55

THORVALDSEN LIEP VAN DE NOORD- NAAR DE WESTKANT VAN HET platform binnen het hekwerk. Aan zijn andere zijde zag hij een vitrine met wassen beelden van Gustave Eiffel en Thomas Edison, die zodanig waren opgesteld dat het leek alsof ze in gesprek waren in een van de voormalige werkruimten van Eiffel. Om hem heen heerste een doodse stilte; alleen de wind hield hem gezelschap.

Ashby was nergens te bekennen.

Halverwege bleef hij staan. Het viel hem op dat de glazen deur naar de uitgang dicht was. Toen de groep hier een paar minuten eerder langs was gekomen had hij nog opengestaan. Hij greep de deurknop en probeerde hem te openen.

Hij zat op slot.

Misschien had een personeelslid hem afgesloten. Maar waarom? De toren zou straks worden opengesteld voor bezoekers. Er waren maar twee deuren die toegang boden tot het bovenste platform in de open lucht. Waarom zou je dan een daarvan afsluiten?

Hij liep terug naar de oostkant, waar de anderen zich stonden te vergapen aan het uitzicht. De tweede deur was ook dicht. Hij probeerde hem vergeefs te openen.

Hij hoorde dat Eliza wat bezienswaardigheden toelichtte. ‘Daar ligt Les Invalides, ik denk ongeveer drie kilometer van hier. Daar bevindt zich de graftombe van Napoleon. Maar zo te zien is er iets voorgevallen.’

Voor de ingang van de kerk stond een auto in brand en op de wegen die uitkwamen bij het monument stonden politie- en brandweerwagens geparkeerd. Hij vroeg zich af of wat daar was gebeurd misschien iets te maken had met de twee afgesloten deuren. Toevalligheden waren zelden toeval.

‘Madame Larocque,’ zei hij, in een poging haar aandacht te trekken.

Ze keek hem aan.

‘De beide toegangsdeuren zitten op slot.’

Ze keek hem verbaasd aan. ‘Hoe is dat mogelijk?’

Hij besloot haar vraag te beantwoorden met een aanvullende onheilstijding. ‘En er is nog iets anders wat u misschien zorgen zal baren.’

Ze keek hem aan met een intense blik.

‘Lord Ashby is verdwenen.’

Sam wachtte op het eerste platform en vroeg zich af wat zich honderdvijftig meter boven hem afspeelde. Toen de Club van Parijs de eetzaal had verlaten en de voorbereidingen voor de lunch waren begonnen, had hij zich weer tussen het personeel gemengd.

‘Hoe is het gegaan?’ fluisterde Meagan terwijl ze het zilveren bestek en de borden op de tafels legden.

‘Deze mensen hebben serieuze plannen,’ mompelde hij.

‘Kun je me niet meer vertellen?’

‘Niet nu. Maar ik kan je wel zeggen dat we gelijk hadden.’

Toen ze klaar waren met de tafels snoof hij de verlokkelijke geur op van gestoomde groenten en gegrild rundvlees. Hij had honger, maar dit was niet het juiste moment om aan eten te denken.

Hij schoof de stoelen in de juiste positie.

‘Ze zijn nu al een halfuur boven,’ zei Meagan tijdens het werk.

Drie leden van de beveiliging hielden de bedienden in de gaten. Hij wist dat hij straks niet binnen kon blijven. Hij had ook gezien hoe Henrik Thorvaldsen had gekeken toen de Deen zich realiseerde dat Sam hier aanwezig was. Die moest zich wel afvragen wat dat te betekenen had. Hem was verteld dat Thorvaldsen niets wist van de Amerikaanse betrokkenheid en Stephanie had duidelijk gemaakt dat ze dat zo wilde houden. Hij had zich afgevraagd waarom, maar besloten dat hij moest ophouden zijn meerderen tegen te spreken.

De hoofdkelner gaf het teken dat het personeel zich moest terugtrekken.

Samen met Meagan en de anderen verliet hij de eetzaal door de hoofdingang. Het was de bedoeling dat ze in het nabijgelegen restaurant zouden wachten totdat er moest worden afgeruimd. Hij keek omhoog naar het bruingrijze ruwijzeren vlechtwerk. Vanaf het tweede platform kwam een van de liften omlaag. Hij merkte dat Meagan het ook had gezien.

Ze stonden allebei te aarzelen bij de balustrade in het centrum van het platform, vlak bij de ingang van het restaurant, terwijl de andere bedienden snel de warmte van het restaurant opzochten.

De lift stopte. De deur bevond zich aan de andere kant van het platform, achter de zaal, zodat Meagan en hij niet konden zien wie uitstapte. Sam realiseerde zich dat ze niet lang meer voor de ingang konden blijven staan zonder argwaan te wekken bij de beveiligers, die hun positie bij de deuren van de zaal hadden ingenomen.

Graham Ashby verscheen, in zijn eentje. Hij haastte zich naar de trap die naar de begane grond leidde en verdween uit het zicht.

‘Die had haast,’ zei Meagan.

Hij was het met haar eens. Er klopte iets niet.

‘Ga erachteraan,’ commandeerde hij. ‘Maar zorg dat hij je niet in de gaten krijgt.’

Ze keek hem met een verwonderde blik aan. De scherpte in zijn stem had haar verrast. ‘Waarom?’

‘Doe het nou maar.’

Hij had geen tijd voor een discussie en liep weg.

‘Waar ga jij dan heen?’ vroeg ze.

‘Naar boven.’

Malone hoorde niet dat de deur van de helikopter achter hem werd dichtgeschoven maar hij voelde de lier in beweging komen. Hij hield zijn armen naast zijn lichaam en leunde met gestrekte benen voorover. Even leek het op een vrije val, totdat hij voelde dat de kabel weerwerk bood.

Hij bewoog langzaam omlaag en zoals de marinier al had voorspeld werd hij naar achteren geblazen. De Skyhawk vloog ongeveer vijftien meter onder hem. De marinier vierde de kabel verder, zodat zijn voeten langzaam in de richting van de vleugel bewogen.

Het was bitter koud op deze hoogte. Het pak en de bivakmuts boden wel enige bescherming, maar zijn neus en lippen deden pijn in de droge, snijdende kou.

Zijn voeten raakten de vleugel.

De Skyhawk schudde even als gevolg van deze plotselinge verstoring, maar het toestel voerde de juiste correcties uit en stabiliseerde snel. Hij verplaatste voorzichtig zijn gewicht en gebaarde dat de kabel meer moest worden gevierd terwijl hij de cabinedeur probeerde te bereiken.

Een koude windvlaag bracht hem uit zijn evenwicht en voordat hij het wist, bungelde hij weer aan de kabel.

Hij pakte de kabel vast en slaagde erin nogmaals op het toestel te klimmen, waarna hij opnieuw gebaarde dat de kabel wat kon worden gevierd.

De vleugel van de Skyhawk was boven op de romp bevestigd en werd ondersteund door diagonale buizen die vastzaten aan de zijkant van de romp. Om het toestel binnen te komen moest hij onder de vleugel zien te kruipen. Hij gebaarde dat de helikopter wat afstand moest nemen zodat ze hem verder konden laten zakken. De piloot leek aan te voelen wat Malone wilde en manoeuvreerde zodanig dat Malone naast de ramen van de cabine zweefde.

Hij keek naar binnen.

De achterbank was verwijderd en de in krantenpapier gewikkelde pakketten waren opgestapeld vanaf de vloer tot aan de nok. De wind beukte tegen zijn lichaam en ondanks de stofbril onttrok de droge lucht al het vocht aan zijn ogen.

Hij gebaarde de marinier aan boord van de helikopter de kabel verder te laten vieren, greep de rand van het rolroer, plantte zijn voeten op de ommanteling van het landingsgestel en wurmde zich tussen de vleugel en de steunbuis. Zijn capriolen verstoorden de aero-dynamica van het toestel en hij zag dat de flaps en de rolroeren de gevolgen van zijn actie compenseerden.

De kabel werd verder gevierd zodat hij nu onder het toestel hing, maar de beweging stopte toen de marinier kennelijk in de gaten had gekregen dat er geen spanning meer op stond.

Hij drukte zijn gezicht tegen het cabineraam en tuurde naar binnen.

Op de passagiersstoel lag een klein, grijs kastje, waaruit kabels staken die waren verbonden met het instrumentenpaneel. Hij keek opnieuw naar de in krantenpapier gewikkelde pakketten. Vlak bij de vloer, tussen de twee voorstoelen, waren ze niet omwikkeld en was een lichtroze substantie zichtbaar.

Explosieven. C-83, vermoedde hij, Krachtig spul.

Hij moest proberen in de cabine van de Skyhawk te komen, maar voordat hij kon bedenken hoe hij dat moest doen zag hij dat de kabel langzaam omhoog bewoog. Ze wilden hem terughijsen naar de helikopter en doordat hij zich onder de vleugel bevond, kon hij hen niet duidelijk maken dat hij dat niet wilde.

Hij kon nu niet meer terug. Dus voordat de kabel weer strak was getrokken maakte hij de haak los van het harnas en gooide hem opzij, waarna de kabel langzaam omhoog verdween.

Hij klampte zich vast aan de buis en greep de deurkruk. De deur ging open.

Het probleem was dat hij zich aan de voorkant van het toestel bevond, naast de scharnieren, terwijl de deur naar voren openging. Bovendien zorgde de luchtstroom van de propellers voor extra druk op de deur.

Hij klemde de gehandschoende vingers van zijn linkerhand om de rand van de deur, terwijl hij met zijn rechterhand de buis bleef omklemmen. Vanuit zijn ooghoeken zag hij dat de helikopter langszij was komen vliegen om te kijken hoe het ging. Ondanks de luchtstroom slaagde hij erin de deur open te trekken maar hij ging niet verder dan negentig graden, waardoor hij er met geen mogelijkheid langs kon komen.

Er bleef nog maar één methode over. Hij liet de buis los, greep de bovenkant van de deur met beide handen vast en zwaaide zijn lichaam in de richting van de cockpit. Door de luchtstroom werd de deur weer dichtgeblazen en zijn parachute klapte tegen de romp, terwijl de metalen plaat hem klem zette tegen de deurpost. Maar hij had de deur nog steeds vast en slaagde er uiteindelijk in zijn rechterbeen naar binnen te krijgen, waarna hij ook de rest van zijn lichaam in de cockpit wist te wurmen. Gelukkig stond de stoel in de achterste stand.

Hij trok de deur dicht en slaakte een zucht van verlichting.

De stuurknuppel bewoog gelijkmatig van links naar rechts.

Het kompas op het instrumentenpaneel gaf aan dat het toestel nog steeds een koers naar het noordwesten aanhield. De kist leek te vliegen op een automatische piloot die was verbonden met een GPS-navigatiesysteem, maar vreemd genoeg bleek de automatische piloot te zijn uitgeschakeld.

Vanuit zijn ooghoeken zag hij iets bewegen en toen hij naar buiten keek, bleek dat de helikopter vlak naast de linker vleugelpunt was gekropen. Achter het cabineraam was een stuk papier zichtbaar waarop een paar cijfers stonden. Stephanie wees naar haar headset en vervolgens naar de cijfers.

Hij begreep het.

Rechts van hem bevond zich de radio van de Skyhawk. Hij zette hem aan en vond de opgegeven frequentie. Hij trok de bivakmuts van zijn hoofd, zette de headset van de Skyhawk op en zei: ‘Deze kist zit vol explosieven.’ ‘Heb je geen leuker nieuws?’ zei ze.

De stem van Daniels klonk door de radio. ‘Laten we hem aan de grond zetten.’

‘De automatische piloot staat uit...’

Plotseling maakte de Skyhawk een bocht naar links. Het was geen correctie, maar een volledige koersverandering. Hij zag dat de stuur-knuppel naar voren en vervolgens naar achteren bewoog. Ook de voetpedalen bewogen uit zichzelf en bedienden het roer in een manoeuvre die het toestel sterk deed hellen.

Er volgde opnieuw een scherpe bocht en het GPS-systeem gaf aan dat er nu meer naar het westen werd gekoerst, op een hoogte van vijfentwintighonderd meter en met een snelheid van iets meer dan honderdtachtig kilometer per uur.

‘Wat gebeurt er?’ vroeg Stephanie.

‘Dit ding heeft een eigen wil. Dat was een scherpe bocht van zestig graden.’

‘Cotton,’ zei Daniels, ‘de Fransen hebben de koers geanalyseerd. Hij vliegt recht op Les Invalides af.’

Daar was geen sprake van. Malone wist wat de bestemming was. De voorwerpen die de afgelopen avond uit de Selfridges-tas waren gevallen hadden daar al ondubbelzinnig op gewezen.

Hij keek door de voorruit en zag het echte doelwit in de verte opdoemen.

‘Vergeet het maar. Deze kist is op weg naar de Eiffeltoren.’