73

LYON HOORDE CAROLINE EN LIET ZIJN WAPEN ZAKKEN. ASHBY KON weer ademhalen.

‘Ga in die stoel zitten,’ beval Lyon. ‘En blijf daar zitten.’

Aangezien de basiliek slechts één uitgang had en hij die met geen mogelijkheid veilig kon bereiken, besloot hij dat gehoorzamen de enige verantwoorde optie was.

‘Hé,’ klonk de mysterieuze vrouwenstem vanuit het donker. ‘Je gelooft toch niet echt dat ze tevoorschijn komt, hè?’

Lyon antwoordde niet.

In plaats daarvan beende hij naar het altaar.

Sam kon bijna niet geloven dat Meagan bezig was Lyon naar zich toe te lokken. Wat was er gebeurd met het bijna wanhopige Ik kan het niet, de woorden die ze eerder buiten in de regen had uitgesproken? Hij zag dat Lyon door het middelste gangpad langs de rijen lege stoelen naar achteren liep, met het pistool in de aanslag.

‘Als al mijn vrienden van een brug af sprongen,’ zei Norstrum, ‘dan zou ik ze niet achterna springen. Dan zou ik beneden staan in de hoop ze op te vangen.’

Hij probeerde het te begrijpen.

Echte vrienden laten elkaar niet vallen.

Zijn we echte vrienden?’ vroeg hij.

Natuurlijk.’

‘Maar je zegt altijd dat ik hier ooit weg zal moeten.’

‘Ja, dat moment kan komen. Maar afstand kan een vriendschap niet verbreken. In hun hart blijven vrienden bij elkaar. Vergeet nooit dat iedere vriend ooit een vreemde was, Sam.’

Meagan Morrison was twee dagen geleden nog een vreemde voor hem geweest. Maar nu stelde ze haar leven in de waagschaal. Voor hem? Voor Thorvaldsen? Het deed er niet toe.

Hij liet haar niet vallen.

Hij besloot het enige wapen in te zetten waarover hij beschikte. Hetzelfde wapen dat Caroline Dodd had gekozen. Dus deed hij zijn natte jas uit, greep een van de houten klapstoelen en smeet die naar Peter Lyon.

Thorvaldsen zag de stoel door het middenschip op Lyon af zeilen. Wie was hier nog meer bezig? Meagan zat ergens in de kooromgang, hoog achter het altaar. De doodsbange Dodd stond een meter bij hem vandaan. En Ashby bevond zich vlak bij de westelijke zijbeuk.

Lyon zag de stoel aankomen, maakte een ontwijkende beweging en slaagde erin op tijd weg te komen zodat de stoel op de stenen vloer terechtkwam. Vervolgens richtte hij zijn pistool en vuurde op het koor en de bisschopstroon.

Terwijl Lyon de stoel ontweek, maakte Sam van de gelegenheid gebruik zijn schuilplaats te verlaten. Hij sprintte gebukt langs de pilaren en grafmonumenten in de richting van Ashby.

Opnieuw klonk er een schot.

De kogel ketste af op de stenen, ongeveer een decimeter naast zijn linkerschouder. Lyon had hem dus gezien.

Een volgend schot ketste opnieuw af maar nu ervoer hij een stekende pijn in zijn linkerschouder. Het voelde alsof zijn hele arm in brand stond. Hij verloor zijn evenwicht en viel op de grond. Hij rolde weg en keek naar zijn schouder. De mouw was gescheurd en er verscheen een snel groter wordende bloedvlek. Het begon te branden achter zijn ogen. Hij bekeek de wond en zag dat het alleen maar een schampschot was, al deed het verdomd veel pijn.

Hij drukte zijn rechterhand tegen de wond om het bloeden te stelpen en stond op.

Thorvaldsen probeerde te zien op wie Lyon schoot. Opnieuw had iemand een stoel naar hem gegooid. Toen zag hij een zwarte schaduw voorbijschieten aan de andere kant van het grafmonument waarachter hij verborgen zat.

Dodd zag hem ook. Ze raakte in paniek en verdween achter een paar andere graftomben, verder van het middenschip verwijderd.

Thorvaldsen ving een glimp op van het gezicht van de voorbijrennende gestalte. Het was Sam.

Hij hoorde nog twee schoten, gevolgd door het geluid van een massa vlees en botten die in onzachte aanraking kwam met de stenen vloer.

O god, nee. Alsjeblieft niet nog een keer.

Hij richtte zijn pistool op Peter Lyon en haalde de trekker over.

Ashby dook weg en zocht dekking. Het middenschip leek te zijn veranderd in een schietbaan waarop schutters zich van alle kanten uitleefden. Hij zag dat Lyon plat op de grond was gaan liggen en probeerde de stoelen als schild te gebruiken.

Waar was Caroline?

Waarom was ze niet teruggekomen?

Thorvaldsen kon niet toestaan dat Sam iets overkwam. Het was al erg genoeg dat Meagan erbij betrokken was. Caroline Dodd was verdwenen, ongetwijfeld in de richting van de halfopen deuren waarachter de wind en de regen nog steeds tekeer gingen. Het zou niet lang meer duren voor Lyon zich herstelde en reageerde, dus haastte hij zich achter Sam aan.

Malone hield zijn armen beschermend om zijn hoofd geslagen toen de explosie door het middenschip dreunde en de muren en ramen van de kerk deed trillen. Maar zijn opzet om de bom in de grafkelder tot ontploffing te laten komen was geslaagd. De volle hevigheid van de explosie had de kelder opgevangen en uit het trapgat kwam alleen een wolk rook en stof omhoog.

Hij keek om zich heen.

Iedereen leek ongedeerd.

Toen sloeg de paniek toe en alle aanwezigen probeerden tegelijk de uitgang te bereiken. De priester en zijn twee misdienaren verdwenen in het koor.

Hij bleef staan bij het hoofdaltaar, bestudeerde de chaos en realiseerde zich dat de dader waarschijnlijk was ontsnapt. Toen de menigte wat minder dicht werd, zag hij aan het eind van het middenpad Stephanie staan. Ze drukte de loop van haar pistool tegen de ribbenkast van Haviksneus.

Drie Parijse politiemannen stormden naar binnen. Een van hen zag het wapen in de handen van Stephanie en greep onmiddellijk naar het zijne. De twee andere agenten volgden zijn voorbeeld.

‘Baissez votre arme. Immédiatement,’ riep een van de agenten naar Stephanie. Laat je wapen vallen. Onmiddellijk.

Er verscheen een politieman in burger die de agenten terugriep. Ze lieten hun wapens zakken en haastten zich naar voren om Haviksneus in de boeien te slaan.

Stephanie beende door het middenpad.

‘Mooie vangst,’ zei hij.

‘Mooie worp.’

‘Wat doen we nu?’ vroeg hij. ‘Ik denk niet dat we nog iets van Lyon zullen horen.’

‘Dat denk ik ook niet.’

Hij haalde zijn mobiele telefoon tevoorschijn. ‘Misschien wordt het tijd dat ik eens probeer Henrik tot rede te brengen. Sam zal nu wel bij hem zijn.’

Tijdens de taxirit naar de kerk had hij het toestel op de stille modus gezet. Nu zag hij dat hij twintig minuten geleden een oproep had gemist.

Thorvaldsen. Hij had na hun eerdere gesprek nog een keer gebeld.

Hij zag dat er voicemail was en luisterde naar het bericht.

‘Met Meagan Morrison. U hebt me eerder vandaag met Sam gezien bij de Eiffeltoren. Henrik heeft me zijn telefoon gegeven, dus ik bel nu vanaf zijn nummer. Ik hoop dat u Cotton Malone ben. Die oude malloot is de basiliek van Saint-Denis binnen gegaan om Ashby te grazen te nemen. Er zijn daar ook nog een andere man en een vrouw. Sam vertelde me dat die man een zekere Peter Lyon is. Sam is ook naar binnen gegaan. Ze hebben hulp nodig. Eerst wilde ik het Sam alleen laten opknappen maar... dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Ik ben bang dat hem iets overkomt. Ik ga de kerk in. Dat wilde ik u laten weten.’

‘We moeten naar Saint-Denis,’ zei hij.

‘Dat is maar dertien kilometer, maar het is druk op de weg. Ik heb de Parijse politie al gewaarschuwd. Ze sturen er manschappen heen. En voor ons is er een helikopter geregeld. Die zal nu wel buiten staan. De straat is afgezet zodat hij kan landen.’

Ze had aan alles gedacht.

‘Ik kan de politie daar niet met gillende sirenes op afsturen,’ zei ze. ‘Ik wil Lyon en dit is misschien onze enige kans. Ze gaan erheen zonder geluid.’

Hij wist dat dit het beste was. Maar niet voor die anderen in de basiliek.

‘We moeten zorgen dat wij er eerder zijn,’ zei ze.

‘Mijn idee.’