56

Image

(NOG 9 UUR EN 11 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)

ALEXANDER ZORBACH (IK)

‘DAT IS VERKEERD,’ ZEI ALINA VLAK. ZE ADEMDE SNEL, HAAR OGEN schoten onrustig heen en weer onder de gesloten oogleden. ‘Dat moeten we niet doen.’

‘Geen zorgen,’ zei ik en ik hoopte dat ze mijn wanhoop niet kon horen. ‘Het duurt niet lang.’ Daarna probeerde ik haar naar de kamer te leiden, maar ze duwde vol afschuw mijn hand weg.

Ik begrijp je, dacht ik en ik was blij dat Alina mijn behuilde ogen niet kon zien.

Ik wil ook niet meer terug. Maar nu is het niet meer alleen beroepsmatig. Nu is het persoonlijk.

Verdoofd door de waarheid dat Charlie dood was, was ik niet meteen in staat geweest me tegen haar man te verzetten. Ik wist niet hoe het wapen plotseling in zijn hand terechtgekomen was en eerlijk gezegd wilde ik daar evenmin over nadenken als over de vraag waarom hij uiteindelijk toch niet had geschoten.

Je hoeft geen psycholoog te zijn om te weten wat een door het lot beproefde man wanneer hij niet dieper kan zakken met een geladen pistool van plan is. Als Traunstein het tegen zichzelf had willen richten, had de alcohol hem van alle benodigde kracht beroofd. Nu ontbrak hem werkelijk de kracht om mij neer te schieten. In de paar seconden van schrik stonden we beiden als verlamd tegenover elkaar. Het wapen gleed uit zijn hand en viel op de grond; op het dikke kleed naast de bank, waar het nog steeds lag.

‘Wat willen we hier?’ vroeg Alina.

‘Antwoorden.’

Mijn lot leek verbonden met dat van de ogenverzamelaar door een onzichtbare strop, die zich per minuut strakker om me heen wond. Ook al was het verdriet om Charlie, wier echte naam ik zojuist op wrede wijze had moeten vernemen, bijna niet te verdragen, ik kon hier niet zomaar weggaan. Ik wilde zekerheid, daarom was ik ook naar de auto gegaan en had Alina overgehaald om met me mee te gaan naar Traunsteins villa.

‘Het stinkt hier naar tabak, alcohol en zweet,’ zei ze aarzelend. Ze hield zich met één hand aan de klink van de deur naar de woonkamer vast, terwijl ze met de andere mijn bovenarm vastpakte, precies daar waar ik de nicotinepleister had geplakt. ‘En daar is toch nog iets anders?’

O ja. Daar is nog iets.

Ik maakte zacht Alina’s hand van de klink los en leidde haar naar de degelijk ingerichte woonkamer, die nog steeds alleen door het schijnsel van de projector werd verlicht. De film had ik stopgezet om de onverdraaglijke beelden niet te hoeven zien. Beelden die me eraan herinnerden dat ik alweer een belangrijk iemand in mijn leven had verloren. En deze keer onherroepelijk.

Ik schraapte mijn keel. Traunstein keek op en begon zachtjes te kermen.

‘Wie is dat?’ vroeg Alina en ze bleef verstard staan. Toen Traunsteins steunen luider werd, kneep ze nog steviger in mijn arm. ‘Wat is er in hemelsnaam met hem aan de hand?’

‘Het gaat goed met hem,’ zei ik.

‘En waarom zegt hij niets?’

‘Omdat er een knevel in zijn mond zit.’

Om precies te zijn: het pochet van zijn colbert.

Ik maakte mijn arm los uit Alina’s knellende greep en ging naar het bureau in het midden van de kamer, waarop ik Traunstein met een verlengsnoer had vastgebonden, wat bepaald niet de verstandigste beslissing van mijn toch al verprutste leven was geweest. Maar zodra Stoya erachter kwam dat ik met een van de slachtoffers een verhouding had (waarvan met het oog op onze ontmoetingsplaats niemand wilde geloven dat die zuiver platonisch was), zou de geboeide weduwnaar mijn kleinste probleem zijn.

‘Heb je iemand gekneveld? Ben je helemaal gek geworden?’ vroeg Alina achter me.

Nee. Dr. Roth zegt dat ik volkomen normaal ben.

‘Alleen maar om ervoor te zorgen dat Traunstein niet de hele buurt bij elkaar schreeuwt, terwijl ik jou haal.’

Ik knielde vlak voor hem en was nog steeds een kop groter dan hij. Zweet liep in straaltjes langs zijn hoofd en zijn blik was een stuk helderder dan een paar minuten geleden.

‘Traunstein?’ hoorde ik Alina achter me vragen. ‘Mijn God. Je foltert de vader van de ontvoerde kinderen? Breng me onmiddellijk hiervandaan, daar wil ik niets mee te maken hebben.’

‘Wie heeft het over folteren?’ Ik sprak nu rechtstreeks tegen Traunstein. ‘Luister, we maken een deal. Ik neem de knevel er weer uit, maar in ruil blijft u rustig, oké? Ik wil niets van u horen, behalve de antwoorden op een paar vragen die ik nu aan u zal stellen, hebt u dat begrepen?’

Traunstein knikte, waarop ik hem het pochet uit de mond trok. Hij hoestte gesmoord en het duurde een tijdje voor hij weer was gekalmeerd.

‘Goed dan.’ Ik begon mijn gedachten te ordenen. Ik moest er stap voor stap zien achter te komen of het laatste telefoontje inderdaad zo had plaatsgevonden als Alina me op de woonboot had beschreven.

‘Hebt u gisteren, vlak voor u naar huis bent gekomen, uw vrouw gebeld?’

‘Ze...’ Hij moest rochelen en probeerde iets te zeggen. ‘Ze was het.’

Hij hijgde van inspanning. Zijn tong leek hem slechts onder de grootste inspanning te gehoorzamen.

‘Oké, zij heeft gebeld.’

Tot zover klopt het met Alina’s beschrijving.

‘Wat zei ze?’

Wat heeft de vrouw op wie ik bijna verliefd was geworden voor haar dood tegen u gezegd?

‘Ze...’ Hij snikte. ‘...was hysterisch. Bijna niet te verstaan.’

‘Heeft ze iets gezegd over verstoppertje spelen?’

‘Hè?’ Zijn blik was een en al onbegrip.

Hij probeerde me te antwoorden, maar hij moest driemaal opnieuw beginnen voor hij er iets uit kreeg wat ook maar in de verte op een duidelijke zin leek. ‘Nee, niks, alleen maar gehuild, omdat de kinderen weg waren.’

‘En u?’ vroeg Alina uit de verte. Ik was verbaasd dat ze zich in het gesprek mengde en vroeg me af of haar aan de stem van de man iets was opgevallen.

‘Ja, wat hebt u daarop tegen haar gezegd?’ herhaalde ik haar vraag.

Traunsteins hoofd zakte naar voren en hij dreigde weg te dommelen, maar voor ik zijn kin kon optillen, schoot zijn hoofd met onvermoede kracht naar voren.

‘Rustig aan, sloerie. Niet de eerste keer dat de kinderen ervandoor zijn.’

Ik haalde diep adem, legde mijn handen op zijn schouders en keek de woedende, gekwelde man recht in zijn doffe ogen. Aan de ene kant had ik veel zin Traunstein voor iedere belediging die hij tegenover Charlie uitstootte in zijn gezicht te slaan. Aan de andere kant kon ik hem eigenlijk goed begrijpen. Voor het mislukken van een relatie waren altijd twee mensen nodig en welke fout hij dan ook had begaan, hij had er waarlijk duur voor moeten betalen. ‘U hebt haar niet gewaarschuwd in geen geval naar de kelder te gaan?’

‘O, god. Hoe kon ik zo blind zijn? Het is allemaal te laat. Ga in geen geval naar de kelder.’

Terwijl ik de vraag afvuurde, keek ik goed of en hoe Traunsteins gezichtsuitdrukking veranderde. Ik had in mijn eerste leven honderden verhoren afgenomen en in mijn tweede evenzovele interviews gevoerd. Ik dacht dan ook dat ik zo ongeveer iedere menselijke emotie in een gesprek zou kunnen interpreteren. Maar bij Thomas Traunstein ontdekte ik niet het minste teken van verbijstering of verbazing over de vraag hoe ik in het bezit van deze informatie had kunnen komen. Hij maakte dezelfde indruk als altijd: verward en agressief.

‘Kelder? Wat voor een verdomde kelder?’

Onbewust had hij met deze vraag de spijker op zijn kop geslagen. Alle eerdere slachtoffers waren in huurflats op bovenetages vermoord. Allemaal plaatsen waar de waarschuwing aan de vrouw niet naar de kelder te gaan geen zin had. Als er een kern van waarheid in Alina’s visioen zat, dan kon die alleen betrekking hebben op de moord op Charlie.

‘Ik heb niets gezegd over een kelder.’

Traunstein rochelde en had zich blijkbaar verslikt, want het gerochel ging over in een hoestbui, waaraan zijn hele lichaam meedeed.

Oké. Zo komen we niet verder. Tijd voor plan B.

Ik richtte me tot Alina. ‘Je moet me een plezier doen,’ fluisterde ik zo zacht dat Traunstein me niet kon horen. Ik stond dicht bij haar en rook weer haar aangename parfum. Alina’s nekhaartjes gingen rechtop staan toen mijn warme adem haar oor raakte. Ik zag het begin van een tatoeage in haar hals, die onder de afgegleden col van haar trui tevoorschijn kwam.

Alsof ze mijn blik had gevoeld, trok ze de kraag op voor ik de betekenis van de krullerige letters kon ontcijferen. Voor mij had het eruitgezien als Haat.

‘Wat voor een plezier?’ vroeg ze.

Ik nam haar handen in de mijne en leidde haar langzaam om de stoel heen, tot ze vlak achter Traunstein stond.

‘Je zei dat je met zijn schouders was begonnen.’

‘Wat doet u?’ vroeg Traunstein en hij legde zijn hoofd in zijn nek om te kunnen zien wat er achter hem gebeurde.

‘Ja,’ bevestigde Alina. ‘Maar...’

‘Verdomme, met wie praat u eigenlijk de hele tijd?’ vroeg Traunstein en hij trok aan het snoer waarmee hij vastzat. Blijkbaar had hij tot dusver nog helemaal niet gemerkt dat Alina er was.

‘Dan doe je het nog een keer,’ zei ik tegen haar. Bewijs mij dat je de waarheid spreekt. Kijk nog eens in het verleden van de ogenverzamelaar.

Ik bracht haar handen naar Traunsteins schouders. ‘Raak hem aan. En vertel me wat je ziet.’

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml