29

Image

(NOG 4 UUR EN 8 MINUTEN TOT AAN DE AFLOOP VAN HET ULTIMATUM)

ALEXANDER ZORBACH (IK)

EERST VOELDE IK HAAR HAND OP MIJN SCHOUDER. DAARNA DE adem waarmee haar woorden mijn nek raakten. ‘Mag ik je iets vragen?’

Alina stond vlak achter me. Zo dichtbij dat ik me niet had kunnen omdraaien zonder haar aan te raken. Maar dat wilde ik op dit moment ook helemaal niet. Ik wilde alleen maar voor het raam blijven staan en naar het donkere bos staren dat zo goed bij mijn actuele gemoedstoestand paste.

‘Misschien,’ antwoordde ik en ik controleerde of de verbinding met Nicci ook echt verbroken was. In mijn telefoon zat een geanonimiseerde prepaidkaart, de basisuitrusting van een misdaadverslaggever, en toch was ik er niet zeker van of Stoya me niet desondanks kon traceren. Ik besloot dat me dat op dit moment niets kon schelen. Op dit ogenblik wist ik toch niet wat ik moest doen en de optie dat ik de volgende nachten in voorarrest door moest brengen, had na wat ons vandaag was overkomen veel van haar afschrikwekkends verloren.

‘Wat we zojuist hebben beleefd...’ zei Alina zacht.

Dat in de kelder...

‘Wat... Wat was dat?’

Ik antwoordde niet, hoewel ik wist waar ze heen wilde.

Alina was zojuist in de waarste zin van het woord met het kwaad in aanraking gekomen. De ogenverzamelaar had zijn slachtoffer luchtdicht met doorzichtig folie omwikkeld en zo het rottingsproces bij zijn slachtoffer, levend en al, veroorzaakt. Daarna, om het lijden van de onbekende te verlengen, had hij haar dood expres verhinderd; had hij haar een katheter en andere ingangen ingebracht waarmee haar medische verzorging was gegarandeerd, inclusief de kunstmatige beademing.

Ik draaide me naar Alina om en keek haar aan. Het feit dat ze sinds onze vlucht haar oogleden dichthield, leek me een ondubbelzinnig teken. Ze wilde zich afzonderen. De visuele wereld, waarin perverse psychopaten rondliepen die mensen voor hun plezier offerden, definitief van zich af snijden.

‘Zou jij het dan hebben gekund?’ vroeg ze me na een tijdje.

Wat gekund? De schakelaar omzetten? De beademingsmachine uitzetten zodat het licht weer aan en de deur weer opensprong? De vrouw vermoorden zodat wij kunnen leven?

‘Ik weet het niet,’ antwoordde ik naar waarheid.

Natuurlijk was die arme vrouw toch niet meer te helpen geweest. Dat wist ik wel. Net als bij mijn moeder had de intensivecareapparatuur niet haar leven, maar alleen nog haar sterven verlengd. Desondanks had ik niet de moed gehad om voor de tweede keer een mens uit voorzorg te doden.

Uit voorzorg!

Want ik was er geen moment zeker van geweest dat ik het raadsel van de ogenverzamelaar goed opgelost had.

Je kunt de pomp uitzetten en winnen...

‘Gelukkig hoefden wij uiteindelijk die beslissing niet te nemen,’ zei ik. Ik nam Alina’s hand van mijn schouder en ging op de bank zitten, waar ik haar de vorige avond voor het eerst had aangetroffen.

Ze ging naast me zitten en voelde voorzichtig met haar slanke vingers op het tafelblad voor haar knieën. Ik schoof een beker sterke koffie die ik voor mijn telefoontje voor haar had gezet in haar richting. Ze trok haar wenkbrauwen op maar zei niets. Toen nam ze een grote slok. Toen ze de mok weer neerzette, glansden haar lippen in het licht van de kaars, die ik evenals het vuur in de haard meteen na onze binnenkomst had aangestoken. Ten slotte zei ze: ‘Ja, gelukkig zijn we er ook zo in geslaagd.’

Ondanks mijn dringende waarschuwingen had Alina in de kelder van de bungalow niet naar me geluisterd. Ze had naar de armen, de handen en ook naar de vingers van de stervende vrouw getast en was daarbij op het doosje gestoten waarin de wijsvinger van de dode stak: een foto-elektrische hartslagmeter, zo een als operatiepatiënten aangebracht krijgen om de hartslag tijdens de operatie te kunnen bewaken. Alina’s overwegingen waren even simpel als logisch geweest. Het uitzetten van de hartbewakingsmachine kon de dood van de arme vrouw niet garanderen. Pas het wegvallen van de hartslag zou de ogenverzamelaar de zekerheid geven dat het offer volbracht was. Wat omgekeerd de conclusie toeliet dat je de levensreddende apparaten niet uit hoefde te zetten om de gewenste kettingreactie te veroorzaken, waarvan ik de weg terug naar de vrijheid verwachtte.

Het had diverse ademloze seconden geduurd voor ik de verrassend scheurbestendige folie en de hartslagmeter van de vinger van de vrouw kon verwijderen. Ten slotte, toen het me eindelijk was gelukt, gebeurde er niets.

Helemaal niets.

Het bleef donker en ook het gedreun van de afzuigpompen hield aan. Maar toen ik op het punt stond te gaan hyperventileren, hield TomTom op met janken. En het werd stil. Doodstil.

Even later ging het slot van de kelderdeur met een zachte klik open en het beademingsapparaat bleef lucht in de longen van de rottende vrouw pompen. Zelf leek ze van de gebeurtenissen om zich heen niets meer gemerkt te hebben. Ik was er niet eens zeker van of haar eerste reacties die ik had waargenomen toen ik de kelder had betreden bewust waren geweest, en niet toch een ongecontroleerde reflex.

Nog terwijl ik met Alina aan de hand de trap op door de woonkamer de bungalow uit was gestormd, om voor de deur de koude, van alle doodsgeur bevrijde lucht in onze longen te pompen, draaide ik het nummer van de brandweer.

‘Snel! Hier gaat iemand dood!’

Toen waren we verder gerend door de niet omheinde tuin, die op een kleine ventweg uitliep, de hondenpoep negerend waarop we uitgleden. We hadden TomTom gevolgd, die ons naar de plaats bracht waar we onze auto hadden geparkeerd.

Even later was ik in de verleiding geweest gewoon maar op te geven. Me over te geven en Stoya alles op te biechten.

Maar wat? Dat de visioenen van een blinde naar de martelkamer van de ogenverzamelaar hadden geleid?

Uiteindelijk was het Alina die me had aangespoord. Die tegen me schreeuwde dat ik geen tijd moest verliezen en eindelijk moest wegrijden.

Weg van deze plek van afschuw, waar de gruwelijkste nachtmerries bijeenkwamen.

Ik hoorde dat ze naast me op de bank haar benen over elkaar sloeg en opende verbaasd mijn ogen. Bijna was ik van uitputting over mijn nachtmerrieachtige herinneringen in slaap gevallen.

‘Op dagen als deze vervloek ik mijn lot,’ zei ze zacht. ‘En daarmee bedoel ik niet dat ik blind ben.’

Ze nam nog een slok. Haar onderlip trilde en wilde daar ook niet mee ophouden toen ze er met haar voortanden op beet.

‘Ik heb het over mijn gáve.’ Een traan maakte zich los uit haar rechteroog.

Ik stak mijn hand naar haar uit. ‘Daarnet in de kelder,’ zei ik zacht, ‘toen je de stervende vrouw aanraakte, toen gebeurde het weer, nietwaar?’

‘Nee.’ Ze keek op. ‘Het is erger.’

‘Hoe bedoel je dat?’

Wat kan er nog erger zijn dan wat we tot nu toe hebben meegemaakt?

‘Ik heb beneden in de kelder iets ontdekt.’

‘Over de ogenverzamelaar?’ vroeg ik.

‘Nee, over mezelf.’

Ze trok de pruik van haar hoofd, tikte tegen haar voorhoofd en schudde kwaad haar geschoren schedel. ‘Ik heb in die kelder iets vreselijks over mezélf ontdekt!’

De ogenverzamelaar
cover.xml
halftitle.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
dedication.xhtml
frontmatter.xhtml
frontmatter01.xhtml
frontmatter02.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
part01.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
part02.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
part03.xhtml
backmatter01.xhtml
backmatter02.xhtml
backmatter03.xhtml