66

15:40 uur

A SHBY WERD ONDER BEDREIGING VAN HET PISTOOL GEDWONGEN UIT de boot te stappen nabij het Île Saint Germain, ten zuiden van het oude stadscentrum. Hij wist nu dat de man die hem had ontvoerd Peter Lyon was en de man met wie hij had gesproken op de rondvaartboot waarschijnlijk een Amerikaanse agent. Langs de kade wachtte een auto. Lyon gebaarde de twee mannen die erin zaten uit te stappen. En van hen opende het achterportier en trok Caroline naar buiten.

‘Die Guildhall van jou kon helaas niet komen,’ zei Lyon. ‘Ik vrees dat hij definitief is verhinderd.’

Ashby wist wat dat betekende. ‘Het was niet nodig hem te doden.’

Lyon grinnikte. ‘Integendeel. Er was geen andere optie.’

De situatie was hiermee veranderd van ernstig in wanhopig. Lyon moest de gangen van Ashby grondig zijn nagegaan, aangezien hij kennelijk precies wist waar Caroline en Guildhall zich hadden opgehouden.

Hij zag de pure angst op het aantrekkelijke gezicht van Caroline.

Hij was zelf ook bang.

Lyon duwde hem naar voren en fluisterde: ‘Ik dacht dat je mevrouw Dodd misschien nodig zou hebben. Dat is de enige reden waarom ze nog leeft. Ik raad je aan de kans die ik haar heb geboden niet te verspelen.’

‘Wil je de schat?’

‘Wie niet?’

‘Gisteravond in Londen vertelde je me nog dat zulke dingen je niet interesseerden.’

‘Een zo rijke bron, waar geen overheid iets van afweet en die je buiten je financiële administratie kunt houden? Daar zou ik zo veel mee kunnen doen. En dan zou ik me niet meer hoeven bezighouden met bedriegers zoals jij.’

Verderop liep een drukke straat, maar hier aan het water was niemand te bekennen. Aan de kade waren voornamelijk bedrijven gevestigd en er was een reparatiewerf die wegens Kerstmis was gesloten. De auto stond geparkeerd tussen een paar bomen die door de winter van hun groen waren ontdaan. Lyon haalde het pistool weer van onder zijn jas vandaan en hij schroefde een geluiddemper op de korte loop.

‘Zet haar terug in de auto,’ beval Lyon terwijl ze de wagen naderden.

Caroline werd op de achterbank geduwd. Lyon liep naar het geopende portier, stak zijn arm naar binnen en richtte het pistool op haar.

Ze slaakte een gesmoorde kreet. ‘O god. Nee.’

‘Hou je mond,’ zei Lyon.

Caroline begon te huilen.

‘Lord Ashby,’ zei Lyon. ‘En u ook, mevrouwtje Dodd. Ik vraag jullie dit maar één keer. Als ik niet meteen een duidelijk en geloofwaardig antwoord krijg, schiet ik. Is dat iedereen duidelijk?’

Ashby zweeg.

Lyon keek hem strak aan. ‘Ik hoorde je niet, lord Ashby.’

‘Wat is daar onduidelijk aan?’

‘Vertel me waar die schat is,’ zei Lyon.

Toen Ashby Caroline eerder had verlaten was ze nog bezig de details uit te zoeken, hoewel ze in ieder geval een duidelijke aanwijzing had. Hij hoopte voor hen allebei dat ze intussen aanzienlijk meer wist.

‘In de kathedraal van Saint-Denis,’ antwoordde Caroline snel.

‘Weet je ook waar precies?’ vroeg Lyon. Zijn blik was gericht op Ashby, maar het pistool nog steeds op de achterbank.

‘Ik denk het wel. Maar ik moet erheen om zekerheid te krijgen. Ik moet het zien. Ik ben hier pas kortgeleden achterge...’

Lyon trok zijn arm terug en liet het wapen zakken. ‘Ik hoop voor jullie dat jullie het me kunnen aanwijzen.’

Ashby stond doodstil.

Lyon richtte het pistool nu op hem. ‘Jouw beurt. Twee vragen, en ik wil korte antwoorden. Heb je een direct lijntje met de Amerikanen?’

Dat was makkelijk. Hij knikte.

‘Heb je een telefoon bij je?’

Hij knikte opnieuw.

‘Geef me de telefoon en het nummer.’

Malone stond naast Sam en probeerde te bedenken wat ze nu moesten ondernemen, toen de telefoon van Stephanie tot leven kwam. Ze keek op het scherm en zei: ‘Ashby.’

Hij wist wel beter. ‘Ik denk dat Lyon je wil spreken.’

Ze drukte op de luidsprekertoets.

‘Ik begrijp dat u de leiding hebt?’ klonk een mannenstem.

‘Voor zover ik weet wel, ja.’

‘U was gisteren in Londen?’

‘Klopt.’

‘Hebt u vandaag van de voorstelling genoten?’

‘Ik vond de achtervolging erg vermakelijk.’

Lyon grinnikte. ‘Ik heb jullie een beetje afgeleid zodat ik me kon concentreren op lord Ashby. Hij is niet te vertrouwen, maar dat hebt u vast zelf ook al geconcludeerd.’

‘Hij denkt momenteel waarschijnlijk hetzelfde over jou.’

‘U mag me wel dankbaar zijn. Ik heb u een dienst bewezen door u getuige te laten zijn van mijn gesprek met Ashby in Westminster. Ik nam deel aan die rondleiding over Jack the Ripper om jullie de kans te geven me te volgen. Ik heb die miniatuurtjes van de Eiffeltoren voor jullie achtergelaten. Ik heb jullie agent zelfs aangevallen. Wat had ik nog meer moeten doen? Zonder mij hadden jullie nooit geweten dat Ashby het in werkelijkheid op de Eiffeltoren had gemunt. Ik ging ervan uit dat jullie wel een manier zouden vinden om hem tegen te houden.’

‘En als we dat niet hadden gedaan, wat had dat dan uitgemaakt? Dan had je nog steeds je geld gehad en kon je rustig beginnen aan je volgende opdracht.’

‘Ik had het volste vertrouwen in jullie.’

‘Ik hoop niet dat je er iets voor terug verwacht.’

‘Lieve hemel, nee. Ik wilde alleen niet dat die idioot Ashby zou slagen.

Malone realiseerde zich dat ze getuige waren van de beruchte arrogantie van Peter Lyon. Het was niet genoeg dat hij zijn achtervolgers twee stappen voor was, maar hij peperde het ze ook graag nadrukkelijk in.

‘Ik heb nog meer informatie voor jullie,’ zei Lyon. ‘En dit is een echte tip, geen afleidingsmanoeuvre. Jullie moeten weten dat de Franse fanatici aan wie deze hele affaire zou worden toegeschreven een voorwaarde hebben verbonden aan hun medewerking. Dat heb ik lord Ashby nooit verteld. Het zijn separatisten die verontwaardigd zijn vanwege de oneerlijke manier waarop ze in Frankrijk zijn behandeld. Ze haten de repressieve en in hun ogen racistische regelgeving. Ze zijn het beu ertegen te protesteren. Daarmee hebben ze maar weinig bereikt en veel van hun moskeeën in Parijs zijn de afgelopen jaren gesloten als straf voor hun activistische verzet. In ruil voor hun hulp bij Les Invalides wilden ze een wat harder signaal afgeven.’

Wat Malone hoorde beviel hem allerminst.

‘Er komt een zelfmoordaanslag,’ zei Lyon.

IJskoude vingers gleden over Malones ruggenwervels.

‘Tijdens de kerstdienst ergens in een kerk in Parijs. Dat leek ze wel passend, omdat hún gebedshuizen met grote regelmaat worden gesloten.’

Er waren letterlijk honderden kerken in Parijs.

‘Na drie blindgangers vind ik het moeilijk u serieus te nemen,’ verklaarde ze.

‘Ik begrijp wat u bedoelt, maar dit is werkelijk gemeend. En het heeft geen zin er met loeiende sirenes op af te gaan. Dat zou de dader alleen maar aanmoedigen. Om u de waarheid te zeggen: het is bijna zover. Alleen ú kunt het voorkomen.’

‘Flauwekul,’ zei Stephanie. ‘Je probeert alleen maar tijd te rekken.’

‘Natuurlijk doe ik dat. Maar kunt u zich veroorloven erop te gokken dat ik u voorlieg?’

Malone wist het antwoord en hij zag het ook in Stephanies ogen.

We hebben geen keus.

‘Waar?’ vroeg ze.

Lyon lachte. ‘Zo gemakkelijk gaat dat niet. Het wordt een soort puzzeltocht. Vanzelfsprekend rekenen de bezoekers van de bewuste kerk erop dat u op tijd arriveert. Hebt u de beschikking over eigen vervoer?’

‘Jazeker.’

‘Dan neem ik zo dadelijk weer contact op.’ Ze schakelde de luidspreker uit.

Even leek wanhoop bezit van haar te nemen, maar al snel maakte die weer plaats voor de zelfverzekerdheid die was gebaseerd op een vijfentwintigjarige loopbaan in dienst van de nationale veiligheid.

Ze keek Sam aan. ‘Ga jij achter Henrik aan.’

Professor Murad had hun al verteld dat Thorvaldsen op weg was naar de Cathédrale de Saint-Denis.

‘Probeer hem een beetje in de hand te houden totdat wij erheen kunnen.’

‘Hoe doe ik dat?’

‘Ik weet het niet. Dat mag je zelf bedenken.’

‘Goed, mevrouw.’

Malone moest glimlachen om zijn sarcasme. ‘Dat zei ik ook altijd als ze me met een onmogelijke missie het bos in stuurde. Maar je kunt hem wel aan. Hou hem aan de praat en zorg dat de dingen niet uit de hand lopen.’

‘Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan met Henrik.’

Hij legde een hand op de schouder van zijn jongere vriend. ‘Hij is op je gesteld. En hij zit in de prut. Je moet hem helpen.’