4

 

 

Dat het geen probleem van vandaag of gisteren is, blijkt ook uit het werk van Francis Ponge, dat ‘ontspringt aan het uiterste einde van een filosofie van de betekenisloosheid van de wereld’, zoals hij in Proëmia zegt.

 

Ponge vond daarvoor een eigen oplossing. Hij weigerde zich neer te leggen bij de tragiek van het absurde, zoals Camus die opvatte: ‘Voor mij is het niet tragisch dat ik de wereld niet kan verklaren (of begrijpen),’ schreef hij in ‘Extra pagina’s’, ‘temeer omdat mijn poëtisch (of logisch) kunnen me moet bevrijden van elk minderwaardigheidsgevoel tegenover haar. Aangezien het in mijn vermogen ligt haar - metalogisch - opnieuw te maken.’

 

Ponge ervaart de vreemdheid van de dingen als een uitdaging. Juist hun betekenisloosheid schept de mogelijkheid om ze op een nieuwe manier te benaderen, los van de metafysische systemen waaraan ze altijd ondergeschikt waren. Hun verstomming kan opgeheven worden door hun eigenschappen opnieuw, en als voor het eerst, te benoemen.

 

In ‘My creative method’ spreekt hij over ‘dat zintuig dat zich achter in de keel bevindt, halverwege de mond (de tong) en de oren. En dat is het zintuig van de formulering, van het Woord.’ (Méthodes, p. 20)

 

Het zintuig van de formulering - dat is bij uitstek het zintuig van de dichters. Wat kan dat zintuig waarnemen? Niet de wereld in haar tastbare, zichtbare of hoorbare vorm - daar hebben we onze andere zintuigen voor. Ook niet de wereld zoals ze doorgaans in woorden doorklinkt, want in het dagelijks taalgebruik zijn we maar al te zeer gewend, die wereld aan onze woorden ondergeschikt te maken: ons spreken over dingen komt er meestal op neer dat we die dingen naar onze hand zetten.

 

Nee, wanneer het woord, de formulering, werkelijk als een zintuig wordt opgevat, dan gaat het, althans bij Ponge, om het appèl dat de wereld op onze woorden doet. Zoals het licht het oog activeert, zo kunnen de dingen om ons heen de taal activeren. Wat geformuleerd wordt is dan geen soevereine uitspraak over de dingen, maar zoiets als een waarneming, een registratie van wat zij zelf in de taal wakker roepen.

 

‘De dingen zijn al evenzeer woorden als dingen, en omgekeerd zijn de woorden al evenzeer dingen als woorden,’ schrijft Ponge in La fabrique du pré (1971). Er bestaat dus altijd al een intieme relatie tussen woorden en dingen. Wat de dingen voor ons betekenen wordt zichtbaar in de manier waarop we erover spreken, in de woorden die we ervoor gebruiken, en omgekeerd zijn de woorden zelf ook dingen, klankobjecten (die ook visueel weergegeven kunnen worden), met hun eigen bijzondere eigenschappen. Maar omdat we ons van deze relaties nauwelijks bewust zijn (gewend als we zijn om de taal instrumenteel op te vatten), is het nodig opnieuw en bewust vorm te geven aan die relaties.

 

 

Ponge heeft zijn opvattingen zo consequent doorgevoerd, dat hij de poëzie (in literaire zin) uiteindelijk ondergeschikt maakte aan zijn intentie om de dingen adequaat uit te drukken. Het gaat hem om kennis, zegt hij herhaaldelijk, om de ‘les’ die van de dingen te leren valt. De eigenlijke poëzie zit voor hem niet in de vorm die hij aan zijn teksten geeft: zij is juist ‘dat wat zich niet als poëzie voordoet’. (Méthodes, p. 164)

 

‘Ik kan het ook niet helpen,’ zegt hij, ‘als dat geen gedichten meer oplevert. Gedichten, daar hebben we lak aan; wat mij betreft, ik heb me er ten slotte bij neergelegd dat ik poëzie schrijf; ik heb er alles aan gedaan om het er niet op te laten lijken; het schijnt dat het makkelijker is dat gedichten te noemen. Mij is het eigenlijk om het even.’ (Méthodes, p. 211)
De Jacht Op Proteus
titlepage.xhtml
proteus(800x600)_split_0.htm
proteus(800x600)_split_1.htm
proteus(800x600)_split_2.htm
proteus(800x600)_split_3.htm
proteus(800x600)_split_4.htm
proteus(800x600)_split_5.htm
proteus(800x600)_split_6.htm
proteus(800x600)_split_7.htm
proteus(800x600)_split_8.htm
proteus(800x600)_split_9.htm
proteus(800x600)_split_10.htm
proteus(800x600)_split_11.htm
proteus(800x600)_split_12.htm
proteus(800x600)_split_13.htm
proteus(800x600)_split_14.htm
proteus(800x600)_split_15.htm
proteus(800x600)_split_16.htm
proteus(800x600)_split_17.htm
proteus(800x600)_split_18.htm
proteus(800x600)_split_19.htm
proteus(800x600)_split_20.htm
proteus(800x600)_split_21.htm
proteus(800x600)_split_22.htm
proteus(800x600)_split_23.htm
proteus(800x600)_split_24.htm
proteus(800x600)_split_25.htm
proteus(800x600)_split_26.htm
proteus(800x600)_split_27.htm
proteus(800x600)_split_28.htm
proteus(800x600)_split_29.htm
proteus(800x600)_split_30.htm
proteus(800x600)_split_31.htm
proteus(800x600)_split_32.htm
proteus(800x600)_split_33.htm
proteus(800x600)_split_34.htm
proteus(800x600)_split_35.htm
proteus(800x600)_split_36.htm
proteus(800x600)_split_37.htm
proteus(800x600)_split_38.htm
proteus(800x600)_split_39.htm
proteus(800x600)_split_40.htm
proteus(800x600)_split_41.htm
proteus(800x600)_split_42.htm
proteus(800x600)_split_43.htm
proteus(800x600)_split_44.htm
proteus(800x600)_split_45.htm
proteus(800x600)_split_46.htm
proteus(800x600)_split_47.htm
proteus(800x600)_split_48.htm
proteus(800x600)_split_49.htm
proteus(800x600)_split_50.htm
proteus(800x600)_split_51.htm
proteus(800x600)_split_52.htm
proteus(800x600)_split_53.htm
proteus(800x600)_split_54.htm
proteus(800x600)_split_55.htm
proteus(800x600)_split_56.htm
proteus(800x600)_split_57.htm
proteus(800x600)_split_58.htm
proteus(800x600)_split_59.htm
proteus(800x600)_split_60.htm
proteus(800x600)_split_61.htm
proteus(800x600)_split_62.htm
proteus(800x600)_split_63.htm