4

Image

(55 MINUTEN NA AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)

ALINA GREGORIEV

‘Kunt u mij alstublieft vertellen wat er aan de hand is?’ vroeg Alina aan de man die zich niet aan haar had voorgesteld en ook verder niets zei, terwijl hij haar brandwonden verzorgde.

‘Sorry, daartoe ben ik niet bevoegd,’ antwoordde hij met een verrassend lichte stem die veel te dun klonk voor zijn lichaam.

Tot nu toe had ze weliswaar alleen de hand van de ambulancemedewerker gevoeld, maar dat is voor een blinde in het algemeen voldoende om het lichaamsgewicht van zijn gesprekspartner te schatten. Als ze zich een eerste indruk van iemands fysiek wilde vormen, omsloot Alina even diens pols en dan wist ze genoeg. Maar op dit moment kon niets haar minder schelen dan het uiterlijk van de dikke man die haar nu wilde beletten uit de ambulance te stappen.

‘Ho, we zijn nog niet klaar.’

Ze gaf toe aan de druk van zijn handen, die haar weer op de brancard terugduwden.

‘Met mij hoef je niks, maar hoe is het met de anderen?’

Met Zorbach? Met de jongen?

Weer wist ze niet of ze kwaad of dankbaar moest zijn dat haar bespaard was gebleven wat Stoya’s mannen hadden gezien, toen ze haar eindelijk in de opslagruimte nummer 77 te hulp waren gesneld.

De beelden in haar hoofd, de herinneringen aan de verschrikkelijke minuten voor de goederenlift, bestonden bijna voornamelijk uit geluiden en geuren. Ze had gehoord dat de liftdeur weer dicht was gegaan. Dat de aluminium beugel die Zorbach ertussen had geklemd met een luid geknars eerst was weggegleden en daarna op de grond gevallen. Toen was het licht uitgegaan, zoals Lea haar had bevestigd.

Lea, het dappere kleine meisje dat stilletjes zat te huilen, terwijl Zorbach vanaf dit moment in de schacht volkomen hulpeloos was geweest. Zonder gereedschap. Zonder licht. Gevangen in een hol dat Alina zich alleen door de alom aanwezige geuren kon voorstellen: modderwater, beschimmelde muren, afval en lichaamsafscheiding.

Als ze hadden geweten dat Tobias’ verstopplaats allang onder water stond, dan was hun angst om het tweetal niet te verdragen geweest. Ze hadden Lea gevraagd het lichtknopje weer in te drukken, maar daar had Zorbach nu ook niets meer aan. In het trappenhuis was het weer licht, maar beneden in de schacht, waaruit hun geroep allang niet meer werd beantwoord, kon geen licht meer doordringen. En wat Zorbach eerder was gelukt, was voor haar nu onmogelijk. De beugels van het tuig waren verbogen en zij alleen was niet sterk genoeg om de liftschacht weer te openen. Aan TomTom noch Lea noch haar aan verbrande linkerhand had ze bij de vergeefse pogingen veel steun gehad.

En zo kon ze niets anders doen dan wachten en het van uitputting rillende meisje kalmeren door haar gezicht in Lea’s haar te begraven.

Hoewel Alina ieder gevoel van tijd had verloren, was ze er toch van overtuigd dat de mannen veel te laat waren gekomen.

Vier agenten. Vele minuten te laat.

Ze drongen bijna tegelijk het gebouw in, zodat het klonk alsof een compacte menigte het trappenhuis binnen drong. De menigte loste op toen ze Lea zagen. Eerst hadden ze nog de opdracht gekregen Zorbach te arresteren. De aanblik van het ontvoerde, lévende meisje in Alina’s armen veranderde alles.

Pas toen begonnen ze me te geloven, dacht Alina nu, maar die gedachte kon haar niet bevredigen.

‘Bent u hier nog?’ vroeg ze de man in de ambulance die nog steeds bezig was haar hand te verbinden.

Of hebben ze u al weggestuurd?

Toen ze een lichte hoofdbeweging voelde, nam ze aan dat ze door een hoofdknik van de assistent waren veroorzaakt.

Of door hoofdschudden.

‘Verdorie nog aan toe, behandelt u me toch niet als een klein kind dat niets mag weten. Ik heb toch alles gehoord.’

‘Dat is vergeefse moeite. Die waren al stijf toen ik haar lostrok,’ had de agent gezegd, die een halfuur eerder voor de ambulance een sigaret had gerookt en met een collega over de reddingsactie had staan praten.

‘Dan kunt u beter de teddybeer van mijn dochter beademen.’

Het liefst was ze uit de auto gesprongen, had de man een draai om zijn oren gegeven en tegen hem geschreeuwd: ‘Hoe kun je zo praten, klootzak? Het klopt, je hebt de deur geopend. Zodat ze weer licht hadden. Je bent erin gesprongen, hebt met je zaklamp op het water geschenen en je hand erin gestoken om hen aan het touw waarin ze verstrikt waren geraakt omhoog te trekken. Maar je bent verdomme weer eens te laat gekomen.’

‘Heb je al eens eerder een verdrinkingsslachtoffer gezien?’ vroeg ze de ambulanceassistent verdrietig, die haar zwachtel met een extra stuk tape dichtbond. Het lukte haar nog steeds haar tranen te bedwingen.

‘Hm-m.’

Of de man had de instructie haar niet te antwoorden, of hij was zelf veel te geschrokken van wat zich hier op het fabrieksterrein had afgespeeld.

‘Hoelang kan het duren...’ Alina snikte. ‘Ik bedoel, wanneer geeft u na een ongeluk in het zwembad het reanimeren op?’

Blijkbaar waande hij zich nu op veilig gebied. ‘Moeilijk te zeggen. Eén keer hebben we een man na twintig minuten teruggehaald. Maar dat is een uitzondering.’

‘En wat is normaal?’

Alina voelde aan het verband aan haar linkerhand.

‘Eén tot twee minuten.’

Twee minuten?

Zo lang had het alleen al geduurd tot Zorbach erin was geslaagd in de liftschacht te klimmen. God weet hoelang Tobias het al onder water had moeten uithouden.

Onder stress vliegen de minuten als vallende sterren voorbij, zo snel dat je het vaak niet eens merkt. Maar misschien was het wel net zoals als bij een wortelkanaalbehandeling. Misschien hadden de seconden als uren aangevoeld, maar was in werkelijkheid de wijzer van de klok niet eens zo ver vooruitgegaan als ze dacht.

Alina werd misselijk. Het overleven van twee mensen was een nuchtere wiskundesom geworden. Een optelling van tijdsspannen waarvan de uitkomst aan het eind de zekere dood zou zijn. Vijf minuten tot de lift open was; twee minuten die Zorbach in het ijskoude water van de cabine had moeten doorbrengen; nog eens twee minuten tot hij naar boven werd getrokken...

Dat was te veel. Te veel voor het kind, voor Alex, en ten slotte, dat had ze plotseling begrepen, zou het ook voor haar te veel zijn. Met Zorbach was het als met het licht van haar ogen. Pas op het moment dat ze het kwijtraakte had ze begrepen wat het voor haar leven betekende.

Hij had zijn horloge niet moeten weggeven, dacht ze en ze kon de gedachte niet stoppen, hoewel ze wist hoe kinderachtig die was.

Daarmee heeft hij zijn tijd afgegeven.

Ze huilde en hoorde niet dat de ambulanceassistent naast haar opstond. Hij schraapte verlegen zijn keel.

‘Wist je dat het wereldrecord adem inhouden op zeventien minuten en vier seconden staat?’

Het plotselinge gevoel dat zich in haar verspreidde was zo overweldigend dat Alina dacht dat ze zou stikken.

‘David Blaine, een apneuduiker. Maar die kreeg eerst drieëntwintig minuten lang zuurstof toegediend.’

Dikke tranen rolden uit haar blinde ogen. Van de ene op de andere seconde was de hele wereld veranderd. De aardpolen waren verschoven, Duitsland lag niet meer in Europa, Berlijn bevond zich op een andere planeet en zij was geen mens meer, maar alleen nog een restje energie.

‘Maar hé, een kleine drie minuten zonder training zijn toch ook niet slecht, of wel soms?’

Positieve energie.

Alina sprong met een schok op en wilde nog maar één ding: de man bij wie die hese, schorre stem hoorde en die voor de ingang van de ambulance stond in zijn armen vallen.

‘Je leeft?’ Ze huilde en ze was gelukkig.

‘Ja, maar wees maar blij dat je niet kunt zien hoe ik er nu uitzie.’

Zorbach lachte met haar mee. Ze hoorde dat hij aanstalten maakte om bij haar in de auto te klimmen.

‘En Tobias?’

Ze steunde op de rand van de brancard waarop ze zojuist nog had gelegen en voelde dat Zorbach zijn mond hield.

Nee, alstublieft niet.

Ze sloeg haar handen voor haar gezicht.

‘Hij was zes minuten onder water.’ Ze hoorde de verschrikkelijke boodschap en ze verbaasde zich erover dat Alex nog zo veel zelfbeheersing had. Rustig, ja, bijna vrolijk. ‘Hij was twee keer weg. Maar hij schijnt een taaie rakker te zijn. Zijn hart klopt weer. Het is nog kritiek en hij moet een tijdje in een kunstmatig coma blijven, maar de artsen hebben goede hoop dat hij erbovenop komt.’

Vanaf dat moment kon niets haar tegenhouden. Ze strekte haar armen voor zich uit en liep gewoon de kant op van de openstaande dubbele deuren van de ambulance naar de toegangstrap, waar ze op de bovenste tree Zorbach vermoedde. Ze lachte, buiten zichzelf van blijdschap door de zekerheid dat hij haar zou opvangen, mocht ze vallen.

Alexander leeft. Beide kinderen zijn bevrijd.

Nu, dat wist ze zeker, zou alles goed komen. Niets kon er meer misgaan.

Zelden had iemand zich zo vergist.

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml