagen, met ingang van nu, om Morgans schat te vinden.’

Het leek absurd. ‘Zeven dagen?’

‘Je hebt me gehoord,’ antwoordde Paxton. ‘Een week. Ik ben geen geduldig man, Benedict. Ik heb hier al lang genoeg op gewacht. Noem het een uitdaging. Je hebt wel vaker voor uitdagingen gestaan.’

Ben boog zijn hoofd. ‘Je hebt me in je macht. Ik zal alles doen wat je wilt.’ Terwijl hij het zei, dacht hij aan de browning in zijn weekendtas, slechts enkele meters van de voordeur in zijn Mini. Het was een delicate kwestie van timing en geluk, maar als hij hem te pakken kon krijgen, kon hij hier snel een eind aan maken. Eerst Berg doden, daarna Paxton en dan Zara ver hier vandaan brengen.

Paxton hield hem scherp in het oog. ‘Ik ken je van haver tot gort, Benedict. Je zou mijn zoon kunnen zijn. Ik weet hoe je denkt. Alles wat door je hoofd gaat. Je bedenkt al plannen om hier weg te komen. Je denkt toch niet dat ik je naar buiten laat gaan en zelf binnen blijf?’ Hij schudde zijn hoofd en grinnikte. ‘Je denkt toch niet dat ik gek ben?’ Met de Sig nog steeds in zijn rechterhand stak hij zijn linkerhand onder zijn jack en haalde een merkwaardig uitziend pistool met een lange loop tevoorschijn.

Ben wist wat het was. Een luchtdrukpistool met verdovingspijltjes. De moed zonk hem in de schoenen. Geen ontkomen aan.

‘Tegen de tijd dat je wakker wordt zijn wij drieën ver weg,’ zei Paxton. ‘Op het bureau vind je alles wat je nodig hebt. Ik wens je een prettige terugreis naar Egypte en heel veel succes.’ Hij glimlachte. ‘Ik hou contact voor voortgangsrapporten. Bon voyage, Benedict.’

Op zijn gemak richtte hij het verdovingspistool. Ben spande afwachtend zijn spieren. Hij wierp Zara een laatste blik toe, toen kuchte het pistool in Paxtons hand en hij voelde een steek van pijn toen het pijltje in zijn hals drong.

De duisternis kwam snel. Zijn laatste sensatie was een vreemd gevoel van gewichtloosheid en zijn gezicht drong in de van bloed doordrenkte vloerbedekking.