LAATSTE BRIEF VAN DE OGENVERZAMELAAR

Image

BEZORGD PER E-MAIL VIA EEN ANONIEM ACCOUNT

Aan: thea@bergdorf-privé.com

Betreft: laatste woorden

Geachte mevrouw Bergdorf,

Ik denk dat dit voorlopig de laatste e-mail zal zijn die u van mij ontvangt. Ik hoop dat u hebt gemerkt dat mijn aanhef tegenover u van meer respect getuigt dan in mijn eerdere mails, hoewel ik niet zeker weet of u in uw toekomstige berichten mij hetzelfde respect zult betonen.

Vermoedelijk houdt u mij ondanks de bevrijding van de tweeling nog steeds voor het monster dat zijn bijnaam verdient. U moet echter niet denken dat de beelden die ik door mijn verrekijker heb gezien mij geheel onberoerd hebben gelaten. Toen ik Zorbachs instorting vanuit mijn positie op de heuvel gadesloeg, voelde ik een diep innerlijk verdriet.

Alexander Zorbach, die ik zo liefhad en vertrouwde, in deze toestand te zien – gebroken, jaren ouder geworden, alsof op het moment dat hij zijn dode vrouw in zijn armen hield al het leven uit hem was geweken – dat heeft mijn hart gebroken.

Hij was een mentor voor me, de vader die ik nooit had. Iemand die ik probeerde te evenaren, die mijn voorbeeld was. Niet alleen op het werk, waar ik zijn ijver en zijn humor imiteerde. Zelfs uiterlijk wilde ik op hem lijken, toen ik stiekem de kleren kocht die ook hij het liefst droeg. Kleding waarin ik na het verlaten van Alina’s praktijk door de camera van de galerie was gefilmd.

Wat had ik niet allemaal gedaan om dicht bij hem te zijn, en nu had hij alles kapotgemaakt. Waarom had hij er zo lang zijn ogen voor gesloten? Wilde hij het dan niet zien? Mijn talloze aanwijzingen die hem het gevaar van het spel duidelijk maakten en hem moesten waarschuwen zich er niet zomaar in te storten! Toegegeven, ik wilde spelen. Maar niet met hem. Hij had in deze ronde niets te zoeken.

U kunt me zeker het een en ander verwijten. Alleen niet dat ik een oneerlijke spelleider was. Ik heb het u al eens geschreven en nu hebt u het bewijs: ik houd me aan de regels die ik bepaald heb, en als ik ze toch een keer verander, dan altijd ten gunste van mijn vele tegenstanders.

Wat Zorbach betreft: ik heb hem al lang voor het begin van de eerste ronde de keus gelaten of hij zich al dan niet op het speelveld wilde begeven.

De stemmen op de politieradio, veroorzaakt door een stoorzendertje dat ik met behulp van een paar apparaatjes heb gebouwd die in iedere betere elektronicazaak verkrijgbaar zijn. Dan de portefeuille die ik op de redactie van hem heb gestolen en op de plaats van het misdrijf heb gelegd. Daarmee had ik hem naar een tweesprong gebracht. Nu was het aan hem de tekens te duiden. Waren ze een aansporing om de ogenverzamelaar ten val te brengen om zichzelf van de verdenking schoon te wassen? Of een waarschuwing zich te bekommeren om wat het in het leven werkelijk telt: het gezin?

Zorbach heeft een besluit genomen. Hij heeft zijn werk boven het welzijn van zijn kind gesteld en is op mij gaan jagen. Net als alle andere vaders van wie ik de kinderen tot nu toe verstopt hebt. Vaders die hun leven lang de keus hadden: wilden ze liever geld verdienen en de beest uithangen of zich meer om hun eigen vlees en bloed bekommeren?

Vaders die net zo egoïstisch en meedogenloos waren als de mijne, die liever met zijn zuipvrienden van de ene kroeg naar de andere trok dan ons uit de vrieskist te bevrijden. Dat egoïsme kostte mijn kleine broertje het leven en mij het verstand. Zo zou een psychiater het tenminste analyseren. Natuurlijk, dat geef ik graag toe, is het opvallend dat ik steeds de randvoorwaarden schep die voor mijn broertje en mij toen golden. Met een moeder die voor ons gestorven was en die ik daarom vanaf het begin van het speelveld moest verbannen. Een vader die zijn kind verwaarloost. Een verstopplaats waarvan de lucht voor vijfenveertig uur en zeven minuten toereikend is en een lijk dat net als dat van mijn broer het linkeroog mist.

Ik heb er lang over gepiekerd hoe ik me zeker aan het precieze ultimatum kan houden, want het ging tegen de regels van het spel in als een deelnemer al voor het einde van het spel zou stikken. Even unfair zou het zijn als het ene kind meer tijd dan de andere ter beschikking zou staan. Mijn broertje had ook maar vijfenveertig uur en zeven minuten en er was geen joker die hij had kunnen inzetten om nog een voorraadje lucht te kopen. Liefst had ik ook een vrieskist gebruikt, maar helaas is het zo goed als onmogelijk vooraf te berekenen hoelang je in zo’n luchtdichte verstopplaats overleeft. Iemand die in paniek hyperventileert, verbruikt de resterende hoeveelheid sneller dan iemand die slaapt, en ik ben zelf het levende bewijs dat de een het langer met een bepaalde hoeveelheid zuurstof kan stellen dan de ander. Daarom zag ik als de enige mogelijkheid om ongeveer identieke randvoorwaarden te scheppen en de lucht op een door mij gekozen tijdstip geheel uit de schuilplaats te laten ontsnappen. Mijn pogingen om in de bungalow van de verpleegster de kelder met behulp van een pomp leeg te zuigen waren niet erg overtuigend en ik betwijfel dan ook of Zorbach en Alina hier beneden zouden zijn gestikt: het was me niet zo goed gelukt de kelderruimten werkelijk luchtdicht af te sluiten. Daarom besloot ik het anders te doen: ik zette de verstopplek onder water.

U speelt een verschrikkelijk, een ziek spel, zult u me toeroepen. Een fair spel, zal ik u antwoorden. Zelfs de slachtoffers hebben een reële kans, zoals u aan de kleine Tobias ziet.

Hij had al die uren niet zo veel moeite hoeven doen. Zelfs als hij in de koffer was gebleven en zich niet uit de kist had bevrijd, was hij niet voor het eind van het ultimatum gestorven. Hij zou zijn ingeslapen. Maar ik heb hem het gereedschap niet meegegeven om een pervers plezier aan zijn zinloze pogingen te ontlenen. Noch de munt, noch de schroevendraaier was een grafgift. Het waren echte hulpmiddelen waarmee ik hem een kans gaf zichzelf te bevrijden, een kans die mijn broertje en ik nooit hebben gehad. Helaas liet Toby zich van zijn stuk brengen toen de lift opeens een paar meter omlaag zakte, alleen omdat hij aan het touw had getrokken. Als hij zijn hoofd erbij had gehouden en zich aan het touw naar boven had getrokken, had hij eventueel het luik kunnen openen waar Zorbach later door naar binnen kwam.

Maar Toby liet de kans voorbijgaan, en even later zakte de lift definitief de overstroomde kelder in. Exact na vijfenveertig uur en zeven minuten. Ook hier kunt u zien hoe royaal ik ben, omdat ik de tijd die een gezond iemand onder water kan doorbrengen niet in mijn berekening betrok.

En als u zich nu afvraagt: ‘En hoe zit het dan met Lea? Waarom was ze niet in de lift?’ bewijst dit alleen maar dat u er niets van hebt begrepen. Het gaat me er toch niet om een gezin te doden? Ík heb destijds de liefdestest overleefd, en dus mag er ook bij deze spelronde een overlevende zijn. De zuurstof in Lea’s vrieskist was nog lang voldoende geweest. Ze zou zo eerder in haar schuilplaats zijn uitgedroogd.

U kunt het wenden en keren zoals u wilt: het spel is rechtvaardig, en nog nooit werd het zo eerlijk gespeeld als in Zorbachs geval.

Ik heb hem gewaarschuwd, ook al was iedere waarschuwing ook een proef. Maar geldt dat niet voor iedere zonde in het leven? Op een pakje sigaretten staat een waarschuwing, en tegelijk weten we hoe bedwelmend de inhoud is. Iedere waarschuwing is tegelijk een verleiding. Zoals Alina, mijn blinde zieneres, die ik naar Zorbach op zijn woonboot stuurde. Het adres had zijn moeder me verklapt. Natuurlijk niet persoonlijk, want ze is nauwelijks meer tot spreken in staat. Maar in het dagboek in haar nachtkastje, waaruit Zorbach haar altijd voorlas als hij tijd had om haar op te zoeken, stond gedetailleerd de dag beschreven waarop ze door toeval het geheime pad door het bos vond. Ik had het boek geleend toen ik mijn grootmoeder in het sanatorium bezocht.

Het is zeker geen toeval dat mijn oma uit het bejaardentehuis waar ze zo was gekweld uitgerekend naar het sanatorium werd overgeplaatst waar tegenwoordig ook Zorbachs moeder ligt. Ik had er zelf na mijn artikel voor gezorgd dat ze in een tehuis kwam waar beter op de patiënten wordt gelet. Hier, in het Park-sanatorium – wist ik dankzij mijn naspeuringen – was Katharina Vanghal, de verpleegster die mijn oma zo had verwaarloosd, al eens ontmaskerd en op staande voet ontslagen. Maanden voordat ze door een onverschillige personeelschef van een of ander tehuis weer werd aangesteld, om nu mijn oma in haar eigen bed te laten wegkwijnen, tot ze tot op het bot was doorgelegen. Decubitus. Een ziekte die ik Vanghal met gelijke munt heb terugbetaald toen ik haar huis binnendrong, haar sedeerde en in plasticfolie wikkelde. Op dat moment was het niets anders dan een weldadige, reinigende wraak. Ik wist nog niet dat ook haar levend wegrotten op een keer binnen mijn grote spel betekenis zou krijgen.

Toen Zorbach en Alina de bekeuring wilden laten controleren, stuurde ik hen naar Vanghals bungalow. De verleiding was te groot. Tegelijk waarschuwde ik Zorbach er uitdrukkelijk voor die te betreden. Ik gaf hem zelfs tekens via de elektronische tekstband bij de huisdeur, die ik met een simpel sms’je kan veranderen.

Ook hier had hij de keus: doorgaan of capituleren?

En weer koos hij tegen zijn gezin en voor het spel. Hoewel zijn kind ziek was. Hoewel Julian jarig was, stapte hij het donker in. Weer gedroeg hij zich niet anders dan al die andere vaders die hun kinderen maandenlang verlaten, hun verjaardagen vergeten en de kleintjes ’s nachts alleen in hun bedjes achterlaten met de prangende vraag: ‘Houdt papa nog wel van me?’

Ziet u hoe fair ik ben? Ik heb mijn jagers precies in de kaart gespeeld toen ik in een e-mail die ik op Zorbachs computer aan hemzelf stuurde mijn ware motief bekendmaakte. Ik heb zelfs een belastende foto op het nachtkastje van Zorbachs moeder gezet, een fotobewerking waar mijn broertje op stond, met een doorslaggevende aanwijzing op de achterkant! En ten slotte heb ik Scholles overtreding door de vingers gezien en Zorbach weer terug in het veld gebracht.

Waarom, vraagt u zich af? Het antwoord is heel simpel: ik, de ogenverzamelaar, wil niet winnen. Ik geloof in de liefde: in de liefde van vaders voor hun kinderen. Ik stel ze op de proef, en zo geef ik ze de mogelijkheid het mij en de wereld te bewijzen. Pas als ik verlies ben ik gelukkig! Om die reden help ik mijn tegenstanders en bracht ik Zorbach zelfs hoogstpersoonlijk naar de alles bepalende finale aan de Grünauer Straße.

En weer lag het alleen aan hem welke richting hij op zou gaan: naar voren, het verderf in, of naar huis, naar zijn zoon die op een verjaarscadeau van hem hoopte.

Hohlfort had maar op één punt gelijk: ik ben geen verzamelaar. Ik ben een tester. Ik test de liefde van vaders voor hun kinderen. Telkens weer, in de hoop eindelijk een ander resultaat te krijgen dan wat ik zelf heb meegemaakt.

Toeval of lot?

Die vraag houdt me steeds bezig en zal me na de jongste gebeurtenissen waarschijnlijk nooit meer loslaten.

Was het toeval of het lot dat Alina me op het politiebureau in de armen liep, waar ze een verklaring over de ogenverzamelaar wilde afleggen? Slechts enkele uren nadat ik haar in haar praktijk had opgezocht om bevrijd te worden van de pijn die ik door een verkeerde beweging bij het overbrengen van de kinderen Traunstein had opgelopen?

Wat zou een blinde over de ogenverzamelaar weten, een man die zelfs een ziende nog nooit had gezien?

Ik moest erachter komen voor ze met iemand op het bureau sprak, dus ik deed me als agent voor, bracht haar naar een lege wachtkamer, verdraaide mijn stem en deed alsof ik haar verklaring opnam. Af en toe ging de deur open, maar voor een buitenstaander moest mijn ‘verhoor’ op een heel normaal gesprek hebben geleken.

Daarna stuurde ik haar naar Zorbach, weer om hem op de proef te stellen. Uit het dagboek van zijn moeder wist ik waar hij zich terugtrok als hij alleen wilde zijn en een plaats nodig had om na te denken. Het was me duidelijk dat hij daarheen zou gaan zodra ik hem met het bericht had opgeschrikt dat de politie hem zou zoeken. Hij had Alina kunnen wegsturen en alleen op zijn schuilplek kunnen blijven. Beter nog, hij had naar Julian kunnen gaan om zijn elfde verjaardag te vieren.

Maar ik moet toegeven dat ik me in Zorbachs verwarring kan inleven en die zelfs deel sinds Alina het afwijkende ultimatum prijsgaf.

Hoe meer ik erover nadenk, hoe zekerder ik ervan ben dat er voor al die gebeurtenissen een logische verklaring is. Moet zijn. Wat denkt u hiervan:

Die dag in Alina’s fysiotherapiepraktijk was ik moe. Terwijl ik op het begin van de massage wachtte, vielen mijn ogen dicht. Misschien sliep ik al, in slaap gewiegd door de zachte klanken van de ontspanningsmuziek. Heb ik in mijn droom gepraat? Een getal gemompeld?

Vijfenveertig uur en zeven minuten.

Misschien had Alina kort daarvoor iets over de ogenverzamelaar gelezen of op tv gehoord en was ze daarover in gedachten verzonken, terwijl ze met haar blote voet tegen de vaas stootte. De pijn had zich over alle andere gevoelens gelegd en liet haar vergeten wat haar onderbewustzijn oppikte.

Vijfenveertig uur en zeven minuten...

Het afwijkende ultimatum.

Maar hoe kon ze er zo zeker van zijn dat ik het beest was waar de hele wereld naar zocht?

Lot of toeval?

Ik geef eerlijk toe: ik weet het niet. Ik weet nog niet eens of ik nu, op dit ogenblik, nog de baas over mijn eigen handelingen ben. Heeft Alina de voorbestemde loop der dingen gezien of heeft ze me alleen maar op een idee gebracht?

Vaststaat dat ik oorspronkelijk voor Julian een heel ander plan in gedachten had. Maar toen kwam die blinde erbij die het steeds had over verstoppertje spelen, terwijl het kind was verdwenen. Dat verhaal had voor mij iets geniaals. Wat een parallel! Wat een symboliek! Ik ontvoer een kind terwijl we verstoppertje spelen om het spel op een nieuw, existentieel niveau voort te zetten. Een spel in een spel!

Natuurlijk had ik tot het einde mijn bedenkingen of ik echt Julian als volgende slachtoffer moest kiezen. Maar toen bedacht ik dat het een teken was dat Zorbach zich nogmaals aan zijn zoon wilde onttrekken door uitgerekend mij met het horloge naar zijn huis te sturen. Toen ik voor Nicci’s huis stond, kwam Julian me al tegemoet gerend. Hij kende me, Zorbach had me al eens meegenomen voor het eten, en daarom was het niet zo moeilijk om Julian zo ver te krijgen dat hij zijn moeder voor een spelletje verstoppertje moest overhalen. Maar dat was al niet meer nodig, want – ik geef toe dat ik me daar zelf wat ongemakkelijk bij voel – dat speelden ze al. Ik gaf hem nog de tip zich in de schuur te verstoppen, waar ik hem ten slotte verdoofde. Maar op een of andere manier raak ik de gedachte niet kwijt dat hij die verstopplaats ook zonder mijn inmenging wel had gekozen. Net als Nicci helemaal vanzelf precies de woorden sprak die Alina haar uren eerder al had ingefluisterd:

‘Sorry, maar ik ben een beetje in de war. Ik ben net verstoppertje aan het spelen met onze zoon. En weet je wat zo gek is? Ik kan hem nergens meer vinden.’

Was dat allemaal echt een vooraf bepaald lot, zoals Alina het had gezien?

Of toeval, want wat had een moeder in een dergelijke situatie anders moeten zeggen?

Ik weet niet wat ik ervan moet denken, en de ene optie lijkt me nog onwaarschijnlijker dan de andere. Vaststaat alleen dat Alina me met haar laatste visioen op een goed idee heeft gebracht. Nadat de beproefde lift per direct helaas niet meer in aanmerking kwam, verkeerde ik eerst een beetje in twijfel waar ik Julian nu heen moest brengen. Maar nu, nu mijn identiteit bekend mag zijn, lijkt een verplaatsbare schuilplaats me veel zinvoller. Een boot die dit keer niet zo snel wordt gevonden.

Ik weet wat u denkt. Maar herinnert u zich de sticker nog op het dashboard van mijn oma’s auto? Het is gemakkelijk de toekomst te voorspellen als je haar vormgeeft. En zo is het, of niet soms?

Alina kon in het verleden kijken, en ik weet niet zeker of ze echt in de toekomst kijkt. Maar hoe dan ook heeft ze het draaiboek van mijn toekomstige daad mee vormgegeven, en ik moet bekennen dat het me een grote kick geeft nu ik me voor het grootste deel eraan kan houden.

Toeval of lot?

Ik weet het niet. Maar speel ik mijn spel niet ook om die reden? Om erachter te komen of het de vaders lukt het door mij vooraf bepaalde te veranderen?

Zal het Zorbach nogmaals lukken? Gaat hij zijn zoon zoeken en bevrijden nu hij over mijn volgende stappen al is geïnformeerd? En zal ik erin slagen van Alina’s voorspelling af te wijken en mijn lot zelf te beïnvloeden?

Ik weet het niet zeker, maar ik zal erachter komen.

De tijd loopt.

Het spel gaat verder.

Veel plezier daarbij wenst u

Frank Lahmann

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml