21

Parijs

MALONE VOLGDE SAM TERUG NAAR BENEDEN, WAAR DE AFDELING handel een rij volle boekenplanken besloeg.

Foddrell en ik mailen elkaar regelmatig,’ zei Sam. ‘Hij is fel gekant tegen het systeem van de Federale Reserve. Hij noemt het een enorme samenzwering die de ondergang van de Verenigde Staten zal betekenen. Sommige dingen die hij zegt kloppen wel, maar de meeste van zijn denkbeelden zijn te gek voor woorden.’

Malone glimlachte. ‘Ik ben blij dat jij ze tenminste nog allemaal op een rijtje hebt.’

‘In tegenstelling tot wat je misschien denkt ben ik echt geen fanaticus. Ik geloof alleen dat er mensen bestaan die ons financiele systeem kunnen manipuleren. Niet omdat ze de wereldmacht willen grijpen of de planeet willen vernietigen, maar gewone uit pure hebzucht. Ze zien het als een gemakkelijke manier om rijk te worden of te blijven. Wat zij doen kan nationale economieën op allerlei manieren beïnvloeden. En de gevolgen zijn altijd schadelijk.’

Niet dat Malone het daar niet mee eens was, maar je moest zoiets wel zien te bewijzen. Voor ze Christiangade verlieten had hij de websites van Sam en Foddrell doorgeplozen. Ze weken niet zo erg van elkaar af, behalve dan dat die van Foddrell een stuk apocalyptischer en radicaler van toon was.

Hij greep Sam bij zijn schouder. ‘Wat zoeken we precies?’

‘Dat briefje boven verwijst naar een boek dat is geschreven door een erkend financieel analist die zich bezighoudt met dezelfde onderwerpen als waar Foddrell en ik het over hebben. Een paar maanden geleden heb ik het boek gekocht en gelezen.’

Hij liet Sams schouder los en keek toe hoe deze de volle boekenplank afzocht.

Malone keek met het oog van de professional naar de verzameling. Hij zag dat het een allegaartje was; de meeste ervan had hij gekocht van de mensen die ze met dozen vol bij hem aansleepten. Maar waarschijnlijk stegen ze in waarde als je ze in Parijs aan de man bracht, op de linkeroever van de Seine, vlak bij de Notre-Dame.

‘Hier.’

Sam trok een grote paperback met een goudkleurig omslag uit de kast, getiteld Het monster van het eiland Jekyll: de Federal Reserve nader bekeken.

‘Foddrell moet dit hier hebben achtergelaten,’ zei Sam. ‘Dit kan hier niet toevallig op de plank hebben gestaan. Het is nogal zeldzaam.’

Er waren nog steeds veel mensen in de winkel en steeds meer bezoekers zochten er hun toevlucht tegen de kou. Malone keek rond of hij de magere lat zag, maar die was nergens te bekennen. Hij was er tamelijk zeker van wat er zich afspeelde, maar hij had besloten dat dit een dag was om geduld te oefenen.

Hij nam het boek uit Sams handen en bladerde het door totdat hij een briefje vond dat tussen de bladzijden was gestoken.

Terug naar de spiegel.

Hij schudde zijn hoofd.

Ze liepen terug naar de bovenste verdieping en zagen dat er iets nieuws was geschreven op hetzelfde roze papiertje dat hen eerder had geïnstrueerd naar beneden te gaan.

Café d’Argent, Rue Dante nr. 34
Dertig minuten

Malone liep naar het raam van de bovenste verdieping. De platanen beneden stonden er levenloos bij in de namiddagzon, de takken kaal als bezemstelen, en ze wierpen lange, sprietige schaduwen op het plaveisel. Drie jaar geleden had hij met Gary het International Spy Museum in Washington DC bezocht. Gary wilde weten wat zijn vader deed voor de kost en het museum bleek een fascinerende plek. Ze hadden genoten van de tentoonstelling en hij had er voor Gary het Praktijkboek Spionage gekocht, een luchthartige kijk op het vak van spion. In een van de hoofdstukken, getiteld ‘Hoe vermijd je onnodige risico’s’, werd uitgelegd hoe je op een veilige manier contacten kon benaderen.

Dus hij wachtte, wetend wat er zou gebeuren.

Sam kwam naderbij.

Hij hoorde beneden de winkeldeur open- en weer dichtgaan. Hij zag dat de magere lat de winkel verliet met iets onder zijn arm dat, te oordelen naar omvang en kleur, het Jekyll-boek van beneden moest zijn.

‘Dat is een oude truc die niemand meer toepast,’ zei hij. ‘Een manier om erachter te komen wie jou wil ontmoeten. Die vriend van jou heeft te veel spionagefilms bekeken.’

‘Was hij hier?’

Hij knikte. ‘Hij leek in ons geïnteresseerd toen we voor de ingang stonden. Later is hij naar binnen gegaan en heeft zich vermoedelijk verstopt achter de boekenplanken terwijl wij naar het boek zochten. Omdat je hem je foto had gestuurd wist hij naar wie hij moest uitkijken. Nadat hij tot de conclusie was gekomen dat ik in orde was, is hij vóór ons weer naar boven gegaan. Een minuut geleden is hij weer naar beneden gelopen en vertrokken.

‘Denk je dat dat Foddrell is?’ vroeg Sam, wijzend.

‘Wie zou het anders moeten zijn?’

Nu was Eliza op haar hoede. Henrik Thorvaldsen wist niet alleen waar ze mee bezig was, hij wist kennelijk ook iets waarvan zij niet op de hoogte was. ‘Een veiligheidslek?’

‘Een van de leden van uw Club van Parijs is anders dan hij zich voordoet.’

‘Ik heb helemaal niet gezegd dat er zo’n club bestaat.’

‘In dat geval hebben u en ik niets meer te bespreken.’

Thorvaldsen stond op.

‘Ik heb genoten van mijn bezoek aan uw kasteel. Als u ooit naar Denemarken komt, zou ik het een genoegen vinden u gastvrijheid te bieden op mijn landgoed Christiangade. Ik neem nu afscheid zodat u kunt uitrusten van uw vliegreis.’

Ze lachte voorzichtig. ‘Doet u altijd zo pompeus?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Vandaag, twee dagen voor Kerstmis, heb ik de moeite genomen hierheen te reizen om met u te spreken. Als u volhoudt dat er niets te bespreken valt, ga ik weg. Dat veiligheidslek zal zich te zijner tijd wel openbaren. Hopelijk richt het niet al te veel schade aan.’

Ze had zo voorzichtig geopereerd. Ze had de leden – maximaal zeven, zichzelf inbegrepen – met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gekozen. Iedere nieuwkomer had zich akkoord verklaard door betaling van een inschrijfgeld van twintig miljoen euro. Allemaal hadden ze een eed van geheimhouding afgelegd. De eerste transacties in Zuid-Amerika en Afrika hadden onvoorzien hoge winsten opgeleverd, waardoor ze zich allemaal nog extra gecommitteerd voelden; niets versterkte een samenzwering immers beter dan succes. Maar toch leek deze zeer vermogende en invloedrijke Deen van alles op de hoogte te zijn.

‘Vertel me eens, herre Thorvaldsen, overweegt u werkelijk serieus u bij ons aan te sluiten?’

Even verscheen er een twinkeling in zijn ogen. Dit was precies wat hij wilde horen.

Hij was een gedrongen man, die nog korter leek door zijn kromme ruggengraat en gebogen knieën. Hij droeg een slobberige trui, een ruimvallende corduroy-broek en donkere gymschoenen, misschien om zijn mismaakte lichaam te camoufleren. Zijn dikke, zilvergrijze haar was lang en ongekamd. Hij had dikke wenkbrauwen die op staalborstels leken en de rimpels stonden diep in zijn gezicht gekerfd. Je zou hem gemakkelijk kunnen aanzien voor een dakloze, maar misschien was dat ook wel de bedoeling.

‘Kunnen we ophouden met deze vertoning?’ vroeg hij. ‘Ik ben hier om een speciale reden gekomen. Ik hoopte dat we er beiden ons voordeel mee zouden kunnen doen.’

‘Nou, laten we daar dan maar eens over praten.’

Zijn ongeduld verdween toen hij merkte dat ze zich in de situatie had geschikt.

Hij ging zitten. ‘Dankzij een grondig onderzoek ben ik uw Club van Parijs op het spoor gekomen.’

‘En waardoor werd uw belangstelling gewekt?’

‘Ik ontdekte dat er op een buitengewoon intelligente manier werd gemanipuleerd met een aantal buitenlandse valuta. Duidelijk geen reguliere marktbewegingen. Natuurlijk ben ik ervan op de hoogte dat er op internet websites te vinden zijn die pretenderen veel meer over u en uw activiteiten te weten dan ik.’

‘Ik heb er ook een paar gezien. Maar u weet toch wel dat die berichten allemaal onzinnig zijn?’

‘Daar ben ik het grotendeels mee eens.’ Hij zweeg even. ‘Maar een van die websites trok mijn bijzondere aandacht. GreedWatch heet die geloof ik. De informatie op die website komt griezelig dicht bij de waarheid. Ik werd getroffen door het citaat van Sherlock Holmes waarmee de homepage begint: “Niets is zo verhullend als een onomstotelijk feit.”’

Ze kende de website en de webmaster, en Thorvaldsen had gelijk. Ze zaten griezelig dicht bij de waarheid. En daarom had ze drie weken geleden opdracht gegeven corrigerende maatregelen te treffen. Ze vroeg zich af of deze man daar ook al van op de hoogte was. Waarom zou hij die specifieke website anders noemen?

Thorvaldsen haalde een dubbelgevouwen stuk papier uit zijn broekzak en reikte het haar aan. ‘Dit is een pagina van GreedWatch die ik gisteren heb uitgeprint.’

Ze vouwde het papier open en begon te lezen.

Is er een Antichrist aan het werk?

Wie de huidige systematische inkapseling van de onafhankelijke landen in de wereld analyseert, kan niet anders dan concluderen dat achter deze agressie een onzichtbaar machtsblok schuilgaat; een elite die is geïnfiltreerd in de economie, het leger, de politiek en de media. Ik zal trachten duidelijk te maken dat dit machtsblok wordt gevormd door de grote financiers. Ik geloof dat deze tirannen worden aangestuurd door een Antichrist. Haar naam is Eliza Larocque. In het diepste geheim streeft zij naar de wereldhegemonie met behulp van de mysterieuze en oncontroleerbare economische macht die haar familie in de loop der eeuwen heeft opgebouwd.

Geen economische activiteit is zo risicoloos en winstgevend als de kapitaalverstrekking aan landen. Deze financiers, die een machtsblok hebben gevormd, weigeren met elkaar te concurreren en manipuleren markten en valuta voor eigen gewin. Ze vormen een dodelijke bedreiging. Larocque en haar volgelingen opereren in een hiërarchisch opgebouwde structuur van waaruit wereldwijd aandelen worden verworven in alle toonaangevende ondernemingen. Zo zullen ze bijvoorbeeld zowel investeren in Coca-Cola als in PepsiCo, om vervolgens vanaf de top van hun Olympus toe te kijken hoe deze bedrijven elkaar op de markt bestrijden. Maar dankzij het kapitalistische systeem met zijn ondoorzichtige mechanismen weet niemand behalve zij wat er zich werkelijk afspeelt. Door hun greep op de westerse regeringen hebben ze de gehele vrije wereld in hun macht. Wie de mondiale politieke ontwikkelingen volgt, kan moeiteloos constateren dat democratisch gekozen leiders elkaar afwisselen, maar dat het politieke beleid dat de belangen van de rijken waarborgt min of meer ongewijzigd blijft. Er zijn diverse tekenen die erop wijzen dat er een onzichtbare organisatie is die de wereld regeert. De feiten die ik heb verzameld over Eliza Larocque tonen aan dat zij leiding geeft aan die organisatie. Het gaat over een samenzwering die bijna de hele wereld omspant.

Ze glimlachte. ‘Antichrist?’

‘Ik geef toe, de formulering is wat onorthodox en er worden nogal stevige conclusies getrokken, maar ze zitten op het goede spoor.’

‘Ik verzeker u, herre Thorvaldsen, het laatste wat ik ambieer is wereldhegemonie. Veel te veel gedoe.’

‘Mee eens. U wilt de wereld alleen maar zodanig manipuleren dat u en uw collega’s daar optimaal profijt van kunnen trekken. En als die manipulatie politieke schade oplevert, wat dan nog? Het gaat om de winst.’ Thorvaldsen zweeg even. ‘Daarom ben ik hier. Ik wil graag in die winst meedelen.’

‘Ik kan me moeilijk voorstellen dat u geld nodig hebt.’

‘U ook niet. Maar daar gaat het toch niet om?’

Ze vroeg: ‘En wat kunt u me bieden in ruil voor uw mogelijke deelname?’

‘Een van uw leden verkeert in financiële moeilijkheden. Zijn portfolio heeft desastreuze schade opgelopen en hij zit diep in de schulden. Zijn levensstijl vereist enorme sommen geld, geld dat hij eenvoudigweg niet heeft. Slechte investeringen, overcreditering en onzorgvuldigheid hebben ertoe geleid dat hij aan de rand van de afgrond staat.’

‘Waarom interesseert u zich voor die man?’

‘Hij interesseert me helemaal niet. Maar om uw aandacht te trekken wist ik dat ik u iets moest aanreiken wat u nog niet wist. Dit leek mij de geknipte informatie voor mijn doel.’

‘En waarom zou ik me zorgen moeten maken over zijn problemen?’

‘Omdat hij uw veiligheidslek is.’

Er liep een koude rilling over haar rug. Alles wat ze voor ogen had kon mislukken als een van de uitverkorenen de anderen had verraden.

Ze moest het weten. ‘Wie is die man?’

‘Lord Graham Ashby.’