74

MET EEN HAND TEGEN ZIJN GEWONDE SCHOUDER GEDRUKT LIEP Sam door naar de kerkdeuren die, naar hij veronderstelde, uitkwamen op het plein. Hij was erin geslaagd de aandacht van Peter Lyon af te leiden van Meagan, maar daarbij was bij wel gewond geraakt. Hij hoopte maar dat ze Lyon met zijn allen konden ophouden totdat er assistentie kwam.

Het leek erop dat Thorvaldsen hem te hulp was geschoten door op Lyon te schieten en hem de gelegenheid te geven te ontsnappen. Maar waar was de Deen gebleven?

Hij was aangekomen bij de laatste pilaar van de rij die het gewelf ondersteunde. Daarachter zag hij een open ruimte. Hij drukte zijn ruggengraat tegen het koude steen en wierp voorzichtig een blik in het middenschip.

Lyon rende naar een trap links van het altaar. Een trap die leidde naar Meagans schuilplaats.

‘Nee!’ schreeuwde Sam.

Ashby kon zijn geluk niet op. Lyon liep écht weg, naar de andere kant van de kerk. Ver genoeg van hem vandaan om de deuren te kunnen bereiken en te ontsnappen. Hij had geduldig gewacht en toegekeken terwijl die duivel dekking probeerde te zoeken voor de kogels die vanaf de zuidelijke zijbeuk op hem werden afgevuurd. Hij wist niet wie er had geschoten, maar hij was er erg dankbaar voor.

Nu begon iemand rechts van hem ineens te schreeuwen.

Alsof hij tegen Lyon wilde zeggen: Niet daar, maar hier!

Thorvaldsen vuurde opnieuw, geschrokken doordat Sam opnieuw de aandacht op zichzelf had gevestigd.

Lyon zocht dekking achter de grafmonumenten naast het hoofdaltaar.

Thorvaldsen kon niet toestaan dat Lyon de kooromgang bereikte waar Meagan zich schuilhield. Dus bewoog hij zich langzaam terug door de zuidelijke zijbeuk, weg van Ashby en Sam, in de richting van Lyon.

Ashby rende weg van de stoel en zocht dekking in de schaduw. Lyon bevond zich op dertig meter afstand, terwijl zich steeds meer vijanden om hem heen verzamelden. Caroline was niet meer komen opdagen en hij vermoedde dat ze hem was gesmeerd. Hij kon haar voorbeeld maar beter volgen. De schat was niet belangrijk meer, tenminste niet op dit moment. Ontsnappen was nu prioriteit nummer één.

Dus bukte hij zich en sloop voorzichtig via de zuidelijke zijbeuk naar de half openstaande deuren.

Malone deed zijn gordels om terwijl de helikopter opsteeg van de straat. Het werd nu snel donker; door het wolkendek waren nog slechts een paar vage lichtstrepen zichtbaar.

Stephanie zat naast hem. Ze waren allebei diep verontrust.

Een verbitterde, wraakzuchtige vader en een jonge, onervaren agent vormden niet bepaald het droomteam om een man als Peter Lyon aan te pakken. Een van de twee dacht niet na en de ander had nog nauwelijks geleerd hoe je dat moet doen. Door alle gebeurtenissen had Malone nog geen seconde tijd gehad om zich het hoofd te breken over de plotselinge kloof die tussen hem en Thorvaldsen was ontstaan. Hij had gedaan wat er naar zijn mening moest gebeuren, maar met die beslissing had hij een goede vriend diep gekrenkt. Hij had nog nooit ruzie met Thorvaldsen gehad. Er waren misschien wel eens wat irritaties en frustraties geweest, maar nooit echte boosheid.

Hij moest Henrik spreken en het met hem uitpraten.

Hij wierp een blik naar Stephanie en wist dat ze zichzelf nu verweet dat ze Sam erop af had gestuurd. Toen ze die beslissing nam, was het de juiste zet geweest.

Nu leek het fataal uit te pakken.

Sam was blij dat Lyon had geaarzeld en niet, in elk geval nog niet, het risico had genomen de trap naar de kooromgang op te rennen. Zijn linkerarm deed verschrikkelijk veel pijn en hij moest druk met zijn rechterhand blijven uitoefenen om het bloeden te stelpen.

Denk na! Hij nam opnieuw een beslissing.

‘Henrik!’ riep hij. ‘Die man met het pistool is een gezochte terrorist. Probeer hem onder controle te houden tot er hulp komt.’

Thorvaldsen was blij te horen dat Sam nog leefde.

‘Zijn naam is Peter Lyon,’ riep Meagan.

‘Wat leuk,’ zei Peter Lyon. ‘Iedereen kent me.’

‘Je kunt ons niet allemaal doden,’ zei Sam.

‘Maar wel een of twee van jullie.’

Thorvaldsen wist dat hij daar gelijk in had, vooral omdat hij naast Lyon kennelijk de enige was met een vuurwapen.

Plotseling zag hij beweging. Niet van Lyon maar rechts van hem, vlak bij de deuren. Een eenzame gestalte die zich recht naar de uitgang bewoog. Zijn eerste gedachte ging naar Caroline Dodd, tot hij zag dat het een man was. Ashby.

Hij had kennelijk gebruikgemaakt van de consternatie door voorzichtig naar de andere kant van het middenschip te sluipen. Thorvaldsen wendde zich af van Lyon en bewoog zich in de richting van de deuren. Hij was er dichter bij dan Ashby en was hem dus voor. Hij drukte zich opnieuw tegen het grafmonument van Frans I en wachtte op de Brit die naderde in de duisternis.

De marmeren vloer was kletsnat geworden door de regen die naar binnen sloeg. Hij had het koud zonder zijn jas.

Hij hoorde dat Ashby aan de andere kant van het monument bleef staan, waarschijnlijk om zich ervan te vergewissen of hij de laatste meters naar de vrijheid onopgemerkt kon afleggen.

Thorvaldsen keek voorzichtig om de hoek.

Ashby begon te lopen.

Thorvaldsen liep snel om de korte kant van het monument heen en drukte zijn pistool tegen Ashby’s gezicht.

‘Jij gaat nergens heen.’

Ashby schrok duidelijk, verloor zijn evenwicht op de natte vloer en keek naar zijn belager.