52

Image

(NOG 8 UUR EN 39 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)

DE REST VAN DE WEG BESTOOKTE FRANK AFWISSELEND ALINA EN mij met ontelbare vragen. Uiteindelijk liet ik me ook meeslepen en ik gaf hem een korte schets van de gebeurtenissen van de laatste uren. Te beginnen met de ontmoeting op mijn woonboot (waarbij ik de precieze ligging van mijn schuilplaats verzweeg, evenals mijn eerdere afspraak bij dr. Roth), vertelde ik hem over de extra zeven minuten van het ultimatum en onze zo pijnlijk verlopen inbraak bij Thomas Traunstein.

Hij reageerde heel wat minder sceptisch op Alina’s fantastische getuigenverklaring dan ik had gedaan.

‘Geloof je haar?’ vroeg ik onzeker. Nadat al haar informatie, met uitzondering van het ultimatum, in lucht was opgelost, wilde ik eigenlijk alleen nog maar mijn belofte houden en Alina zo snel mogelijk naar huis brengen. Aan mijn behoefte aan onverklaarbare fenomenen was voorlopig voldaan en ik had geen zin om nog meer hersenspinsels achterna te jagen.

‘Het inschakelen van een medium om een zaak op te lossen heeft een lange traditie,’ zei Frank, in een poging onder een antwoord uit te komen. We waren in de Brunnenstraße aangekomen en stopten op de tweede rijbaan ter hoogte van het Volkspark am Weinberg.

‘Al in 1919 heeft de baas van de Leipziger recherche, rechercheur Engelbrecht, een paranormaal experiment met een telepathisch begaafd iemand uitgevoerd om een zogenaamde misdaad op te lossen,’ doceerde hij verder. We parkeerden in een inrit tussen twee felverlichte, maar verlaten galerijen. In de ene hing een fiets zonder zadel boven een flakkerende gloeilamp, in de andere stond een roze geverfd televisietoestel dat een ondergesneeuwd testbeeld toonde. De kunst, als het al een kunst mocht heten, begreep ik nog minder dan Franks geklets.

‘En in Wenen had je rond 1921 zelfs een instituut voor crimineel-telepathisch onderzoek, zij het ook maar voor een paar maanden.’

‘Hoe weet hij dat allemaal?’

‘Hij mist een ingebouwde spamfilter in zijn hoofd,’ legde ik uit. ‘Hij herinnert zich alles wat hij leest. Bespaart me een notitieblok als ik hem meeneem op onderzoek.’

Ik zakte onderuit op de passagiersstoel. Intussen wilde ik Frank en Alina zo gauw mogelijk kwijt, om me op weg naar Rudow te kunnen haasten.

Naar Nicci.

Ik keek op het dashboardklokje.

En naar Julian.

Nog twee uur tot middernacht.

Nog twee uur tot de verjaardag van mijn zoon.

Al had ik nog geen cadeau, ik wilde Julian op z’n minst feliciteren voor ik me door Stoya liet opvreten.

‘Het eerste geval dat in Duitsland veel stof deed opwaaien, was in ongeveer 1921 dat van Minna Schmidt uit Frankfurt.’ Franks woordenstoom hield niet op, en in Alina leek hij een belangstellende luisteraar te hebben gevonden. Want hoewel TomTom voortdurend met zijn snuit tegen haar handen duwde, maakte ze geen aanstalten om uit de auto te stappen.

‘Ze zag na de dubbele moord op twee burgemeesters in Heidelberg in haar dromen de exacte vindplaats van de lijken.’

‘Toeval.’ Ik gaapte.

‘Mogelijk. Maar bij het Instituut voor Grensgebieden van Psychologie en Psychohygiëne, kort gezegd het IGPP, stapelen de dossiers over gevallen waarin helderzienden de politie hebben geholpen zich op. Een daarvan zou ook jou bekend kunnen voorkomen.’ Hij keek me aan en weer tekenden zich rode vlekken op zijn wangen af. ‘Namelijk het geval van de vermoorde werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer.’

‘En?’

‘Herinner je je de koppen uit 1977 in de Bunte?’

‘Dank je, zo oud ben ik nu ook weer niet.’

‘“Een helderziende zag Schleyers verstopplaats.”’ Hij grijnsde triomfantelijk. ‘Zo luidde de kop. Ook de Stern ging erop in en de Spiegel plaatste zelfs een interview met het Nederlandse medium Gerard Croiset. Uit de dossiers van het IGPP blijkt overduidelijk dat hij al in de tweede week door rechercheurs om hulp was gevraagd, een psycholoog en een ambtenaar van het leger.’

‘Het leger?’ vroeg Alina.

‘Dat beschikt over een afdeling voor psychologische oorlogsvoering.’

TomTom jankte, waarop Alina kalmerend in zijn nek kroelde. Blijkbaar moest het arme beest alweer.

‘De recherche vond het pijnlijk dat in de openbaarheid was gekomen dat Croiset was ingeschakeld. Twee jaar later bevestigde de politiepsycholoog dat de helderziende hun concrete aanwijzingen naar de flat in Erftstadt-Liblar had gegeven, waarin Schleyer verborgen werd gehouden.’

‘Dat is toch ook maar een verhaal voor de sensatiebladen,’ wierp ik tegen.

‘Maar niet het enige. Alleen al begin jaren negentig hebben meer dan honderd sensitief aangelegde mensen de Beierse autoriteiten hun hulp aangeboden. In het hele land zullen het er nog veel meer zijn.’

Frank draaide zich naar Alina. ‘Je bent dus geen uitzondering.’

‘Ik weet niet wat ik ben,’ zei Alina, die opeens doodmoe klonk. ‘Behalve moe.’ Toen, na een korte stilte, voegde ze er zacht aan toe: ‘En ik heb dorst.’ Ze opende haar mond, alsof ze nog iets wilde zeggen. Het volgende moment leek ze zich bedacht te hebben. Haar gezichtsuitdrukking bevroor en ze stapte zwijgend met bijna angstig uitziende bewegingen uit de auto.

‘Is er iets mis?’ vroeg ik en ik herhaalde mijn vraag toen ik haar had ingehaald. Ook Frank was uitgestapt en keek oplettend over het autodak heen naar ons. Een gedachte leek haar door het hoofd geschoten te zijn en nu zag ze eruit alsof ze die met alle middelen probeerde te verdringen. Ze gaf TomTom een teken dat hij rustig moest zijn en draaide toen haar rugzak op haar buik, zodat ze de ritssluiting van een voorvak kon openen. Ik wachtte tot een jong paartje, dat giechelend onder een paraplu bij elkaar was gekropen, voorbijgelopen was en vroeg: ‘Waaraan dacht je zojuist?’

Vlak nadat je zei dat je dorst had.

‘Aan gisteren. Ik ben gestopt om iets te drinken.’

Gisteren. Na de moord!

Mijn maag kromp ineen.

‘Dat wilde ik je daarnet al vertellen, maar toen boog je naar Traunstein af.’

‘Waar was dat? Waar ben je gestopt?’

‘Op een inrit. Ik heb beslist niet lang gereden.’

‘Hoe weet je dat?’ vroeg ik. ‘Ik dacht dat je in je visioenen geen besef van tijd had.’

‘Ik voelde me nog moe en uitgeput.’

Omdat je het kind in de kofferbak hebt gegooid...

‘En mijn rug was nat. Ik zweette, dat gevoel ken ik van de uitloopfase bij het joggen. Ik weet hoe het aanvoelt als je een langere pauze hebt gehouden. Maar ik was nog steeds kletsnat.’

Ze had de hele tijd met onhandige bewegingen in de tas zitten woelen en scheen eindelijk gevonden te hebben wat ze zocht. Er klonk gerinkel en toen hield ze een grote sleutelbos in haar hand. Iedere sleutelkop was van een verschillend gevormde ring voorzien; de ene met noppen, de andere met punten op het oppervlak. Ze tastte de een na de ander af en koos toen een middelgrote veiligheidssleutel.

‘Dus je bent minder dan vijf minuten onderweg geweest?’ schatte ik.

Ze knikte. ‘Eerder drie. Zoals gezegd, ik had flinke dorst.’

‘Wat was dat voor een inrit? Hoorde die bij een hof, een huurhuis?’

‘Nee, nee, ik heb me verkeerd uitgedrukt. Oprit is een beter woord, zoals we in Californië hadden. Waar je de auto vlak voor de garage zet.’

‘Dus de oprit hoort bij een eengezinswoning?’

‘Ja.’

‘Een rijtjeshuis?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Vrijstaand. Maar het was klein. Het voelde aan als een bungalow met één etage, maar heel zeker weet ik dat niet.’

Ik dacht na. ‘Wat weet je nog meer? Opvallende kenmerken? Nieuw- of oudbouw? Een bepaalde kleur pleisterwerk, het hek, raamluiken, het dak?’

Ze schudde haar hoofd. Toen stopte ze opeens, perste haar oogleden stevig op elkaar en zei: ‘Een basketbalnet.’

‘Wat?’

‘Boven de oprit. Maar niet zoals gebruikelijk boven de garage, maar een beetje aan de zijkant tegen een boom op de grens met de buren.’

‘Oké, Alina. Je was bij een huis met een basketbalnet boven de oprit, ergens in de wijk van de Traunsteins. Ik deed een stap naar haar toe, zo dicht dat ik haar had kunnen aanraken. ‘Wat deed je daar?’

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml