3 DE METAMORFOSEN VAN EEN MYTHISCH MOTIEF

 

 

DE GEDAANTEVERWISSELING ALS VERHAALMOTIEF

 

 

Wanneer Canetti spreekt over de dichter als ‘hoeder van de metamorfosen’ verwijst hij rechtstreeks naar de mythen; Valéry deed in zijn Cahiers een beroep op Proteus, en Rilke koos voor Orpheus. Het gaat dus om een typisch mythische voorstelling, die niet alleen veelvuldig voorkomt in de Griekse mythen, maar ook in de mythen van allerlei andere culturen - een universeel gegeven, dat bovendien in talloze sprookjes en sagen heel populair is gebleven, en dat ook wortel geschoten heeft in de literaire verbeelding van recenter tijden.

 

In het spoor van Canetti heb ik tot dusver de nadruk gelegd op de interpretatie van de gedaanteverwisseling als een mimetisch vermogen, en op het idee van de dichterlijke metamorfosen, dat ook bij andere dichters en denkers een rol speelt in de reflectie over het dichterschap. Maar het is in de literatuur natuurlijk in de eerste plaats een verhaalmotief. En niet zomaar het eerste het beste.

 

 

Wat opvalt bij de veelvuldige metamorfosen in de Griekse mythologie is dat ze heel vaak voorkomen in situaties die nauw verwant zijn aan die van de jacht: vlucht en achtervolging. Angst en verlangen, begeerte en afschuw: in het spanningsveld tussen deze emoties spelen zich de gedaanteverwisselingen af. Of het nu gaat om een wraakactie of om amoureuze verlangens, in die situaties wordt druk van gedaante verwisseld. Hetzij door de achtervolgde om de achtervolger te misleiden, hetzij door de achtervolger om zijn prooi te verschalken.

 

De voorbeelden liggen voor het oprapen: Daphne, achtervolgd door de verliefde Apollo, verandert in een laurier; Leda daarentegen zwicht voor de avances van Zeus wanneer hij de gedaante van een zwaan aanneemt. Maar Actaeon, die de badende Artemis bespiedt, wordt door haar in een hertenbok veranderd en door zijn eigen jachthonden verscheurd. En de gedaanteverwisselingen van Proteus, ten slotte, dienen om lastige vragenstellers af te schudden. Dit zijn maar een paar willekeurige gevallen - de lijst laat zich eindeloos uitbreiden.

 

Dat het hier om een soort oerelement gaat dat door de eeuwen heen in alle mogelijke variaties blijft opduiken, met name in populaire verhalen, wordt duidelijk wanneer je je realiseert dat de achtervolging in ontelbare films nog steeds een onmisbaar ingrediënt is. En vaak zie je daarin ook een moderne variant van het metamorfosemotief terugkeren: de vermomming. De achtervolgde vermomt zich haastig om de achtervolger af te schudden, of de achtervolger doet het om zijn prooi te benaderen. Dat dat ook talloze komische mogelijkheden biedt ligt voor de hand.

 

Maar hier beperk ik me tot de literatuur, en tot een meer strikte opvatting van het metamorfosemotief. Ik heb niet de pretentie een betrouwbaar beeld te schetsen van de geschiedenis van dit motief. Dat zou een belezenheid en een geduld vergen waarvan ik alleen maar kan dromen - om vervolgens niet zonder opluchting wakker te worden. Dus kan ik alleen maar de zevenmijlslaarzen van mijn beperkte belezenheid aantrekken om een snelle wandeling door de literatuur te maken, ongeveer zoals een Amerikaanse toerist in zeven dagen Europa pleegt te ‘doen’.

 

 

Dat de voorstelling van zoiets wonderbaarlijks als een letterlijke gedaanteverwisseling in alle fasen van de cultuur - van de meest archaïsche tot de moderne - is blijven voortbestaan, is opmerkelijk genoeg. Want wanneer de Griekse mythen zoals we ze nu kennen inderdaad het resultaat zijn van een langdurig proces van rationalisering en literaire bewerking, is het dan niet vreemd dat zo’n wonderlijk mythisch motief als dat van de metamorfose zich heeft kunnen handhaven? Had het niet voor de hand gelegen dat juist zo’n irrationeel, onwaarschijnlijk element op de een of andere manier onherkenbaar veranderd of verdwenen zou zijn?

 

Het meest plausibele antwoord op die vragen is, denk ik, dat de bewerkers van de mythen vooral dichters waren, en van dichters mag je nu eenmaal niet verwachten dat ze de poëtische kracht van een verhaal zullen opofferen aan de waarschijnlijkheid ervan. Ook niet wanneer de oorspronkelijke zin van zulke voorstellingen (die wellicht samenhing met totemistisch denken, of met initiatieriten) allang verloren is gegaan.

 

Maar als dat waar is, geeft dat ook aanleiding tot een ander vermoeden, namelijk dat het handhaven van de metamorfose als poëtisch beeld er ook op kan duiden dat in zulke beelden iets is uitgedrukt wat op de een of andere manier essentieel is voor het verhaal. Dat de gedaanteverwisseling dus een cruciaal en onmisbaar element was in de mythische verbeelding. En dan is de vraag: wat wordt erin uitgedrukt? Wat gaat er schuil in zulke voorstellingen van een wonderbaarlijke verandering?

 

Waar de dichterlijke verbeelding onverkort vasthoudt aan het beeld van de gedaanteverwisseling moet het verstand, dat niet meer geloofde in de realiteit van zulke mirakels, wel gaan zoeken naar middelen om er een plausibele betekenis in te vinden. En dat is dan ook gebeurd. Het is bekend dat de godenverhalen van Hesiodus en Homerus al ver voor Plato’s tijd allegorisch geïnterpreteerd werden, precies zoals later christelijke commentatoren dat zouden doen met de Metamorfosen van Ovidius. (Wie daarvan het fijne wil weten kan bijvoorbeeld terecht bij een recente studie als die van Leonard Barkan, The Gods made flesh, Yale University Press 1986.)

 

Maar hoe interessant zo’n studie ook is, mij kunnen al die subtiliteiten van het interpreterend vernuft maar matig bevredigen. Allegorische, symbolische of metaforische interpretaties van bijzondere gevallen kunnen ons tenslotte weinig leren over de aard en de herkomst van de voorstelling in het algemeen. Ze concentreren zich op de inhoud en laten de vraag naar de vorm, naar de functie van zulke transformaties, vrijwel liggen. Dergelijke inhoudelijke interpretaties komen niet toe aan de vraag naar de noodzaak van het metamorfosemotief, of de vraag hoe het zich zo hardnekkig heeft kunnen handhaven.

 

Het gaat er mij dus niet in de eerste plaats om, vast te stellen wat de metamorfose in dit of dat geval betekent, maar eerder hoe ze iets betekent. Niet wie er in wat verandert, en wat dat in die speciale context betekent, maar de functie van zulke verbeelde veranderingen interesseert mij. Met welke ervaring, welke realiteit correspondeert die voorstelling? En valt daaruit misschien iets af te leiden over de functie van dit oeroude motief in de literatuur?
De Jacht Op Proteus
titlepage.xhtml
proteus(800x600)_split_0.htm
proteus(800x600)_split_1.htm
proteus(800x600)_split_2.htm
proteus(800x600)_split_3.htm
proteus(800x600)_split_4.htm
proteus(800x600)_split_5.htm
proteus(800x600)_split_6.htm
proteus(800x600)_split_7.htm
proteus(800x600)_split_8.htm
proteus(800x600)_split_9.htm
proteus(800x600)_split_10.htm
proteus(800x600)_split_11.htm
proteus(800x600)_split_12.htm
proteus(800x600)_split_13.htm
proteus(800x600)_split_14.htm
proteus(800x600)_split_15.htm
proteus(800x600)_split_16.htm
proteus(800x600)_split_17.htm
proteus(800x600)_split_18.htm
proteus(800x600)_split_19.htm
proteus(800x600)_split_20.htm
proteus(800x600)_split_21.htm
proteus(800x600)_split_22.htm
proteus(800x600)_split_23.htm
proteus(800x600)_split_24.htm
proteus(800x600)_split_25.htm
proteus(800x600)_split_26.htm
proteus(800x600)_split_27.htm
proteus(800x600)_split_28.htm
proteus(800x600)_split_29.htm
proteus(800x600)_split_30.htm
proteus(800x600)_split_31.htm
proteus(800x600)_split_32.htm
proteus(800x600)_split_33.htm
proteus(800x600)_split_34.htm
proteus(800x600)_split_35.htm
proteus(800x600)_split_36.htm
proteus(800x600)_split_37.htm
proteus(800x600)_split_38.htm
proteus(800x600)_split_39.htm
proteus(800x600)_split_40.htm
proteus(800x600)_split_41.htm
proteus(800x600)_split_42.htm
proteus(800x600)_split_43.htm
proteus(800x600)_split_44.htm
proteus(800x600)_split_45.htm
proteus(800x600)_split_46.htm
proteus(800x600)_split_47.htm
proteus(800x600)_split_48.htm
proteus(800x600)_split_49.htm
proteus(800x600)_split_50.htm
proteus(800x600)_split_51.htm
proteus(800x600)_split_52.htm
proteus(800x600)_split_53.htm
proteus(800x600)_split_54.htm
proteus(800x600)_split_55.htm
proteus(800x600)_split_56.htm
proteus(800x600)_split_57.htm
proteus(800x600)_split_58.htm
proteus(800x600)_split_59.htm
proteus(800x600)_split_60.htm
proteus(800x600)_split_61.htm
proteus(800x600)_split_62.htm
proteus(800x600)_split_63.htm