45

Image

(NOG 7 UUR EN 26 MINUTEN TOT DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)

TOBIAS TRAUNSTEIN (9 JAAR)

OP EEN KEER HADDEN ZE GEWED WIE HET LANGST ONDER WATER kon blijven. Meteen na het schoolzwemmen in het Krummebad – ze hadden eigenlijk al aan het douchen moeten zijn – had Kevin zijn hele Panini-album over het wereldkampioenschap ingezet.

Tobias slikte droog en zoog daarna de steeds dunner wordende lucht uit het donker om hem heen. Hij moest aan een rietje denken waarmee je een dikke milkshake wil drinken. Zo moeizaam ging het ademhalen intussen.

Het ging om het Panini-album!

Man, het zijne was nog lang niet vol geweest.

Daarom hadden ze destijds om het hardst gedoken.

Hij, Jens en Kevin.

Waarbij...

Eigenlijk moest hij het anders zeggen. Kevin, Jens en hij. Of Jens op de eerste plaats.

Maar niet de gek, dacht Tobias, terwijl hij de munt weer in de spleet van de schroef plaatste. De gek noemt zichzelf nooit als eerste.

Dat wist hij van mevrouw Quandt, dezelfde lerares Duits met wie ze de tekst over de schipbreukelingen hadden gelezen. Degene die altijd op haar tong beet om speeksel te produceren.

Tobias klemde zijn snijtanden nog steviger op elkaar.

Klotetip. Klotedonker. Klotemevrouw Quandt.

Het verdomde speeksel bleef weg. Het enige wat meer werd was de pijn. Zijn tong was al helemaal kapot en voelde aan als een stuk leer. En zijn hoofd dreunde net als toen, toen hij veel te lang onder water was gebleven, alleen maar om dat stomme plakboek te krijgen.

En dat was hem toen evenmin gelukt als eindelijk dit slot te openen.

Vier keer had hij het slot al omgedraaid. Misschien wel vijf. Toen was de munt, waarmee hij de schroef in het slot bewoog, uit zijn hand gevallen en bij het zoeken ernaar was hij in slaap gevallen. Nu wist hij niet hoeveel tijd hij had liggen slapen, hier in dit eeuwige donker. Als hij niet zo’n hoofdpijn had gehad, wist hij niet eens zeker of hij wel wakker was geworden.

Hij zette de munt weer in de groef en bracht nog een halve draai tot stand.

Shit, waarom zweet ik zo erg dat de munt telkens uit mijn vingers glijdt, maar mijn mond is zo droog als...?

Ja, als wat? Opeens voelde hij zich leeg. Zijn hoofd dreunde en hij was te moe om een passende vergelijking te vinden.

Als reetwater, had hij willen zeggen, maar dat sloeg natuurlijk nergens op.

Tobias kromp ineen toen hij een hysterische lach hoorde, tot het tot hem doordrong dat hij dat zelf was.

Hij likte het zweet van zijn bovenlip en wist dat hij een fout maakte. Zoals in het verhaal van de schipbreukeling die zeewater had gedronken en alleen maar nog meer dorst kreeg. Toen had hij erover nagedacht waarom de man op het vlot niet zijn eigen bloed dronk.

Maar dat was waarschijnlijk net zo’n stom idee als dat met het slot hier.

Hij zou hier nooit uitkomen. Nooit het ding open krijgen waarin hij lag.

Wat het ook is!

Hij zou stikken en zich doodzweten tegelijk.

Ha!

Tobias grinnikte. Doodzweten. Mooi woord, haast nog beter dan reetwater.

Klik!

Tobias kromp ineen.

Klak!

Toen piepte er iets en er kwam een laatste, iets zachtere klik.

Tobias leunde op zijn elleboog en drukte zijn hoofd tegen de meegevende wanden boven zich. De munt die als schroevendraaier had gediend, was hij weer kwijtgeraakt, maar dat deed er niet meer zo veel toe. Dat kon hem niet van het lachen weerhouden.

Een lachen dat per seconde luider werd en in een harde juichkreet overging.

Het is me gelukt.

Eerst had hij het gehoord, nu kon hij het voelen: het hangslot was opengesprongen en bungelde alleen nog los aan de geopende beugel. Tobias’ vingers trilden, maar deze keer gleed het niet weg toen hij het slot opende. Toen tastte hij naar het oog waardoor de haak had gezeten en constateerde dat het twéé ogen waren. Twéé dunne metalen plaatjes met een gaatje aan het eind, die je als de wijzers van een klok tegen elkaar in moest draaien.

Vanaf dat moment ging alles heel snel.

Tobias begreep dat het om de trekker van een ritssluiting ging, die parallel aan zijn lichaam boven hem in de wand verdween. Omdat de rand van de ritssluiting onder een zoom verborgen was geweest, had hij de verdikking voor een betekenisloze naad aangezien. Maar in werkelijkheid was het...

...de uitgang?

Hij hield zijn adem in, om de laatste voorraden kracht in zijn magere lichaam te kunnen mobiliseren.

Toen probeerde hij met zwetende vingers de beide grepen van de ritssluiting elk in tegengestelde richting te trekken.

Probleemloos.

Vet cool, dacht hij en hij trok de ritssluiting steeds een stukje verder open. Het trekkertje van de ritssluiting gleed als een schaats over de ijsbaan.

Tobias wilde alweer gaan jubelen, maar even snel als zijn levensgeesten waren gewekt, stierven ze ook weer toen hij het plastic boven zijn hoofd voelde.

Goed nieuws, slecht nieuws. Zo gewonnen, zo geronnen.

Hij had de ritssluiting geopend, maar niet de rubberachtige hoes waarin hij blijkbaar was ingeseald. Die ervoor zorgde dat hij nog steeds nauwelijks lucht kreeg.

Hij boorde zijn wijsvinger in de folie, voelde dat die meegaf, maar niet scheurde. Als een uitgespuugd stuk kauwgom dat je van je zool wilt krabben en dat draderig wordt, maar niet scheurt.

Tobias sprongen de tranen in zijn ogen. Hij slikte en riep om zijn moeder.

Niet papa, die ouwe klootzak. Maar mama. Was mama hier nu maar.

Met de moed der wanhoop pakte hij de beide helften van het stoffen omhulsel boven zijn hoofd...

Dat is een zak! Ik zit in een dichtgesealde zak.

...en trok allebei in tegengestelde richting.

Eén, twee. Bij de derde keer schreeuwde hij en overstemde daarmee het zachte geknars.

Verdomde shit, inderdaad!

De wanden waren weg. Zomaar opeens. Hij zag het niet, hij voelde het ook niet, maar hij kon het ruiken. Want de lucht was...

...anders.

Het leek alsof Tobias nog steeds schreeuwde, maar de fluitende keelklanken ontstonden nu bij het inademen.

Hij richtte zich op op zijn ellebogen. Zijn hoofd was nu vrij; hij kon met zijn hele bovenlichaam overeind komen.

Begerig zoog hij de lucht in. Die was nog altijd dun, maar wezenlijk rijker aan inhoud dan in het ding waar hij tot nu toe in had gezeten.

Maar nadat de eerste euforie was gezakt, voelde hij zich ellendiger dan een paar minuten eerder.

Waar ben ik nu?

Hij kroop op handen en voeten over de zak die hem een paar minuten daarvoor nog gevangen had gehouden.

De eerste gevangenis was hij kwijt.

En nu?

Hij probeerde op te staan, bleef overeind, al was het maar voor enkele seconden, zo weinig kracht had hij. Toen viel hij weer.

Het enige wat tijdens zijn val van zijn nieuwe omgeving waarnam was dat hij nog steeds niets kon zien.

Helemaal niets. Hier, waar hier dan ook mocht zijn, was het net zo donker als eerst.

Zwart. Er is niets veranderd.

Behalve misschien dat zijn nieuwe verstopplaats nu iets hoger was, want hij had zich volledig kunnen oprichten.

En de wanden zijn niet meer zacht, dacht Tobias nog. Toen sloeg zijn hoofd tegen de houten vloer.

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml