31

MALONE WERD ONDER SCHOT GEHOUDEN EN DOOR HET VERLATEN museum geleid. Alle bezoekers waren verdwenen en het leek erop dat de boel was afgesloten. Er was behoorlijk geschoten en hij vroeg zich af waarom er geen beveiligingspersoneel of politie te bekennen was.

‘Wat doet de Secret Service hier?’ vroeg hij, alsof dat enige zin had. ‘Heb je misschien nog een collega gezien? Een jonge gast, ziet er goed uit, een beetje overenthousiast? Hij heet Sam Collins.’

Het leverde alleen maar meer stilte op.

Ze liepen door een tentoonstellingsruimte met donkerrode muren, een aantal altaarstukken en drie kapotgeschoten vitrinekasten. Degene die het in dit museum voor het zeggen had, zou er waarschijnlijk niet blij mee zijn.

Hij zag op de grond een tweede bloedend lichaam liggen. Spierbonk.

Rechts was een deur met een trap die omlaag leidde en links zag hij een dubbele deur waarnaast een gelamineerd bord was opgehangen met de tekst LA DAME À LA LICORNE.

Malone wees. ‘Daar naar binnen?’

De man knikte, liet zijn pistool zakken en trok zich terug in het vertrek met de rode muren. Het timide gedrag van de agent amuseerde hem.

Hij liep de donkere ruimte binnen waar zes kleurrijke wandkleden hingen, subtiel beschenen met indirect licht. Onder andere omstandigheden was hij ervan onder de indruk geweest, omdat hij zich herinnerde dat deze vijftiende-eeuwse werken tot de waardevolste bezittingen van het museum behoorden, maar zijn aandacht werd getrokken door de eenzame gestalte die op een van de drie banken in het midden van de zaal zat. Nu werd het hem allemaal duidelijk.

Stephanie Nelle. Zijn voormalige baas.

‘Ik zie dat je er weer in bent geslaagd een stukje nationaal kunstbezit te vandaliseren,’ zei ze, terwijl ze opstond en hem aankeek.

‘Dit keer was het niet mijn werk.’

‘Wie sloeg zojuist een vitrine kapot met een stoel om er een zwaard en een schild uit te halen?’

‘Dus je stond toe te kijken.’

‘De Fransen willen je er graag over onderhouden,’ maakte ze hem duidelijk.

‘Wat betekent dat ik je een bedankje verschuldigd ben,’ zei hij, waarna hij zichzelf corrigeerde. ‘Nee, het zal president Daniels wel zijn die ik moet bedanken, klopt dat?’

‘Hij heeft persoonlijk ingegrepen nadat ik hem had gemeld dat het een beetje uit de hand was gelopen.’

‘Hoe gaat het met die suppoost die is neergeschoten?’

‘Die is op weg naar het ziekenhuis. Hij zal het wel overleven.’

‘En die jongen die hier buiten staat te wachten. Secret Service?’

Ze knikte. ‘Die heb ik even geleend.’

Hij kende Stephanie al lang. Twaalf jaar had hij voor haar bij Magellan gewerkt op het ministerie van Justitie. Ze hadden samen veel meegemaakt, vooral sinds hij de afgelopen twee jaar officieel met pensioen was.

‘Het spijt me van je vader,’ zei ze.

Hij had al een paar uur niet meer gedacht aan wat er de afgelopen twee weken was gebeurd. ‘Nog bedankt voor wat jij hebt gedaan.’

‘Dat moest gebeuren.’

‘Waarom ben je hier?’

‘Sam Collins. Ik heb begrepen dat jullie elkaar hebben ontmoet.’

Hij ging op een van de banken zitten en bestudeerde de wandtapijten. Op elk tapijt was een rond, donkerblauw eiland te zien, overdekt met bloeiende planten; kleurrijke afbeeldingen waarbij het gamma van donkerrood tot lichtroze overheerste. Op alle zes stond een edelvrouw afgebeeld met een eenhoorn en een leeuw, in verschillende taferelen. Hij kende de allegorie: vijf stelden de zintuigen voor en de zesde onderstreepte de mythische lading. Subtiele boodschappen uit een ver verleden, waarmee hij zelf de afgelopen periode ook ruimschoots was geconfronteerd.

‘Zit Sam in de problemen?’ vroeg hij.

‘Hij zat in de problemen vanaf het moment waarop hij in contact kwam met Thorvaldsen.’

Ze vertelde hem over haar ontmoeting met Danny Daniels, de vorige dag in het Oval Office, waar de president van de Verenigde Staten haar duidelijk had gemaakt dat er iets belangrijks stond te gebeuren in Kopenhagen.

‘Daniels weet van het bestaan van Sam. De Secret Service heeft hem gebriefd.’

‘Is dat niet een nogal onbenullige kwestie voor de president?’

‘Niet zodra hij wist dat Thorvaldsen erbij betrokken is.’

Dat was een goed punt.

‘Cotton, die Club van Parijs is een serieuze zaak. Onze mensen houden ze al ruim een jaar in de gaten. Tot voor kort zag het er niet zo alarmerend uit. Maar ik moet weten waar Thorvaldsen op uit is.’

‘Dus dit gaat over Sam? Of over Henrik?’

‘Over allebei.’

‘Wat heeft Henrik met die Club van Parijs te maken?’

‘Je denkt toch niet dat ik gek ben? Je zit hier met de stofzuiger aan, klaar om alles op te zuigen wat ik voor je neerleg. Daarvoor ben ik niet hier. Ik moet weten wat die geschifte Deen van plan is.’

Hij wist dat Henrik en Stephanie elkaar niet bepaald vertrouwden al waren ze, vooral de laatste tijd, meer dan eens op elkaar aangewezen geweest. Aangezien hij zelf geen enkel belang bij de zaak had, behalve dat hij zijn vriend wilde helpen, besloot hij dit keer maar eens gewoon de waarheid te vertellen. ‘Hij zit achter de moordenaar van Cai aan.’

Stephanie schudde haar hoofd. ‘Ik dacht wel dat het zoiets was. Maar hij staat op het punt een grote inlichtingenoperatie te verpesten en een van onze belangrijkste informanten te compromitteren.’

Er viel opnieuw een kwartje bij Malone. Zijn gezicht verstrakte. ‘Wou je zeggen dat Ashby voor ons werkt?’

Ze knikte. ‘Hij heeft heel wat nuttige informatie geleverd.’

Hij moest dit even op zich laten inwerken en zei toen: ‘Henrik gaat hem vermoorden.’

‘Dan moet je hem tegenhouden.’

‘Dat is onmogelijk.’

‘Cotton, er zit meer achter deze zaak. Die Club van Parijs is iets groots aan het voorbereiden. Wat weten we niet. Nog niet, tenminste. Een zekere Eliza Larocque heeft de leiding. Zij is het brein achter de operatie. Ashby maakt deel uit van de uitvoerende tak. Hij doet wat ze hem opdraagt, maar hij heeft ons op de hoogte gehouden. De club bestaat uit zeven van de rijkste mensen ter wereld. We weten natuurlijk niet of die allemaal op de hoogte zijn van wat Larocque precies van plan is.’

‘Waarom vertellen jullie ze dat dan niet?’

‘Omdat is besloten ze allemaal tegelijkertijd uit te schakelen. Ze maken zich schuldig aan corruptie, omkoping, afpersing en financiele en veiligheidsfraude op ongekende schaal. Ze hebben de valutamarkten ontregeld en zijn misschien zelfs verantwoordelijk voor de internationale devaluatie van de dollar. We zijn van plan een boodschap af te geven door ze allemaal in één klap uit te schakelen.’

Hij wist wat dat betekende. ‘Dus zij worden opgepakt en Ashby gaat vrijuit.’

‘Alles heeft nu eenmaal zijn prijs. Zonder hem waren we dit helemaal niet te weten gekomen.’

Hij richtte zijn blik op een van de tapijten. Een jonge vrouw, geflankeerd door een leeuw en een eenhoorn, koos een versnapering uit een schaal terwijl een parkiet een andere lekkernij in zijn klauw hield. Ze had gezelschap van een leeuw en een eenhoorn.

‘Heb je enig idee wat een puinhoop dit is?’ vroeg hij.

‘Intussen wel, ja. Onze mensen hebben kort geleden ontdekt dat Thorvaldsen Ashby laat schaduwen. Hij heeft zelfs afluisterapparatuur laten plaatsen in zijn landhuis. Dat was waarschijnlijk alleen maar mogelijk doordat Ashby slordig is geworden. Hij denkt dat hij goed zit bij ons én bij Eliza Larocque. Hij heeft er geen idee van dat Thorvaldsen hem in de gaten houdt. Maar de president wil dat Thorvaldsen uit beeld verdwijnt.’

‘Henrik heeft gisteravond twee mensen vermoord. Een van hen is betrokken geweest bij de moord op Cai.’

‘Dat kan ik hem niet kwalijk nemen. En ik ben ook niet van plan me daarmee te bemoeien, tenzij onze relatie met Ashby erdoor in het gedrang komt.’

Hij moest het vragen. ‘Wat is de Club van Parijs van plan?’

‘Dat heeft Ashby ons nog niet verteld. Alleen dat er iets aan zit te komen en dat het snel gaat gebeuren. Het is een kwestie van dagen. Ik neem aan dat hij zijn informatie gedoseerd verstrekt om zodoende waardevol voor ons te blijven.’

‘En wie zijn die lijken in het museum?’

‘Die werken voor Eliza Larocque. Door die vrouw in dat blauwe uniform raakten ze van slag en sloegen ze op tilt.’

‘Hoe kwaad zijn de Fransen?’

‘Dat wil je niet weten.’

‘Hier sta ik buiten.’

‘De Secret Service hield dit museum al meer dan een maand in de gaten.’ Ze aarzelde. ‘Er is nooit eerder zo’n heibel geweest.’

‘Die vrouw in dat blauwe uniform is ermee begonnen.’

‘Tijdens mijn vlucht naar Parijs ben ik erachter gekomen dat die GreedWatch-website de aandacht van Eliza Larocque heeft getrokken. Ik neem aan dat die twee mannen die Foddrell van jullie schaduwden.’

‘Waar is Sam?’

‘Die is afgevoerd. Dat is vastgelegd door de beveiligingscamera’s.’

‘Politie?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Het meisje in het blauwe uniform.’

‘Je kon hem niet helpen?’

‘Het is geen probleem.’

Hij kende Stephanie goed. Ze hadden lang samengewerkt. Hij was een van de twaalf juridisch geschoolde agenten geweest die al vanaf het begin deel hadden uitgemaakt van Magellan. Ze had hem persoonlijk aangesteld. Dus zijn volgende vraag lag voor de hand. ‘Ik neem aan dat je alles van haar weet.’

‘Niet echt. Ik had geen idee wat ze zou gaan doen, maar ik ben verdomd blij dat ze het gedaan heeft.’