49

MALONE VERLIET DE GRAFTOMBE VAN NAPOLEON VIA DE MARMEren trap, die bovenaan werd geflankeerd door twee bronzen grafgeesten. Een droeg de kroon en de hand der gerechtigheid en de ander een zwaard en een globe. Stephanie wachtte hem op bij het grote altaar van de kerk, waarvan het gewelf en de gedraaide pilaren hem deden denken aan het door Bernini ontworpen altaar van de Sint-Pieter.

‘Het lijkt erop dat Henrik erin is geslaagd zich bij de club aan te sluiten,’ zei ze.

‘Hij heeft een missie. Ik neem aan dat je dat begrijpt.’

‘Ik begrijp het best. Maar ík heb óók een missie. Ik wil Peter Lyon in zijn kladden grijpen en ik neem aan dat jíj dát begrijpt.’

Hij keek om zich heen in de lege kerk. ‘Dit voelt helemaal verkeerd. Lyon weet dat we hem op het spoor zijn. Dat vliegtuig op Heathrow was voor hem vanaf het begin af aan al besmet.’

‘Maar hij weet ook dat we het niet aan de grote klok kunnen hangen.’

Dat was de reden waarom de koepelkerk niet was afgezet door de politie en waarom het ziekenhuis en de woonverblijven van Les Invalides niet waren geëvacueerd. Het ziekenhuis beschikte over een hypermoderne chirurgische afdeling die ter beschikking stond van de veteranen en ongeveer honderd van hen woonden permanent in de gebouwen die grensden aan de koepelkerk. De zoektocht naar explosieven was daar gisteravond onopvallend begonnen. Het was niet de bedoeling de indruk te wekken dat er iets aan de hand was. Niet meer dan een beheerste inspectie. Met een grootscheeps alarm zouden de kansen Peter Lyon of de Club van Parijs op heterdaad te betrappen volledig zijn verkeken.

Maar het was een lastige klus gebleken.

Les Invalides was een complex van meer dan honderdduizend vierkante meter, verspreid over tientallen gebouwen van verschillende verdiepingen. Oneindig veel plekken waar je een bom kon verstoppen.

Door de portofoon die Stephanie bij zich droeg klonk haar naam, waarna een mannenstem zei: ‘We hebben iets.’

‘Waar?’ antwoordde ze.

‘In de koepel.’

‘We komen eraan.’

Thorvaldsen schudde Graham Ashby de hand, dwong zijn lippen tot een glimlach en zei: ‘Aangenaam kennis te maken.’

‘Dat is wederzijds. Ik heb veel goede dingen over uw familie gehoord en ik ben een groot bewonderaar van uw porselein.’

Hij nam het compliment met een knikje in ontvangst.

Hij realiseerde zich dat Eliza Larocque hen beiden observeerde dus hij verzamelde al zijn charme en bleef in zijn rol.

‘Eliza heeft me verteld dat u zich bij ons wilt aansluiten,’ vervolgde Ashby.

‘Deze onderneming lijkt me inderdaad de moeite waard.’

‘Ik denk dat u zich thuis zult voelen in onze groep. We zijn nog maar net begonnen, maar we genieten altijd bijzonder van deze bijeenkomsten.’

Hij keek opnieuw om zich heen. Als hij Ashby en Larocque meetelde, waren er zeven leden. Bedienden liepen zwijgend heen en weer, als verdwaalde geesten. Ze rondden hun werkzaamheden af en verdwenen een voor een door een deur aan het uiteinde van de zaal.

De zon, die door de grote ramen naar binnen scheen, gaf het rode tapijt en het comfortabele meubilair een warme gloed.

Larocque nodigde de aanwezigen uit plaats te nemen.

Ashby liep weg.

Thorvaldsen nam plaats aan de dichtstbijzijnde tafel, maar voordat hij ging zitten viel zijn oog op een van de bedienden, een jongeman die aan de rechterkant van het podium wat overtollige stoelen wegzette. Even dacht hij dat hij zich vergiste, maar toen hij terugkwam om nog een paar stoelen te halen wist hij het zeker.

Het was Sam Collins.

Malone en Stephanie beklommen een koude metalen ladder die leidde naar de ruimte tussen de binnen- en de buitenmuur. De koepel bestond niet uit één stuk. Van binnenuit kon je slechts een van de twee rijen ramen zien. Door het open dak van de binnenste koepel was een tweede koepel zichtbaar, die de eerste volledig omsloot. Het licht dat door de tweede rij ramen scheen, verlichtte de binnenkant van de koepel. Het was een ingenieuze constructie die je pas bovenin goed kon waarnemen.

Langs de rand van de bovenste koepel liep een platform. Het skelet van houten balken en recenter aangebrachte stalen balken was hiervandaan goed zichtbaar. Een volgende metalen ladder leidde verder omhoog naar een tweede platform, dichter bij het midden van de koepel. Via een laatste ladder kwam je terecht in de koepeltempel. Ze bevonden zich dicht bij het hoogste punt van de kerk, op een hoogte van bijna honderd meter. Op het tweede platform, onder de koepeltempel, stond een van de Franse veiligheidsmensen die Les Invalides uren eerder onopvallend waren binnen gegaan.

Hij wees omhoog.

‘Daar.’

Eliza was in haar nopjes. Alle zeven leden waren gekomen. Iedereen, ook Henrik Thorvaldsen, was gaan zitten. Ze had bewust gekozen voor een opstelling met twee tafels om te zorgen dat iedereen de ruimte had. Ze haatte ruimten en situaties waarin mensen waren gedwongen te dicht op elkaar te klitten. Misschien kwam dat doordat ze gedurende haar volwassen leven altijd alleen had gewoond. Natuurlijk kon een man af en toe voor een heerlijke afleiding zorgen. Maar ze gruwde van de gedachte aan een hechte persoonlijke relatie met iemand die haar gedachten en gevoelens wilde delen en van haar hetzelfde verwachtte. Afschuwelijk!

Ze had de ontmoeting van Thorvaldsen en Graham Ashby nauwlettend gadegeslagen. Ze reageerden volstrekt normaal. Het was evident dat ze elkaar nooit eerder hadden ontmoet.

Ze keek op haar horloge. Het was tijd om te beginnen. Maar voordat ze de vergadering kon openen liep Thorvaldsen op haar af. Hij vroeg zachtjes: ‘Hebt u Le Parisien van vanmorgen al gelezen?’

‘Daar ben ik nog niet aan toegekomen. Ik heb een drukke ochtend achter de rug.’

Ze zag dat hij een krantenartikel uit de zak van zijn colbert haalde. ‘Dan zou u dit even moeten lezen. Het is een knipsel uit pagina 12A. Rechtsboven.’

Ze las het stukje snel door. Het was het verslag van een diefstal uit het Musée de l’Armée van het Hôtel des Invalides, de vorige dag. Uit een van de zalen in het gedeelte dat werd gerenoveerd hadden dieven een voorwerp uit de Napoleon-collectie ontvreemd. Een boek. De Merovingische koninkrijken 450-751 A.D.

Afgezien van het feit dat het boek expliciet was vermeld in het testament van de keizer had het geen bijzondere betekenis of waarde. Daarom had het zich nog in de zaal bevonden. Het museumpersoneel was bezig met een inventarisatie, om na te gaan of er nog meer was gestolen.

Ze staarde Thorvaldsen aan. ‘Hoe kon u in hemelsnaam weten dat dit voor mij van betekenis zou zijn?’

‘Zoals ik u al heb verteld tijdens mijn bezoek aan uw château, heb ik u beiden grondig bestudeerd.’

Ze herinnerde zich Thorvaldsens waarschuwing van de vorige dag.

Ik vermoed dat hij u zal vertellen dat hij het niet heeft kunnen bemachtigen, wat het ook is. Hij zal u wijsmaken dat het verdwenen was of iets dergelijks.

Precies wat Graham Ashby haar had verteld.