67

Image

‘IK HAD METEEN AL EEN SLECHT GEVOEL. DE MAN NOEMDE ZICHzelf Tim en had zich anoniem via het contactformulier op mijn homepage aangemeld.’

Tim? Ik voelde mijn maag verkrampen.

‘Dat kan niet,’ fluisterde ik onwillekeurig. Meteen was een misverstand geboren.

‘Bent u verbaasd dat blinden internet gebruiken?’ Ze glimlachte toegeeflijk. ‘Er bestaan programma’s die ons de bladzijden voorlezen, als ze tenminste juist zijn geprogrammeerd. Bovendien heeft mijn computer een brailleregel, die de tekst onder mijn vingers in blindenschrift omzet.’

Alina tastte terwijl ze sprak het tafeltje af. Eerst dacht ik dat ze nog een slok koffie wilde nemen, maar daarna begreep ik dat ze haar aansteker zocht. Ik gaf hem haar aan en was verbaasd hoe koud haar vingertoppen waren toen we elkaar aanraakten. Ik had zelf het gevoel dat ik gloeide.

‘Terug naar uw patiënt,’ verzocht ik haar.

‘Toen hij kwam zei hij bijna niets,’ zei Alina en ze haalde een nieuw pakje sigaretten uit haar rugzak, die nu weer bij haar voeten stond. Haar hond leek net zo geïnteresseerd toe te kijken hoe ze met handige bewegingen het bandje eraf haalde, een sigaret uit het pakje schudde en hem opstak.

‘Hij sprak alleen krassend, zei dat zijn stembanden ontstoken waren en dat hij niet mocht praten. Maar een groter probleem was zijn rug. Hij had zich vertild.’

Onvermijdelijk drong het schimmige beeld van de man zich aan me op die een onbeweeglijk lichaam naar een verstopplaats draagt.

Een rookwolk dreef naar me toe. Hij herinnerde me aan de nutteloze ontwenningspleister op mijn arm, die ik nu maar al te graag tegen een echte sigaret zou omruilen.

‘Ik ging naar de badkamer om mijn handen te wassen en toen ik terugkwam, stootte ik met mijn voet tegen een zware bloemenvaas.’

Alina trok heftig aan haar sigaret. Iets irriteerde me aan haar mimiek, maar op dit moment kon ik nog niet zeggen wat het was.

‘Ik kromp ineen van de pijn,’ vervolgde ze, ‘en was tegelijk geirriteerd. Want mijn oriëntatievermogen heeft me in mijn eigen praktijk nog nooit in de steek gelaten. Ik vind daar zogezegd blind de weg.’ Ze glimlachte. ‘Ik vraag me nog steeds af of het een test was.’

‘Wat voor test?’

‘Misschien wilde de man erachter komen of ik echt blind ben.’

Dan zou de dader compleet paranoïde zijn, dacht ik. Er was immers tot nu toe nog niet eens een compositiefoto van hem en geen enkele getuige. Waarom zou de ogenverzamelaar uitgerekend bij een blinde op zeker willen spelen als het nog niet eens een ziende zou lukken hem te identificeren?

Alsof ze mijn gedachten had gehoord, kwam Alina met nog een verklaring. ‘Maar het komt heel vaak voor dat mensen die me nog niet zo goed kennen slordig zijn. Ik heb al drie keer een nieuwe werkster moeten aannemen, omdat ze zich niet strikt aan mijn aanwijzingen hield om in hemelsnaam niets te verplaatsen.’

Ze draaide haar hoofd naar me toe en even leek het alsof ze oogcontact zocht. ‘Ik wilde niets laten merken en onderdrukte de pijn,’ vervolgde ze. ‘Vermoedelijk had ik op dat moment al in de gaten dat er iets niet in orde was met die vent en wilde ik het zo snel mogelijk achter de rug hebben.’

Ze zuchtte en haar oogleden begonnen weer onrustig te fladderen. ‘In het begin van de shiatsubehandeling kniel ik achter de patiënt, die in kleermakerszit voor me op een futon zit. Vanuit die positie stimuleer ik een meridiaan met mijn elleboog vanaf de nek omlaag tot de schouders.’

Ik gromde bevestigend. Dat kon ik me uit mijn eigen pijnlijke ervaring nog herinneren.

‘Doel van deze massage is het oplossen van blokkades en de levensenergie weer vrij te laten stromen. Tot op de dag van vandaag zijn er veel mensen die lachen om dit principe, maar vroeger geloofde ook niemand in acupunctuur en tegenwoordig vergoedt het ziekenfonds dat zelfs.’

Die betalen ook een wortelkanaalbehandeling en toch laat ik dat niet vrijwillig doen.

‘Hoe dan ook, normaal gesproken moet de patiënt daarbij op zijn rug gaan liggen en dan begint de eigenlijke massage.’

‘Maar zover kwam het niet?’

‘Nee. Want opeens voelde ik iets wat ik steeds weer met onregelmatige tussenpozen in mijn leven heb ervaren, afgezien van het feit dat het deze keer heel veel erger was.’

‘Wat gebeurde er toen?’

‘Ik denk dat iemand hetzelfde zou voelen als hij na jarenlange gevangenschap in het duister weer in het licht komt. Ik drukte op zijn schouder en plotseling kreeg ik stroboscoopachtige flitsen in mijn ogen. Ze wekten een wisselwerking op tussen donkere flarden en heldere lichtvlekken. In het begin was het zo schel dat ik eerst meer hoorde dan ik zag.’

‘Wat hoorde je?’

‘Een vrouwenstem.’

‘Die van je moeder?’

‘Nee, dat geloof ik niet. Zo precies heb ik er niet op gelet. Ik was te zeer geschrokken van de gevoelens die plotseling over me heen kwamen.’

‘Wat zei die vrouw?’

Alina legde haar sigaret in de asbak en pakte in plaats daarvan de koffiebeker. ‘Het was heel raar. Ik geloof dat ze met haar man telefoneerde, ik hoorde een elektronische piep, zoals wanneer ik mijn telefoon op de luidspreker zet. Toen lachte de vrouw en zei: “Sorry, maar ik ben een beetje in de war. Ik ben net verstoppertje aan het spelen met onze zoon. En weet je wat zo gek is? Ik kan hem nergens meer vinden.”’

‘Ze lachte?’ vroeg ik geërgerd.

‘Ja, maar niet vrolijk. Eerder nerveus en gekunsteld. Zoals iemand lacht wanneer die eigenlijk zou willen huilen.’

‘Hoe reageerde haar man?’

‘Die was helemaal in paniek en zei alleen: “O god. Hoe kon ik zo blind zijn? Het is allemaal te laat.”’

‘Het is allemaal te laat?’

Ze knikte. ‘En toen begon hij te schreeuwen. Zijn stem trilde wanhopig toen hij zei: “Ga in geen geval naar de kelder. Hoor je me? Ga niet naar de kelder.”’

Ze dronk een slok koffie. ‘Dat was het moment waarop de lichtflitsen minder werden en ik de eerste vage omtrekken van mijn omgeving kon zien. Je moet je het beeld dat ik zag voorstellen als een overbelichte foto.’

Ik vroeg me af hoe ze bij die vergelijking kwam, toen ze ongevraagd het antwoord gaf.

‘Zo heeft een keer een medium in een tv-reportage zijn visioenen beschreven en op een of andere manier begreep ik wat hij bedoelde.’

Een stuk berkenschors kraakte achter het ruitje van de houtkachel.

Ik nam de draad weer op toen ze een tijd lang gezwegen had en nerveus door haar haren had gestreken. ‘Dus de man aan de telefoon zei: “Ga niet naar de kelder.”’

‘Dat waren zijn woorden.’

‘En wat gebeurde er toen?’

‘Toen draaide de vrouw zich naar me om en ik keek in de ogen van mijn moeder.’

‘Ze draaide zich naar je om?’ vroeg ik verward.

‘Ja. Dat is altijd zo als het gebeurt. Ik weet niet waarom, maar ik geloof dat ik bij bepaalde hoog energetisch opgeladen mensen als het ware door de aanraking bij ze naar binnen glip. Alsof ik een duister geheim van hun ziel beroer.’

Terwijl ze sprak had ze zich iets van me afgewend en ze leek uit het raam naar het meer te kijken. Ik volgde haar lege blik in het donker.

‘Dus heb je je visioen met de ogen van de...’ Ik aarzelde en kon even zelf bijna niet geloven dat ik zo’n rare vraag wilde stellen.

Ze gebruikte de stilte om mijn zin af te maken: ‘Ja,’ zei ze en ze wendde haar hoofd weer naar mij toe. ‘Ík was de ogenverzamelaar. Alles wat er vanaf dat moment gebeurde, zag ik met zijn ogen.’

Op dat moment trof een grote golf de romp van het schip, zodat de koffielepel tegen de rand van haar aluminiumbeker kletterde.

De olielamp flakkerde door de wind, die fluitend zijn weg door de kieren in het spijlenvenster had gezocht.

‘En toen?’ vroeg ik, toen het rumoer was afgenomen.

Alina sprak nu sneller, alsof ze zich van een last moest bevrijden. ‘Ik merkte dat ik achter een houten deur stond die niet op slot was en dat ik de hele tijd al door een kier in de kamer had staan kijken waar de vrouw telefoneerde.’

‘Wat deed ze toen?’

‘Wat haar man haar verboden had.’

Ga niet naar de kelder.

‘“Schat, je maakt me bang,” zei ze nog en ze zette een stap naar de deur, waar ik achter stond. Toen gebeurde het ontzettende.’

Onder Alina’s gesloten oogleden rolden de oogbollen heen en weer. TomTom tilde zijn kop op en spitste zijn oren, alsof de innerlijke onrust van zijn vrouwtje op hem was overgegaan.

‘Ik sprong van achter de deur tevoorschijn en trok een kabel om haar nek. Ze verstijfde van angst.’ Alina’s stem klonk dof. Ze trok haar neus op voordat ze zacht fluisterde: ‘Toen brak ik haar nek.’

Onbewust hield ik mijn adem in en ook Alina leek buiten adem, toen ze zei: ‘Het was een geluid alsof ik een rauw ei had fijngeknepen. Ze was onmiddellijk dood.’

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml