OEROUD VERKEER

 

 

1

 

 

schrijven is wat gebeurt in het hart
van hooibergen: vuur maken
van stille geurige oogsten

 

 

schreef de dichter Ter Balkt bij wijze van motto voorin de bundel Uier van t oosten. Met vakmanschap en verstechniek heeft dat beeld niets te maken. Het beschrijft een inwendige, onwillekeurige gang van zaken: hooibroei, een gevreesd verschijnsel waardoor vroeger heel wat hooibergen en boerderijen in de as gelegd werden, is een proces waarbij opeengepakt hooi dat niet goed droog is begint te broeien en spontaan vlam vat.

 

Het is een beeld dat goed past bij de impulsieve poëzie van H.H. Ter Balkt, die in 1969 debuteerde in de profetenmantel van Habakuk II De Balker en sindsdien zijn eigen vuurtjes stookt. Het mag zijn dat hij zich eerst gewarmd heeft aan de vlammen van Lucebert, maar zijn eigen vuur knettert toch heel anders. Ter Balkt is geen Vijftiger. Ter Balkt is Ter Balkt: een buitenbeentje, een grommende profeet, een sjamaan uit Twente en een van de weinige lyrische pyromanen in onze hedendaagse poëzie.

 

In zijn eerste bundels, Boerengedichten (1969) en Uier van t oosten (1970), manifesteerde hij zich meteen als een grillig en luidruchtig talent met een heel eigen thematiek. Ook uit zijn pseudoniem bleek dat hij niet wars was van groteske gebaren en retoriek, en er geen been in zag, zichzelf te afficheren als een soort dorpsgek. Het is een slordige, maar kleurrijke en krachtige poëzie. Een paar van de Vijftigers geërfde tics verdwijnen langzamerhand in de volgende bundels, De gloeilampen/De varkens (1972), Groenboek (1973) en Ikonen (1974). Ook de versvormen worden wat strakker, regelmatiger, maar de dwingende stem blijft onmiskenbaar dezelfde. In 1975 volgt Oud gereedschap mensheid moe, in 1977 Helgeel landjuweel, en pas in 1979 legt hij zijn pseudoniem af en publiceert hij Waar de burchten stonden en de snoek zwom onder zijn eigen naam: H.H. Ter Balkt. Daarna volgen Hemellichten (1984), Verkeerde raadhuizen (1986), Aardes deuren (1987) en In de kalkbranderij van het absolute (1990).

 

Van een opvallende evolutie of een ingrijpende ommekeer in zijn dichterschap lijkt geen sprake: zijn latere poëzie wordt wat ingetogener, wat melancholischer, maar nergens is er een duidelijke breuk met het voorafgaande. Ter Balkt blijft de dichter die hij altijd geweest is: temperamentvol, grillig associërend, nooit verlegen om een verrassend beeld. Het liefst is hij mij wanneer hij zijn onstuimige associeerdrift enigszins weet in te tomen en het netwerk van zijn beelden wat strakker aantrekt rond een enkel gegeven. Dan ontstaan zijn sterkste gedichten.

 

Maar Ter Balkt is geen dichter die streeft naar zoiets als ‘het volmaakte gedicht’. Niet het zorgvuldig berekende en getimede vuurwerk, maar het gedurig knagende, knetterende, joelende vuur zelf is zijn element. Zijn poëzie dingt niet naar een schoonheidsprijs, zij is eenvoudig wat zij is - een taalgeworden temperament, een mentaliteit.

 

Ter Balkt schrijft verzen die, zoals zijn tamme kraai Corvus in Boerengedichten het uitdrukt, ‘in een reuk van rauwheid staan’. Potige, aardse poëzie, waarin alles wat los en vast zit aan bod komt - van het gras en de gierpomp tot en met de Rolling Stones, de straatwegen, de benzinepomp, de rogge en de gloeilamp.

 

Op de achterflap van een van zijn bundels zegt hij: ‘Alles is één. Daarom mag blik meedoen en zilver meedoen, de benzinepomp en de vogelschrik, het kruispunt en de zandweg; het stof; het uranium; de snoek, de marskramer en de stad Londen. Want de poëzie is wat moet en niet kan, wat zou moeten kunnen maar niet mag, wat kan en niet moet, wat welvoeglijk is en niet passend, wat korrekt is maar onfatsoenlijk.’

 

Een krachtige verklaring die in één adem een wereldbeeld en een poëtica lijkt samen te vatten. En het aardige van deze rebelse boutade is dat die zich van de plompverloren geponeerde eenheid van Alles razendsnel ontwikkelt tot de paradox van de poëzie: de onmogelijke omhelzing van alles tegelijk - legitiem gekkenwerk.

 

Het is een geluid dat je niet al te vaak hoort in de Nederlandse poëzie, die in het algemeen geen poëzie is van het grote gebaar. De angst voor pathetiek en grote woorden zit er diep in. Men spreekt bij voorkeur over de poëzie als een ambacht, een specialisme; zelden over de poëzie als passie. (De kortstondige revolte van de maximalen was vooral een roep om meer passie, maar erom roepen helpt weinig; passie moet blijken. Het ziet ernaar uit dat Ter Balkt voorlopig de ‘maximale’ dichter bij uitstek blijft.)
De Jacht Op Proteus
titlepage.xhtml
proteus(800x600)_split_0.htm
proteus(800x600)_split_1.htm
proteus(800x600)_split_2.htm
proteus(800x600)_split_3.htm
proteus(800x600)_split_4.htm
proteus(800x600)_split_5.htm
proteus(800x600)_split_6.htm
proteus(800x600)_split_7.htm
proteus(800x600)_split_8.htm
proteus(800x600)_split_9.htm
proteus(800x600)_split_10.htm
proteus(800x600)_split_11.htm
proteus(800x600)_split_12.htm
proteus(800x600)_split_13.htm
proteus(800x600)_split_14.htm
proteus(800x600)_split_15.htm
proteus(800x600)_split_16.htm
proteus(800x600)_split_17.htm
proteus(800x600)_split_18.htm
proteus(800x600)_split_19.htm
proteus(800x600)_split_20.htm
proteus(800x600)_split_21.htm
proteus(800x600)_split_22.htm
proteus(800x600)_split_23.htm
proteus(800x600)_split_24.htm
proteus(800x600)_split_25.htm
proteus(800x600)_split_26.htm
proteus(800x600)_split_27.htm
proteus(800x600)_split_28.htm
proteus(800x600)_split_29.htm
proteus(800x600)_split_30.htm
proteus(800x600)_split_31.htm
proteus(800x600)_split_32.htm
proteus(800x600)_split_33.htm
proteus(800x600)_split_34.htm
proteus(800x600)_split_35.htm
proteus(800x600)_split_36.htm
proteus(800x600)_split_37.htm
proteus(800x600)_split_38.htm
proteus(800x600)_split_39.htm
proteus(800x600)_split_40.htm
proteus(800x600)_split_41.htm
proteus(800x600)_split_42.htm
proteus(800x600)_split_43.htm
proteus(800x600)_split_44.htm
proteus(800x600)_split_45.htm
proteus(800x600)_split_46.htm
proteus(800x600)_split_47.htm
proteus(800x600)_split_48.htm
proteus(800x600)_split_49.htm
proteus(800x600)_split_50.htm
proteus(800x600)_split_51.htm
proteus(800x600)_split_52.htm
proteus(800x600)_split_53.htm
proteus(800x600)_split_54.htm
proteus(800x600)_split_55.htm
proteus(800x600)_split_56.htm
proteus(800x600)_split_57.htm
proteus(800x600)_split_58.htm
proteus(800x600)_split_59.htm
proteus(800x600)_split_60.htm
proteus(800x600)_split_61.htm
proteus(800x600)_split_62.htm
proteus(800x600)_split_63.htm